Subsidieregeling amateuristische sportbeoefening

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  Algemene subsidieverordening: Algemene subsidieverordening gemeente Woudrichem 2014.

• b.

  Binnensportvereniging: Een statutair in de gemeente Woudrichem gevestigde stichting en/of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, die in de gemeente Woudrichem sportactiviteiten verzorgt en voor deze activiteiten (competitie en training) structureel over een langere periode gebruik maakt van binnensportaccommodaties.

• c.

  Buitensportvereniging: Een statutair in de gemeente Woudrichem gevestigde stichting en/of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, die in de gemeente Woudrichem sportactiviteiten verzorgt en voor deze activiteiten (competitie en training) structureel over een langere gebruik maakt van buitensportaccommodaties.

• d.

  Leden: Op de peildatum actieve en in de gemeente Woudrichem woonachtige leden van de vereniging.

• e.

  Jeugdleden: Leden die op de peildatum de leeftijd van19 jaar nog niet hebben bereikt.

• f.

  Peildatum: 1 januari van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.

• g.

  Accommodaties: Door burgemeester en wethouders goedgekeurde sportvoorzieningen.

• h.

  Kalenderjaar:Van 1 januari tot en met 31 december van hetzelfde jaar.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie kan uitsluitend verstrekt worden voor het verzorgen van lichamelijke sportactiviteiten voor de inwoners van de gemeente Woudrichem, dus geen denksport.

Artikel 3 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikel 9 van de algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

-De te subsidiëren activiteiten niet toegankelijk zijn voor alle inwoners van de gemeente Woudrichem.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan binnensportverenigingen en buitensportverenigingen. Deze verenigingen dienen:

• a.

  Over minimaal 15 contributie betalende leden te beschikken.

• b.

  Aangesloten te zijn bij een landelijke, provinciale, of regionale rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie (sportbond) die de belangen van de betreffende tak van sport behartigt.

• c.

  Geen winstoogmerk te hebben.

• d.

  Aantoonbaar ten minste 2 jaar te bestaan.

• e.

  Lichamelijke sportactiviteiten te verzorgen.

Artikel 5 Berekening van de subsidie

Er wordt bij de subsidieverlening van sportverenigingen uitgegaan van twee categorieën sportverenigingen: binnensport- en buitensportverenigingen:

Artikel 5.1 Binnensportverenigingen

Binnensportverenigingen ontvangen per kalenderjaar een basisbedrag per vereniging naar rato van het aantal leden en een normbedrag per jeugdlid:

• 1.

  Basisbedrag per vereniging, niet zijnde een zwemvereniging, naar rato van het aantal leden:

  • -

    Verenigingen met minimaal 15 tot en met maximaal 50 leden: € 600,--

  • -

    Verenigingen met minimaal 51 tot en met maximaal 100 leden: € 800,--

  • -

    Verenigingen met minimaal 101 tot en met maximaal 150 leden: € 1000,--

  • -

    Verenigingen met minimaal 151 tot en met maximaal 200 leden: € 1200,--

  • -

    Verenigingen met minimaal 201 tot en met maximaal 250 leden: € 1400,--

  • -

    Verenigingen met 251 of meer leden: € 1600,--

• 2.

  Basisbedrag per zwemvereniging naar rato van het aantal leden:

  • -

    Zwemvereniging met minimaal 15 tot maximaal 100

leden; € 1500,--

• -

  Zwemvereniging met 100 of meer leden; € 2500,--

  • 3.

    Normbedrag per jeugdlid: € 50,--.

Artikel 5.2 Buitensportverenigingen

Buitensportverenigingen ontvangen per kalenderjaar geen basisbedrag doch slechts een normbedrag per jeugdlid.

Normbedrag per jeugdlid: € 10,--.

Artikel 5.3 Korfbal

Omdat een korfbalvereniging zowel een binnen- als buitensportvereniging is, ontvangt een korfbalvereniging per kalenderjaar:

• 1.

  75% van de vergoeding voor een binnensportvereniging, en

• 2.

  25% van de vergoeding voor een buitensportvereniging.

Artikel 6 Subsidieplafond

Het totaal van de toegewezen subsidies als bedoeld onder de artikelen 5.1 t/m 5.3 bedraagt niet meer dan het door het college voor het betreffende kalenderjaar vastgestelde subsidieplafond.

Artikel 7 Hoogte van het subsidieplafond

Voor zover het totaal van de aanvragen om subsidie het subsidieplafond overschrijdt, wordt het bedrag naar evenredigheid over de aanvragers verdeeld.

Artikel 8 Bevoorschotting

Jaarlijks wordt een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag voor het betreffende jaar beschikbaar gesteld. Dit bedrag wordt in de eerste maand van het betreffende jaar uitbetaald.

Artikel 9 Overgangsbepaling

Deze subsidieregeling is niet van toepassing op subsidieaanvragen die voor 1 juni 2014 zijn ingediend. Daarop is de oude subsidieregeling subsidiëring amateuristische sportbeoefening, vastgesteld op 26 juni 2012 van toepassing.