Regeling vervallen per 15-01-2019

Verordening handhaving Sociale Zekerheid gemeente Woudrichem 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 14-01-2019

Intitulé

Verordening handhaving Sociale Zekerheid gemeente Woudrichem 2015

De raad van de gemeente Woudrichem,

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

gezien het advies van de cliëntenraad Sociale Zekerheid van 29 oktober 2014;

gelet op artikel 8b van de Participatiewet, artikel 35, lid 1, onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 35, lid 1, onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

overwegende dat het noodzakelijk is de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand of uitkering alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen bij verordening te regelen;

gehoord het advies van de opiniërende vergadering d.d. 25 november 2014

besluit:

vast te stellen de

Verordening handhaving Sociale Zekerheid gemeente Woudrichem 2015

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Particpatiewet (P-wet), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte Werknemers (Ioaw) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudrichem;

    • b.

      Wet: de P-wet, de Ioaw, de Ioaz;

    • c.

      Uitkering: uitkering in gevolge de P-wet, Ioaw en Ioaz;

    • d.

      Bijstand: algemene en bijzondere bijstand van de P-wet;

    • e.

      Re-integratievoorziening: voorziening bedoeld in het eerste lid onder a van P-wet en artikel 34, eerste lid onder a van Ioaw en Ioaz.

Hoofdstuk 2. Preventie en controle

Artikel 2 Fraudepreventie

Het college voert een actief fraudepreventiebeleid. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college belanghebbenden informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van uitkering of een re-integratievoorziening zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik. Ter controle van het beroep op uitkering wordt onder meer gebruik gemaakt van bestandsvergelijkingen met de actuele gegevens en van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen.

Artikel 3 Controle

  • 1. Het college doet stelselmatig onderzoek naar de rechtmatigheid van de uitkering en kan daarbij gebruikmaken van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen en de samenloopsignalen die daaruit voortkomen. Het college onderzoekt daarnaast overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op uitkering.

  • 2. Het college doet onderzoek naar de reden van de beëindiging van de uitkering en neemt op basis daarvan besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.

  • 3. De onderzoeken als bedoeld in het eerste en tweede lid kunnen ook uitgevoerd worden met betrekking tot het gebruik van een re-integratievoorziening.

Artikel 4 Heronderzoeksplan

Het college stelt een heronderzoeksplan vast, waarin wordt vastgelegd waaruit het controlebeleid ten aanzien van de uitvoering van de wet, de IOAW en de IOAZ bestaat.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 5 Nadere regels

Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 6 Intrekking

De Verordening handhaving inkomens-en re-integratievoorzieningen 2013, vastgesteld op 14 mei 2013, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening handhaving Sociale Zekerheid gemeente Woudrichem 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Woudrichem van 16 december 2014.
de griffier, O.F. Matheijsen
de voorzitter, A. Noordergraaf

Toelichting Verordening handhaving sociale zekerheid 2015, gemeente Woudrichem

Algemene toelichting

Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking.

De Participatiewet verplicht in artikel 8b de gemeenteraad in een verordening nadere regels te stellen met betrekking tot misbruik en oneigenlijk van de Participatiewet.

Er is gekozen voor het onderbrengen van regels van de Participatiewet, Ioaw en Ioaz in één verordening, omdat daarmee de overzichtelijkheid van de gemeentelijke regelgeving wordt bevorderd. Bovendien zijn de regels daarmee op elkaar afgestemd (geharmoniseerd).

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de P-wet, de Ioaw en de Ioaz of Awb niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van definities in de betreffende wetten, ook de verordening moet worden gewijzigd.

De begrippen die niet zijn omschreven in de P-wet, Ioaw en Ioaz of Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven.

Artikel 2 Fraudepreventie

Dit artikel geeft het belang aan dat het college hecht aan het voorkomen van misbruik van uitkering en re-integratievoorzieningen. Aan de gevolgen van misbruik wordt preventief in de communicatie aan de burger (via communicatie en beschikkingen) aandacht besteed. Eveneens zal door bestandsvergelijking fraude actief worden opgespoord. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de informatie die afkomstig is van het Inlichtingenbureau.

Artikel 3 Controle

In dit artikel wordt aangegeven op welke wijze de gemeente invulling geeft aan de controle op een goed gebruik van de voorzieningen. Dit kan aan de hand van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen. Ook zullen signalen van misbruik worden onderzocht. De controle strekt zich ook uit bij het beëindigen van een uitkering. De reden van beëindiging en de rechtmatigheid worden onderzocht, zodat tot een goede afhandeling gekomen kan worden van nog resterende wederzijdse verplichtingen. Controle zal niet alleen plaats vinden op de uitkeringsverstrekking, maar ook op re-integratievoorzieningen.

Artikel 4 Heronderzoeksplan

In dit artikel is bepaald dat het college een heronderzoeksplan vaststelt, waarin wordt neergelegd op welke wijze controle plaatsvindt. Dit heronderzoeksplan bevat de wijze waarop de rechtmatigheid van de uitkering periodiek wordt beoordeeld.

Artikel 5 Nadere regels

Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.

Artikelen 5, 6 en 7 Intrekking en Inwerkingtreding

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.

Artikel 8 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.