Regeling vervallen per 15-01-2019

Subsidieregeling monumenten 2016

Geldend van 08-01-2016 t/m 14-01-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Susidieregeling monumenten 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudrichem;

overwegende dat het gewenst is de subsidieregeling voor het onderhoud van monumenten te actualiseren;

gelet op de artikelen 3, 5, 6, 7 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 16 van de ‘Algemene Subsidieverordening gemeente Woudrichem 2014';

besluit:

vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling monumenten 2016

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene Subsidieverordening: Algemene Subsidieverordening gemeente Woudrichem 2014.

  • b.

    Monumenten: Objecten in de gemeente Woudrichem die onherroepelijk zijn aangewezen als gemeentelijke monument, zoals bedoeld in de gemeentelijke Erfgoedverordening;

  • c.

    Eigenaar: Degene, die in de kadastrale registratie als eigenaar staat geregistreerd, waaronder mede wordt begrepen:

    • ·

      degene die het recht van erfpacht heeft;

    • ·

      de houder van een recht van opstal;

    • ·

      de toekomstige eigenaar, erfpachter of houder van een recht van opstal;

  • d.

    Onderhoudswerkzaamheden: De periodiek noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden om het monument sober en doelmatig in een goed constructieve staat te houden.

  • e.

    Subsidiabele onderhoudskosten: De kosten van de in artikel 2 genoemde onderhoudswerkzaamheden, die regelmatig moeten worden verricht om een monument in goede constructieve staat te houden en die naar het oordeel van college noodzakelijk zijn.

  • f.

    Monumentencommissie: De door de raad ingestelde commissie of aangewezen instantie met betrekking tot de advisering over de monumentenzorg.

  • g.

    Gemeentelijke monumentenlijst: De lijst waarop de gemeentelijke monumenten zijn geregistreerd.

Artikel 2. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor onderhoudswerkzaamheden aan monumenten voor zover deze betrekking hebben op de volgende onderhoudswerkzaamheden:

  • a.

    aan het dak: reparatie dakbedekking

  • b.

    aan schoorstenen: reparaties

  • c.

    aan goten of hemelwaterafvoeren: reparaties

  • d.

    aan muren: voegen, pleisteren en vochtbestrijding

  • e.

    aan vensterwerk: beglazing en besponning

  • f.

    buitenschilderwerk

  • g.

    overige werkzaamheden aan de buitenzijde om het monument wind- en waterdicht te houden.

Artikel 3. Berekening van de subsidie

  • 1. Maximaal één keer per drie kalenderjaren kan ten behoeve van hetzelfde monument een subsidie worden toegekend voor de subsidiabele onderhoudskosten.

  • 2. De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 25% van de werkelijk gemaakte subsidiabele onderhoudskosten, met dien verstande dat:

    • a.

      de vast te stellen subsidie niet hoger is dan 25% van de subsidiabele onderhoudskosten zoals die zijn geraamd in de bij de aanvraag ingediende en bij de verleende subsidie behorende gespecificeerde begroting;

    • b.

      de subsidie ten hoogste € 2.730,- bedraagt.

  • 3. Indien een eigenaar zelf de onderhoudswerkzaamheden verricht, zijn diens materiaalkosten wel en diens loonkosten niet subsidiabel, tenzij hij de werkzaamheden verricht in het kader van een door hem gedreven onderneming;

  • 4. Het totaal van alle toegewezen subsidies per kalenderjaar voor activiteiten als bedoeld in artikel 2 bedraagt niet meer dan het door het college voor het betreffende kalenderjaar vastgestelde subsidieplafond.

Artikel 4. Wijze van verdeling

Wanneer de toekenning van de subsidies voor activiteiten als bedoeld in artikel 2 er toe zal leiden dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt door het college het totaalbedrag aan subsidie voor elk monument naar evenredigheid verlaagd tot het niveau waarop het subsidieplafond niet wordt overschreden.

Artikel 5. Aanvraag

  • 1. In afwijking van artikel 7 van de Algemene Subsidieverordening wordt de aanvraag om een subsidie ingediend tussen 1 januari en 1 april van het kalenderjaar waar de aanvraag betrekking op heeft.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 6 van de Algemene Subsidieverordening overlegt de aanvrager bij de aanvraag de volgende gegevens:

    • a.

      een gespecificeerde begroting van de subsidiabele onderhoudskosten;

    • b.

      een omschrijving van de onderhoudswerkzaamheden;

    • c.

      een tekening op schaal van de bestaande situatie;

    • d.

      een tekening op schaal van de nieuwe toestand, alleen als de werkzaamheden wijzigingen van het pand tot gevolg hebben;

    • e.

      de uitdraai van een vergunningcheck via www.omgevingsloket.nl .

Artikel 6. Beslistermijn

Burgemeester en wethouders beslissen, in afwijking van artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening, op een aanvraag om een subsidie uiterlijk op 1 juli van het kalenderjaar waar de aanvraag betrekking op heeft.

Artikel 7. Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de Algemene Subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • 1.

    De kosten van onderhoud voor monumenten voortvloeien uit brand-, storm- of andere schade waartegen verzekering mogelijk was of is, alsmede voor zover de kosten van voorzieningen of andere wijze worden vergoed.

  • 2.

    In de onderhoudskosten van rijks- en/of provinciewege financiële steun wordt verleend.

  • 3.

    Met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat burgemeester en wethouders hebben beslist op de aanvraag.

  • 4.

    Voor de te treffen voorzieningen een vergunning op grond van de Erfgoedverordening Woudrichem of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist en deze is geweigerd.

Artikel 8. Verantwoording

Op grond van artikel 13, lid 2, van de Algemene Subsidieverordening, verbindt het college aan het besluit tot subsidieverlening in ieder geval de volgende verplichting tot het verstrekken van inlichtingen. Binnen drie maanden na het gereedkomen van de werkzaamheden moet een financiële eindverantwoording van de werkelijk gemaakte kosten worden overgelegd. De eindverantwoording bestaat uit een kopie van de originele rekeningen en betaalbewijzen en een schriftelijke mededeling dat de werkzaamheden zijn voltooid. Vaststelling van de definitieve subsidie vindt plaats binnen 13 weken nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt.

Artikel 9. Bijzondere verplichtingen

  • 1. De werkzaamheden moeten voor 1 december van het betreffende kalenderjaar waar de aanvraag betrekking op heeft, zijn uitgevoerd.

  • 2. Bij de werkeenheid bouw- en woningtoezicht van de gemeente wordt melding gemaakt van de datum waarop met de werkzaamheden wordt begonnen.

Artikel 10. Bijzondere bepalingen

Het college kan één of meer toezichthouders aanwijzen die belast zijn met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde.

Artikel 11. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling monumenten 2016.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 3.

    De subsidieregeling monumenten, vastgesteld op 1 december 2014 wordt ingetrokken, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op subsidies die op grond van die regeling zijn verleend.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 15 december 2015.
het college van burgemeester en wethouders van Woudrichem,
de secretaris, A.G. Dolislager
de burgemeester, A. Noordergraaf