Regeling vervallen per 15-01-2019

Procedureverordening Planschade 2008

Geldend van 09-01-2009 t/m 14-01-2019

Intitulé

Procedureverordening Planschade 2008

Voorstel aan Opiniërende RaadOnderwerp Voorstel tot vaststelling van de "procedureverordening planschade 2008" Samenvatting, doel en beslispuntenDe raad wordt voorgesteld de "Procedureverordening planschade 2008" vast te stellen.Wij stellen u voor om (beslispunten) vast te stellen de "Procedureverordening planschade 2008"Toelichting Inleiding.Per 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in werking getreden (hierna Wro). Deze wet vervangt de "oude" Wet op de Ruimtelijke Ordening. Ook is een nieuw Besluit ruimtelijke ordening in werking getreden en is overgangsrecht vastgesteld (Invoeringswet ruimtelijke ordening). Deze gewijzigde wet- en regelgeving brengt een groot aantal procedurele wijzigingen met zich mee. In dit wordt uitsluitend ingegaan op de consequenties ten aanzien van planschade. De overige wijzigingen blijven in deze nota buiten beschouwing.Algemeen/ nieuwe wet.In de nieuwe Wro is een nieuwe planschaderegeling opgenomen (Afdeling 6.1), waarbij de mogelijkheden tot het vragen van planschade (nieuwe terminologie in de wet: schadevergoeding) worden ingeperkt.

  • 1.

    eisen te stellen aan de onderbouwing van het verzoek om schadevergoeding en;

  • 2.

    door een eigen risico te introduceren van ten minste 2% van de geleden schade voor indirecte schade. Aanvullend is de volgende wijziging/aanpassing van belang voor de gemeente;

  • 3.

    Bij het opnemen van binnenplanse ontheffingen in een bestemmingsplan ontstaat de schadevergoedingsplicht voor wat betreft de omvang van de ontheffingsmogelijkheden niet langer op het moment van het vaststellen van het bestemmingsplan, maar pas wanneer een ontheffing feitelijk verleend wordt.

Ten slotte is ook de heffing van rechten (EUR 300,--) in de wet opgenomen voor het in behandeling nemen van een aanvraag om schadevergoeding en dient een verzoek om vergoeding van schade te worden ingediend binnen 5 jaar na de datum van onherroepelijk worden van het (gestelde) schadeveroorzakende besluit.De wetgever beoogt met de aangepaste schadevergoedingsregeling een drempel op te werpen voor eigenaars/belanghebbenden om een verzoek tot schadevergoeding aan te vragen. Anderzijds beoogt zij tevens een goede inhoudelijke beoordeling van verzoeken te waarborgen met uniformiteit voor de behandeling van dergelijke verzoeken en afhandeling binnen redelijke termijnen.Huidige regeling.De huidige regeling (laatste aanpassing) is vastgesteld door ons college bij besluit van 11 oktober 2005 en is nog gebaseerd op artikel 49/ 49a van de "oude" Wet op de Ruimtelijke Ordening en dient reeds daarom te worden geactualiseerd. Bovendien is aan de huidige regeling een aanvraagformulier verbonden dat niet langer voldoet aan de wetgeving. Ons college heeft op 11 november reeds besloten tot intrekking van de huidige regeling op het moment dat de door uw raad vast te stellen verordening in werking treedt.Procedureregeling onder de nieuwe Wro.Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro: Hoofdstuk 6) is iedere gemeente verplicht tot het vaststellen van een verordening waarin regels worden gegeven over de aanwijzing van een adviseur en de wijze waarop deze tot een advies komt. De VNG heeft hiervoor de Modelverordening 'Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade' uitgebracht. Deze kan integraal worden overgenomen en vastgesteld, onder intrekking van de huidige verordening. De nieuwe benaming is "procedureverordening planschade 2008".De nieuwe verordening stelt (buiten de wettelijke bepalingen) geen nadere eisen omtrent het indienen van een verzoek om vergoeding van schade; er is dan ook geen aanvraagformulier opgenomen in de verordening. Het indienen van een aanvraag dient daarom schriftelijk te geschieden onder het geven van een onderbouwing van de hoogte van de (geclaimde) schade.Nog lopende verzoeken.Op dit moment zijn een nog een paar verzoeken in behandeling, waarbij het "oude" recht nog van toepassing is. In sommige gevallen gaat het dan nog over planologische besluiten van voor 2005, andere verzoeken daarentegen zijn pas ingediend na 1 juli 2008 (maar wel met het "oude" formulier). Deze verzoeken zullen worden afgehandeld conform het overgangsrecht uit de verordening.Overgangsrecht.De huidige procedureregeling wordt nog niet ingetrokken, voor zover deze nog van toepassing is op lopende planschadeverzoeken die ingediend zijn voor 1 juli 2008 en een aantal andere categorieën (zie toelichting bij de verordening). Pas als alle lopende verzoeken onherroepelijk zijn afgewerkt, zal de regeling uit 2005 definitief worden ingetrokken.Bij het raadsvoorstel treft u de nieuwe procedureverordening planschade aan, gebaseerd op het model van de VNG. Achter de voorgestelde verordening zit ook de bijbehorende toelichting, waarnaar kortheidshalve wordt verwezen. Een bijzondere bepaling (artikel 7) is opgenomen voor zover het vergoeding van schade wordt geclaimd als gevolg van het Gebiedsplan Wijde Biesbosch.ConsequentiesAan het vaststellen van de verordening zijn geen directe financiële consequenties verbonden. Per exploitatieplan zal vooraf een planschade-risicoanalyse plaatsvinden. Uit te keren schadevergoedingen worden daarbij in de ramingen meegenomen.Wet op de Ruimtelijke Ordening, Wet ruimtelijke ordening, Besluit ruimtelijk ordening.Voorinspraak, inspraak,publicatie, juridische verplichtingHet betreft een interne, gemeentelijke aangelegenheid waarbij de landelijke standaardverordening (VNG-model) wordt vastgesteld. Vaststelling van een verordening is een wettelijke verplichting. Vooraf is heeft geen overleg met externe partijen plaatsgevonden.Na vaststelling van de verordening, zal deze worden gepubliceerd in AltenaNieuws waarna zij in werking treedt.De opiniërende raadDe raad wordt voorgesteld de "Procedureverordening planschade 2008" vast te stellen Van opiniërende raad aan besluitvormende raadHet college van burgemeester en wethouders van Woudrichem,de secretaris, de burgemeester,A.G. Dolislager, dr. F.A. PetterDe raad van de gemeente Woudrichem;gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethoudersd.d. 4 november 2008, nr. ;gehoord het advies van de opiniërende raad d.d.b e s l u i t :

  • 1.

    Vast te stellen de "Procedureverordening planschade 2008"

Procedureverordening planschade 2008

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming in de schade als bedoeld in artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening indient;

  • b.

    adviseur: de door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen persoon als bedoeld in artikel 6.1.1.1, onder c, Besluit ruimtelijke ordening;

  • c.

    adviescommissie: schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, van deze verordening;

  • d.

    besluit: Besluit ruimtelijke ordening;

  • e.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • f.

    gemeente: gemeente Woudrichem;

  • g.

    planologische maatregel: oorzaak als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, Wet ruimtelijke ordening;

  • h.

    planschade: schade als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening;

  • i.

    wet: Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 2 Opdrachtverstrekking

Binnen twaalf weken na het verstrijken van de termijnen als bedoeld in artikel 6.1.3.1 van het besluit verstrekt het college aan één of meerdere adviseurs gezamenlijk, opdracht om ter zake van een aanvraag advies uit te brengen, tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 6.1.3.1 van het besluit of aan artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3 Adviseur of adviescommissie

  • 1. Voor de advisering over de op de aanvraag te nemen beschikking wordt door het college een adviseur aangewezen die beschikt over voldoende deskundigheid inzake advisering op het gebied van planschade.

  • 2. Indien het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoelde adviseur, van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwege inkomensderving en er, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheid wordt door het college een tweede adviseur aangewezen die deskundig is op het gebied van accountancy of van financieel economische bedrijfsvoering.

  • 3. Indien het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoelde adviseur, van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwege waardevermindering van een onroerende zaak en er, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheid wordt door het college een tweede adviseur aangewezen die deskundig is ter zake van de waardering van onroerende zaken en van waardevermindering daarvan als gevolg van een planologische verslechtering.

  • 4. Indien naar het oordeel van het college het tweede en het derde lid van toepassing zijn, worden zowel de in het tweede als het derde lid bedoelde adviseurs aangewezen.

  • 5. Bij aanwijzing van meerdere adviseurs vormen deze een adviescommissie, waarvan de in het eerste lid bedoelde adviseur voorzitter is.

  • 6. De adviescommissie wijst uit haar midden een rapporteur aan.

Artikel 4 Deskundigheid en onafhankelijkheid

  • 1. Voordat een persoon als adviseur wordt aangewezen, kan het college verlangen dat deze aantoont op grond van opleiding en ervaring deskundig te zijn met betrekking tot de in artikel 3, eerste, tweede of derde lid, bedoelde aspecten waarop deze persoon de aanvraag moet beoordelen.

  • 2. Een adviseur mag niet werkzaam zijn onder verantwoordelijk van de raad. Eveneens mag een adviseur niet betrokken zijn bij de planologische maatregel waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 5 NieuwBetrokkenheid aanvrager en andere belanghebbenden bij aanwijzing adviseur of adviescommissie

  • 1. Voordat het college de opdracht tot advisering zoals bedoeld in artikel 2 verstrekt, stelt het college de aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet schriftelijk op de hoogte van de aanwijzing van:

    • a.

      een adviseur als bedoeld in artikel 3, eerste lid, of

    • b.

      meerdere adviseurs als bedoeld in artikel 3, vijfde lid.

  • 2. De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet kunnen binnen twee weken na de mededeling als bedoeld in het eerste lid schriftelijk en voldoende gemotiveerd een verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs bij het college indienen.

  • 3. Het college beslist binnen twee weken na het verstrijken van de in het tweede lid bedoelde termijn over een ingediend verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs.

Artikel 6 Werkwijze adviseur of adviescommissie

  • 1. Het college stelt aan de adviseur of de adviescommissie alle op de aanvraag betrekking hebbende informatie, alsmede de voor de beoordeling daarvan naar het oordeel van de adviseur of van de adviescommissie noodzakelijke bescheiden ter beschikking.

  • 2. Het college wijst uit de ambtelijke organisatie één of meer personen aan die de adviseur of de adviescommissie bij de uitvoering van de adviesopdracht bijstaat.

  • 3. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie organiseert één of meerdere hoorzittingen, waar de aanvrager en de in het tweede lid bedoelde ambtelijke vertegenwoordiger(s) in de gelegenheid worden gesteld de aanvraag toe te lichten, onderscheidenlijk de voor de advisering over de aanvraag relevante informatie te verschaffen, dan wel een standpunt van de gemeente over de aanvraag aan de adviseur of de adviescommissie kenbaar te maken. Eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet worden eveneens in de gelegenheid gesteld hun standpunt kenbaar te maken.

  • 4. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie bepaalt het tijdstip waarop de adviseur of de adviescommissie de situatie ter plaatse zal bezichtigen en nodigt de aanvrager voor de plaatsopneming uit.

  • 5. Ten behoeve van een taxatie van een bij de aanvraag betrokken onroerende zaak, wordt door de adviseur of de voorzitter van de adviescommissie met de aanvrager een afspraak gemaakt.

  • 6. Van de in het derde lid bedoelde hoorzitting en van de in het vierde lid bedoelde bezichtiging wordt door, dan wel onder verantwoordelijkheid van, de adviseur of de voorzitter van de adviescommissie een verslag gemaakt, dat onderdeel vormt van het uit te brengen advies.

  • 7. Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviseur of de adviescommissie binnen zestien weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan de gemeente, aan de aanvrager, aan eventuele andere betrokken bestuursorganen en aan de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie kan deze termijn onder opgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn met ten hoogste vier weken verlengen.

  • 8. De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet worden in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na de toezending van het concept advies schriftelijk hierop te reageren.

  • 9. In het geval tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie binnen vier weken na het verstrijken van de in het achtste lid bedoelde termijn een advies uit aan het college, waarbij de betreffende reacties zijn betrokken.

  • 10. In het geval geen of niet tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie binnen twee weken na het verstrijken van de in het achtste lid bedoelde termijn een advies uit aan het college.

Artikel 7 Gebiedsplan Wijde Biesbosch

Indien een verzoek om vergoeding van schade betrekking heeft op de uitvoering van het Gebiedsplan Wijde Biesbosch zijn, in afwijking van het hiervoor bepaalde, de schadevergoedingsbepalingen van toepassing welk zijn vastgelegd in de bestuursovereenkomst d.d. 5 juli 2005 tussen de provincie Noord-Brabant en de gemeente Woudrichem.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie in AltenaNieuws.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als "Procedureverordening planschade 2008".

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Woudrichem in zijn openbare vergadering van16 december 2008. De raad voornoemd,, voorzitter., griffier.