Regeling vervallen per 01-01-2008

Reinigingsrechten 2007

Geldend van 19-01-2007 t/m 31-12-2007

Intitulé

Reinigingsrechten 2007

De raad van de gemeente Woudrichem;gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 28 november 2006, nrgehoord het advies van de commissie Financien d.d. 14 december 2006;gelet op de artikelen 220 tot en met 22oh van de Gemeentewet;gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, 255a van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;besluitvast te stellen de:VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN REINIGINGSHEFFINGEN 2007

Artikel 1 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 3. Onder naam "reinigingrechten" worden rechten geheven voor zowel het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

  • 3. De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht ofvan degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belastingen als bedoeld in artikel 2 lid 1 en 2 wordt geheven naar de volgende grondslagen die naast elkaar verschuldigd zijn, to weten:

    • a.

      Een vast bedrag per perceel, en

    • b.

      Een vast bedrag per soort container, per aanbieding, en

    • c.

      Een vast bedrag per omwisseling, en

    • d.

      Een vast bedrag per inworp in een ondergrondse verzamelcontainer, en

    • e.

      Bedragen voor het op verzoek inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen.

    Bedragen voor het op verzoek inzamelen van groftuinafval.Een en ander naar de tarieven zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. De rechten als bedoeld in artikel 2 lid 3 worden geheven op grond van de volgende grondslagen:

    • a.

      Bedragen voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op het milieustation, en

    • b.

      Een vast bedrag per inworp van bedrijfsafval in een ondergrondse verzamelcontainer.

    Een en ander naar de tarieven zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 3. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een voile eenheid aangemerkt.

Artikel 4 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is:

  • 1.

    voor de belasting verschuldigd naar de in artikel 3 lid I , onderdeel a bedoelde grondslag: het kalenderjaar.

  • 2.

    voor de belastingen verschuldigd naar in artikel 3 lid I, onderdeel b en onderdeel d alsmede verschuldigd naar artikel 3 lid 2, onderdeel b, bedoelde grondslag: zes maanden, onderscheidenlijk de maanden januari tot en met juni en de maanden juli tot en met december.

De overige belastingen wordt per belastbaar feit geheven.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1. De belastingen verschuldigd naar de grondslagen als bedoeld in artikel 3 lid onderdelen a, b en d en artikel 3 lid 2 onderdeel b worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De overige belastingen, als bedoeld in artikel 3 lid I onderdelen c, e en fen artikel 3 lid 2 onderdeel a, worden geheven door middel van een schriftelijke kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

    • 1.

      De belasting verschuldigd naar de grondslag als bedoeld in artikel 3 lid 1, onderdeel a, is verschuldigd bij het begin van het heffingstijdvak, of zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

    • 2.

      De belastingen verschuldigd naar de grondslag als bedoeld in artikel 3, lid onderdelen b en d alsmede artikel 3 lid 2 onderdeel b, zijn verschuldigd na het einde van elk heffingstijdvak.

  • 3. Indien de belasting, verschuldigd naar de grondslag als bedoeld in artikel 3 lid onderdeel a in de loop van het heffingstijdvak aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat heffingstijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog voile kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belasting, verschuldigd naar de grondslag als bedoeld in artikel 3 lid onderdeel a in de loop van het heffingstijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat heffingstijdvak verschuldigde belasting als er in dat heffingstijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog voile kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

  • 5. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

  • 6. De belastingen verschuldigd naar de grondslagen als bedoeld in artikel 3 lid onderdelen c, e en falsmede artikel 3 lid 2 onderdeel a zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

  • 7. De belasting verschuldigd naar de grondslag als bedoeld in artikel 3 lid onderdeel a wordt niet geheven als het bedrag van de belasting minder dan € 9,00 bedraagt.

  • 8. Voor de toepassing van het bepaalde in het vierde lid en het zevende lid wordt het totaal van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als een belastingaanslag.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 zijn de belastingaanslagen invorderbaar in twee gelijke termijnen welke vervallen op de laatste dag van de eerste maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en een maand later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, ofals het aanslagbiljet maar een aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 65,00, doch minder is dan € 2.500,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden De belastingen verschuldigd naar de grondslag als bedoeld in artikel 3 lid onderdelen b en d, alsmede artikel 3, lid 2 onderdeel b, moeten worden betaald in twee maandelijkse termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet vermeld is en de volgende termijn een maand later.

  • 4. In afwijking van het derde lid moeten de belastingen verschuldigd naar de grondslag als bedoeld in artikel 3 lid r onderdelen b en d, alsmede artikel 3, lid 2 onderdeel b, worden betaald in een termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet vermeld is, indien deze belastingaanslag minder is dan € 9,00.

  • 5. In afwijking van het eerste lid moeten de belastingen verschuldigd naar de grondslagen als bedoeld in artikel 3 lid r onderdelen c, e en falsmede artikel 3 lid 2 onderdeel a worden betaald:

    • a.

      ingeval van uitreiking van de kennisgeving:n op het tijdstip van uitreiking.

    • b.

      ingeval van toezending van de kennisgeving:n binnen 3o dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de rechten als bedoeld in artikel 2 lid 3 wordt geen kwijtschelding verleend.Voor de belastingen als bedoeld in artikel 3 lid 1, onderdeel b en d is kwijtschelding mogelijk voor ten hoogste de volgende eenheden:16 ledigingen van een restafvalcontainer;9 ledigingen van een gft-container;8o inworpen in een ondergrondse verzamelcontainer.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Inwerkingtreding en cireerritel

  • 1. De "Verordening reinigingsheffingen 2006 van 12 december 2005, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is r januari 2007.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen 2007 ".

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Woudrichem in zijn openbare vergadering van 12 december 2006.De raad voornoemd,, voorzitter, griffier

Tarieventabel, behorende bij de 1

Algemeen:indien deze verschuldigd is.De bedragen genoemd in de tabel zijn inclusief omzetbelasting Hoofdstuk 1. Tarieven per containercombinatie, per extra container en per aanbieding1.1.De belasting bedraagt per perceel per heffingstijdvak: 1.1.1aanvang van de belastingplicht, gebruik wordt gemaakt van één van de volgende combinaties van in bruikleen gegeven afvalcontainers voor percelen waar bij aanvang van het heffingstijdvak, of indien dit later is: bij - en een container van 140 liter bestemd voor overig huishoudelijk afval € 88,50Een container van 140 liter bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval - en een container van 140 liter bestemd voor overig huishoudelijk afval € 105,50Een container van 240 liter bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval -en een container van 240 liter bestemd voor overig huishoudelijk afval € 131,50Een container van 140 liter bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval -en een container van 240 liter bestemd voor overig huishoudelijk afval € 148,50Een container van 240 liter bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval 1.1.2milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt, maar waar bij aanvang van het heffingstijdvak, of indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, geen containers in bruikleen zijn gegeven, inzameling plaatsvindt door middel van een bovengrondse verzamelcontainer;- Voor percelen die worden gebruikt door twee of meer personen € 276,32- Voor percelen die worden gebruikt door één persoon € 197,80Voor percelen waar voor de gemeente ingevolge artikel 10.11 van de Wet 1.1.3milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt, maar waar bij aanvang van het heffingstijdvak, of indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, geen containers in bruikleen zijn gegeven, inzameling plaatsvindt door middel van een ondergrondse verzamelcontainer;- Voor percelen die worden gebruikt door twee of meer personen € 131,50- Voor percelen die worden gebruikt door één persoon € 88,50Voor percelen waar voor de gemeente ingevolge artikel 10.11 van de Wet 1.1.4container van 240 liter bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval Voor toepassing van onderdeel 1.1.1 wordt een biocom gelijk gesteld aan een 1.2aanvang van het heffingstijdvak of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van één extra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt) container voor huishoudelijk afvalDe belasting als bedoeld in onderdeel 1.1 wordt vermeerderd voor het bij 1.2.1- container, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra container met € 10,00 1.2.2container met € 10,00- container, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra 1.3van het heffingstijdvak of, indien de belastingplicht later aanvangt bij aanvang van de belastingplicht, op grond van een ontheffingsmogelijkheid van de gemeente Woudrichem, de container bestemd voor groente- fruit- en tuinafval terug is gegeven aan de gemeente met een bedrag van: € 5,00Hoofdstuk 2 Tarieven per aanbieding2.1.bedraagt per aanbieding van een- Container van 140 liter bestemd voor overig huishoudelijk afval € 4,66- Container van 240 liter bestemd voor overig huishoudelijk afval € 6,88- Container van 140 liter bestemd voor groente- fruit en tuinafval € 3,86- Container van 240 liter bestemd voor groente- fruit en tuinafval € 5,51- Biocom € 5,51Het tarief naar de grondslag als bedoeld in artikel 3 lid 1 onderdelen b en d 2.2verwijderen van huishoudelijk afval middels een ondergrondse verzamelcontainer, per inworp € 1,38Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2.1 bedraagt het tarief voor het 2.3verwijderen van bedrijfsafval middels een ondergrondse verzamelcontainer, per inworp € 3,35Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2.1 bedraagt het tarief voor het 2.4aantal aanbiedingen te bepalen, wordt het aantal aanbiedingen als bedoeld in hoofdstuk 2.1 per heffingstijdvak gelijk gesteld aan 5 voor containers bestemd voor groente-, fruit, en tuinafval en aan 8 voor containers bestemd voor restafval.Voor het bepalen van het aantal inworpen als bedoeld in hoofdstuk 2.2 respectievelijk 2.3 wordt het aantal inworpen in een dergelijk geval gelijkgesteld aan 13.Indien het als gevolg van technische omstandigheden, niet mogelijk is om het Hoofdstuk 3 Maatstaven en tarieven voor het op aanvraag verwijderen van grove huishoudelijke afvalstoffen3.1op aanvraag, op een daartoe bestemde ophaaldag, inzamelen van uit particuliere huishoudens afkomstige grove huishoudelijke afvalstoffen:Onverminderd het bepaalde in hoofdstukken 2 bedraagt de belasting voor het 3.1.1een gedeelte daarvanEen bedrag van € 40,00, vermeerderd met een bedrag van € 20,00 per m3 of 3.2op aanvraag, op een daartoe bestemde ophaaldag, inzamelen van uit particuliere huishoudens afkomstige grof tuinafval:Onverminderd het bepaalde in hoofdstukken 2 bedraagt de belasting voor het 3.2.1een gedeelte daarvanEen bedrag van € 40,00, vermeerderd met een bedrag van € 20,00 per m3 of Hoofdstuk 4 Omwisselen van containers, plaatsen extra container4.1behandeling nemen van een aanvraag voor het omwisselen van een container of biocom, per aanvraag, per container. € 25,00Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het in 4.2aanvraag plaatsen van een extra container, per aanvraag, per container. € 25,00Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het op 4.3behandeling nemen van een aanvraag voor het vervangen van een toegangspas voor een ondergrondse verzamelcontainer. € 15,004.4behandeling nemen van een aanvraag voor het vervangen van een sleutel die toegang geeft tot een bovengrondse verzamelcontainer. € 5,00Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het in 4.5ingediend binnen drie maanden na het in gebruik nemen van een (ander) perceel waarop de belastingplicht als bedoeld in hoofdstuk 1 rust.Het bepaalde in hoofdstuk 4.1 vindt geen toepassing indien de aanvraag wordt 4.6vervangen van een container, indien de container onbruikbaar is geraakt als gevolg van enig handelen van de belastingplichtige € 55,00Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het Hoofdstuk 5 Maatstaven en tarieven voor achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen5.1voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op het milieustation gelegen aan de Handelstraat 4 te Giessen, mits en voor zover deze worden aangeboden met een personenauto of -busje al dan niet voorzien van een enkel - of dubbelassige aanhangwagenOnverminderd het bepaalde in hoofdstukken 1 en/of 2 bedraagt de belasting 5.1.1 van puin, per kilogram € 0,05 5.1.2van composteerbaar snoeiafval, per kilogram € 0,04 5.1.3van restafval, per kilogram € 0,06 5.1.4per kilogram Nihil van asbest, indien dit volgens de aanleveringvoorwaarden wordt aangeboden, 5.1.5 minimumtarief per aanbieding van € 2,50van de afvalstoffen zoals genoemd onder 5.1.1. en 5.1.2 en 5.1.3 geldt een 5.1.6afzonderlijk van andere afvalstoffen aangeboden Nihil van autobanden zonder velg, van een personenauto, per autoband mits 5.1.7afzonderlijk van andere afvalstoffen aangeboden € 2,30van autobanden met velg, van een personenauto, per autoband mits 5.1.8 ferro- en non-ferro-metalen, oud papier, textiel, koel- en vrieskisten, verpakkings- en vlakglas niet zijnde autoruiten en spiegels, schoeisel, wit-en bruingoed, klein chemisch afval, mits en voorzover componenten niet gelijktijdig met componenten als genoemd onder 5.1.1. en 5.1.2. en 5.1.3 worden aangeboden Nihil van afvalstoffen behorende tot de volgende componenten: Hoofdstuk 6 Maatstaven en tarieven indien weegbrug buiten werking is6.1worden de tarieven voor het aanleveren, in afwijking van hoofdstuk 5,vastgesteld als volgt per aanlevering:Indien de weegbrug al dan niet door een technische storing geen dienst doet, 6.1.1- een personenauto € 10,00- een personenauto of een busje met enkelassige aanhangwagen, danwel een busje zonder aanhangwagen € 20,00- een personenauto of een busje met dubbelassige aanhangwagen € 30,00Schoon puin gebracht met: 6.1.2- een personenauto € 7,50- een personenauto of een busje met enkelassige aanhangwagen, danwel een busje zonder aanhangwagen € 12,00- een personenauto of een busje met dubbelassige aanhangwagen € 18,00Bouw- en sloopafval, grof huisvuil, niet-composteerbaar tuinafval met: 6.1.3- een personenauto € 5,00- een personenauto of een busje met enkelassige aanhangwagen, danwel een busje zonder aanhangwagen € 7,00- een personenauto of een busje met dubbelassige aanhangwagen € 10,006.1.4afzonderlijk van andere afvalstoffen aangeboden Nihil van autobanden zonder velg, van een personenauto, per autoband mits 6.1.5afzonderlijk van andere afvalstoffen aangeboden € 2,30van autobanden met velg, van een personenauto, per autoband mits Hoofdstuk 7 Gemengde aanlevering7.1Indien het aangeleverde afval als bedoeld in hoofdstuk 5 en 6 van de tarieventabelComposteerbaar snoeihout en tuinafval:Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het inDe belasting als bedoeld in onderdeel 1.1 wordt verminderd indien bij aanvang uit verschillende categorieën afval bestaat, wordt het verschuldigde bedragberekend met toepassing van het hoogste tarief van de onderscheiden fracties.Behoort bij raadsbesluit van 19 december 2006De raadsgriffier van de gemeente Woudrichem,