Regeling vervallen per 30-04-2020

Verordening investeringssubsidies en onderhoudsbijdragen buitensportverenigingen gemeente Woudrichem 2009

Geldend van 12-10-2012 t/m 29-04-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2012

Intitulé

Verordening investeringssubsidies en onderhoudsbijdragen buitensportverenigingen gemeente Woudrichem 2009

De raad van de gemeente Woudrichem;gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethoudersd.d. 24 januari 2012;gehoord het advies van de opiniërende vergadering d.d. 211 september 2012;

b e s l u i t :

  • 1.

    Vast te stellen de ´Verordening tot eerste wijziging van de Verordening investeringssubsidies en onderhoudsbijdragen buitensportverenigingen gemeente Woudrichem 2009´.

Verordening investeringssubsidies en onderhoudsbijdragen buitensportverenigingen gemeente Woudrichem 2009

Artikel 1 Begripsbepaling

a. Buitensportvereniging: een volledige rechtspersoonlijkheid bezittende voetbal-, tennis- of korfbalvereniging statutair gevestigd in de gemeente Woudrichem, die is aangesloten bij een door de NOC*NSF erkende sportbond, die als statutaire doelstelling heeft het zonder winstoogmerk organiseren, initiëren en/of stimuleren van activiteiten op het terrein van sportbeoefening en haar activiteiten daadwerkelijk binnen de gemeente Woudrichem en ten behoeve van de inwoners van Woudrichem verricht en binnen de gemeente Woudrichem de beschikking heeft over een buitensportaccommodatie.

b. Onderhoudsstichting: een volledige rechtspersoonlijkheid bezittende stichting, statutair gevestigd in de gemeente Woudrichem, die als statutaire doelstelling heeft het zonder winstoogmerk onderhouden van sportvelden van meerdere buitensportenverenigingen in de gemeente Woudrichem, die zij huurt van de gemeente Woudrichem.

c. Buitensportaccommodatie: een onoverdekt sportterrein voor voetbal, korfbal of tennis.

d. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudrichem.

e. Gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Woudrichem.

f. Investeringssubsidie: een incidentele subsidie voor nieuwbouw of uitbreiding van een kleedaccommodatie van een buitensportvereniging.

g. Kleedaccommodatie: de kleed- en wasruimten voor sporters, eigendom van een buitensportvereniging.

h. Onderhoudsbijdrage: een structurele bijdrage voor onderhoud aan onoverdekte sportterreinen.

 

Investeringssubsidies

Artikel 2 Subsidieplafond

De gemeenteraad kan jaarlijks bij de vaststelling van de gemeentebegroting een subsidieplafond vaststellen voor het verlenen van investeringssubsidies aan buitensportverenigingen ten behoeve van een kleedaccommodatie.

Artikel 3 Verlenen investeringssubsidie

  • 1. Het college is bevoegd de investeringssubsidie te verlenen.

  • 2. De aanvraag voor een investeringssubsidie dient door de buitensportvereniging bij het college te worden ingediend vóór 1 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 4 Voorwaarden investeringssubsidie

  • 1. De aanvraag moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

    a. de aanvraag wordt ingediend door het bestuur van een buitensportvereniging.

    b. er is behoefte aan een kleedaccommodatie voor een startende buitensportvereniging die aantoont minimaal 50 spelende leden te hebben of

    d. er is aantoonbaar voor meerdere jaren behoefte aan uitbreiding van de kleedaccommodatie door toename van het aantal spelende leden of teams of

    e. er is behoefte aan vervanging van bestaande kleedaccommodatie. De behoefte aan vervanging zal naar het oordeel van het college voldoende onderbouwd moeten worden. Van belang daarbij zijn de technische en economische levensduur van de te vervangen accommodatie en een efficiënter gebruik van de nieuwe accommodatie.

    f. er kan niet in de behoefte worden voorzien door gecombineerd gebruik van bestaande sportaccommodaties in de betreffende kern.

    g. de nieuwe of de te vervangen kleedaccommodatie moet qua bouw en inrichting voldoen aan de normen van ISA-sport. De behoefte aan accommodatie wordt gerelateerd aan het aantal spelende leden c.q. het aantal teams waarbij de normen van ISA-Sport worden toegepast. Het college kan gemotiveerd van de normen van ISA-Sport afwijken.

Artikel 5 Grondslag investeringssubsidie

  • 1. Het college verstrekt een subsidie van maximaal 50% van de normatieve bouwkosten, tot een maximum van € 25.000,- per kleedlokaal (gebaseerd op € 1.000 per m2). Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. Daarbij wordt het indexpercentage gehanteerd zoals dat door het college jaarlijks wordt bepaald bij de vaststelling van de richtlijnen voor de gemeentebegroting.

  • 2. Het toe te kennen subsidiebedrag is afhankelijk van het aantal spelende leden c.q. teams op de teldatum 1 januari van het jaar waarin de investeringssubsidie wordt aangevraagd.

Artikel 6 Aanvraagprocedure investeringssubsidie

  • 1. Met de uitvoering van de bouwplannen waarvoor subsidie wordt aangevraagd mag pas worden begonnen nadat het college een besluit over de subsidie heeft genomen.

  • 2. Bij de aanvraag worden de volgende stukken aangeleverd:

    • a.

      een bouwtekening met bestek of materiaalbeschrijving;

    • b.

      de vastgestelde exploitatierekeningen met de balans van de vereniging van de afgelopen drie jaar;

    • c.

      een begroting voor het lopende jaar en de 2daaropvolgende jaren;

    • d.

      overzicht van de investeringskosten van de te realiseren bouwplannen (inclusief een offerte) en een financieringsplan;

    • e.

      een overzicht van het aantal spelende leden in de afgelopen drie jaar. Een startende vereniging levert een overzicht van het aantal spelende leden (minimaal 50) op 1 januari van dat jaar;

    • f.

      een prognose van het aantal spelende leden de komende 10 jaar;

    • g.

      statuten van de vereniging met vermelding van het inschrijfnummer bij de Kamer van Koophandel;

    • h.

      een bewijs van eigendom van het onroerend goed waar de investeringssubsidie betrekking op heeft.

    • i.

      overige door het college te bepalen bescheiden

Artikel 7 Besluit op aanvraag investeringssubsidie

Het college neemt binnen 8 weken een besluit op de aanvraag. Deze termijn kan maximaal met acht weken verlengd worden.

Artikel 8 Weigeringsgronden investeringssubsidie

  • 1. Burgemeester en Wethouders kunnen, naast de in artikel 4:25 en 4:35 Awb genoemde gevallen, de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

    • a.

      de gelden niet in voldoende mate besteed zullen worden aan het doel waarvoor de subsidie beschikbaar gesteld wordt;

    • b.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met een wettelijk voorschrift of de openbare orde;

    • c.

      de buitensportvereniging naar het oordeel van de gemeente onvoldoende onderhoud heeft gepleegd aan de te vernieuwen c.q uit te breiden accommodatie.

    • d.

      de buitensportverenging minder dan 50 leden heeft.

    • e.

      de gevraagde uitbreiding of nieuwbouw maar voor een beperkte periode noodzakelijk is.

Artikel 9 Voorschot en uitbetaling investeringssubsidie

  • 1. Van de toegekende subsidie kan een deel als voorschot uitbetaald worden. Het voorschot kan maximaal 90% van de subsidiabele kosten bedragen. Het resterende bedrag wordt bij de vaststelling van de subsidie uitbetaald.

  • 2. In de subsidiebeschikking wordt vermeld in welke termijnen de subsidie wordt uitbetaald.

Artikel 10 Vaststelling investeringssubsidie

  • 1. Om de subsidie te kunnen vaststellen, levert de aanvrager uiterlijk 12 weken na de uitvoering de financiële afrekening van de bouwkosten in bij het college. Aan de hand van deze stukken stelt het college het subsidiebedrag definitief vast.

  • 2. Als binnen één jaar na subsidieverlening niet is begonnen met de bouw, kan het college besluiten dat het recht op subsidie vervalt.

    Onderhoudsbijdrage

Artikel 11 Subsidieplafond

De gemeenteraad kan jaarlijks bij de vaststelling van de gemeentebegroting een subsidieplafond vaststellen voor het verlenen van onderhoudsbijdragen aan buitensportverenigingen en onderhoudsstichtingen ten behoeve van het onderhoud aan buitensportaccommodaties.

Artikel 12 Verlenen onderhoudsbijdrage

  • 1. Het college is bevoegd de onderhoudsbijdrage te verlenen.

  • 2. De aanvraag voor een onderhoudsbijdrage dient door de buitensportvereniging of onderhoudsstichting bij het college te worden ingediend vóór 1 meivan het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de bijdrage wordt aangevraagd.

Artikel 13 Voorwaarden onderhoudsbijdrage

  • 1. De aanvraag moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de aanvraag wordt ingediend door het bestuur van een buitensportvereniging of onderhoudsstichting.

    • b.

      de buitensportvereniging of onderhoudsstichting onderhoudt een buitensportaccommodatie in de gemeente Woudrichem.

Artikel 14 Grondslag onderhoudsbijdrage voor buitensportverenigingen niet ondergebracht bij een onderhoudstichting

  • 1. De onderhoudsbijdrage bedraagt per jaar voor voetbalvelden:

    a. € 1.500 per wedstrijdveld

    b. € 1.000 per volledig trainingsveld (2/3 kosten van wedstrijdveld)

     

  • 2. De onderhoudsbijdrage bedraagt per jaar voor korfbalvelden: € 1.500 per kunstgrasveld.

  • 3. De onderhoudsbijdrage bedraagt per jaar voor tennisbanen: € 375 per baan.

  • 4. De onderhoudsbijdrage bedraagt per jaar voor groensingel: € 1.000 per ha groensingel, met een minimumbijdrage van € 100 per vereniging.

  • 5 De hierboven genoemde bedragen zullen jaarlijks worden geïndexeerd. Daarbij wordt het indexpercentage gehanteerd zoals jaarlijks wordt bepaald bij de vaststelling van de richtlijnen voor de gemeentebegroting.

Artikel 14 a Grondslag bijdrage voor buitensportverenigingen ondergebracht bij een onderhoudsstichting

  • 1 De bijdrage bedraagt per jaar voor voetbalvelden: € 1.000 per wedstrijdveld of volledig trainingsveld

  • 2 De bijdrage bedraagt per jaar voor korfbalvelden: € 1.500 per kunstgrasveld

  • 3 De hierboven genoemde bedragen zullen jaarlijks worden geïndexeerd. Daarbij wordt het indexpercentage gehanteerd zoals jaarlijks wordt bepaald bij de vaststelling van de richtlijnen voor de gemeentebegroting.

Artikel 15 Aanvraagprocedure onderhoudsbijdrage

  • 1. Bij de aanvraag worden de volgende stukken aangeleverd:

    • a.

      een overzicht van het gepleegde onderhoud in het voorgaande jaar, inclusief kosten;

    • b.

      een planning van het te plegen onderhoud in het jaar waar de aanvraag betrekking op heeft.

Artikel 16 Besluit op aanvraag

Het college neemt voor 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft een besluit op de aanvraag.

Artikel 17 Weigeringsgronden

  • 1. Het college kan, naast de in artikel 4:25 en 4:35 Awb genoemde gevallen, de onderhoudsbijdrage geheel of gedeeltelijk weigeren indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

    • a.

      de gelden niet in voldoende mate besteed zullen worden aan het doel waarvoor de subsidie beschikbaar gesteld wordt;

    • b.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met een wettelijk voorschrift of de openbare orde;

Artikel 18 Uitbetaling

Jaarlijks wordt een voorschot van 100% van de verleende onderhoudsbijdrage voor het betreffende jaar beschikbaar gesteld. Dit bedrag wordt in de eerste maand van het betreffende jaar uitbetaald.

Artikel 19 Vaststellen onderhoudsbijdrage

De buitensportverengingen en onderhoudsstichtingen hoeven geen aanvraag tot vaststelling van de onderhoudsbijdrage in te dienen. De verlening van de onderhoudsbijdrage door het college staat gelijk aan de vaststelling van de onderhoudsbijdrage.

Artikel 20 Algemene bepalingen gemeentelijke buitensportterreinen

  • 1. De buitensportverenigingen betalen geen huur aan de gemeente voor het gebruik van de gemeentelijke buitensportterreinen indien deze rechtstreeks van de gemeente wordt gehuurd. Worden de buitensportterreinen door de buitensportverenigingen van een onderhoudsstichting gehuurd, dan is de buitensportvereniging wel huur verschuldigd aan de onderhoudsstichting.

  • 2. Een onderhoudsstichting betaalt wel huur voor het gebruik van de gemeentelijke buitensportterreinen: De huur bedraagt per jaar voor:

    a. Voetbalvelden: € 1.590 (incl. 19% BTW) per graswedstrijd- of trainingsveld: € 2.650 per kunstgrasveld (incl. 19% BTW)

    b. Korfbalvelden: € 795 per kunstgrasveld (incl. 19% BTW)

     

  • 3. De hierboven genoemde bedragen zullen jaarlijks worden geïndexeerd. Daarbij wordt het indexpercentage gehanteerd zoals jaarlijks wordt bepaald bij de vaststelling van de richtlijnen voor de gemeentebegroting.

  • 4. De buitensportverenigingen c.q. onderhoudsstichtingen zijn verantwoordelijk voor het gehele onderhoud aan de gemeentelijke buitensportterreinen, dat wil zeggen velden, paden, afrasteringen en groenvoorziening rond de sportterreinen.

  • 5. Voor de uitvoering van het onderhoud kunnen de buitensportverenigingen c.q. onderhoudsstichtingen op grond van artikel 14 een onderhoudsbijdrage bij het college aanvragen.

  • 6 Het college houdt de supervisie over het onderhoud met betrekking tot de groenvoorziening rond de sportterreinen en stelt hier richtlijnen voor op.

  • 7 De gemeente Woudrichem is verantwoordelijk voor de 20-jaarlijkse renovatie van de sportvelden. Hiervoor stelt het college in overleg met de voetbalverenigingen, de korfbalvereniging en de onderhoudsstichtingen een meerjarenplanning op.

Artikel 21 Bijzondere bepalingen gemeentelijke buitensportterreinen

  • 1. Het college is bevoegd om in bijzondere gevallen, zonder tot een vergoeding verplicht te zijn, de sportterreinen te gebruiken of door derden te doen gebruiken. Zo mogelijk zal het college de instelling tenminste zes weken tevoren in kennis stellen van het gebruiken of door derden doen gebruiken van de sportterreinen.

  • 2. Eventuele schade aan de sportterreinen als gevolg van de uitoefening van het in het voorgaande lid bedoelde recht, komt voor rekening van de gemeente.

  • 3. Bij hantering van het in het eerste lid bedoelde recht zal het college er rekening mee houden, dat de door de instelling verplicht te houden wedstrijden ongestoord kunnen doorgaan.

  • 4. Het college is bevoegd de buitensportterreinen te laten gebruiken ten behoeve van het gymnastiekonderwijs van de in de gemeente Woudrichem gelegen scholen. Het gebruik is uitsluitend toegestaan gedurende de in het rooster van lesuren daartoe opgenomen tijden. Het college kan aan het in gebruik geven als hier bedoeld voorwaarden verbinden.

  • 5. Het college mag de sportterreinen niet gebruiken of door derden laten gebruiken voor activiteiten welke grote schade aan de sportterreinen kunnen toebrengen, met name niet voor de motor- en paardensport. Evenmin mag het college de sportterreinen in gebruik nemen of door derden laten gebruiken, indien deze zijn afgekeurd.

  • 6. Voor het gebruik van de buitensportterreinen door derden zal het college in overleg met de buitensportvereniging de te bepalen vergoeding bepalen.

  • 7. De buitensportvereniging moet gedogen, dat op en in de sportterreinen werkzaamheden worden uitgevoerd door of namens het college of een nutsbedrijf voor de aanleg van voorzieningen ten behoeve van onder andere water, gas, elektriciteit, riolering, drainering en andere (pijp) geleidingen voor openbare doeleinden.

Artikel 22 Toestemming college gebruik gemeentelijke buitensportterreinen

Het is zonder schriftelijke toestemming van het college verboden:

  • a.

    de buitensportterreinen geheel of gedeeltelijk aan derden onder te verhuren of in gebruik af te staan, behoudens voor door de betreffende sportbond geregelde wedstrijden;

  • b.

    veranderingen, uitbreidingen of vernieuwingen aan te brengen aan de inrichting van de sportterreinen;

  • c.

    uit-, over- of doorgang over de sportterreinen aan derden te verlenen, toe te staan of te gedogen, dan wel afrasteringen, hoogopgaande bomen of struiken rondom de sportterreinen aan te brengen;

  • d.

    aan de sportterreinen andere werkzaamheden te verrichten of te doen verrichten dan die, waartoe de buitensportverenigingen ingevolge deze verordening zijn gehouden.

Algemeen

Artikel 23 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kan het college besluiten om van de bepalingen in deze verordening af te wijken.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening investeringssubsidies en onderhoudsbijdragen buitensportverenigingen gemeente Woudrichem 2009’.

Artikel 25 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking vanaf 1 januari 2010.

  • 2. Met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de ‘Beheers- en bijdrageverordening gemeentelijke sportterreinen’ uit 1984.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Woudrichem in zijn openbare vergadering van 23 juni 2009.
de voorzitter, de griffier,
dr. F.A. Petter, drs. ing. P.A. Paulides- Ruitenberg