Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de Programmaraad

Geldend van 01-03-2004 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de Programmaraad

Verordening op de regionale programmaraad Aalburg, Giessenlanden, Gorinchem, Werkendam en WoudrichemDe raad van de gemeente Woudrichem,Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 december 2003;Gelet op het bepaalde in de Mediawet en in het bijzonder arikel 82k van die wet;Besluit:Vast te stellen de navolgende verordening, regelende de instelling, taen en samenstellng van de bestuurscommissie Regionale Programaraad Aalburg, Giessenlanden, Gorinchem, Werkendam en Woudrichem. 

Artikel 1.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het algemeen bestuur: de gemeenterad van de onderscheiden gemeenten

  • b.

    het dagelijks bestuur : het college van burgemeester en wethouders van de onderscheiden gemeenten

  • c.

    programmaraad: Regionale Programmaraad Aalburg, Giessenlanden, Gorinchem, Werkendam en Woudrichem (RP AGGWW);

  • d.

    taakgebied: het gebied waarvoor de Programmaraad ingevolge arikel 2 functioneert;

Artikel 2.

  • 1. Ingesteld wordt de Regionale Programmaraad Aalburg, Giesssenlanden, Gorinchem, Werkendam en Woudrichem.

  • 2. De programmaraad functioneert voor het gebied van de gemeenten deelnemend in de regeling.

Artikel 3.

De Regionale Programmaraad brengt de beheerder van het omroepnetwerk in zijn taakgebied advies uit over de door deze minimaal uit te zenden programma's, met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke voorschriften.

Artikel 4.

Het dagelijks bestuur benoemt buiten zijn midden de leden van de programmaraad tot een aantal van maximaal 10.

Artikel 5.

Als representanten van de voornaamste maatschappelijke stromingen in het taakgebied van de programmaraad worden aangewezen een of twee leden uit onder andere de navolgende maatschappelijke sectoren:

  • a.

    onderwijs, opvoeding en wetenschap;

  • b.

    maatschappelijke- en gezondheidszorg;

  • c.

    sport, ontspanning en cultuur;

  • d.

    godsdienst en levensbeschouwing;

  • e.

    natuur en milieu;

  • f.

    etnische minderheden.

Artikel 6.

De leden van de programmaraad zijn woonachtig in de navolgende gemeenten:

  • a.

    Aalburg : 2 leden

  • b.

    Giessenlanden 2 leden

  • c.

    Gorinchem 2 leden

  • d.

    Werkendam 2 leden

  • e.

    Woudrichem 2leden

Artikel 7.

  • 1. Het lidmaatschap van de programmaraad is niet te verenigen met betrokkenheid bij de voorbereiding, aanbieding, uitzending of doorgifte van programma's middels dienstverlening, dienstverband, bestuur, toezicht of anderszins.

  • 2. Tot lid van de programmaraad kan uitsluitend worden benoemd een persoon die de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt.

  • 3. Met het lidmaatschap van de programmaraad zijn onverenigbaar:

    • a.

      een lidmaatschap van een gemeenteraad in het taakgebied;

    • b.

      de functie van burgemeester of wethouder in het taakgebied;

    • c.

      een binding met de aanbieder van het ornoepnetwerk anders dan als aangeslotene;

    • d.

      een bestuurslidmaatschap of een betrekking, al dan niet tegen betaling, bij een instelling die in aanmerking komt voor zendtijd voor binnenlandse omroep dan wel bij een commerciële ornoepinstelling.

Artikel 8.

  • a.

    Gegadigden voor een vacature in de programmaraad worden middels een publicatie in een in het taakgebied verschijnend dagblad, dan wel huis-aan-huis-blad opgeroepen voor schriftelijke aanmelding.

  • b.

    De programmaraad stelt uit de ontvangen aanmeldingen een aanbeveling van drie kandidaten per te vervallen vacature op, waaruit het dagelijks bestuur een keuze doet.

Artikel 9.

  • 1. De leden van de programmaraad treden af:

    • a.

      bij vrijwillig ontslag;

    • b.

      bij onvrijwillig ontslag, verleend door het dagelijks bestuur wegens ernstig disfunctioneren, al dan niet op voordracht van de progrmmaraad;

    • c.

      bij wijziging van de persoonlijke omstandigheden, waadoor niet meer voldaan wordt aan de vereisten voor de samenstelling, respectievelijk het lidmaatschap, genoemd in de artikelen 5 tot en met 7;

    • d.

      na het verstrijken van de zittingsperiode volgens het rooster van afteden.

  • 2. De programmaraad stelt een rooster van afteden vast dat er in voorziet dat:

    • a.

      alle leden na een zittingsperiode van maximaal vier jaar afteden;

    • b.

      de continuiteit zoveel mogelijk wordt gewaarborgd.

  • 3. Een persoon kan in totaal niet meer dan acht jaar aaneengesloten zitting hebben in de programmaraad.

Artikel 10.

  • 1. De voorzitter wordt door de programmaraad uit zijn midden voor een periode van vier jaar benoemd en is nadien herbenoembaar.

  • 2. Hij treedt tusentijds af bij vrijwillig of onvrijwillig door de programmaraad verleend ontslag, alsmede ingeval van verlies van het lidmaatschap van de programmaraad.

  • 3. De programmaraad kent een secretaris die door de raad uit zijn midden wordt benoemd.

  • 4. Het eerste en tweede lid van dit artikel zijn eveneens van toepassing op de secretaris.

  • 5. De stukken die van de programmaraad uitgaan worden door de voorzitter en door de secretaris ondertekend.

  • 6. Het dagelijks bestuur voorziet waar nodig in ambtelijke ondersteuning van de programmaraad.

Artikel 11.

  • 1. De programmaraad vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter of tenminste drie leden zulks nodig oordelen.

  • 2. De voorzitter roept de leden tenminste tien dagen voor de vergadering schriftelijk op, behalve ingeval van spoed.

  • 3. Een besluit wordt genomen bij gewone meerderheid van stemmen en is alleen geldig indien tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 4. Bij staking van de stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

Artikel 12.

De programmaraad stelt een interne regeling betreffende de werkwijze vast, waarin tenminste worden opgenomen:

  • a.

    richtlijnen voor de opstelling van voordrachten als bedoeld in artikel 8, tweede lid;

  • b.

    richtlijnen voor de samenstelling van de adviezen over de programma's;

  • c.

    de wijze waarop belanghebbenden, waaronder de beheerder van het ornroepnetwerk, worden betrokken bij de voorbereiding van adviezen;

  • d.

    het opstellen van richtlijnen ter uitvoering van de bepalingen zoals opgenomen in het Modelreglement Programmaraden d.d. 20 november 2001 van het Commissariaat voor de media.

Artikel 13.

  • 1. De programmaraad brengt jaarlijks aan het algemeen bestuur verslag uit over zijn werkzaamheden.

  • 2. De programmaraad handelt binnen het budget dat het algemeen bestuur jaarlijks voor de programmaraad begroot.

Artikel 14.

De leden van de programmaraad ontvangen voor deelname aan vergaderingen van de raad een presentiegeld overeenkomstig klasse 2 (20.000 - 50.000 inwoners) als bedoeld in tabel iv behorende bij artikel 14, eerste lid van het Rechtpositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 15.

  • 1. Bij de inwerkingtreding van deze verordening wordt de programmaraad door het dagelijks bestuur samengesteld uit degenen die zich schriftelijk hebben aangemeld.

  • 2. Na inwerkingtreding geeft de programmaraad zo spoedig mogelijk uitvoering aan artikel 8.

Artikel 16.

Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening op de Programmaraad.

Artikel 17.

Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2004.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van gemeenteraad van Woudrichem d.d. 1 maart 2004De griffier,           De voorzitter,