Regeling vervallen per 04-12-2014

Algemene subsidieverordening gemeente Woudrichem 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 03-12-2014

Intitulé

Algemene subsidieverordening gemeente Woudrichem 2012

De raad van de gemeente Woudrichem,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 september 2011, aangaande Vaststellen Algemene Subsidieverordening gemeente Woudrichem 2012

gehoord het advies van de opiniërende vergadering d.d. 11 oktober 2011

 

besluit:

 

vast te stellen de Algemene Subsidieverordening gemeente Woudrichem 2012

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudrichem;

b. eenmalige subsidie: subsidie ten behoeve van bijzondere incidentele projecten of activiteiten die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager en waarvoor het college slechts voor een van tevoren bepaalde tijd van maximaal vier jaar subsidie wil verstrekken;

c. raad: raad van de gemeente Woudrichem;

d. jaarlijkse subsidie: subsidie die per (boek)jaar of voor een bepaald aantal boekjaren aan een instelling voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt;

e. Awb: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

  • 1 Subsidie kan worden verleend voor alle terreinen van de programma’s die door de raad in de programmabegroting zijn vastgesteld.

  • 2 Het college kan nadere regels vaststellen, waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per terrein of onderdeel van het terrein zoals bedoeld in het eerste lid worden omschreven.

  • 3 Lid 1 van dit artikel is niet van toepassing op:a. de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Woudrichem 2008;b. de Verordening investeringssubsidies en onderhoudsbijdragen buitensportverenigingen 2009;c. de Verordening wet gemeentelijke anti-discriminatievoorzieningen Woudrichem (2009). 

Artikel 3 Bevoegdheid college

  • 1 Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en - indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd - onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2 Het college is bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

Artikel 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1 De raad kan jaarlijks bij de vaststelling van de begroting besluiten tot het instellen van subsidieplafond(s).

  • 2 Bij de vaststelling van een subsidieplafond wordt aangegeven op welke wijze het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 3 Het college kan - met inachtneming van de ingevolge artikel 2, door de raad vastgestelde beleidsterreinen en regels, nadere regels stellen omtrent de verdeling van het beschikbare bedrag.

  • 4 Bij de bekendmaking van de subsidieplafonds wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 5 Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

Hoofdstuk 3 Aanvraag van de subsidie

Artikel 5 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1 De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2 Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens: a. een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;b. de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;c. een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;d. indien van toepassing bij een jaarlijkse subsidie, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag. 

  • 3 Indien een aanvrager voor de eerste maal een jaarlijkse subsidie aanvraagt, voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.

  • 4 Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het tweede en derde lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.

Artikel 6 Aanvraagtermijn

  • 1 Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie wordt gedaan uiterlijk 1 mei in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2 Een aanvraag voor een eenmalige subsidie wordt gedaan uiterlijk 13 weken voor het tijdstip waarop een aanvang met de activiteiten wordt gemaakt.

  • 3 Het college kan andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies.

Artikel 7 Beslistermijn

  • 1 Het college beslist op een aanvraag om een eenmalige subsidie binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag, dan wel, indien het college hiertoe regels heeft opgesteld, 13 weken gerekend vanaf de uiterste indieningtermijn voor het aanvragen van de subsidie.

  • 2 Het college beslist op een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie uiterlijk vóór 31 december van het jaar waarop de aanvraag is ingediend.

  • 3 Het college kan de termijnen in lid 1 en lid 2 eenmalig verlengen met maximaal dertien weken.

Hoofdstuk 4 Weigering van subsidie

Artikel 8 Weigeringsgronden

Het college kan, naast het in de Awb 4:25 en 4:35 bepaalde, de gevraagde subsidie weigeren of intrekken indien:a. de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of niet of nauwelijks ten goede komen aan de gemeente en haar ingezetenen;b. de subsidie niet in voldoende mate besteed zal worden aan het doel of de activiteit waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;c. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien, die in strijd zijn met de wet- en regelgeving, het algemeen belang of de openbare orde;d. de aanvrager ook zonder subsidieverlening over voldoende financiële middelen kan beschikken, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden, om de activiteiten te verrichten;e. de subsidieverlening niet past binnen het beleid van de gemeente. 

Artikel 9 Wet BIBOB

Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen terreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur .

Hoofdstuk 5 Verlening van de subsidie

Artikel 10 Verlening subsidie

  • 1 Bij het besluit tot verlenen van de subsidie geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaats vindt.

  • 2 Het college is bevoegd om verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden met betrekking tot het beheer en gebruik van de subsidie.

Artikel 11 Betaling en bevoorschotting

  • 1 Indien een beschikking tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel a, wordt gegeven, vindt de betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaats.

  • 2 Indien een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel b, wordt gegeven, wordt 100% bevoorschot.

  • 3 Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, wordt in het besluit tot subsidieverlening, de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.

Hoofdstuk 6 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 12 Tussentijdse rapportage

Bij subsidies, hoger dan 50.000 euro, welke verleend worden voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.

Artikel 13 Meldplicht

De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet of geheel niet zullen worden verricht of dat niet of geheel niet aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

Artikel 14 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1 De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2 De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over: a. besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;c. ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;d. wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon. 

  • 3 De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor handelingen als vermeld in artikel 4:71 Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 7 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 15 Verantwoording subsidies tot 5.000 euro

  • 1 Subsidies tot 5.000 euro worden door het college: a. direct vastgesteld of;b. ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht. 

  • 2 Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 16 Verantwoording subsidies vanaf 5.000 tot 50.000 euro

  • 1 Indien de subsidieverlening 5000 euro of meer bedraagt, maar minder dan 50.000 euro, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier:a. bij een eenmalige subsidie, uiterlijk dertien weken na het verricht zijn van de activiteiten;b. bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk vier maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend; 

  • 2 De aanvraag tot vaststelling bevat:a. een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;b. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening). 

  • 3 Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.

Artikel 17 Verantwoording subsidies vanaf 50.000 euro

  • 1 Indien de subsidieverlening 50.000 euro of meer bedraagt, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier: a. bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;b. bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 4 maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend. 

  • 2 De aanvraag tot vaststelling bevat: a. een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;b. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);c. een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;d. een accountantsverklaring. 

  • 3 Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.

Artikel 18 Vaststelling subsidie

  • 1 Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

  • 2 Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 3 Het college kan categorieën van subsidies of subsidieontvangers aanwijzen, waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.

  • 4 Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in het eerste lid genoemd tijdstip is ontvangen, gaat het college zes weken na een eenmalige rappel over tot ambtshalve vaststelling.

Artikel 19 Staatssteun

Beschikkingen tot subsidieverlening of vaststelling worden door het college ingetrokken of ten nadele van de ontvanger gewijzigd indien de subsidieverlening of –vaststelling in strijd is met artikelen 107, 108 en 109 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie betreffende staatssteun, daaruit voortvloeiende richtlijnen, of met een verplichting ingevolge een ander door de staat gesloten verdrag.

Hoofdstuk 8 Overige bepalingen

Artikel 20 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3 en 8 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 21 Intrekking

Met ingang van 1 januari 2012 worden ingetrokken:1. De Algemene subsidieverordening gemeente Woudrichem 2006;2. De Subsidieregeling voor het treffen van voorzieningen in bestaande openbare gebouwen t.b.v. gehandicapten (2000). 

Artikel 22 Overgangsbepalingen

Aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor 1 januari 2012 worden afgedaan volgens de bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Woudrichem 2006.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening gemeente Woudrichem 2012.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Woudrichem van 8 november 2011.
 
de voorzitter, de griffier,dr. F.A. Petter M. Groenenberg - Bouman