Regeling vervallen per 01-01-2021

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Woudrichem 2014

Geldend van 11-06-2015 t/m 31-12-2020

Intitulé

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Woudrichem 2014

De Raad van de gemeente Woudrichem;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudrichem d.d. 4 november 2014;

gelet op artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht, artikelen 5.2 en 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikelen 149, 154, 156 en 229 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de volgende verordening: “Algemene verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van ondergrondse infrastructuren” welke luidt als volgt:

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college:college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudrichem;

 

  • b.

    net of netwerk: samenstel van ondergrondse kabels en/of leidingen, bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie (een, al dan niet openbaar, elektronisch communicatie- netwerk als bedoeld in artikel 1.1. onder e en h van de Telecommunicatiewet);

 

  • c.

    kabels en/of leidingen:kabels en/of leidingen als onderdeel van een net(werk), daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, voorzieningen (afsluiters, brandkranen, lassen, etc.) en andere hulpmiddelen, en lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken, behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer; voorbeelden van deze kabels en leidingen zijn kabels als bedoeld in de Telecommunicatiewet, elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen (transport-, distributie- en dienstleidingen), waterleidingen en kabels en leidingen ten behoeve van industriële netwerken;

 

  • d.

    bovengrondse transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations die onderdeel voorzieningen uitmaken van een net of netwerk, als bedoeld in onderdeel b. van dit artikel, die bovengronds in de openbare ruimte worden geplaatst;

 

  • e.

    (huis)aansluiting: het gedeelte van de kabel en/of leiding door openbare grond dat een netwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt ten behoeve van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet Waardering Onroerende Zaken;

 

  • f.

    Evenement een evenement als bedoeld in de vigerende Algemene plaatselijke verordening.

 

  • g.

    openbare gronden: openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1, onder aa, van de Telecommunicatiewet; 

 

  • h.

    netbeheerder:de rechtspersoon die acteert als beheerder van een net of netwerk voor de levering van elektriciteit, gas, water, aardwarmte of WKO (Warmte Koude Opslag), dan wel aanbieder is van een (al dan niet openbaar) elektronisch communicatienetwerk;

 

  • i.

    grondroerder:degene, waaronder de netbeheerder, onder wiens verantwoordelijkheid werkzaamheden worden verricht;

 

  • j.

    gedoogplichtige:degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 1, van de Belemmeringenwet Privaatrecht of in artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, via een publiekrechtelijke vergunning of via een privaatrechtelijke overeenkomst;

 

  • k.

    coördinatieverplichting: de coördinerende rol van de gemeente over de aanleg, instandhouding en opruiming van alle kabels en/of leidingen in de gehele openbare grond binnen de gemeentelijke grenzen;

 

  • l.

    werkzaamheden:handmatige en/of mechanische (graaf)werkzaamheden, inclusief het opbreken en herstellen van de sleufverharding en sleufloze technieken in de openbare grond in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen;

 

  • m.

    m.spoedeisende: reparatie of onderhoudswerk waarvan uitstel niet mogelijk is als een werkzaamheden ernstige belemmering of storing in de dienstverlening via het betreffende net is opgetreden;

 

  • n.

    werkzaamheden van-het aanbrengen of verwijderen van kabels en/of leidingen in reeds minder ingrijpende aard:

    • 1.

      aangebrachte voorzieningen (mantelbuizen);-reparaties of onderhoudswerk aan kabels en/of leidingen met een gezamenlijke lengte van minder dan tien (10) meter en niet vallend onder onderdeel m. van dit artikel;

    • 2.

      het maken van (huis)aansluitingen, waarbij geen verhardingen of groenvoorzieningen worden gekruist, tot een gezamenlijke lengte van tien (10) meter;

    • 3.

      het maken van een montagegat c.q. lasgat; een opbreking met beperkte afmeting, maximaal 2 m², die wordt gemaakt t.b.v. de toegang tot een handhole, plaatsen van afsluiters, het opgraven van een kabelrol t.b.v. (huis)aansluitingen, het maken van aftakkingen, voor het herstellen van kabel c.q. leidingstoringen of voor inspectiedoeleinden;

 

  • o.

    instemmingsbesluit: besluit van het college op een aanvraag van voorgenomen werkzaamheden;

 

  • p.

    werken: een constructie, of werkzaamheden, niet zijnde een gebouw, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

 

  • q.

    niet-openbare kabels kabels en/of leidingen (dan wel het netwerk waartoe deze behoren) die niet gebruikt worden om openbare diensten aan te bieden;

 

  • r.

    marktconforme kosten:kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

 

  • s.

    breekverbod: verbod voor het uitvoeren van breek- en werkzaamheden in de grond, geldend onder andere bij extreme weersomstandigheden of evenementen;

 

  • t.

    omwonenden: de bewoners en bedrijfsmatige gebruikers van alle percelen, grenzend aan het tracé van kabels en/of leidingen;

Artikel 2 Toepasselijkheid

Deze verordening is van toepassing op het aanleggen, instandhouden en opruimen van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover de gemeente Woudrichem deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft.

Artikel 3 Nadere regels

  • 1. Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

  • 2.

    • 1.

      Deze nadere regels hebben in ieder geval betrekking op:

      • 1.

        de wijze van uitvoering bij de aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en/of leidingen;

      • 2.

        het bevorderen van het medegebruik van voorzieningen;

      • 3.

        het opstellen van voorschriften op het gebied van markering en afzetting;

      • 4.

        het toepassen van proefsleuven;

      • 5.

        ordening, planning en coördinatie van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen;

      • 6.

        de omgang met kabels en leidingen in verontreinigde gronden, rond watergangen en stedelijk groen, en op verhardingen boven kabels en leidingen.

      • 7.

        de te verstrekken gegevens alsmede over de wijze waarop die dienen te worden verstrekt.

Hoofdstuk 2 Aanvragen en melden van werkzaamheden

Artikel 4 Instemmingsvereiste

  • 1.

    • Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college genomen instemmingsbesluit omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden, medegebruik van voorzieningen en de afstemming van voorgenomen werkzaamheden met overige netbeheerders, kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, te onderhouden of op te ruimen en/of bovengrondse voorzieningen te plaatsen.

  • 2. Voor het verrichten van spoedeisende werkzaamheden of werkzaamheden van minder ingrijpende aard, als bedoeld in onderdeel m. respectievelijk n. van artikel 1, is geen instemming, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk, maar kan worden volstaan met een (digitale) melding vooraf aan het college, tenzij er sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 5, lid 5.

  • 3.

    • Het instemmingsbesluit vervalt indien daarvan geen gebruik wordt gemaakt binnen één jaar na de datum waarop het besluit onherroepelijk is geworden.

  • 4. Het in het eerste lid opgenomen verbod is niet van toepassing op werkzaamheden van de gemeente bij het uitvoeren van haar publiekrechtelijke taak.

Artikel 5 Aanvragen en melden

  • 1. Een grondroerder die werkzaamheden wil verrichten, vraagt daarvoor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, aan bij het college.

  • 2. Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente Woudrichem wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag, als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het (voor)overleg tussen de grondroerder en de (overige) gedoogplichtige(n).

  • 3. Werkzaamheden van minder ingrijpende aard, als bedoeld in onderdeel n. van artikel 1, dienen vier (4) werkdagen voorafgaand aan de start van de werkzaamheden gemeld te worden.

  • 4. Spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in onderdeel m. van artikel 1, dienen voorafgaand aan de start van de werkzaamheden gemeld te worden. Als een melding vooraf niet mogelijk is, moet de melding uiterlijk binnen één werkdag na de start van de uitvoering gemotiveerd worden gedaan aan het college.

  • 5. Als werkzaamheden worden verricht in de gebieden die staan aangegeven op een bij deze verordening behorende, en als zodanig gewaarmerkte, kaart zijn de uitzonderingsbepalingen voor spoedeisende werkzaamheden of werkzaamheden van minder ingrijpende aard, als bedoeld in artikel 4 lid 2 respectievelijk het derde en vierde lid van dit artikel, niet van toepassing.

  • 6. Het melden van aanvang en einde werk dient te gebeuren conform de nadere regels.

Artikel 6 Gegevensverstrekking

  • 1. Voor het aanvragen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, dient gebruik te worden gemaakt van daartoe door het college vastgestelde (digitale) formulieren.

  • 2.

    • Bij een aanvraag voor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, dienen de volgende gegevens te worden verstrekt:

      • a.

        een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel van de netbeheerder bij de eerste aanvraag van ieder kalenderjaar;

      • b.

        een schriftelijke machtiging als het een aanvraag betreft voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen voor of namens een netbeheerder;

      • c.

        naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen en van de (onder)aannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, alsmede de naam en telefoonnummer van de uitvoerder, zijnde een Nederlands sprekende contactpersoon voor de werkzaamheden;

      • d.

        een opgave van het aantal, de soort en het beoogde gebruik van de kabels en/of leidingen;

      • e.

        welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en aard van de werkzaamheden;

      • f.

        een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

    • -

      een (digitale) GBKN tekening (DWG- of PDF-formaat schaal 1: 500) met legenda

    • -

      eenduidige en volledige maatvoering (RD-coördinaten) met daarop aangegeven een opgave van het gewenste tracé;

    • -

      de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek betreffende de beschikbare ruimte;

    • -

      de maatregelen die de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige kabels en/of leidingen waarborgen;

    • -

      een opgave van de objecten (bovengrondse voorzieningen en de afmetingen daarvan, handholes c.q. distributiepunten, brandkranen, etc.), zowel van permanente als tijdelijke aard, die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst en de situering daarvan op de tekening;

    • -

      de doorsnede van de kabel en/of leiding(goot) en lengte en breedte van de te graven sleuf;

    • -

      een omschrijving van eventuele opbrekingen;

    - het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden.

  • 3.

    • Indien de werkzaamheden betrekking hebben op kabels van elektronische communicatienetwerken dienen, aanvullend op het tweede lid, bij de aanvraag tevens de volgende gegevens te worden verstrekt:

    • -

      een opgave van het aantal kabels dat direct in gebruik wordt genomen en een opgave van het aantal kabels dat niet direct in gebruik wordt genomen.

  • 4.

    • Bij een melding, als bedoeld in artikel 4, tweede lid (spoedeisende werkzaamheden en werkzaamheden van minder ingrijpende aard), dienen de volgende gegevens te worden verstrekt:

      • a.

        een schriftelijke machtiging indien het een aanvraag betreft voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen voor of namens een netbeheerder;

      • b.

        naam, adres en woonplaatsgegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen, naam en adres van de (onder)aannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, alsmede de naam en telefoonnummer van de uitvoerder, zijnde een Nederlands sprekende contactpersoon voor de werkzaamheden;

      • c.

        het adres van de graaflocatie;

      • d.

        de dagtekening van de melding;

      • e.

        de lengte van de sleuf die wordt opengebroken;

      • f.

        het oppervlak dat wordt opengebroken indien het alleen een montagegat betreft.

Artikel 7 Termijnen

  • 1. Een beslissing op een aanvraag voor een instemmingsbesluit wordt genomen uiterlijk acht weken na de dag van ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Betreft het een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken dan beslist het college binnen acht weken na de dag van ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 3.

    • In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel, houdt het college de beslissing aan, indien er in verband met de voorgenomen werkzaamheden, op grond van andere wetgeving dan de Telecommunicatiewet of de AVOI, een vergunning, ontheffing, toestemming of vrijstelling is vereist, tenzij de beschikking op een aanvraag van genoemde vergunning, ontheffing, toestemming of vrijstelling al is gegeven, en de in de artikelen 6:7 en 6:9 Algemene wet bestuursrecht genoemde termijn is verstreken zonder dat bezwaren of beroepen tegen het besluit tot het verlenen van de vergunning, ontheffing, toestemming of vrijstelling zijn ingediend. Deze aanhouding eindigt na afloop van de bezwaar- of beroepstermijn, tenzij er bezwaren of beroepen tegen het besluit tot het verlenen van de vergunning, ontheffing, toestemming of vrijstelling zijn ingediend en tevens is verzocht om een voorlopige voorziening; in dat geval eindigt de aanhouding met ingang van de dag nadat op dat verzoek is beslist.

  • 4.

      • Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 8 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    • Het college kan een instemmingsbesluit weigeren, voor zover het niet betreft kabels en leidingen zoals bedoeld in de Telecommunicatiewet, in het belang van:

      • a.

        de openbare orde;

      • b.

        veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer;

      • c.

        het voorkomen of beperken van schade of overlast; waaronder mede verstaan wordt de bescherming van eventuele archeologische vondsten, van groenvoorzieningen, bomen en beplantingen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

      • d.

        de bereikbaarheid van gronden of gebouwen; waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen en het doelmatig beheer en onderhoud ervan en het belang van nader aan te geven grote lokale evenementen als weekmarkten en kermissen;

      • e.

        de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder mede verstaan worden werken ten behoeve van de riolering en de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.

  • 2.

    • Het college kan aan het instemmingsbesluit nadere voorschriften of beperkingen verbinden in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer;

    • c.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast; waaronder mede verstaan wordt de bescherming van eventuele archeologische vondsten, van groenvoorzieningen, bomen en beplantingen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

    • d.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen; waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen en het doelmatig beheer en onderhoud ervan en het belang van nader aan te geven grote lokale evenementen als weekmarkten en kermissen;

    • e.

      de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder mede verstaan worden werken ten behoeve van de riolering en de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.

  • 3.

    • De voorschriften of beperkingen, zoals genoemd in het eerste lid, kunnen slechts betrekking hebben op:

    • a.

      het tijdstip, de plaats en wijze van uitvoering bij aanleg, instandhouding, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en/of leidingen;

    • b.

      het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten en geleidingen, die door derden of de gemeente Woudrichem tegen marktconforme prijzen ter beschikking worden gesteld;

    • c.

      afstemming met betrekking tot overige in de grond aanwezige werken;

    • d.

      een zekerheidsstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit;

    • e.

      afmetingen van kasten en andere toebehoren behorende bij het netwerk.

  • 4.

    • De grondroerder dient omwonenden, zoals bedoeld in onderdeel t. van artikel 1, ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden schriftelijk te informeren over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

  • 5. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en/of leidingen en medegebruik van voorzieningen moet gebeuren conform de in de gemeente van toepassing zijnde nadere regels zoals bedoeld in artikel 3.

  • 6. De grondroerder is verplicht na het einde van de werkzaamheden de grond, eventuele verhardingen en beplanting terug te brengen in de oude staat, tenzij het college vooraf heeft aangegeven hier (gedeeltelijk) zelf zorg voor te willen dragen.

Artikel 9 (Mede)gebruik van voorzieningen

  • 1. Een grondroerder maakt op verzoek van het college bij de aanleg van kabels en/of leidingen in openbare gronden (mede)gebruik van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde, voorzieningen. Indien dit technisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.

  • 2.

    • Indien een grondroerder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de grondroerder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 3.

    • Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels en/of leidingen, dient de grondroerder een alternatief tracé te kiezen.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 10 Nadeelcompensatie

  • 1. Op het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk op verzoek van de gemeente zijn, naast deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regels, de wettelijke regels van de Telecommunicatiewet van toepassing.

  • 2.

    • Op het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden gelden de volgende bepalingen (tenzij en voor zover daarover andersluidende afspraken zijn overeengekomen tussen partijen):

    • a.

      De netbeheerder is verplicht op aanwijzing van de gemeente over te gaan tot het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen ten dienste van zijn netwerk;

    • b.

      Het college en de netbeheerder zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van kabels en/of leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken.

    • c.

      Na een aanwijzing tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen gaat de netbeheerder zo snel mogelijk over tot de uitvoering, doch niet later dan dertien (13)  weken na de datum van ontvangst van djzing.

Artikel 11 Breekverbod

  • 1. Als er sprake is van extreme weersomstandigheden of evenementen is het college bevoegd een breekverbod in te stellen. De vaststelling dat er sprake is van extreme weersomstandigheden is een bevoegdheid van het college.

  • 2. Tijdig of in ieder geval één dag voor beëindiging van het breekverbod, zal het college de betrokken grondroerders hierover informeren.

  • 3. Indien er sprake is van een breekverbod is het verboden breek- en graafwerkzaamheden uit te voeren in de openbare grond en/of bestrating.

  • 4. Het breekverbod is niet van toepassing in geval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing en waarvan uitstel niet mogelijk is.

Artikel 12 Eigendom

  • 1. Indien eigendom, exploitatie of beheer van de kabel en/of leiding wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, gaan de rechten en plichten volgens deze verordening die betrekking hebben op de kabel en/of leiding van rechtswege over op de nieuwe netbeheerder.

  • 2.

    • De netbeheerder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel of leiding verandert.

  • 3.

    • Op het eigendom van de kabels en/of leidingen zijn de desbetreffende wettelijke bepalingen van toepassing.

Artikel 13 Niet-openbare kabels en leidingen

  • 1. Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet-openbare kabels en/of leidingen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Het opnemen van het eerste lid van dit artikel in deze verordening houdt geen gedoogplicht in voor de gemeente Woudrichem met betrekking tot niet-openbare kabels en/of leidingen.

Artikel 14 Informatieplicht

  • 1. De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel en/of leiding niet langer ten dienste staat van een net of netwerk in of op openbare gronden.

  • 2. In dit kader kan van de netbeheerder een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen worden verlangd. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de netbeheerder.

Artikel 15 Overleg

  • 1. Het college organiseert periodiek een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente Woudrichem bekende netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen worden uitgenodigd.

  • 2. In dit overleg worden de plannen van de gemeente Woudrichem en van de diverse netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen besproken en eventueel afgestemd in het kader van de bepalingen van deze verordening.

Hoofdstuk 4 Handhavings- en toezichtbepalingen

Artikel 16 Toezicht en handhaving

  • Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 17 Naleving voorschriften

  • 1. Indien een grondroerder zich niet houdt aan de voorschriften en beperkingen uit het instemmingsbesluit, kan het college het instemmingsbesluit intrekken.

  • 2. Wanneer het college een besluit neemt op grond van het eerste lid, kan het college verlangen dat de oorspronkelijke situatie wordt hersteld.

Artikel 18 Bevoegdheid college

Het college is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, indien er wordt gewerkt:

  • 1.

    zonder instemmingsbesluit of zonder tijdig ingediende melding;

  • 2.

    in afwijking van de nadere regels;

  • 3.

    in afwijking van de voorschriften uit het instemmingsbesluit;

  • 4.

    in strijd met het geldende breekverbod.

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 19 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2. Op de datum van inwerkingtreding van de in het eerste lid genoemde verordening wordt de huidige AVOI Woudrichem 2010, zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 28 september 2010, ingetrokken.

Artikel 20 Overgangsbepalingen

  • 1. De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn gemeld of aangevraagd en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen, instemmingsbesluiten en/of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken met de gemeente, zoals die hebben gegolden tot de inwerkingtreding van deze verordening, wordt per ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels van deze verordening.

  • 2. Vergunningen, ontheffingen en instemmingsbesluiten met betrekking tot kabels en leidingen, die zijn verleend op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening, de Telecommunicatieverordening gemeente Woudrichem en de AVOI Woudrichem 2010 blijven ook na de inwerkingtreding van deze verordening gelden, hetzij tot het einde van hun looptijd, hetzij tot het tijdstip waarop zij met toepassing van deze verordening worden ingetrokken.

  • 3. Op aanvragen, als bedoeld in het eerste lid, waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van de AVOI Woudrichem 2010 een beslissing genomen.

  • 4. Het college heeft de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in zeer dringende gevallen af te wijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

"Algemene verordening ondergrondse infrastructuren gemeente Woudrichem 2014".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de Raad van de gemeente Woudrichem in zijn openbare vergadering van 16 december 2014.
de voorzitter, A. Noordergraaf
de griffier, O.F. Matheijsen