Regeling vervallen per 27-11-2014

Verordening voor de opiniërende vergadering van Woudrichem 2009

Geldend van 02-03-2012 t/m 26-11-2014

Intitulé

Verordening voor de opiniërende vergadering van Woudrichem 2009

De raad van de gemeente Woudrichem;gezien het voorstel van het presidium van d.d. 22 september 2009;gelet op het bepaalde in artikel 82 van de Gemeentewet;b e s l u i t : vast te stellen de: Verordening voor de opiniërende vergadering van Woudrichem 2009

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid van de opiniërende vergadering;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van de opiniërende vergadering of diens vervanger;

  • c.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • d.

    vergadering: vergadering van de opiniërende vergadering.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling commissies

De raad stelt een opiniërende vergadering in welke adviseert en overlegt over alle onderwerpen die aan de gemeenteraad worden voorgelegd.

Artikel 3 Taken

De opiniërende vergadering heeft de volgende taken:

  • a.

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • c.

    voeren van een debat met elkaar, het college of de burgemeester over door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur;

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. De vertegenwoordiging van een fractie in de opiniërende vergadering bestaat uit minimaal één en maximaal drie leden per fractie. De samenstelling van de vertegenwoordiging kan per vergadering wisselen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd. De fracties mogen maximaal 3 niet-raadsleden voordragen.

  • 3. Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige van toepassing op alle leden van de opiniërende vergadering. De leden dienen tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van een fractie.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De voorzitter kan zich bij verhindering laten vervangen door zijn plaatsvervanger.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening.

  • 4. De inhoudelijke bespreking van de verschillende agendapunten kan worden begeleid door een externe gespreksleider.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter eindigt aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid houdt op lid te zijn van de opiniërende vergadering indien zij niet meer voldoet aan de gestelde eisen in artikel 4 lid 3.

  • 3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4. De raad kan de voorzitter en zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5. Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier

  • 1. Het secretariaat van de opiniërende vergadering wordt opgedragen aan de griffier. De griffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 2. Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door de raad aangewezen plaatsvervangend griffier.

  • 3. De griffier kan, indien daartoe door de voorzitter uitgenodigd, aan de beraadslaging deelnemen.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Aanwezigheid leden college

  • 1. De aanwezigheid van een collegelid wordt verwacht wanneer men een onderwerp of voorstel uit zijn portefeuille bespreekt. Hij wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de beraadslaging.

  • 2. Indien een lid van het college bij een vergadering aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de voorzitter. De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing en legt dit tijdens de vergadering voor aan de leden van de opiniërende vergadering.

  • 3. Een collegelid kan zich bij verhindering of afwezigheid laten vervangen door zijn plaatsvervanger. Indien deze niet beschikbaar is kan de opiniërende vergadering ervoor kiezen het agendapunt zonder het betreffende collegelid te behandelen of door te schuiven naar de volgende vergadering.

Artikel 9 Aanwezigheid verzoeker burgerinitiatief

De aanwezigheid van een verzoeker van een burgerinitiatief wordt verwacht wanneer deze wordt besproken. Conform de verordening burgerinitiatief gemeente Woudrichem heeft de verzoeker of zijn plaatsvervanger dan de gelegenheid om zijn voorstel mondeling toe te lichten.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 10 Vergaderdiscipline

  • 1. De vergaderingen van de opiniërende vergadering zijn in principe openbaar.

  • 2. In de regel vinden de vergaderingen van de opiniërende vergadering plaats op de dinsdag in de eerste week van de maand en 3 weken voorafgaand aan de besluitenvormende raadsvergadering. De vergaderingen vangen aan om 19.30 uur en vinden plaats in het gemeentehuis, Raadhuisplein 1 in Woudrichem.

  • 3. Naast de vastgestelde vergaderingen vergadert de opiniërende vergadering, wanneer de voorzitter het nodig acht of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 4. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 11 Presidium

  • 1. De raad heeft een presidium ingesteld op grond van artikel 5 van het reglement van orde voor vergaderingen van de raad van de gemeente Woudrichem, welke handelt conform het door de raad vastgestelde reglement van orde voor vergaderingen en werkzaamheden van het raadspresidium.

  • 2. Het presidium stelt de voorlopige agenda vast voor de opiniërende raadsvergadering.

Artikel 12 Oproep

  • 1. De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 13, lid 4 worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk vier dagen voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 13 De agenda

  • 1. Bij aanvang van de vergadering stelt de opiniërende vergadering de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de opiniërende vergadering bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen, van de agenda afvoeren of de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

  • 2. Wanneer de opiniërende vergadering een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De opiniërende vergadering bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 3. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk vier dagen voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen. Verzoeken die daarna worden aangemeld worden bij de leden aangekondigd. Bij vaststelling van de agenda wordt het spoedeisende karakter getoetst.

Artikel 14 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 15 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt aangekondigd op de gemeenlijke informatiepagina in een huis-aan-huisblad. Daarnaast wordt de vergadering door het plaatsen van een aankondiging op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, evenals de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 18.

  • 3. Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda en de bij behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 16 Presentielijst

  • 1. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

  • 2. Een lid dat voor de sluiting de vergadering verlaat, meldt dit aan de voorzitter. De melding wordt in de notulen meegenomen.

Artikel 17 Opening vergadering en quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien minimaal een derde van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is en de meerderheid van de fracties vertegenwoordigd is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen. Op deze vergadering, is het eerste lid niet van toepassing.

Artikel 18 Spreekrecht burgers

  • 1. Iedere burger kan gebruik maken van het spreekrecht in de opiniërende vergadering. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 2. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, waar het gaat om onderwerpen vreemd aan de agenda, meldt dit voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 3. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 4. Insprekers kunnen maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen. Elke spreker krijgt vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 5. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de leden van de opiniërende vergadering toestaan aan insprekers een verhelderende vraag te stellen. Het spreekrecht vindt plaats in maximaal twee termijnen.

  • 6. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de verdere behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 19 Audioverslag en besluitenlijst

  • 1. De griffier draagt zorg voor het bijhouden van een audioverslag en het opstellen van een concept-besluitenlijst op van de vergadering .

  • 2. Een concept van de besluitenlijst van de voorgaande vergadering wordt aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. Het concept van de besluitenlijst wordt op hetzelfde moment toegezonden aan de overige personen die het woord gevoerd hebben en hebben aangegeven een concept van de besluitenlijst te willen ontvangen.

  • 3. De leden, de voorzitter en de collegeleden hebben het recht, voorzover zij bij de behandeling aanwezig waren, een voorstel tot wijziging van de besluitenlijst aan de opiniërende vergadering te doen, indien het concept van de besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft wat er besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering bij de griffier te worden ingediend.

  • 4. De besluitenlijst bevat tenminste:

    • a.

      de namen van aanwezige leden, de voorzitter, de griffier en de collegeleden, evenals die van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest en het advies daaromtrent, als bedoeld in artikel 26, lid 3 en 4;

    • c.

      gedane toezeggingen;

    • d.

      een samenvatting van het advies aan de raad met vermelding van de fracties die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de fracties die zich niet hebben uitgelaten.

  • 5. De concept-besluitenlijst wordt in de eerstvolgende vergadering vastgesteld.

  • 6. Het gesprokene in de opiniërende vergadering wordt digitaal vastgelegd en wordt als audioverslag door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt en is voor iedereen toegankelijk.

Artikel 20 Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de opiniërende vergadering anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten

  • 3. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel. Hierbij wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 21 Spreektijd

  • 1. De voorzitter of ieder lid van de opiniërende vergadering kunnen een voorstel doen over de spreektijd van de leden en andere die deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Over het voorstel beslissen de leden van de opiniërende vergadering.

Artikel 22 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de leden van de opiniërende vergadering terstond.

Artikel 23 Handhaving orde en schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan de opiniërende vergadering voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen.

  • 5. Bij herhaling van zijn gedrag kan een lid voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 24 Beraadslaging

  • 1. De opiniërende vergadering kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de opiniërende vergadering beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 25 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De opiniërende vergadering kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt wordt aangevangen.

  • 3. Op degene die op grond van dit artikel is toegelaten deel te nemen aan de beraadslaging zijn de bepalingen van dit reglement van toepassing.

Artikel 26 Advies

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de opiniërende vergadering anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de opiniërende vergadering of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3. Indien de opiniërende vergadering een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies en de wijze van behandeling in de besluitvormende vergadering. Indien verdere beraadslaging over het onderwerp of voorstel gewenst is door een fractie wordt deze een bespreekstuk. Indien dit niet gewenst wordt, wordt het voorstel een hamerstuk.

  • 4. In het advies worden de relevante standpunten van alle fracties opgenomen, de wijze van behandeling van het onderwerp of voorstel in de besluitvormende vergadering en de toezeggingen van de portefeuillehouder.

Artikel 27 Rondvraag

  • 1. Aan het eind van de opiniërende vergadering is er voor de leden de mogelijkheid om politieke vragen te stellen aan het college. Deze vragen hoeven vooraf niet kenbaar gemaakt te worden.

  • 2. Indien mogelijk geven collegeleden direct antwoord op de aan hun gestelde vragen. Indien dit niet mogelijk is worden deze vragen voor de volgende opiniërende vergadering beantwoord door middel van een raadsinformatiebrief.

  • 3. De steller van de vraag krijgt de gelegenheid om een verduidelijkende vraag te stellen op basis van het gegeven mondelinge antwoord.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 28 Algemeen

  • 1. Indien nodig of gewenst kan de opiniërende vergadering op voorstel van het presidium, besluiten dat er vergaderd wordt achter gesloten deuren.

  • 2. Degene die kennis dragen van de stukken waarover geheimhouding is opgelegd mogen aanwezig zijn bij de besloten vergadering.

  • 3. Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing , voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering. 

Artikel 29 Audioverslag en besluitenlijst

  • 1. Het verslag van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 2. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de opiniërende raad een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag.

  • 3. In eigen beheer wordt een audioverslag bijgehouden dat uitsluitend voor de leden bij de griffier te beluisteren is.

  • 4. Een besluitenlijst, in lijn van het bepaalde in artikel 19, lid 4 wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de opiniërende raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van deze lijst.

Artikel 30 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de opiniërende vergadering overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De opiniërende raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 31 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 32 Geluid- en beeldregistraties

  • 1. Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

  • 2. Indien men hiervan geen mededeling doet bij de voorzitter of zich niet gedraagt naar zijn aanwijzingen, kan men door de voorzitter worden verzocht om de raadszaal te verlaten of indien nodig worden verwijderd uit de raadszaal.

Artikel 33 Verbod gebruik mobiele telefoons

  • 1. In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan. 

  • 2. Indien men zich niet houdt aan bovenstaande regel kan men door de voorzitter worden verzocht om de raadszaal te verlaten of indien nodig worden verwijderd.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 34 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de opiniërende vergadering op voorstel van de voorzitter.

Artikel 35 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 17 november 2009.

  • 2. Op dat tijdstip vervalt de ‘Verordening op de opiniëren vergadering van Woudrichem 2008’ vastgesteld op 18 december 2007 en de eerste wijziging vastgesteld op 27 januari 2009.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Woudrichem in zijn openbare vergadering van 15 december 2009.
 
 
 
 
de voorzitter,                           de griffier,
dr. F.A. Petter                        M. Groenenberg-Bouman