Regeling vervallen per 23-04-2013

Verordening op de heffing en invordering van Zeehavengeld 2012

Geldend van 23-03-2012 t/m 22-04-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van Zeehavengeld 2012

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN ZEEHAVENGELD 2012

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a

Algemene wet:

de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Staatsblad 1959, nr. 301);

b

Invorderingswet 1990:

de Wet van 1 juni 1990 (Staatsblad 1990, nr. 221);

c

haven:

havengebied van de gemeente: de havens voor zeeschepen, de Voorzaan, de Achterzaan binnen het gebied van de gemeente, het zijkanaal E van het Noordzeekanaal en de overige bevaarbare bij de gemeente in beheer of onderhoud zijnde waterlopen; havengebied van de Zaanstreek: het havengebied van de gemeente Zaanstad en de Achterzaan binnen het gebied van de gemeente Wormerland.

d

schip:

1.elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen dan wel goederen of voorwerpen, al dan niet met het drijvende lichaam, een geheel uitmakende;

2.elk ander drijvend lichaam, zoals een werk- en aanlegvlot, ponton, houtvlot, elevator, duikerklok, zandzuiger, baggermolen, drijvend werktuig, booreiland en elke andere

drijvende inrichting ten dienste van de exploratie dan wel exploitatie van olie- en gasvelden of het winnen van mineralen op zee;

e

zeeschip:

elk schip dat is bestemd of wordt gebruikt voor de vaart buitengaats als bedoeld in art. 1, eerste lid van de Schepenwet (Staatsblad 1909, nr. 219);

f

zeeschip in lijndienst:

een zeeschip dat naar het oordeel van de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge art. 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, en zoals door de belastingplichtige schriftelijk bevestigd, eventueel tezamen met één of meer andere schepen, deelneemt aan een dienst volgens een vooraf aangekondigd, volledig en voor iedereen verkrijgbaar vaarplan, waarin Zaanstad als haven van herkomst en/of bestemming is opgenomen, aan welk schip door eenieder deelladingen moeten kunnen worden aangeboden, die moeten worden geaccepteerd tegen de hiervoor geldende condities en waarbij de daadwerkelijke hoeveelheid geladen en/of geloste goederen voor minimaal tien procent uit stukgoed moet bestaan;

g

bevoorradingsschip:

een zeeschip, hoofdzakelijk bestemd of gebruikt voor de aan- en afvoer van personen dan wel materiaal voor op zee gestationeerde booreilanden of werkschepen;

h

containerschip:

een zeeschip dat door zijn bouw en inrichting uitsluitend is bestemd voor het vervoer van containers;

i

cruiseschip:

een zeeschip, hoofdzakelijk bestemd of gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van passagiers die voor toeristische doeleinden, hoofdzakelijk in de zeereis zelf gelegen, deelnemen aan die reis;

j

oorlogsschip:

een zeeschip dat voor de Koninklijke Marine of de marine van een vreemde mogendheid wordt gebruikt, waarover een militair het bevel voert en dat hoofdzakelijk met militairen is bemand;

k

pleziervaartuig:

1.een zeeschip, uitsluitend gebruikt voor recreatiedoeleinden, niet-zijnde een cruiseschip, of

2.een zeeschip, uitsluitend gebruikt voor commerciële recreatiedoeleinden, niet zijnde een cruiseschip, zulks blijkende uit de inschrijving in de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zaanstad;

l

roll-on/roll-offschip:

een zeeschip, hoofdzakelijk bestemd of gebruikt voor het vervoer van lading die geheel of ten dele rijdend aan en van boord wordt gebracht over tot de vaste uitrusting van het schip behorende en daarvoor uitgeruste laadkleppen;

m

palletscarrier:

een zeeschip, hoofdzakelijk bestemd of gebruikt voor het vervoer van verpakte droge lading die geheel of ten dele aan boord worden gebracht door middel van tot de vaste uitrusting van het schip toebehorende of daarvoor uitgeruste faciliteiten welke vallen binnen de uiterste maten van het schip waarover zeehavengeld wordt berekend;

n

lashschip:

een zeeschip dat door zijn inrichting in hoofdzaak is bestemd en wordt gebruikt voor het vervoer van zelfdrijvende laadbakken;

o

bulkcarrier:

een zeeschip, hoofdzakelijk bestemd of gebruikt voor het vervoer van droge lading in bulk, die doorgaans is gebouwd met een enkel dek en waarbij de top-tanks en de zijtanks zich bevinden in de ladingzone van het schip.

Onder een bulkcarrier valt tevens een ertscarrier en combinatieschepen zoals de Ore Bulk Oil carrier en de Container Oil Bulk carrier;

p

sleepboot:

een zeeschip, bestemd of gebruikt voor het assisteren, slepen of duwen van andere schepen;

q

tankschip:

een zeeschip, hoofdzakelijk bestemd of gebruikt voor het vervoer in bulk van vloeibare lading;

r

olietanker:

een schip dat beantwoordt aan de omschrijving van olietankschip in voorschrift 1, punt 4, van bijlage I van Marpol 73/78;

s

olietanker met gescheiden ballasttanks:

een van gescheiden ballasttanks voorziene olietanker, die door de regering van de vlaggestaat of door andere namens die staat daartoe bevoegde instanties is gecertificeerd als olietanker, voorzien van gescheiden ballasttanks, hetgeen tot uitdrukking dient te komen op het International Oil Pollution Prevention (IOPP) Certificate, zijnde het internationale certificaat ter voorkoming van verontreiniging door olie;

t

dubbelwandige olietanker:

een olietanker met gescheiden ballasttanks die gebouwd is overeenkomstig voorschrift 13F, punt 3, van bijlage I van Marpol 73/78;

u

olietanker van een alternatief ontwerp:

een olietanker met gescheiden ballasttanks die gebouwd is overeenkomstig voorschrift 13F, punten 4 en 5, van bijlage I van Marpol 73/78;

v

waddenkrabber; ook wel

genoemd lage kruiplijncoaster, Denemarkenvaarder of binnen-/buitenschip:

een zeeschip dat wordt gebruikt in een beperkt vaargebied en kleiner is dan 1600 BT en naast de zeemeetbrief volgens het Internationaal Verdrag Londen 1969 de beschikking heeft over een binnenmeetbrief;

w

werkschip:

een zeeschip, bestemd of gebruikt als drijvende inrichting voor de exploratie of exploitatie van olie- en gasvelden op zee of de

winning van mineralen op zee;

x

hospitaalschip:

een zeeschip, uitsluitend bestemd en gebruikt voor het verlenen van medische hulp, waaronder begrepen het vervoer van gewonden, zieken en gehandicapten;

y

ballast:

vaste en vloeibare stoffen, water voor landbouwdoeleinden, industrieel gebruik of menselijke consumptie en andere goederen met handelswaarde hieronder niet begrepen, welker inneming in het schip geheel of nagenoeg geheel geschiedt ter verhoging van de stabiliteit van het schip of ter verlaging van zijn hoogste punt boven de waterspiegel;

z

lading:

alle door een zeeschip geloste en ingenomen goederen en verpakkingsmateriaal, containers, trailers en lashbakken, met uitzondering van mafitrailers, de handbagage van de opvarenden op het schip, ballast, brandstof, proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden en schadelijke stoffen als bedoeld in art. 1 van de Wet voorkoming verontreiniging door die schepen (Staatsblad 1983, nr. 683);

aa

bunkeren:

het innemen van handbagage van de opvarenden op het schip, brandstof, proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden;

ab

agribulk:

lading die volgens de goederengroepindeling van de Nomenclature Uniforme des Marchandises pour les Statistiques de Transport, revisée, is geclassificeerd onder groep 01, 0391, 17 en 18;

ac

ertsen:

lading die volgens de goederengroepsindeling van de Nomenclature Uniforme des Marchandises pour les Statistiques de Transport, revisée, is geclassificeerd onder de codes 4100, 4520, 4530, 4550, 4591 en 4592;

ad

container:

een laadkist, omschreven in de aanbeveling ISO 688-1979 als series 1 freight containers van de International Organization for Standardization, voorzover de lengte ten minste 6,055 meter bedraagt;

ae

stukgoed:

lading die achtereenvolgens per stuk of eenheid wordt geladen of gelost, anders dan zuigbare, verpompbare of stortbare lading;

af

meetbrief:

de meetbrief die voldoet aan de eisen, neergelegd in het Internationaal Verdrag, betreffende de meting van schepen, Londen 1969 (Traktatenblad 1979, nrs. 122 en 194);

ag

ton:

massa van 1000 kilogram;

ah

brutoton:

de eenheid voor de bruto-inhoud (BT) van een zeeschip zoals bedoeld in het Verdrag inzake meting van Schepen, London 1969 (Traktatenblad 1979, nrs. 122 en 194), en die uit de meetbrief volgt, ook wel: gross ton (GT);

ai

vaarplan:

een aan de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering gemeentelijke belastingen, ingevolge art. 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, minimaal een maand vooraf aangekondigde volledige en voor eenieder verkrijgbare dienstregeling voor zeeschepen die belanghebbenden informeert over de voorgenomen, elkaar regelmatig opvolgende afvaarten naar havens, gelegen in een onveranderlijk vaargebied, teneinde belanghebbenden in staat te stellen, tijdig lading te leveren of te ontvangen in de in het vaarplan vermelde aanloophavens, waarbij geldt dat de afvaarten worden verricht onafhankelijk van het ladingaanbod;

aj

termijn:

een in de tarieventabel genoemde tijdsduur waarin het gebruik van de haven plaatsvindt, met dien verstande dat, indien het schip gedurende die tijdsduur de haven verlaat en weer terugkeert, een nieuwe termijn begint;

ak

havengebied van Amsterdam:

het IJ, het Noordzeekanaal en alle daarop uitkomende wateren, voorzover voor de openbare dienst bestemd, telkens tot het eerste bovengrondse kunstwerk, alsmede voor de openbare dienst bestemde aanlegsteigers, meerpalen en -boeien en andere soortgelijke werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn;

al

hoofdzakelijk:

ten minste voor 65%;

am

SBT (Segregated Ballast Tank/Gescheiden ballasttank):

een tank die uitsluitend wordt gebruikt voor het vervoer van gescheiden ballast;

an

gescheiden ballast:

de ballast die beantwoordt aan de omschrijving van gescheiden ballast in voorschrift 1, punt 17, in bijlage I van Marpol 73/78;

ao

olieproducten:

producten conform het aanhangsel van bijlage I van voorschrift 1 Marpol 73/78;

ap

wachtend zeeschip:

een zeeschip waarvoor de bestemde ligplaats niet direct beschikbaar is en derhalve tijdelijk een andere ligplaats krijgt toegewezen;

aq

oplegger:

een zeeschip dat voor ten minste twee maanden in de havens van Zaanstad verblijft, zonder het doel te laden of te lossen en waarvan de gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van het zeehavengeld vooraf schriftelijk in kennis zijn gesteld ;

ar

Marpol 73/78:

het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen van 1973, als gewijzigd bij het bijbehorende Protocol van 1978, alsmede de wijzigingen daarop die van kracht zijn op de datum waarop het belastbaar feit zich voordoet.

as

Green Award:

een certificaat ten behoeve van olietankers en bulkcarriers (met uitzondering van Ore/Bulk/Oil- en Container/Oil/Bulk-schepen), met een deadweight groter of gelijk aan 20.000 ton welke is afgegeven door de Stichting Green Award te Rotterdam;

at

deadweightton:

het gewicht van een schip, de uitrusting en lading bij maximale diepgang, uitgedrukt in eenheden van 1000 kg.

au

ontsmettingsplaats:

een binnen de haven aangewezen vaste plaats voor het uitvoeren van ontsmettingswerkzaamheden op schepen.

av

shortsea:

zeeschepen die varen in het volgende geografische vaargebied: Europa, Middellandse zeegebied, Zwarte zeegebied, Marokko, Canarische Eilanden, Madeira en de Kaapverdische eilanden.

aw

deepsea:

zeeschepen die varen buiten het geografisch vaargebied van de shortsea.

ax

second call:

Zeeschepen, varend in lijndienst, die binnen één reisschema een tweede bezoek aan de havens van Zaanstad brengen. Een kortingsregeling is hierbij van kracht indien bij het eerste bezoek lading is ingenomen zonder te lossen ofwel lading is gelost zonder in te nemen en dit tevens het geval is bij het tweede bezoek.

ay

havenmeester:

het hoofd van de afdeling Havens en Vaarwegen van de Dienst Stadsbedrijven van de gemeente Zaanstad.

az

tabel:

de bij deze verordening behorende tarieventabel

Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam zeehavengeld worden rechten geheven terzake van het gebruik met een zeeschip van de haven en/of terzake van het genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is degene die van de haven gebruikmaakt of degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht, daaronder te verstaan de kapitein, de reder, de eigenaar van het schip, degene aan wie het schip in gebruik is gegeven of degene die als vertegenwoordiger van een van dezen optreedt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

Het zeehavengeld wordt geheven naar:

  • a.

    de bruto-inhoud van het schip, uitgedrukt in brutotonnen (BT);

  • b.

    de lading, uitgedrukt in tonnen;

  • c.

    voor pleziervaartuigen de lengte van het schip, uitgedrukt in de lengte over alles (LOA).

Artikel 5 Tarieven

De rechten worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de tabellen, behorende bij deze verordening, met inachtneming van de daarin vermelde bijzondere bepalingen en van het bepaalde in art. 6.

Artikel 6 Tarieftoepassing.

  • a. een gedeelte van een eenheid van inhoud, massa of tijdsduur voor een volle eenheid in aanmerking genomen;

  • b. indien het aantal tonnen lading onvoldoende wordt aangetoond, uitgegaan van de bruto-inhoud van het schip;

  • c. als geen meetbrief wordt overgelegd, de inhoud van het zeeschip ambtshalve bepaald;

  • d. de termijn zeehavengeld geschorst gedurende de tijd dat het schip:

    • 1.

      een herstelling ondergaat of wordt gedokt bij een erkende scheepsreparatie-inrichting, mits:

      • a.

        vooraf en onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden hiervan aan de havenmeester en/of aan de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, schriftelijk kennis is gegeven; de laatste kennisgeving dient vergezeld te gaan van een door de beheerder van de betrokken scheepsreparatie-inrichting afgegeven schriftelijke verklaring die de inhoud van de kennisgeving bevestigt;

      • b.

        de werkzaamheden de tijdsduur van twee maanden niet te boven gaan, tenzij de werkzaamheden plaatsvinden in een gedeelte van het gebied binnen de gemeente dat geen eigendom is van de gemeente, of voor het gebruik waarvan de scheepsreparatie-inrichting aan de gemeente huur of erfpachtcanon is verschuldigd;

      • c.

        tijdens de werkzaamheden geen passagiers worden ontscheept of ingescheept of lading wordt gelost of ingenomen, behoudens de goederen welke ten behoeve van het dokken of het herstellen tijdelijk van boord moeten worden gezet;

    • 2.

      de haven of het havengebied van de Amsterdam uitsluitend heeft verlaten voor een periode van ten hoogste twee maanden om een proefvaart te maken en vooraf hiervan aan de havenmeester en/of aan gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet schriftelijk kennis is gegeven;

    • 3.

      na de haven te hebben verlaten, zonder andere havens te hebben aangedaan, wegens ongunstige weersomstandigheden of bij de uitreis opgelopen schade rechtstreeks in de haven terugkeert;

  • e. ter bepaling van de duur van het gebruik van dehaven het zeeschip geacht in de gemeente te verblijven tijdens een bezoek aan het havengebied van de Amsterdam, dat daaraan onmiddellijk voorafgaat of daarop onmiddellijk volgt;

  • f. voor een zeeschip dat op dezelfde reis en binnen een maand zowel de gemeente als het havengebied van Amsterdam bezoekt, zonder tussentijds een andere haven te hebben aangelopen;

    • 1.

      voor beide bezoeken tezamen niet meer zeehavengeld geheven dan verschuldigd zou zijn geweest, indien de gemeente of het havengebied van Amsterdam zou zijn bezocht en aldaar dezelfde hoeveelheid lading van dezelfde soort zou zijn gelost of aan boord genomen;

    • 2.

      zeehavengeld volledig geheven, indien het schip het eerst de gemeente bezoekt;

    • 3.

      zo nodig, aanvullend zzehavengeld geheven, indien het schip het eerst het havengebied van Amsterdam heeft bezocht;

  • g. het te betalen belastingbedrag afgerond op een bedrag in euro’s, tot twee decimalen achter de komma.

Artikel 7 Vrijstellingen

  • Zeehavengeld wordt niet geheven terzake van het gebruik van de haven met:

  • a. een hospitaalschip of opleidingsschip voor marine, koopvaardij of loodswezen zowel Nederlands als buitenlands en elk ander zeeschip in directe dienst van het rijk, mits daarmee geen handelingen of vervoer tegen betaling wordt verricht;

  • b. een oorlogsschip, mits geen lading wordt gelost dan wel ingenomen, tenzij de behandeling van de goederen uitsluitend door militairen geschiedt;

  • c. een nieuw zeeschip dat binnen de gemeente of binnen het havengebied van Amsterdam te water wordt gelaten of een nieuw zeeschip dat elders te water is gelaten, maar waarvan de overdracht in de gemeente of in het havengebied van Amsterdam geschiedt, met dien verstande dat:

    • 1.

      gedurende de vrijstellingsperiode een technische proefvaart en/of een overdrachtsproefvaart de vrijstelling onverlet laat;

    • 2.

      geen lading wordt ingenomen;

    • 3.

      geen ander gebruik wordt gemaakt van enig ten gerieve van de scheepvaart dienend werk dat bij de gemeente in beheer of in onderhoud is, dan om het schip voor de eerste reis uit te rusten;

    • 4.

      de maximale vrijstellingsperiode drie weken bedraagt;

  • d. een zeeschip dat de gemeente aandoet en/of in de gemeente verblijft uitsluitend om; te dokken, afgebouwd te worden, een herstelling te ondergaan door een erkende scheepsreparatie-inrichting, gasvrij te worden gemaakt, van bemanning te wisselen, zieken of doden aan land te zetten of kompassen te stellen, mits:

    • 1.

      vooraf en onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden of handelingen schriftelijk aan gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, wordt kennis gegeven; de kennisgeving ten aanzien van het dokken of de herstelling dient vergezeld te gaan van een door de beheerder van de betrokken scheepsreparatie-inrichting afgegeven schriftelijke verklaring die de inhoud van de kennisgeving bevestigt;

    • 2.

      het schip niet langer in de gemeente verblijft dan voor de werkzaamheden of handelingen nodig is;

    • 3.

      onverminderd het bepaalde onder 2°, de werkzaamheden, bedoeld in het bepaalde onder 1°, de tijdsduur van twee maanden niet te boven gaan, tenzij deze plaatsvinden in een gedeelte dat geen eigendom is van de gemeente of voor het gebruik waarvan de scheepsreparatie-inrichting aan de gemeente huur of erfpachtcanon is verschuldigd;

  • e. een zeeschip dat in de gemeente komt uitsluitend om te worden gesloopt, mits vooraf van het voornemen tot slopen schriftelijk aan de havenmeester en/of aan de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, wordt kennis gegeven, het schip rechtstreeks naar de plaats van de sloop-werkzaamheden wordt gebracht en de sloopwerkzaamheden plaatsvinden in een gedeelte van het gebied binnen de gemeente dat geen eigendom is van de gemeente, dan wel voor het gebruik waarvan de onderneming die de sloopwerkzaamheden uitvoert, aan de gemeente huur of erfpachtcanon is verschuldigd;

  • f. een zeeschip dat uitsluitend de gemeente doorvaart zonder te lossen, te laden, aan te leggen aan kaden, wallen of steigers of gebruik te maken van enig ten gerieve van de scheepvaart dienend werk dat bij de gemeente in beheer of in onderhoud is en in de gemeente niet langer verblijft dan voor een rechtstreekse doorvaart noodzakelijk is en de tijdsduur van vier uren niet te boven gaat;

  • g. een zeeschip, met andere bestemming, dat in de gemeente komt uitsluitend ten behoeve van de inklaring of de uitklaring ter vervulling van de vereiste douaneformaliteiten, mits daarvan onmiddellijk bij aankomst schriftelijk aan de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, kennis wordt gegeven en het schip in de gemeente niet langer verblijft dan vier uren en de ligplaats is toegewezen door de havenmeester van Zaanstad en Wormerland;

  • h. een zeeschip dat werkzaamheden uitvoert in opdracht van de gemeente Zaanstad of het Rijk, ten behoeve van de aanleg, verbetering en/of instandhouding van de havens;

  • i. een eerste schip van een voorgenoemn nieuwe lijndienst dat Zaanstad aandoet.

Artikel 8 Wijze van heffen

Het zeehavengeld wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 9 Verschuldigdheid

De rechten zijn verschuldigd zodra het gebruik van de haven en/of het genot van diensten begint.

Artikel 10 Aangifte; betaling

  • 1. De aangifte van zeehavengeld wordt gelijktijdig met de betaling gedaan bij de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, op de eerste dag, volgend op de dag van aankomst van het zeeschip, doch vóór het tijdstip waarop het zeeschip uit de gemeente vertrekt.

  • 2. Bij voortgezet gebruik van de haven na afloop van de termijn waarvoor aangifte van zeehavengeld is gedaan, moet opnieuw aangifte worden gedaan bij het begin van elke volgende termijn.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de aangifte worden gedaan binnen vier dagen na vertrek van het schip, behoudens de in het tweede lid vermelde aangiften, mits ten genoegen van de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, zekerheid tot betaling is gesteld.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan worden betaald binnen tien dagen na aankomst van het schip, behoudens de in het tweede lid vermelde aangiften, mits ten genoegen van de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, zekerheid tot betaling is gesteld;

  • 5. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het vijfde lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de belastingaanslag en/of het nagevorderde bedrag.

Artikel 11 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het zeehavengeld.

Artikel 12 Kwijtschelding

Er wordt geen kwijtschelding verleend van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1. De Verordening Zeehavengeld 2010, vastgesteld in de raadsvergadering van 14 januari 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum, met dien verstande dat de Verordening Zeehavengeld 2010 van toepassing blijft op belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van heffing is de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Zeehavengeld 2011”.

Artikel 14 Bekendmaking

Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het Gemeenteblad. In een huis-aan-huisblad wordt meegedeeld dat de verordening voor een ieder kosteloos ter inzage ligt in het gemeentehuis. Daarnaast zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de gemeente.

Bijlage: Tarieventabel

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING ZEEHAVENGELD 2011

(Bedragen in euro’s)

A

B

Groep

Code

Omschrijving

per

BT

per

BT

per ton

lading

I

Zeeschepen, niet varende in lijndienst

Voor het gebruik van de haven voor ten hoogste één maand het in kolom A vermelde tarief, tenzij, ingeval er lading is, toepassing van het gecombineerde tarief in kolom B tot een lager bedrag leidt, in welk geval dat lagere bedrag is verschuldigd.

1.1

Algemeen tarief

0,938

0,297

0,477

1.2

Als de geloste dan wel ingenomen lading van het schip voor ten minste de helft van het gewicht bestaat uit:

1.2.1

steenkolen of cokes (niet zijnde petroleumcokes)

0,777

0,246

0,395

1.2.2

ertsen

0,703

0,230

0,355

1.3

bevoorradingsschip

0,623

0,206

0,314

1.4

containerschip

0,281

0,179

0,304

1.5

roll-on/roll-offschip; palletscarrier

0,394

0,163

0,116

1.6

olietanker

1,025

0,333

0,518

1.7

waddenkrabber

0,470

0,156

0,239

1.8

lashschip

0,704

0,223

0,359

1.9

cruiseschip

0,211

1.10

bijzondere bepaling:

1.10.1

indien bij binnenkomst als gevolg van de diepgangslimiet van de toeleidende vaarweg een deel van de nuttige scheepsruimte niet kan worden benut, wordt slechts havengeld geheven over een maximaal tonnage van 50.000 BT, met uitzondering van roll-on/roll-offschepen en cruiseschepen;

1.10.2

Voor een tanker met deellading, waarvan een deel van de lading een olieproduct is, geldt het olietankertarief;

1.10.3

op de BT-maat van het schip wordt een reductie van 8,5% toegepast bij olietankers die:

-in speciaal daartoe bestemde tanks gescheiden ballast kunnen vervoeren, en

-ontworpen, gebouwd, aangepast, uitgerust en geëxploiteerd worden als olietankers met gescheiden ballasttanks, met inbegrip van dubbelwandige olietankers en olietankers met een alternatief ontwerp, en beantwoorden aan de voorschriften van het Internationaal Verdrag betreffende de meting van schepen van 1969, en

-waarvoor een internationale meetbrief (1969) is afgegeven, en

-olieproducten lossen of laden.

1.10.4

Op het op grond van vorenstaande bepalingen van deze groep berekende belastingbedrag wordt een reductie van 6% toegepast bij schepen die in het bezit zijn van een Green Award, als genoemd in artikel 1 onder as van de verordening.

2

Op het algemeen tarief voor zeeschepen die de gemeente aandoen en waarvan ten minste de helft van de lading bestaat uit agribulk, worden als volgt frequentie-reducties toegepast:

2.1

vanaf 26 maal per jaar of vaker:

20%

2.2

van 12 tot 26 maal per jaar:

15%

2.3

van 6 tot 12 maal per jaar:

10 %

2.4

bijzondere bepalingen:

2.4.1

reducties worden niet onderling cumulatief toegepast;

2.4.2

Voor het schriftelijke van tevoren ingediende verzoek tot het verkrijgen van reductie moet aan de volgende vier voorwaarden worden voldaan:

-de zeeschepen doen de gemeente aan onder verantwoordelijkheid van dezelfde aangever voor de belasting;

-de zeeschepen varen in frequentie onder dezelfde reder, eigenaar of degene aan wie de schepen in gebruik zijn gegeven dan wel een combinatie van één van deze partijen;

-de zeeschepen laden of lossen telkens dezelfde ladingsoort;

-de zeeschepen hebben hetzelfde land of dezelfde landen van herkomst of bestemming buiten Europa.

3.

Op het steenkolen en cokes tarief voor zeeschepen met uitgaande lading met steenkolen of cokes in de short sea vaart, worden frequentie-reducties toegepast als volgt:

3.1

vanaf 208 maal per jaar of vaker:

50%;

3.2

van 104 tot 208 maal per jaar:

40%;

3.3

van 52 tot 104 maal per jaar:

30%;

3.4

van 26 tot 52 maal per jaar:

20%;

3.5

bijzondere bepalingen:

3.5.1

reducties worden niet onderling cumulatief toegepast;

3.5.2

Voor het schriftelijk van tevoren ingediende verzoek tot het verkrijgen van reductie moet aan de volgende vier voorwaarden worden voldaan:

-de zeeschepen doen de gemeente aan onder verantwoordelijkheid van dezelfde aangever voor de belasting;

-de zeeschepen varen in frequentie onder dezelfde reder, eigenaar of degene aan wie de schepen in gebruik zijn gegeven, dan wel een combinatie van één van deze partijen;

-de zeeschepen laden en/of lossen telkens dezelfde ladingsoort;

-de zeeschepen hebben hetzelfde land of dezelfde landen van bestemming binnen Europa.

(Bedragen in euro’s)

A

A

A

Groep

Code

Omschrijving

per

BT

per

BT

per ton

lading

II

Zeeschepen, varende in lijndienst

4.

Voor het gebruik van de haven en het genot van diensten voor ten hoogste één maand geldt het in kolom A vermelde tarief, tenzij, ingeval er lading is, toepassing van het gecombineerde tarief in kolom B tot een lager bedrag leidt, in welk geval dat lagere bedrag is verschuldigd

4.1.

shortsea algemeen tarief

0,389

0,190

0,332

4.2.

shortsea container tarief

0,229

0,118

0,332

4.3

shortsea roll-on/roll-off tarief

0,306

0,118

0,242

4.4

deepsea algemeen tarief

0,575

0,297

0,462

4.5

deepsea container tarief

0,275

0,174

0,304

4.6

deepsea roll-on/roll-off

0,289

0,140

0,295

4.7.

bijzondere bepalingen:

4.7.1.

er is sprake van een schip in lijndienst, indien het schip langer dan drie maanden direct voorafgaand aan het bezoek in lijndienst heeft gevaren op Zaanstad;

4.7.2.

het bepaalde in code 1.10.1 is van overeenkomstige toepassing.

4.7.3

Als de geloste dan wel ingenomen lading van een zeeschip, niet zijnde een containerschip, voor ten minste de helft van het gewicht bestaat uit containers, komt het, afhankelijk van de betreffende categorie, in aanmerking voor de tarieven 4.2, 4.5 of 4.8.2

4.8

Op schepen met een second call in de haven van Zaanstad, die voldoen aan de in artikel 1 onder ax van de Verordening Zeehavengeld genoemde voorwaarden, zijn de volgende tarieven van toepassing;

4.8.1.

deepsea algemeen

0,429

0,154

0,462

4.8.2.

deepsea container

0,205

0,105

0,304

4.8.3.

deepsea roll-on/roll-off

0,219

0,071

0,295

5.

Frequentiereducties.

5.1.

Op de tarieven, opgenomen in de codes 4.1 tot en met 4.6, en 4.8.1 tot en met 4.8.3, worden reducties voor een zeeschip dat de gemeente aandoet, als volgt toegepast:

5.1.2.

vier of meer keer per week:

35%

5.1.3.

twee- of driemaal per week:

30%;

5.1.4.

eenmaal per week:

25%

5.1.5.

eenmaal per twee weken:

20%

5.1.6.

eenmaal per vier weken:

15%

5.1.7.

eenmaal per acht weken:

10%

5.2.

Bijzondere bepalingen:

5.2.1.

bij de codes onder 5 worden bij de berekening van het aantal bezoeken mede in aanmerking genomen de bezoeken door een van tevoren aan de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge art. 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet aangemeld vervangend schip;

5.2.2.

reducties worden onderling niet cumulatief toegepast.

5.2.3.

Voor alle zeeschepen varende in dezelfde lijndienst geldt dezelfde frequentiereductie.

(Bedragen in euro’s)

A

A

A

Groep

Code

Omschrijving

per

BT

per

BT

per ton

lading

III

Overige tarieven

6.

Voor het gebruik van de haven en het genot van diensten voor ten hoogste een maand gelden de volgende tarieven:

6.1

indien geen lading wordt gelost of ingenomen:

0,305

6.2.

voor een werkschip

0,305

6.3.

voor een sleepboot

0,305

6.4.

bijzondere bepaling: de voorwaarden, vermeld in art. 6, aanhef en sub f, onder 1, zijn van overeenkomstige toepassing

7.

Voor een gebruik van de haven en het genot van diensten, met uitzondering van cruiseschepen en pleziervaart, voor niet langer dan 48 uur, mits geen lading wordt gelost of ingenomen en geen sleepdienst wordt verricht, geldt het volgende tarief

0,115