Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen

Geldend van 14-06-2012 t/m heden

Intitulé

Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen

De raad van de gemeente Zaanstad,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidisciminatievoorzieningen;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Zaanstad

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a. Wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • b. Besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • c. De antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • d. Klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet.

  • e. Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • f. Klager: klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • g. Ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de wet.

Artikel 3 Laagdrempelige antidiscriminatievoorziening

  • 1. Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht in hun directe leefomgeving te melden.

  • 2. De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden zowel bij de gemeente als bij een antidiscriminatievoorziening.

    • a.

      In een persoonlijk onderhoud;

    • b.

      per post;

    • c.

      per e-mail;

    • d.

      telefonisch.

  • 3. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de deskundigheid van de medewerkers van de gemeente die de meldingen opnemen en doorgeleiden naar een antidiscriminatievoorziening.

Artikel 4 Inrichting antidiscriminatievoorziening

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen de afhandeling van de klacht in handen van een onafhankelijke antidiscriminatievoorziening.

  • 2. Burgemeester en wethouders maken met deze antidiscriminatievoorziening afspraken over de afhandeling van de klachten en de periodieke rapportages daarover aan de gemeente

  • 3. De antidiscriminatievoorziening waarborgt in ieder geval een laagdrempelige toegankelijkheid van de voorziening voor ingezetenen

  • 4. De antidiscriminatievoorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen aan de voor klachtenbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

Artikel 5 Protocol klachtenbehandeling

  • 1. De antidiscriminatievoorziening maakt een protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van het besluit;

  • 2. Dit protocol regelt in ieder geval:

    • a.

      De afdoeningstermijn van klachten;

    • b.

      De wijze van afdoening van klachten;

    • c.

      De registratie van klachten.

    • d.

      de wijze van verslaglegging

  • 3. Dit protocol behoeft de goedkeuring van burgemeester en wethouders.

Artikel 6 Bekendmaking en Inwerkingtreding

  • Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening Antidiscriminatievoorziening Zaanstad.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 31 mei 2012.

De voorzitter
De griffier

Toelichting

Algemeen

De wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen legt het college van burgemeester en wethouders de verplichting op om toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening. Deze wet draagt de gemeenteraad op - met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze wet - om bij verordening regels vast te stellen over de inrichting van deze antidiscriminatievoorziening. De wet is nader ingevuld in een Algemene Maatregel van Bestuur vastgesteld op 16 september 2009: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorziening. Deze nadere uitwerking maakt het mogelijk de eerder genoemde verordening beknopt te houden.

 

De VNG-notitie Handreiking "Iedereen=Gelijk: lokale aanpak discriminatie" zal als ondersteuning dienen bij de uitvoering van de deze verordening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Deze bepaling behoeft geen toelichting.

 

Artikel 2

Zoals in het algemene deel van deze toelichting al aangegeven, is deze zorgplicht opgenomen in artikel 1 van de wet. In wetstechnische zin is het dan ook niet noodzakelijk om deze hier te herhalen. Er is voor gekozen om dat wel te doen, nu deze zorgplicht zozeer de kern van deze regelgeving uitmaakt. Het opnemen ervan draagt sterk bij aan de begrijpelijkheid van deze verordening.

Artikel 3

De wet vermeldt, dat de antidiscriminatievoorziening zich in de leefomgeving van burgers moet bevinden. De gemeente draagt er zorg voor dat de burger zich zowel fysiek als niet-fysiek kan melden. Voor de nodige laagdrempeligheid kan dan worden gezorgd door een doorverwijsfunctie of meldpunt te creëren bij bestaande gemeentelijke voorzieningen.

Bij de gemeente Zaanstad is zowel de meldpuntfunctie als de doorverwijsfunctie bij de afdeling Openbare Orde en Veiligheid (verder: OOV) belegd. Bij niet-fysiek melden kan de burger via sms, telefoon (14075), brief of email de klacht melden of indienen. Ook de intake van deze klachten berust bij de afdeling OOV.

 

Een laagdrempelige voorziening houdt tevens in dat op de gemeente een zorgplicht rust om ervoor zorg te dragen dat burgers kennis kunnen nemen van de mogelijkheden om een klacht te melden. In de gemeentegids staat reeds een verwijzing naar de voorziening.

De klachten die bij de gemeente Zaanstad binnenkomen worden bij de afdeling OOV geregistreerd en doorgeleid naar het Bureau Discriminatiezaken Zaanstreek-Waterland die de afhandeling op zich neemt. Met het bureau worden rapportageafspraken gemaakt opdat ook de gemeente kan rapporteren. Uiteraard zal op een zorgvuldige wijze met de klachtgegevens worden omgegaan.

 

Artikel 4

In het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorziening worden nadere regels gegeven m.b.t. de inrichting van een dergelijke voorziening. Kernpunt is, dat sprake is van een van de gemeente onafhankelijke voorziening. Daarnaast worden voorschriften gegeven m.b.t. de positie van de klager, de indiening van de klacht, de behandeling daarvan en de afdoening.

Eveneens wordt een uitwerking gegeven van de wijze van verslaglegging.

In Zaanstad bestaat al sinds 1996 een samenwerkingsverband met het Bureau Discriminatiezaken Zaanstreek-Waterland. De ervaringen met dit bureau zijn goed. Derhalve is ook na de inwerkingreding van wet en besluit deze samenwerking gecontinueerd als invulling van de daaruit voortvloeiende verplichtingen.  

Artikel 5

Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het besluit dat luidt: “De antidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten’. 

Artikel 6

Deze bepaling behoeft geen toelichting

Artikel 7

Deze bepaling behoeft geen toelichting