regeling Lex Silencio Positivo

Nota-toelichting

Één van de gevolgen van de inwerkingtreding van de Dienstenwet is de inwerkingtreding van een aantal extra artikelen in de Algemene wet bestuursrecht waarin de Lex Silencio Positivo (verder: LSP) wordt geregeld. De LSP houdt in dat een vergunning wordt geacht te zijn verleend bij het uitblijven van een antwoord binnen een gestelde termijn door het bevoegde orgaan op een aanvraag van een vergunning.

Er is tijd tot 1 januari 2012 om per vergunningstelsel te bezien of LSP van toepassing verklaard zal worden (vergunningstelsels waarbij de gemeente kan kiezen), of juist niet onder de werking van LSP gebracht moet worden. Dit laatste is mogelijk wanneer er dwingende redenen van algemeen belang zijn om af te zien van de LSP. Ook al is er een overgangsregime in de Dienstenwet opgenomen; artikel 13, vierde lid van de Dienstenrichtlijn verplicht de gemeenten toch om vóór 28 december 2009 te beoordelen of een dwingende reden van algemeen belang zich al dan niet verzet tegen de toepassing (in de toekomst) van de LSP.

Voor de vier genoemde vergunningstelsels is het van rechtswege verlenen van een vergunning onwenselijk uit oogpunt van dwingende redenen van algemeen belang. Bij de toets of een exploitatievergunning verleend kan worden komen aspecten van openbare orde aan bod en de BIBOB-toets. In de overige benodigde vergunningen voor een horecabedrijf komen deze niet aan de orde. Bij een van rechtswege verleende vergunning is de toets op deze aspecten niet meer mogelijk en kan een onwenselijke situatie ontstaan. De onomkeerbaarheid van de verleende vergunningen voor seksinrichtingen, (grote) evenementen, en speelautomatenhallen is om dwingende redenen van algemeen belang ook ongewenst.