Regeling vervallen per 31-12-2011

Verordening stimuleringsleningen funderingsherstel 2010 - 2011

Geldend van 01-01-2010 t/m 30-12-2011

Intitulé

Verordening stimuleringsleningen funderingsherstel 2010 - 2011

VERORDENING STIMULERINGSLENINGEN FUNDERINGSHERSTEL ONDERZOEK- EN ACTIEGEBIEDEN 2010 - 2011

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Actiegebieden: de gebieden waar het college heeft bepaald dat, gezien de omstandigheden directe actie noodzakelijk is en de eigenaren gedurende een bepaalde periode gebruik mogen maken van deze verordening.

  • 2.

    Basislening: een stimuleringslening op hypothecaire basis, waarop iedere eigenaar die valt onder het toepassingsbereik van de verordening aanspraak kan maken mits het Stimuleringsfonds een positieve kredietbeoordeling heeft afgegeven.

  • 3.

    Bouwkrediet: de hypotheeksom wordt op het moment van afsluiting voor het gehele bedrag in depot gezet, het bouwkrediet. De declaraties worden uit het depot betaald.

  • 4.

    Bouwkundige eenheid: de woningen in een bouwblok, die constructief onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn en/of een gezamenlijke fundering hebben.

  • 5.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad.

  • 6.

    Commerciële verhuurder: een stimuleringslening op hypothecaire basis, waar iedere eigenaar die valt onder het toepassingsbereik van de verordening aanspraak op kan maken mits het Stimuleringsfonds een positieve kredietbeoordeling heeft afgegeven.

  • 7.

    Draagkrachttoets: een toets om op basis van het inkomen en het vermogen van de eigenaar de financieringsruimte vast te stellen en hoe de financieringsruimte zich naar verwachting in de toekomst zal ontwikkelen.

  • 8.

    Eigenaar: in deze verordening wordt met het begrip eigenaar, naast degene met het meest omvattende zakelijk recht op een particuliere woning, mede verstaan:

    • -

      degene die het recht van erfpacht heeft.

    • -

      de houder van het recht van opstal.

    • -

      de gerechtigde tot een appartementsrecht.

  • 9.

    Eigenaarbewoner: de eigenaar, tevens bewoner van de woning.

  • 10.

    Financieringsruimte: de financiële ruimte die de eigenaar heeft voor het betalen van de rente en aflossing van de lening.

  • 11.

    Funderingsherstel: het geheel van maatregelen dat leidt tot het volledig opheffen van bouwtechnische gebreken aan de fundering van een woning en de gevolgschade aan de woning die hiermee direct samenhangt.

  • 12.

    Jaarannuïteit: vaste jaarlijkse betaling bestaat uit een rente- en een aflossingsdeel.

  • 13.

    Kosten van funderingsherstel: het totaal van de door het college goedgekeurde kosten waarover een stimuleringslening kan worden toegekend.

  • 14.

    Kredietbeoordeling: het oordeel van het Stimuleringsfonds of de hypotheek verstrekt kan worden, op basis van de draagkrachttoets, het raadplegen van het BKR (Bureau Krediet Registratie) en de beoordeling van het resterende budget in het revolverend fonds.

  • 15.

    Marktrente: het rentepercentage dat op het moment van ontvangst van de volledige aanvraag wordt gehanteerd voor hypothecaire leningen met een rentevaste periode van 15 jaar.

  • 16.

    Onderzoeksgebieden: de gebieden waar in opdracht van het college grootschalig funderingsonderzoek is gedaan.

  • 17.

    Particuliere woning: een woning die in eigendom is van de bewoner of de bewoner van een deel van de bouwkundige eenheid en die in hoofdzaak bestemd en in gebruik is voor zelfstandige permanente bewoning

  • 18.

    Rentevaste periode: de rentevaste periode is 20 jaar en de rente wordt gebaseerd op de marktrente met een rentevaste periode van 15 jaar.

  • 19.

    Revolverend fonds: het geheel van de fondsdelen waaruit het college, op grond van de deelnemingsovereenkomst met het Stimuleringsfonds, stimuleringsleningen kan toekennen, en waarin de rente en de aflossingen over deze leningen worden teruggestort.

  • 20.

    Stimuleringsfonds: de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten te Hoevelaken (SVn).

  • 21.

    Stimuleringslening: een laagrentende lening op basis van een hypotheekrecht op de woning voor funderingsherstel, die door het Stimuleringsfonds wordt verstrekt ten laste van het gemeentelijke revolverend fonds, een en ander op voordracht van het college.

  • 22.

    Subsidie: feitelijk wordt de financiële steun gegeven in de vorm van een stimuleringslening.

  • 23.

    Subsidieplafond: het budget dat door de raad van de gemeente Zaanstad is vastgesteld en ten hoogste beschikbaar wordt gesteld voor het project funderingsherstel. Wanneer dit budget is uitgeput worden geen leningen meer verstrekt.

  • 24.

    Uitvoeringsregels: de toetsingscriteria die het Stimuleringsfonds toepast bij het verstrekken van stimuleringsleningen.

  • 25.

    Urgent funderingsherstel: de situatie waarin naar het oordeel van het college het treffen van een bouwtechnische voorziening direct dient te worden uitgevoerd om (verdere) schade te voorkomen.

  • 26.

    Vangnetlening: een stimuleringslening op maat gemaakt voor eigenaarbewoners wanneer de basisregeling financieel niet haalbaar is.

  • 27.

    Woning: woonruimte die in hoofdzaak bestemd is en in gebruik voor zelfstandige permanente bewoning.

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

  • 1. De verordening is van toepassing op de aanvragen voor stimuleringsleningen van eigenaren van particuliere woningen voor de kosten voor het opheffen van bouwtechnische gebreken aan de houten fundering en de gevolgschade aan de woning die hiermee direct samenhangt, gebouwd voor 1970 en gelegen in de onderzoeksgebieden en de actiegebieden van de gemeente Zaanstad.

  • 2. De verordening is niet van toepassing op aanvragen voor een vangnetlening voor een woning waarvan de eigenaar na 1 januari 2002, het eigendom heeft verkregen of de hypotheek heeft verhoogd zonder dit te besteden aan onderhoud en woningverbetering.

Artikel 3 Actiegebieden en onderzoeksgebieden

  • 1. Het college heeft actiegebieden aangewezen, waardoor de eigenaren van particuliere woningen in deze gebieden gedurende een bepaalde periode gebruik mogen maken van deze verordening.

  • 2. Het college heeft in een aantal gebieden grootschalig funderingsonderzoek laten verrichten. Dit zijn de onderzoeksgebieden. De eigenaren van particuliere woningen in deze onderzoeksgebieden mogen gedurende een bepaalde periode gebruik maken van deze verordening.

  • 3. Voor elk actiegebied en onderzoeksgebied gelden specifieke voorwaarden. Zie bijlage 1.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1. Het project funderingsherstel kent een subsidieplafond.

  • 2. Er kunnen nooit meer subsidies worden toegekend dan dat er middelen aanwezig zijn.

  • 3. Bij dreigende overschrijding van het beschikbare subsidiebudget zal toekenning plaatsvinden in volgorde van ontvangst van de subsidieaanvraag.

  • 4. Het college kan nadere voorwaarden en beperkingen stellen om te bereiken dat het budget gedurende de looptijd van de verordening op een afgewogen wijze ingezet wordt.

Hoofdstuk 2 Stimuleringslening algemeen

Artikel 5 Stimuleringslening

  • 1. De subsidie bestaat uit een laagrentende lening voor de goedgekeurde kosten van het funderingsherstel.

  • 2. De stimuleringslening wordt verstrekt op hypothecaire basis.

  • 3. De stimuleringslening bestaat in de vorm van een basislening of een vangnetlening.

  • 4. De maximale hoogte van de lening wordt door de gemeente vastgesteld. De eigenaar kan kiezen voor een lager bedrag.

  • 5. Het college stelt een rentekorting vast van maximaal 3 % op de gehanteerde marktrente. Echter de rente kan nooit lager worden dan 2%.

  • 6. De lening wordt afgelost volgens jaarannuïteiten.

  • 7. De looptijd bedraagt 20 jaar.

  • 8. De rente is vast gedurende de gehele looptijd.

  • 9. De eigenaar sluit de feitelijke stimuleringslening af bij het Stimuleringsfonds.

Artikel 6 Basislening

  • 1. Voor de basislening komt in aanmerking de eigenaar van een particuliere woning.

  • 2. De basislening bedraagt maximaal € 45.000,00 exclusief het duurzaamheid pluspakket, genoemd in artikel 10 en € 50.000,00 inclusief het duurzaamheid pluspakket. Voor het actiegebied Wilhelminastraat/Weiver geldt een maximum voor de basislening van € 60.000,00 exclusief het duurzaamheid pluspakket en € 65.000 inclusief het duurzaamheid pluspakket.

Artikel 7 Vangnetlening

  • 1. Voor de vangnetlening komt in aanmerking de eigenaarbewoner van een particuliere woning.

  • 2. De vangnetlening bedraagt maximaal € 45.000,00 met uitzondering van het actiegebied Wilhelminastraat/Weiver, waar het maximum is vastgesteld op € 60.000,00.

  • 3. Het college verstrekt een vangnetlening indien de financiële draagkracht van de eigenaarbewoner onvoldoende is voor de lasten van de basislening en het huishouden niet over vermogen, eigen geld of inkomen beschikt wat ingezet kan worden voor de kosten van het funderingsherstel. De looptijd, het rentepercentage en de aflossing worden afgestemd op de financiële draagkracht.

  • 4. Het college baseert zijn oordeel over lid 3 op een bindend advies van het Stimuleringsfonds.

  • 5. Het college verstrekt geen vangnetlening voor een woning waarvan de eigenaar na 1 januari 2002, het eigendom heeft verkregen of de hypotheek heeft verhoogd zonder dit te besteden aan onderhoud en woningverbetering.

Artikel 8 Subsidiabele kosten van funderingsherstel en het duurzaamheidspakket

  • 1. De volgende kosten kunnen in aanmerking komen voor de stimuleringslening:

    • a.

      De aanneemsom voor de bouwtechnische voorzieningen.

    • b.

      De kosten voor eventuele tijdelijke huisvesting tot een maximum van € 1.500.

    • c.

      De kosten voor het plaatsen of terugplaatsen van de keuken tot een maximum van € 1.000 .

    • d.

      De kosten voor het plaatsen of terugplaatsen van de vloerbedekking op de begane grond tot een maximum van € 1.500.

    • e.

      De kosten voor het plaatsen of terugplaatsen van de verwarmingselementen tot een maximum van € 2.200.

    • f.

      De notariskosten.

    • g.

      De leges voor de vereiste vergunningen.

    • h.

      De verschuldigde omzetbelasting, voor zover die door de eigenaar niet kan worden terugontvangen.

    • i.

      De kosten voor het afsluiten van de stimuleringslening.

  • 2. De bouwtechnische voorzieningen en de kosten daarvan dienen te worden goedgekeurd door het college.

Artikel 9 Bouwtechnische voorzieningen

Onder bouwtechnische voorzieningen vallen in ieder geval de volgende onderdelen:

  • 1.

    Het verbeteren van een fundering op palen, waaronder wordt verstaan:

    • -

      het ontgraven van de fundering.

    • -

      het slaan of pulsen van nieuwe palen.

    • -

      het maken van inkassingen

    • -

      het aanbrengen van beton/stalen balken en/of begane grond vloer

    • -

      van beton.

    • -

      het aanhelen van funderingsmetselwerk.

  • 2.

    Het herstel van gevels en dragende muren, waaronder wordt verstaan het noodzakelijk vervangen van steens of halfsteens metselwerk of spouwmuur of vergelijkbare dragende constructies.

  • 3.

    Het herstel van vloerconstructies, waaronder wordt verstaan:

    • -

      het slopen van plinten en verrotte vloerdelen.

    • -

      het slopen van verrotte balken of het waterpas stellen van bestaande balken.

    • -

      het aanbrengen van (nieuwe) balken en/of vloeren of vloerdelen.

    • -

      het aanbrengen van nieuwe plinten.

  • 4.

    Het herstel van schade aan onderdelen van de woning, die direct samenhangt met of noodzakelijkerwijs voortvloeit uit het uitvoeren van de bouwtechnische voorzieningen als bedoeld onder a, b en c.

  • 5.

    De volgende kosten van energiebesparende maatregelen kunnen, in combinatie met funderingsherstel, in aanmerking komen voor de basislening:

  • a.

    Dakisolatie tot een maximum van € 500 mits de isolatiematerialen tenminste per isolatiesoort een warmteweerstand waarde van =1,5 R hebben.

  • b.

    Vloerisolatie tot een maximum van € 1.000 mits de isolatiematerialen tenminste per isolatiesoort een warmteweerstand waarde van =2,5 R hebben.

  • c.

    Spouwmuurisolatie tot een maximum van € 1.000 mits de isolatiematerialen tenminste per isolatiesoort een warmteweerstand waarde van =1,3 R hebben.

  • d.

    Isolerend glas in de klasse HR++, tot een maximum van € 1.500.

  • e.

    HR - combiketel met hoog warm tapwater rendement van minimaal 72,5%, tot een maximum van € 1.000.

Artikel 10

Vervallen

Hoofdstuk 3 Aanvraag, verstrekking en uitvoering van de stimuleringslening

Artikel 11 Aanvraagprocedure stimuleringslening

  • 1. De procedure start met de aanvraag van een draagkrachttoets bij de gemeente, de zogenaamde kladbloktoets. Deze toets wordt gedaan aan de hand van:

    • -

      begroting van de kosten van de bouwtechnische voorzieningen.

    • -

      gegevens over de lopende hypotheken.

    • -

      gegevens over andere schulden.

    • -

      inkomens- en vermogensgegevens.

    • -

      opgave van betalingsachterstanden.

    • -

      een recente belastingopgave.

  • 2. Na een positieve draagkrachttoets wordt, voorafgaande aan de beoogde activiteiten, de formele leningaanvraag schriftelijk ingediend met het daarvoor vastgestelde aanvraagformulier en de voor de beoordeling van de aanvraag relevante bijlagen, waaronder:

    • -

      een aannemingsovereenkomst getekend door de eigenaar en de aannemer.

    • -

      een gespecificeerde begroting van de kosten van de bouwtechnische voorzieningen.

    • -

      een bewijs van eigendom.

    • -

      de uitslag van de draagkrachttoets.

  • 3. De aanvraag wordt door of namens de eigenaar van de particuliere woning ingediend.

  • 4. Het college kan van de aanvrager nadere gegevens verlangen, voor zover dat ter beoordeling van de aanvraag nodig is.

Artikel 12 Volgorde behandeling aanvragen

  • 1. De aanvragen worden in volgorde van ontvangst van de subsidieaanvraag in behandeling genomen.

  • 2. Alleen volledige aanvragen die ontvangen zijn voor 31 december 2011 worden in behandeling genomen.

  • 3. Het college kan besluiten af te wijken van de in lid 1 genoemde volgorde indien de aanvraag eerder op basis van artikel 4 is afgewezen en het subsidieplafond nadien is verhoogd.

Artikel 13 Weigeringsgronden

  • 1. In aanvulling op het bepaalde in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de stimuleringslening geweigerd indien:

    • a.

      Met het funderingsherstel is begonnen voordat een beslissing op de aanvraag is genomen.

    • b.

      De woning in eigendom is van een woningcorporatie, een bedrijf of een commerciële verhuurder.

    • c.

      Niet bij alle woningen in dezelfde bouwkundige eenheid de fundering wordt hersteld.

    • d.

      De woning naar verwachting van het college binnen een periode van tien jaar zal worden afgebroken.

    • e.

      De woning na het treffen van de bouwtechnische voorzieningen niet voldoet aan wettelijke eisen van constructieve veiligheid en stabiliteit.

    • f.

      De aanvraag bouwtechnische voorzieningen betreffen die niet als sober en doelmatig worden gezien.

    • g.

      De kosten van de bouwtechnische voorzieningen niet in verhouding staan tot de waarde van de woning. De kosten van de bouwtechnische voorzieningen mogen maximaal 50% van de huidige WOZ waarde bedragen.

    • h.

      Het naar verwachting van het college niet voldoende aannemelijk is dat de woning waaraan de bouwtechnische voorzieningen worden getroffen na het treffen van de bouwtechnische voorzieningen nog minimaal 25 jaar in stand zal blijven.

    • i.

      De draagkrachttoets negatief is.

    • j.

      Het niet aannemelijk is dat de eigenaar de kosten van de bouwtechnische voorzieningen kan dragen.

    • k.

      Niet voldaan is aan het bepaalde in deze verordening.

    • l.

      Het subsidieplafond bereikt is of met voorliggende subsidieaanvragen bereikt zal worden.

    • m.

      Er een negatieve kredietbeoordeling door het Stimuleringsfonds wordt afgegeven.

  • 2. Het college kan op verzoek in urgente gevallen afwijken van het bepaalde in lid 1 onder a.

Artikel 14 Voorlopige toekenning basislening

  • 1. De beschikking tot voorlopige toekenning van een stimuleringslening wordt pas genomen nadat alle eigenaren van woningen in dezelfde bouwkundige eenheid besloten hebben de fundering te herstellen. Het criterium dat hierbij wordt gehanteerd is dat alle eigenaren een bouwvergunning voor de fundering hebben aangevraagd.

  • 2. De beschikking tot voorlopige toekenning van een stimuleringslening wordt onder voorwaarden verleend. Naast de voorwaarden genoemd in artikel 17 geldt als ontbindende voorwaarde dat het Stimuleringsfonds een positieve kredietbeoordeling afgeeft.

  • 3. De eigenaar kan met de voorlopige toekenning en het aanvraagformulier, welke bij de voorlopige toekenning als bijlage is verstrekt, bij het Stimuleringsfonds een offerte voor een basislening aanvragen.

  • 4. Het Stimuleringsfonds doet een kredietbeoordeling en bij een positieve kredietbeoordeling brengt het Stimuleringsfonds aan de eigenaar een offerte uit.

  • 5. Na het tekenen van de offerte kan een notariële akte opgesteld worden tussen de eigenaar en het Stimuleringsfonds voor het vestigen van een hypotheek.

  • 6. Het geleende geldbedrag wordt, samen met de eventuele eigen middelen, gestort in een bij het Stimuleringsfonds te openen bouwkrediet.

Artikel 15 Voorlopige toekenning vangnetlening

  • 1. De beschikking tot voorlopige toekenning van een stimuleringslening wordt pas genomen nadat alle eigenaren van woningen in dezelfde bouwkundige eenheid besloten hebben de fundering te herstellen. Het criterium dat hierbij wordt gehanteerd is dat alle eigenaren een bouwvergunning voor de fundering hebben aangevraagd.

  • 2. De beschikking tot voorlopige toekenning van een stimuleringslening wordt onder voorwaarden verleend. Naast de voorwaarden genoemd in artikel 17 geldt als ontbindende voorwaarde dat het Stimuleringsfonds een positieve kredietbeoordeling en een positief advies afgeeft.

  • 3. De eigenaar kan met de voorlopige toekenning en het aanvraagformulier, welke bij de voorlopige toekenning als bijlage is verstrekt, bij het Stimuleringsfonds een offerte voor een vangnetlening aanvragen.

  • 4. Het Stimuleringsfonds doet een kredietbeoordeling en brengt aan de gemeente een advies. Het Stimuleringsfonds maakt hierbij gebruik van haar uitvoeringsregels.

  • 5. Het college neemt op basis van het advies als genoemd in lid 4 een besluit. Bij een positief advies en een positieve kredietbeoordeling neemt zij een besluit tot voorlopige toekenning van de vangnetlening.

  • 6. De beschikking tot voorlopige toekenning van de vangnetlening als bedoeld in lid 5 vervangt de beschikking als bedoeld in lid 1. Een kopie van de beschikking tot voorlopige toekenning van de vangnetlening wordt toegestuurd aan het Stimuleringsfonds.

  • 7. Het Stimuleringsfonds brengt aan de eigenaar een offerte inclusief een betalingsschema uit voor de vangnetlening. Het Stimuleringsfonds maakt hierbij gebruik van haar uitvoeringsregels.

  • 8. Na het tekenen van de offerte kan een notariële akte opgesteld worden tussen de eigenaar en het Stimuleringsfonds voor het vestigen van een hypotheek.

  • 9. Het geleende geldbedrag wordt, samen met de eventuele eigen middelen, gestort in een bij het Stimuleringsfonds te openen bouwkrediet.

Artikel 16 Beslistermijn voorlopige toekenning

  • 1. Het college neemt binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag een besluit als bedoeld in artikel 11.

  • 2. Het college kan beslissen de termijn eenmaal met ten hoogste 8 weken verlengen.

Artikel 17 Voorwaarden en verplichtingen

  • 1. Het funderingsherstel dient binnen 8 maanden na het openen van het bouwkrediet te worden voltooid.

  • 2. De door het college met controle belaste ambtenaren dienen op de door die personen te bepalen tijdstippen:

    • a.

      Toegang te verlenen tot de woning.

    • b.

      Inzage te verlenen in de op het treffen van de bouwtechnische voorzieningen betrekking hebbende stukken en tekeningen.

    • c.

      De gelegenheid te geven tot het controleren van de op het treffen van de bouwtechnische voorzieningen betrekking hebbende gegevens.

  • 3. De eigenaar is verplicht de stukken en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van deze verordening te verstrekken.

  • 4. Bij verkoop van de woning is de eigenaar verplicht om het schuldrestant van de stimuleringslening af te lossen.

  • 5. De eigenaar geeft toestemming voor het plaatsen van de funderingsgegevens van de woning op de website van de gemeente Zaanstad.

Artikel 18 Uitvoering van de werkzaamheden

Het bouwkrediet wordt geleidelijk beschikbaar gesteld op basis van door het college goedgekeurde declaraties.

Artikel 19 Toestemming voor meerwerk

  • 1. Het college kan, tijdens het funderingsherstel, op verzoek van de eigenaar toestemming geven om af te wijken van de goedgekeurde bouwtechnische voorzieningen.

  • 2. Die toestemming wordt slechts verleend indien:

    • a.

      De toestemming wordt gevraagd voordat de wijziging is uitgevoerd.

    • b.

      De afwijking naar het oordeel van het college noodzakelijk is.

    • c.

      Een gespecificeerde begroting van de kosten van de afwijking is ingediend.

    • d.

      Er voldoende financiële waarborgen zijn.

    • e.

      Door de afwijking geen strijd ontstaat met enige bepaling in deze verordening.

  • 3. Indien toestemming tot afwijking wordt verleend, ontvangt de eigenaar een aangepaste beschikking zoals bedoeld in artikel 14 of 15 lid 1.

Artikel 20 Verantwoording

  • 1. Alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot het funderingsherstel worden met een declaratieformulier ingediend bij de gemeente.

  • 2. De eigenaar meldt bij het indienen van het laatste declaratieformulier, dat het funderingsherstel gereed is en verzoekt om vaststelling van de lening.

  • 3. Het laatste declaratieformulier dient uiterlijk 10 maanden na het openen van het bouwkrediet te zijn ingediend.

Artikel 21 Vaststelling

  • 1. Het college beslist over de vaststelling van de subsidie binnen 8 weken na ontvangst van de in artikel 20 bedoelde gegevens.

  • 2. Het college kan de beslissingstermijn eenmaal met ten hoogste 12 weken verlengen.

  • 3. De eigenaar moet hebben voldaan aan de gestelde voorwaarden en verplichtingen in deze verordening en in de verleningsbeschikking.

  • 4. De hoogte van de vast te stellen stimuleringslening wordt berekend op basis van de ingediende rekeningen en betalingsbewijzen voor de bij verlening aanvaarde kosten van de bouwtechnische voorzieningen op basis van de werkelijke kosten van de bouwtechnische voorzieningen.

  • 5. De vastgestelde stimuleringslening bedraagt niet meer dan het voorlopig toegekende leningsbedrag.

  • 6. In het bouwkrediet overblijvende middelen worden afgeboekt op de lening. De overeengekomen maandlasten blijven hierbij gehandhaafd. De looptijd van de lening wordt hierdoor korter.

  • 7. Het college stelt op eigen initiatief de stimuleringslening vast indien 12 maanden na het openen van het bouwkrediet nog geen vaststellingsverzoek is gedaan.

Artikel 22 Intrekking

  • 1. Het college kan de beschikking tot voorlopige toekenning of vaststelling van de stimuleringslening geheel of gedeeltelijk intrekken als:

    • a.

      Er niet is voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde verplichtingen.

    • b.

      Het Stimuleringsfonds een negatieve kredietbeoordeling geeft.

    • c.

      De subsidie is toegekend of vastgesteld op grond van onjuiste gegevens.

    • d.

      De bouwvergunning is geweigerd.

    • e.

      Er binnen 16 maanden na de toekenning geen gebruik van is gemaakt.

  • 2. Het college trekt de beschikking in ieder geval in als de eigenaar meldt dat hij afziet van het treffen van bouwtechnische voorzieningen.

  • 3. Bij de intrekking kan het college de verstrekte stimuleringslening geheel of gedeeltelijk opeisen, eventueel met de mogelijkheid van beslaglegging.

  • 4. De ontvanger is verplicht om binnen 30 dag na de schriftelijke mededeling van de gemeente te voldoen aan de vordering zoals gesteld in lid 3.

Artikel 23 Wijzigen vangnetlening

  • 1. Op verzoek van de eigenaar kan het college de beschikking tot voorlopige toekenning van de stimuleringslening wijzigen indien het noodzakelijk is om de voorwaarden waaronder de vangnetlening is toegekend te herzien.

  • 2. Indien de wijziging niet noodzakelijk is, zijn de kosten van de herziening voor rekening van de eigenaar.

  • 3. Het college kan regels stellen om periodiek te toetsen of op basis van het inkomen en / of het vermogen een vangnetlening nog noodzakelijk is.

Hoofdstuk 4 Slot en overgangsbepalingen

Artikel 24 Wijziging van de uitvoeringsregels

  • 1. Het college kan de uitvoeringsregels in overleg met het Stimuleringsfonds wijzigen.

  • 2. Het college kan de hoogte van de bedragen genoemd in deze verordening wijzigen.

Artikel 25 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, afwijken van het bepaalde in deze verordening, indien een strikte toepassing daarvan zal leiden tot een onevenredige benadeling van de aanvrager.

Artikel 26 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening stimuleringsleningen funderingsherstel 2010 - 2011'.

Artikel 28 Inwerkingtreding en looptijd

  • 1.

    De regeling treedt op 1 januari 2010 in werking.

  • 2.

    De regeling is van kracht tot 31 december 2011.

  • 3.

    De Regeling Financiële Stimulering Funderingsherstel vastgesteld door de raad op 20 december 2001 is gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze regeling ingetrokken.

Aldus besloten in de raadsvergadering van 17 december 2009

voorzitter,

raadsgriffier,

Bijlage 1: Overzicht onderzoeksgebieden en actiegebieden

Onderzoeksgebieden

Periode

Subsidieplafonds

Fase 1 – Onderzoek uitgevoerd in 2000/ 2001

T/m eind 2011

Er geldt een maximum budget.

Fase 2 – Onderzoek uitgevoerd in 2008/ 2009

T/m eind 2011

Er geldt een maximum budget.

Fase 1 – Onderzoek uitgevoerd in 2000/ 2001

De door de gemeente aangewezen onderzoeksgebieden in:

• de Burgemeestersbuurt, de Bomenbuurt en de Waddenbuurt in Zaandam

• de Bomenbuurt in Zaandijk

• de Kieftstraat en omgeving in Koog aan de Zaan

• ten noorden en zuiden van de Leliestraat in Koog aan de Zaan (Bloemenbuurt).

Fase 2 – Onderzoek uitgevoerd in 2008/ 2009

De door de gemeente aangewezen onderzoeksgebieden in:

• de Havenbuurt in Zaandam

• de Schildersbuurt in Zaandam

• de Indische Buurt in Wormerveer

de Elektrabuurt in Wormerveer

• Oud Rooswijk in Zaandijk.

Voor nadere gegevens zie de website www.zaanstad.nl/funderingsherstel. Hier vindt u overzichtskaartjes en de applicatie voor het bekijken van de funderingsgegevens.

Actiegebieden

Rosmolen -Dwarsstraten

Tm eind 2011

Maximaal 50 woningen / leningen

Wilhelminastraat/Weiver

Tm november 2010

Maximaal 30 woningen / leningen