Regeling vervallen per 01-01-2010

Beleidsregels re-integratie Zaanstad 2008

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2009

Intitulé

Beleidsregels re-integratie Zaanstad 2008

BELEIDSREGELS RE-INTEGRATIE ZAANSTAD

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

De gemeente

de gemeente Zaanstad

Het college

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

De wet

Wet werk en bijstand

loaw

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

arbeidsongeschikte werkloze werknemers

loaz

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

Voor het overige gelden de begripsbepalingen van de wet onverkort voor deze beleidsregels.

Hoofdstuk 2 Re-integratie

Artikel 2 Algemeen geaccepteerde arbeid

Artikel 9, eerste lid, onder a, van de wet en artikel 37, eerste lid, van de loaw/loaz bepalen dat belanghebbende naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid dient te verkrijgen. Voor deze verplichting is mede van belang welke arbeid algemeen geaccepteerd wordt geacht.

Algemeen geaccepteerde arbeid is alle arbeid die maatschappelijk aanvaard is en die niet ingaat tegen de integriteit van de persoon, waarbij zover dit mogelijk is wordt aangesloten bij de opleiding, ervaring en capaciteiten van de belanghebbende. De volgende uitgangspunten gelden als het gaat om de interpretatie van het begrip "ingaan tegen de integriteit":

  • a.

    Er is sprake van ingaan tegen de integriteit van de persoon bij werk in de prostitutie, bij illegale arbeid of bij arbeid tegen een lager salaris dan het voorgeschreven wettelijk minimum.

  • b.

    Van ingaan tegen de integriteit van de persoon kan ook sprake zijn als het werk indruist tegen zijn (geloofs)overtuiging.

  • c.

    Met indruisen tegen de integriteit van de persoon wordt niet bedoeld dat de belanghebbende werk mag weigeren dat hij onder zijn niveau vindt.

Artikel 3 Tijdelijke ontheffing alleenstaande ouders

Alleenstaande ouders met kinderen tot 12 jaar waarvan uit onderzoek blijkt dat zij de zorg voor kinderen niet kunnen combineren met een fulltime baan, worden niet verplicht fulltime te werken, maar tenminste 24 uur.

Artikel 4 Trajectduur en trajectkosten

  • 1. Bij individuele inkoop van trajecten wordt geen maximum verbonden aan trajectduur en trajectkosten.

  • 2. Individuele inkoop van re-integratieinstrumenten wordt besproken in een speciale interne commissie, waarin teamleider, kwaliteitsondersteuning en de betrokken consulent zitting hebben.

  • 3. In deze commissie vindt toetsing plaats op o.a. de effectiviteit van het in te zetten instrument en de doelmatigheid van het instrument.

Hoofdstuk 3 Premie arbeidsinschakeling

Artikel 5 Algemene bepalingen premie arbeidsinschakeling

  • 1.

    De premie kan op schriftelijke aanvraag of ambtshalve worden toegekend.

  • 2.

    De premie kan worden teruggevorderd indien deze is verleend als gevolg van het niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens door de uitkeringsgerechtigde.

  • 3.

    De premie kan worden verrekend met vorderingen die het college op de uitkeringsgerechtigde heeft.

Artikel 6 Premie arbeidsinschakeling bij deeltijdarbeid

Bij gedeeltelijke uitstroom uit de uitkering door werkaanvaarding geldt het volgende:

  • 1.

    Het recht op betaling van een premie ontstaat nadat de cliënt in het jaar volgende op de werkaanvaarding, 6 maanden arbeid in dienstbetrekking heeft verricht.

  • 2.

    De cliënt ontvangt een eenmalige premie.

  • 3.

    De hoogte van de premie komt overeen met 6 maal een maandbedrag. Dit maandbedrag is gebaseerd op 25 % van de gemiddelde maandinkomsten tot een in artikel 31, tweede lid, onder o, van de wet genoemd maximumbedrag per maand.

  • 4.

    De cliënt heeft onmiddellijk voorafgaand aan zijn indiensttreding tenminste 6 maanden ononderbroken uitkering voor levensonderhoud ontvangen op grond van de wet, de loaw of loaz.

  • 5.

    De premie wordt slechts eenmaal binnen een periode van 5 jaar verstrekt.

  • 6.

    Bij deeltijdwerkaanvaarding van beide partners heeft elke partner recht op de deeltijdpremie waarbij de totale premie voor het echtpaar niet meer kan bedragen dan in artikel 31, tweede lid, onder o, van de wet wordt genoemd.

Artikel 7 Premie arbeidsinschakeling voor voltijd uitstroom

Bij uitstroom uit de uitkering door werkaanvaarding geldt het volgende:

  • 1.

    De premie wordt in een bedrag uitgekeerd namelijk een maand na de werkaanvaarding.

  • 2.

    De cliënt ontvangt een eenmalige premie van € 1750,-.

  • 3.

    De eenmalige premie wordt eveneens verstrekt aan degene die vanuit een Zaanse Trajectbaan of een door de gemeente ingekochte verloningsconstructie aansluitend arbeid in dienstbetrekking aanvaardt, waarmee volledig in de kosten van bestaan kan worden voorzien.

  • 4.

    Stroomt cliënt binnen 5 jaar na aanvangsdatum van een parttime dienstverband volledig uit en heeft hij al een premie arbeidsinschakeling deeltijdarbeid ontvangen in die 5 jaar, dan wordt de op basis van artikel 6 verstrekte premie aangevuld tot € 1750,-.

  • 5.

    De cliënt heeft onmiddellijk voorafgaand aan zijn indiensttreding tenminste 6 maanden ononderbroken uitkering voor levensonderhoud ontvangen op grond van de wet, de loaw of loaz.

  • 6.

    De premie wordt slechts eenmaal binnen een periode van 5 jaar verstrekt.

  • 7.

    Indien cliënt binnen 12 maanden na aanvaarden van het werk een beroep doet op een uitkering op grond van de wet, de loaw of de loaz, wordt de premie verrekend met de toe te kennen uitkering.

Artikel 8 Premie arbeidsinschakeling voor (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten

  • Een jaarlijkse premie voor (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte cliënten die duurzaam parttime arbeid verrichten kan als volgt verleend worden:

    • 1.

      Bij gedeeltelijke uitstroom uit de uitkering door werkaanvaarding.

    • 2.

      Het recht op betaling ontstaat nadat de persoon in het jaar volgende op de werkaanvaarding, 6 maanden arbeid in dienstbetrekking heeft verricht.

    • 3.

      De hoogte van de premie komt overeen met 6 maal een maandbedrag. Dit maandbedrag is gebaseerd op 25 % van de gemiddelde maandinkomsten tot een in art. 31, tweede lid, onder o, van de wet genoemd maximumbedrag per maand.

    • 4.

      De cliënt heeft onmiddellijk voorafgaand aan zijn indiensttreding tenminste 6 maanden ononderbroken uitkering voor levensonderhoud ontvangen op grond van de wet, de loaw of loaz.

    • 5.

      Bij deeltijdwerkaanvaarding van beide partners heeft elke partner recht op de deeltijdpremie waarbij de totale premie voor het echtpaar niet meer kan bedragen dan in artikel 31, tweede lid, onder o, van de wet wordt genoemd.

Hoofdstuk 4 Hardheidsclausule, inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van de beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag van de maand na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De Beleidsregels premie arbeidsinschakeling (Gemeenteblad 2005, nr. 17) worden ingetrokken.

  • 3.

    De beleidsregels worden aangehaald als "Beleidsregels re-integratie Zaanstad 2008".

  • 4.

    Deze beleidsregels worden bekend gemaakt door het plaatsen van dit besluit in het Gemeenteblad en op de gemeentelijke website.

Aldus vastgesteld door het college van Zaanstad.

Mr. G.H. Faber, burgemeester,

Drs. A.J. van de Berg, gemeentesecretaris,

TOELICHTING BELEIDSREGELS REINTEGRATIE ZAANSTAD 2008

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel worden enkele veel gebruikte begrippen en afkortingen nader gedefinieerd en

toegelicht.

Hoofdstuk 2 Re-integratie

Artikel 2 Algemeen geaccepteerde arbeid

Over het algemeen geldt dat aan gewetensbezwaren (wegens strikt persoonlijke omstandigheden) slechts betekenis kan worden gehecht, voor zover deze een zwaarwegend en een onvermijdelijk conflict opleveren met het te verrichten werk. Bijvoorbeeld het niet willen werken op zondag vanuit geloofsovertuiging, hetgeen als regel een andere spreiding van werkdagen over de reguliere werkweek betekent. Het gaat om maatwerk, d.w.z. het

individualiserend wegen en beoordelen In het beleid is vastgelegd dat we voor een ruime interpretatie kiezen van het begrip algemeen geaccepteerde arbeid. Dat neemt natuurlijk niet weg dat wij cliënten met bepaalde talenten en vaardigheden en met een goede motivatie op de meest geschikte plek op de arbeidmarkt terecht willen laten komen. Als werk op basis van talenten en vaardigheden niet direct voorhanden is, dan moet ook tijdelijk werk of schoonmaak- of productiewerk worden geaccepteerd door onze cliënten.

Artikel 3 Tijdelijke ontheffing alleenstaande ouder

Artikel 9, tweede lid, van de WWB en artikel 37a eerste lid, van de loaw/loaz bepalen dat het college in individuele gevallen een tijdelijke ontheffing kan verlenen van de verplichting tot arbeidsinschakeling. Indien de tijdelijke ontheffing een alleenstaande ouder betreft maakt het college in het bijzonder een afweging tussen het belang van arbeidsinschakeling en de invulling die de ouder wenst te geven aan de zorgplicht. In de vorige beleidsregels werd gesproken over een ontheffing als de alleenstaande ouder aangaf de zorg niet te kunnen combineren. Het alleen aangeven door de alleenstaande ouder is niet genoeg. Uit onderzoek moet blijken of er daadwerkelijk sprake is van een situatie waarbij zorg voor de kinderen en fulltime werken niet is te combineren.

Artikel 4 Trajectduur en trajectkosten

Met succes is er de afgelopen jaren gewerkt aan het laten uitstromen van mensen die een uitkering hebben. Die striktere aanpak bij de uitkeringsaanvraag heeft er eveneens toe bijgedragen dat het bestand van uitkeringsgerechtigden steeds meer bestaat uit een groep die een steeds grotere afstand heeft tot de arbeidsmarkt. De maximale trajectduur en het maximale bedrag worden losgelaten. Het loslaten van de maximale trajectduur en de maximale trajectkosten geeft consulenten de

ruimte voor het leveren van maatwerk. En dat is zeker voor de doelgroep met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt belangrijk. Deze groep heeft intensievere begeleiding nodig en instrumenten zullen creatiever moeten worden ingezet. Individuele inkoop van re-integratieinstrumenten wordt besproken in een speciale interne commissie, waarin teamleider, kwaliteitsondersteuning en de betrokken consulent zitting hebben.

Hier vindt toetsing plaats op o.a. de effectiviteit van het in te zetten instrument en de doelmatigheid van het instrument.

Het volgen van een hogere opleiding (zoals HBO- of academisch niveau) zal hoogst zeldenworden gezien als passend traject naar werk. Er zal kritisch gekeken worden en ook bij de vraag naar opleidingen zal getoetst worden op effectiviteit van de in te zetten opleiding en de

doelmatigheid daarvan. De regel is; eerst in je eigen onderhoud kunnen voorzien. Een (hogere) opleiding kan ook in deeltijd worden gevolgd.

Hoofdstuk 3 Premie arbeidsinschakeling

Artikel 5 Algemene bepalingen

De WWB biedt de gemeente de mogelijkheid om klanten een (jaarlijkse) premie te verstrekken tot een in de wet genoemd maximumbedrag per jaar met het oog op het bevorderen van gedrag gericht op uitstroom naar betaalde arbeid. Dit kan gefinancierd worden uit het Werkdeel WWB.

De premie moet in een bedrag worden uitgekeerd en mag niet in termijnen worden verstrekt. Het is ook niet de bedoeling dat de premie een structureel karakter krijgt. Voor elke nieuwe premie moet een nieuw besluit genomen worden op basis van nieuwe omstandigheden. Daarnaast kan de premie worden verrekend met een vordering (bijvoorbeeld te veel ontvangen WWBuitkering) die het college o.g.v. de WWB, op de uitkeringsgerechtigde heeft. Verrekening met de bijstand is gebaseerd op artikel 6:127 van het Burgerlijk Wetboek. Hierin staat vermeld dat er een bevoegdheid tot verrekening bestaat, wanneer er een prestatie te vorderen is die beantwoordt aan de schuld jegens dezelfde wederpartij. Er moet sprake zijn van een bevoegdheid tot zowel de betaling van de schuld als tot het afdwingen van de betaling van de vordering. Bij verrekening is de gemeente wel gehouden aan de beslagvrije voet; de cliënt moet maandelijks een bedrag overhouden waarmee in het levensonderhoud kan worden voorzien (90% van de bijstandsnorm).

Artikel 6 Premie arbeidsinschakeling bij deeltijdarbeid

De uitsluiting voor de doelgroep ouders met kinderen jonger dan 5 jaar is opgeheven. Naast de vrijlating van de aanvullende alleenstaande ouderkorting, de combinatiekorting en de aanvullende combinatiekorting is de uitstroompremie voor deeltijdarbeid nu ook voor deze groep beschikbaar.

De prikkel om (weer) aan het werk te gaan wordt hiermee geoptimaliseerd. De premie arbeidsinschakeling voor voltijd uitstroom was al beschikbaar voor deze groep. De premie arbeidsinschakeling voor deeltijdarbeid wordt niet verstrekt als werk wordt verricht in het kader van een Zaanse Trajectbaan of in verband met deelname aan een door de gemeente ingekochte verloningsconstructie.

Artikel 7 Premie arbeidsinschakeling voor voltijd uitstroom

De WWB kent een eenmalige premie die door het college kan worden toegekend in het kader van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling van ten hoogste € 2184,- per kalenderjaar (bedrag 2008). De gemeente kan een dergelijke uitstroompremie verstrekken met het oog op het bevorderen van positief gedrag gericht op uitstroom. Het premiebedrag wordt vastgesteld op € 1750,- (deze premie is € 250,- verhoogd). Het is een financiële prikkel om weer aan het werk te gaan.

De premie wordt vrijwel direct (na een maand) na uitstroom betaalbaar gesteld, zodat de beloning voor het aan het werk gaan direct merkbaar is. Daarnaast kan de premie gebruikt worden voor aanschaf van middelen die nodig zijn om aan het werk te kunnen gaan, bijvoorbeeld voor een fiets. Het bedrag van € 1750,- is dan afdoende.

Als een klant binnen 12 maanden weer een uitkering komt aanvragen, dan zal de premie volledig verrekend worden met de uitkering. Wei moet er dan rekening worden gehouden met de beslagvrije voet.

In het zesde lid staat aangegeven dat de premie slechts eenmaal binnen een periode van 5 jaar wordt verstrekt. Hierop wordt een uitzondering gemaakt als een premie in de laatste 5 jaar is verstrekt en vervolgens volledig is verrekend, omdat de rechthebbende binnen 12 maanden na

het aanvaarden van werk een beroep deed op een uitkering op grond van de wet, de loaw of de loaz. Het zou onrechtvaardig zijn als in een dergelijk geval niet opnieuw aanspraak op de premie gemaakt zou mogen worden.

Een premie arbeidsinschakeling voor voltijd uitstroom wordt eveneens toegekend als arbeid in dienstbetrekking wordt aanvaard door iemand die daaraan voorafgaand een Zaanse Trajectbaan heeft ingevuld of in het kader van een door de gemeente ingekochte verloningsconstructie werkzaam is geweest. Deze premie zal niet verstrekt worden in verband met het aanvaarden van de Zaanse Trajectbaan of het gaan deelnemen aan deze verloningsconstructie.

Artikel 8 Premie arbeidsinschakeling voor (gedeeltelijk)

arbeidsongeschikten

Voor veel klanten die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn, is werken in deeltijd het hoogst haalbare. Om deze groep in deeltijdwerk te houden (of te krijgen) is een jaarlijks terugkerende premie een prikkel om aan het werk te blijven. De beoordeling moet wel elk jaar opnieuw plaatsvinden door de consulent. Op basis van de individuele omstandigheden vindt dan de

beoordeling plaats.

Artikel 9 Premie arbeidsinschakeling voor werkpracticum

De premie arbeidsinschakeling werkpracticum is er om klanten, die met behoud van uitkering of middels een stage, in het kader van een trajectplan werkzaamheden verrichten gericht op arbeidsinschakeling een stimulans te geven.

Artikel 10 Scholingspremie alleenstaande ouders

Scholing kan onderdeel uitmaken van de voorzieningen die de gemeente aanbiedt in het kader van de arbeidsinschakeling. Scholing is mede van belang om te voorkomen dat alleenstaande ouders langdurig in een deeltijd baan zonder perspectief blijven werken. Als een alleenstaande

ouder met scholing het beroepsniveau kan verhogen, kan daarmee werken in deeltijd voor deze ouder financieel aantrekkelijker worden. Om de alleenstaande ouder extra te motiveren is aan het

succesvol afronden van scholing een premie verbonden.

Artikel 11 Kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk

Het gaat hier om een kostenvergoeding door de organisatie bij wie de belanghebbende zijn vrijwilligerswerkzaamheden verricht en niet om een door de gemeente verstrekte premie. Er zijn twee soorten vrijlatingen die zich het beste als volgt laten omschrijven:

  • 1.

    Vrijwilligerswerk als doel

  • 2.

    Vrijwilligerswerk als middel

1. Vrijwilligerswerk als doel:

Bij vrijwilligerswerk als doel gaat het om vrijwilligerswerk voor cliënten die geen verplichtingen (meer) hebben met betrekking tot de reguliere arbeidsmarkt. Zij zijn dus vrijgesteld van de sollicitatieverplichtingen en er is geen traject richting de arbeidsinschakeling. Het vrijwilligerswerk is hiermee het maximaal haalbaar geachte voor de cliënt. Het maximale vrij te laten bedrag is op 1 januari 2008 € 764,- per jaar.

2.Vrijwilligerswerk als middel:

Vrijwilligerswerk als middel is bedoeld voor cliënten met een arbeidsverplichting voor wie een trajectplan is opgesteld. Het vrijwilligerswerk dat deze groep cliënten doet wordt ingezet als

een van de stappen die uiteindelijk moet leiden naar een baan op de reguliere arbeidsmarkt, (met als mogelijke tussenstap een gesubsidieerde baan). Voor deze groep cliënten geldt een hogere vrijlating van de onkostenvergoeding, voor zover die door de organisatie wordt

verstrekt. Het maximale vrij te laten bedrag is op 1 januari 2008 € 1500,- per jaar. De hier genoemde bedragen zullen waar nodig jaarlijks automatisch worden aangepast aan de bedragen uit de ministeriele regeling.

Artikel 12 Samenloop

Beperking van de premie tot het in de wet genoemde maximumbedrag is van belang omdat een hogere premie op grond van de wet zou moeten worden aangemerkt als middelen. Dit zou gevolg hebben dat de verstrekte premie deels gekort zou moeten worden op de te ontvangen uitkering.

Hoofdstuk 4 Hardheidsclausule, inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 13 Hardheidsclausule

Door middel van de hardheidsclausule kan in onvoorziene situaties of in gevallen waarin toepassing van de beleidsregels tot onbedoelde gevolgen leidt, maatwerk geboden worden. Hier dient een individuele beoordeling plaats te vinden.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

Door het inwerking treden van deze Beleidsregels re-integratie worden de sinds 2005 gehanteerde Beleidsregels premie arbeidsinschakeling ingetrokken.