Regeling vervallen per 21-07-2017

Mandaatbesluit Omgevingsdienst NZKG 2013 gemeente Zaanstad + Mandaatregister

Geldend van 10-01-2013 t/m 20-07-2017

Intitulé

Mandaatbesluit Omgevingsdienst NZKG 2013 gemeente Zaanstad + Mandaatregister

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Zaanstad houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (Mandaatbesluit Omgevingsdienst NZKG 2013 gemeente Zaanstad)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad;

Gelet op:

  • -

    afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    titel 3 van Boek 3 van het Burgerlijk wetboek;

  • -

    artikelen 2 en 32 van de Gemeenschappelijke regeling Regionale uitvoeringsdienst Noordzeekanaalgebied;

  • -

    artikel 4 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en de met de regiogemeenten in Noordzeekanaalgebied gesloten 'Dienstverleningsovereenkomst houdende het raamwerk en de algemene voorwaarden voor uitvoering van wettelijke taken, additionele wettelijke taken en adviesdiensten door de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied op grond van artikel 4 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied';

  • -

    de wens van de gemeente om het landelijke basistakenpakket (versie 2.3, d.d. 25 mei 2011) in te brengen, behorende bij de “package deal” gesloten door het Rijk, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in 2009 en zoals opgenomen in bijlage 1 van het Bedrijfsplan;

  • -

    uitgangspunt zijn de bestaande mandaten, zoals de gemeente kent op het moment van dit besluit.

 

Besluiten vast te stellen:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    burgemeester: de burgemeester van de gemeente;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • c.

    directeur: de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de regeling;

  • d.

    gemeente: de gemeente Zaanstad;

  • e.

    regeling: de Gemeenschappelijke regeling Regionale uitvoeringsdienst Noordzeekanaalgebied

  • f.

    omgevingsdienst NZKG: het openbaar lichaam Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, bedoeld in artikel 3 van de regeling;

  • g.

    Dienstverleningsovereenkomst: de tussen de gemeente en Omgevingsdienst gesloten Dienstverleningsovereenkomst houdende het raamwerk en de algemene voorwaarden voor uitvoering van wettelijke taken, additionele wettelijke taken en adviesdiensten door de Omgevingsdienst, op grond van artikel 36 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied.

Artikel 2. Mandaat, voilmacht en machtiging

  • 1. Aan de directeur wordt, alsmede diens plaatsvervanger, voor zover het bevoegdheden van het college en de burgemeester betreft, mandaat, volmacht of machtiging verleend overeenkomstig het bij dit besluit behorende mandaatregister, dat is opgenomen als bijlage bij dit besluit.

  • 2. De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, behelzen niet de bevoegdheid te beslissen op bezwaarschriften, bedoeld in artikel 6:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. De directeur, alsmede diens plaatsvervanger, neemt bij de aan hem in mandaat, volmacht of machtiging opgedragen taken of bevoegdheden de algemene instructies en de instructies per geval als bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van het college onderscheidenlijk de burgemeester in acht.

Artikel 3. Reikwijdte mandaat, volmacht en machtiging

  • 1. De bij of krachtens dit besluit verleende mandaten, volmachten en machtigingen strekken niet verder dan de uitoefening van die bevoegdheden die tot het takenpakket van de Omgevingsdienst horen als bedoeld in artikel 2 van de regeling.

  • 2. De directeur, alsmede diens plaatsvervanger, wordt mandaat, volmacht onderscheidenlijk machtiging verleend om namens het college onderscheidenlijk de burgemeester alle feitelijke handelingen en rechtshandelingen te verrichten ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden bedoeld in artikel 2.

Artikel 4. Ondermandaat

  • 1. De directeur kan de bevoegdheden, bedoeld in artikel 2, in ondermandaat, ondervolmacht of ondermachtiging opdragen aan ondergeschikten, tenzij ondermandaat, ondervolmacht of ondermachtiging is uitgesloten in het mandaatregister.

  • 2. De artikelen 2, derde lid en 3 zijn van overeenkomstige toepassing op de uitoefening van bevoegdheden in ondermandaat.

Artikel 5. Volmacht en machtiging

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover van toepassing en in verband met de activiteiten waarvoor mandaat wordt verleend, met mandaat gelijkgesteld:

  • a.

    de verlening van volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, en

  • b.

    de machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 6. Ondertekening

  • 1. Indien een besluit krachtens mandaat wordt genomen als bedoeld in artikel 2 luidt de ondertekening:

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad,

    namens deze,

    de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

    gevolgd door de handtekening en naam van de directeur.

     

    Of:

     

    De burgemeester van de gemeente Zaanstad,

    namens deze,

    de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

    gevolgd door de handtekening en naam van de directeur.

  • 2. Indien een besluit krachtens ondermandaat wordt genomen als bedoeld in artikel 4, luidt de ondertekening:

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad,

    namens deze,

    de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

    voor deze,

    (naam functie/ afdeling) van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

    gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris.

     

    Of:

     

    De burgemeester van de gemeente Zaanstad,

    namens deze,

    de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

    voor deze,

    (naam functie/ afdeling) van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

    gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris.

  • 3. Indien bij het nemen van een besluit krachtens mandaat als bedoeld in artikel 2 gebruik wordt gemaakt van volmacht en machtiging overeenkomstig artikel 5, luidt de ondertekening:

     

    De gemeente Zaanstad,

    namens deze,

    de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

    gevolgd door de handtekening en naam van de directeur.

  • 4. Indien bij het nemen van een besluit krachtens ondermandaat als bedoeld in artikel 4 gebruik wordt gemaakt van volmacht en machtiging overeenkomstig artikel 5, luidt de ondertekening:

     

    De gemeente Zaanstad,

    namens deze,

    de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

    voor deze,

    (naam functie/ afdeling) van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

    gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris.

Artikel 7. Slotbepalingen

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag nadat het overeenkomstig artikel 3:42, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is bekendgemaakt.

  • 2. op aangelegenheden die nog niet zijn afgehandeld op de datum van inwerkingtreding van dit besluit blijft tot die datum geldende mandaatregeling van toepassing.

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Omgevingsdienst NZKG 2013 gemeente Zaanstad

Bijlage 1 Mandaatregister, bijlage bij het mandaatbesluitOmgevingsdienst NZKG 2013 van de gemeente Zaanstad

Aan de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied gemandateerde bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester

Mandaten, uitsluitend van toepassing op taken als bedoeld in artikel 2 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

Mandaten, uitsluitend van toepassing op taken als bedoeld in artikel 2 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

Afkortingen en begrippenlijst

Apv

Algemene plaatselijke verordening

Awb

Algemene wet bestuursrecht

Mandaatbesluit

Mandaatbesluit OD NZKG 2013 gemeente Zaanstad

Od

Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

Wabo

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wbb

Wet bodembescherming

Wm

Wet milieubeheer

Wro

Wet op de ruimtelijke ordening

verleend mandaat

beperkingen en voorwaarden

1.

Algemene mandaten

1.1

Op grond van artikel 3, tweede lid van het mandaatbesluit omvatten de bij of krachtens dit mandaatbesluit verleende mandaten, volmachten en machtigingen tevens alle feitelijke handelingen en rechtshandelingen

voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken zoals opgenomen in het DVO en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit mandaat-register

1.2

Beslissen inzake het geheel of gedeeltelijk - ambtshalve of op verzoek - intrekken, wijzigen, of verlengen van de onder dit mandaatbesluit vallende vergunningen, besluiten, toestemmingen, ontheffingen of verklaringen

Gemeentewet

1.3

Voeren van bestuursrechtelijke procedures

In afstemming met gemeente

1.4

Vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester ter zitting in

bestuursrechtelijke procedures

1.5

Beslissen of bezwaar zal worden gemaakt tegen een besluit van een bestuursorgaan, daartegen beroep - hoger beroep daaronder begrepen - zal worden ingesteld of een voorlopige voorziening zal worden gevraagd

In afstemming met gemeente

1.6

Beslissen of hoger beroep wordt ingesteld ter zake van een door de rechtbank gedane uitspraak

In afstemming met gemeente

1.7

Verzoeken om opheffing of opschorting van een voorlopige voorziening in een bestuursrechtelijke procedure

In afstemming met gemeente

1.8

Beslissen op verzoeken om schadevergoedingen

Algemene wet bestuursrecht

1.9

Behandelen van een klacht op grond van titel 9.1 Awb

Het betreft een klacht over de wijze waarop de OD, dan wel een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van de OD, zich in een bepaalde aangelegenheid heeft

gedragen bij de uitoefening van een bevoegdheid die is opgenomen in dit

mandaatregister

1.10

Uitoefenen van de bevoegdheden als bedoeld in paragraaf 4.1.3.2 Awb (dwangsom bij niet tijdig beslissen)

voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn

opgenomen in dit mandaatregister

1.11

Het uitoefenen van bevoegdheden als bedoeld in titel 4.4 van de Awb (bestuursrechtelijke geldschulden)

voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn

opgenomen in dit mandaatregister

Wet openbaarheid van bestuur

1.12

Beslissen omtrent verzoeken om informatie alsmede het uit eigener beweging of op verzoek verstrekken van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur

Voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn

opgenomen in dit mandaatregister

1.13

Beslissen inzake verzoeken tot het opvragen ofhergebruiken van gemeentelijke databanken als bedoeld in artikel ... van de Databanken verordening gemeente ...

N.V.T.

Wetbevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (wet Bibob)

1.14

Vragen van advies als bedoeld in artikel 9 van deze wet aan het Bureau bevordering Integriteitsbeoordelingen

- Voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn

opgenomen in dit mandaatregister

-In afstemming met gemeente

2.

Toezicht en Handhaving

2.1

Op grond van artikel 5.10, derde lid, van de Wabo,

aanwijzen van toezicht-houders in de zin van artikel 5.11 van de Awb, voor zover de OD belast is met de uitvoering van een wettelijke regeling op grond waarvan toezichthouders kunnen worden aangewezen

Geen ondermandaat toegestaan

2.2

Opleggen van een last onder bestuursdwang op grond

van artikel 125 van de Gemeentewet juncto afdeling 5.3.1

van de Awb, of het opleggen van een last onder dwangsom op grond van afdeling 5.3.2 van de Awb, bij of krachtens de in artikel 5.1 van de Wabo genoemde wetten

Voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met

° opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats

° tankstations zonder LPG

° melkveehouderijen en/of mestbassins

° propaan

° bab-bedsrijven

° productie/distributie energie

° (afval)waterinzameling en -behandeling

° natte koeltorens

Omvat tevens beslissingen op handhavingverzoeken van derden en het besluit tot afzien van handhaving

2.3

Opleggen van een last onder bestuursdwang op grond van artikel 125 van de Gemeentewet juncto afdeling 5.3.1 van de Awb, of het opleggen van een last onder

dwangsom op grond van afdeling 5.3.2 van de Awb of krachtens de volgende verordeningen:

- Verordening bodemsanering

Omvat tevens beslissingen op handhavingverzoeken van derden en het besluit tot afzien

van handhaving

2.4

Overige (anders dan hierboven in 2.2 en 2.3 genoemde

bevoegdheden) bevoegdheden op grond van titel 5.3 van de Awb en het uitvaardigen van dwang-bevelen, als bedoeld in artikel 5:10 van de Awb

Voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit mandaatregister

Voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met

° opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats

° tankstations zonder LPG

° melkveehouderijen en/of mestbassins

° propaan

° bab-bedsrijven

° productie/distributie energie

° (afval)waterinzameling en -behandeling

° natte koeltorens

2.5

Intrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 5.19 Wabo

voorzover betrekking op intrekken vergunning milieuzaken

2.6

Feitelijke effectueren van bestuursdwang

2.7

Indienen van een verzoek om handhaving

2.8

Opleggen van een verplichting als bedoeld in de artikelen 13 tot en met 17 van de Woningwet

Geen mandaat

2.9

Doen staken van het gebruik als bepaald in paragraaf 7.2 van de Bouvwerordening

Geen mandaat

2.10

Beslissen omtrent het uitbrengen, de toezending daaronder begrepen, van de last als bedoeld in de Verordening op de vastgoedregistratie

Geen mandaat

3.

Fysieke omgeving

Wabo en Wro

3.1

Beslissen op aanvragen om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, 2.2 en 2.6 van de Wabo

Voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met

° opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats

° tankstations zonder LPG

° melkveehouderijen en/of mestbassins

° propaan

° bab-bedsrijven

° productie/distributie energie

° (afval)waterinzameling en -behandeling

° natte koeltorens

Dus met uitzondering van besluiten omtrent het starten van een procedure en het

vaststellen van de ruimtelijke onderbouwing als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c

juncto 2.12, lid la, onder 3 wabo.

3.2

Beslissen op aanvragen om een beschikking met betrekking tot de eerste of tweede fase zoals bedoeld in artikel 2.5 van de Wabo

idem, zie boven

3.3

Beslissen op verzoeken om goedkeuring of toestemming die benodigd is op grond van de voorschriften opgenomen in de onder nr. 3.1 genoemde vergunning

3.4

Opleggen van nadere eisen op grond van de voorschriften opgenomen in de onder nr. 3.1 genoemde

vergunning

3.5

Beslissen op aanvragen om een ontheffing van de voorschriften opgenomen in de onder nr. 3.1 genoemde vergunning

3.6

Beslissen op verzoeken om vergoeding van kosten en schade, dan wel ambtshalve te besluiten tot het vergoeden van kosten en schade als bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, van de Wabo

Voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met

° opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats

° tankstations zonder LPG

° melkveehouderijen en/of mestbassins

° propaan

° bab-bedsrijven

° productie/distributie energie

° (afval)waterinzameling en -behandeling

° natte koeltorens

Uitgezonderd wanneer het gaat om monumenten en archeologie

3.7

Beslissen over het verlenen van toestemming om de

omgevingsvergunning over te dragen zoals bedoeld in artikel 2.25, lid 3, onder b, van de Wabo

idem zie toelichting 3.6

3.8

Beslissen over aanvragen met betrekking tot het wijzigen of intrekken van vergunningen als bedoeld in artikel 2.31 en 2.33 van de Wabo

idem zie toelichting 3.6

3.9

Adviseren van andere bestuursorganen inzake een

omgevingsvergunning zoals bedoeld in de Wabo

3.10

Verzoeken om intrekking of wijziging van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wabo

idem zie toelichting 3.6

3.11

Indienen van zienswijzen tegen een ontwerp van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wabo

3.12

Beslissen geen exploitatieplan vast te stellen zoals bedoeld in artikel 6.12 lid 2 Wro, naar aanleiding van een

omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12 lid 1, onder a sub 3, van de Wabo, van het

bestemmingsplan of de beheersverordening wordt

afgeweken

N.V.T.

3.13

Uitoefenen van de bevoegdheid tot jaarlijkse herziening van exploitatieplan zoals bedoeld in artikel 6.15, eerste lid, Wro voor zover de herziening uitsluitend betrekking heeft op niet-structurele onderdelen zoals bedoeld in

artikel 6.15, derde lid Wro en het eerste exploitatieplan is

vastgesteld naar aanleiding van een

omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo, van het bestemmingsplan is

afgeweken

nvt

3.14

Verhalen van de kosten zoals bedoeld in artikel 6.17 van de Wro

nvt

3.15

Uitoefenen van de bevoegdheid ex artikel 6.21 van de Wro

nvt

3.16

Zorgdragen voor de procedure inzake milieueffectrapportage als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wm, voorzover de procedure van de milieu-effectrapportage moet worden doorlopen ten behoeve van de

vergunningverlening op grond van de Wabo

zie toelichting 3.6

Coördinatie besluitvorming Wro-Waterwet-Wabo

3.17

Zorgdragen voor de procedure met betrekking tot coördinatie van besluitvorming over projecten van

gemeentelijk belang als bedoeld in artikelen 3.30, 3.31 en 3.32 van de Wro

zie toelichting 3.6

3.18

Zorgdragen voor de coördinatie van de voorbereiding van beschikking krachtens de artikel 6.2 van de Waterwet en omgevingsvergunningen zoals bedoeld in paragraaf 3.5 van de Wabo

zie toelichting 3.6

Wet Geluidhinder

3.19

Doen van een verzoek tot het vaststellen van hogere grenswaarden vanwege een weg, industrieterrein en/of spoorweg als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder juncto het Besluit geluidhinder

Geen mandaat naar OD

3.20

Beslissen op verzoeken tot het vaststellen van hogere grenswaarden vanwege een weg, industrieterrein en/of spoorweg als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder juncto het Besluit geluidhinder, in samenhang met het besluiten omtrent een omgevingsvergunning

Geen mandaat naar OD

3.21

Uitvoeren van zonebeheer zoals bedoeld in artikel 163, het opstellen van een zonebeheerplan zoals bedoeld in artikel 164 en het verlangen van gegevens zoals bedoeld in artikel165 van de Wet geluidhinder

Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels

3.22

Uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken toegekend bij of krachtens de Wet aanvullende

regels veiligheid wegtunnels

geen mandaat naar OD

3.23

Uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken op grond van de Bouwverordening en het Bouwbesluit 2012

geen mandaat

3.24

Beslissen op mededelingen / verzoeken om ontheffing

voor het aanbrengen van reclame, als bedoeld in de APV

geen mandaat

3.25

Aanvragen van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 8.9 van de Wet luchtvaart

geen mandaat

Verordening op de vastgoedregistratie

3.26

Uitvoeren van taken inzake het houderschap vastgoedregistratie, als bedoeld in artikel ... van de

Verordening op de Vastgoedregistratie en het beslissen inzake het toekennen, wijzigen en het intrekken

van een nummering van objecten, als bedoeld in artikel ... van de Verordening op de Vastgoedregistratie

nvt

Huisvestingswet

3.27

Beslissen op aanvragen om een vergunning tot onttrekking, samenvoeging of omzetting van woonruimte, als bedoeld in artikel 30 van de Huisvestingswet en de

Huisvestingsverordening ...

nvt

3.28

Beslissen op aanvragen om een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet en de Huisvestingsverordening ...

nvt

4.

Milieuzaken

Wet Milieubeheer

4.1

Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken op grond van bij of krachtens hoofdstuk 8, 10, 17, 19 en 20 en titel 12.3 van de Wet milieubeheer (Wm) gestelde regels

Geen mandaat betreffende handhaving Afvalstoffenverordening Zaanstad (hoofdstuk 10),

met uitzondering van bedrijfsafval.

Geen mandaat voorzover het Wet Geluidhinder en Wet bodembescherming betreft waarvan de bevoegdheid tot het nemen van besluiten niet aan de OD zijn gemandateerd (hoofdstuk

20)

4.2

Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken op grond van bij of krachtens hoofdstuk 7 van de Wm gestelde regels voor zover deze besluiten moeten worden genomen in ver7 van de Wm gestelde regels voor zover deze besluiten moeten

worden genomen in verband met vergunningverlening op grond van de Wabo

Algemene plaatselijke verordening

4.3

Beslissen op een aanvraag om een vuurwerkvergunning als bedoeld in artikel ... van de APV

nee, taak wordt niet overgedragen

4.4

Verlenen van geluid - en lichtontheffingen o.g.v. artikel

... van de APV

nee, niet overgedraegn

Wet bodembescherming

4.5

Uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken op grond van bij of krachtens hoofdstuk Ill van de

Wet bodembescherming (Wbb) gestelde regels.

4.6

Uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken die voortvloeien uit artikel 88 van de Wbb

4.7

Aan de instemming met een saneringsplan en/ of de instemming met een nazorgplan verbinden van een

voorschrift tot het stellen van financiële zekerheid als bedoeld in artikel 39f van de Wbb

4.8

Beslissen op aanvragen om subsidie in het kader van de subsidieregeling bodemsanering bedrijven, gebaseerd op artikel 76j van de Wbb

Geen mandaat naar OD