Regeling vervallen per 21-10-2010

Ondermandaatbesluit dienst Stad 2010

Geldend van 14-04-2010 t/m 20-10-2010

Intitulé

Ondermandaatbesluit dienst Stad 2010

Ondermandaatbesluit dienst Stad 2010

Artikel 1; Ondermandaat

De directeur ontleent zijn bevoegdheden aan de Organisatieverordening Zaanstad, het Algemeen Mandaatbesluit Zaanstad en bestuursbeslissingen op casus niveau. Aan de nader in dit besluit genoemde personen geeft hij toestemming om bij wijze van ondermandaat gebruik te maken van de in dit Ondermandaatbesluit genoemde bevoegdheden. Hij kan die bevoegdheden ook zelf blijven uitoefenen en/of dit Qndermandaatbesluit altijd direct wijzigen en of intrekken.

De ondergemandateerde blijft bij de uitoefening van de bevoegdheden binnen de kaders gesteld in de wet, het gemeentelijk beleid en de besluiten van het GMT en de directeur Dienst Stad.

Artikel 2; Mandaat, volmacht, machtiging

Voor de toepassing van deze regeling en de daarop berustende bepalingen worden met mandaat gelijkgesteld de verlening van:

  • a.

    Volmacht;

  • b.

    Machtiging.

Artikel 3; Ondertekeningsmandaat

Aan het ondermandaat is gekoppeld het Ondertekeningsmandaat om uit de toepassing van de bevoegdheden voortvloeiende correspondentie, besluiten en overeenkomsten te ondertekenen.

Artikel 4; Waarneming bij afwezigheid/vervanging

De volgende regeling geldt:

Bij afwezigheid van:

Wordt deze vervangen door:

de directeur

de adjunct-directeur of de dienstcontroller

de adjunct-directeur

de directeur, een afdelingshoofd of een programmamanager

een afdelingshoofd

de (adjunct-)directeur, een afdelingshoofd of een programmamanager

een programmamanager

de (adjunct-)directeur, een programmamanager of een afdelingshoofd

Projectleider Stadshuis

Inrichting, Gebruik en Beheer(IGB)

de (adjunct-)directeur, een programmamanager of een afdelingshoofd

Degene die een andere functie waarneemt heeft op dat moment de bevoegdheden die aan die functie zijn verbonden. Elke waarneming wordt gemeld aan de primair ondergemandateerde.

Artikel 5; Ondertekeningsclausule

Bij gebruik van de in dit besluit genoemde bevoegdheden worden de stukken als volgt ondertekend:

'Hoogachtend,

namens burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad,

functienaam,

<voorletters><naam functionaris>'

Voorbeeld:

'Hoogachtend,

namens burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad,

directeur van de Dienst Stad,

mw. drs. A. Roggeveen MPM

Artikel 6; Uitsluitingen

Het ondermandaat is niet van toepassing:

  • a.

    in kwesties waarin de directeur dat heeft bepaald;

  • b.

    op zaken die politiek of bestuurlijk gevoelig liggen;

  • c.

    op zaken die een beslissing vergen die afwijkt van het tot dan toe door het gemeentebestuur gevoerde beleid;

  • d.

    op zaken die een beslissing vergen die zou afwijken van een advies waarvan het inwinnen ingevolge wettelijk voorschrift dan wel ingevolge een gemeentelijke richtlijn verplicht is;

  • e.

    op zaken die een beslissing vergen die leidt tot overschrijding van het voor deze beslissing(en) aan de (ondergemandateerde beschikbaar staande budget;

  • f.

    op de beslissing om de raad een voorstel te doen;

  • g.

    op zaken die de vaststelling van algemeen verbindende voorschriften vergen, alsmede op de vaststelling van beleidsregels, tenzij het regels betreffen ten aanzien van de ambtelijke organisatie met uitzondering van de organisatie van de griffie;

  • h.

    op zaken die het nemen van een besluit vergen waarvoor is bepaald dat dit genomen moet worden met versterkte meerderheid of waarvan de aard van de bevoegdheid zich verzet tegen het nemen van een besluit krachtens mandaat;

  • i.

    op besluiten die wettelijk onderworpen zijn aan goedkeuring.

Artikel 7; inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking en vervangt het eerdere Ondermandaatbesluit van de dienst Stad van 30 juni 2009 (inwerking getreden op 10 juli 2009).

Deel A: Bevoegdheden directeur

De directeur kan alle bevoegdheden die hij in dit besluit heeft ondergemandateerd ook zelf blijven uitoefenen.

Deel B: Bevoegdheden adjunct-directeur

  • -

    Het uitoefenen van de bevoegdheden die in dit besluit zijn ondergemandateerd aan afdelingshoofden en programmamanagers, indien en voorzover deze betrekking hebben op die personen zelf.

  • -

    Het voorbereiden, aangaan, ondertekenen en uitvoeren van raam- en uitvoeringsovereenkomsten met gesubsidieerde instellingen (BCF) indien het gaat om bedragen hoger dan € 50.000 of om overeenkomsten met een looptijd langer dan 1 jaar.

  • -

    Het weigeren, verlenen, vaststellen, wijzigen en intrekken van subsidies aangaande het werkveld van de betreffende afdeling, binnen de voor het betreffende onderwerp toegekende budgetten, indien het gaat om bedragen hoger dan € 50.000.

  • -

    Het verlenen van kwijtschelding van schulden.

Deel C: Algemene bevoegdheden afdelingshoofden, programmamanagers en projectleider Stadhuis IGB

Correspondentie

Het voeren van alle correspondentie ingevolge de bevoegdheden die men heeft op basis van het ondermandaat, zoals genoemd in dit besluit.

Wet openbaarheid van bestuur

Het nemen van een besluit op een verzoek om informatie gericht aan het college van burgemeester en wethouders op basis van de Wet openbaarheid van bestuur.

Personeelsaangelegenheden

  • ·

    Het treffen van een afwijkende regeling m.b.t. het verlenen van betaald ouderschapsverlof.

  • ·

    Het beslissen over het opbouwen van spaaruren.

  • ·

    Het nemen van een besluit over een verzoek tot verlof.

  • ·

    Het nemen van een besluit over een verzoek tot verlof voor overwerk.

  • ·

    Het nemen van een besluit over een verzoek tot toekenning van buitengewoon verlof.

  • ·

    Het geven van een opdracht tot het maken van een dienstreis (m.u.v. buitenlandse reizen) en het vaststellen van de hoogte van de vergoeding van de gemaakte kosten.

  • ·

    Het besluiten in samenspraak met de personeelsconsulent over de (wijze van) werving van

  • ·

    personeel.

  • ·

    Het corresponderen m.b.t. werving van personeel (bevestiging, oproep, afwijzing e.d.).

  • ·

    Het geven van een opdracht tot het verrichten van overwerk voor maximaal 10 uur per kalendermaand.

  • ·

    Het deelnemen aan (dienst)cursussen, seminars e.d..

  • ·

    Het toekennen van studiefaciliteiten.

  • ·

    Het beslissen over (verzoeken terzake toepassing van) inconveniënten (overwerk, onregelmatige dienst, consignatie e.d.) en dienstroosters.

  • ·

    Het opstellen van personeelsbeoordelingen.

  • ·

    Het beslissen om een (kandidaat)medewerker een psychologische test te laten ondergaan.

Overeenkomsten

  • -

    Het voorbereiden, aangaan, ondertekenen en uitvoeren van overeenkomsten binnen de voor het betreffende onderwerp toegekende budgetten en het vastgestelde inkoop - en aanbestedingenbeleid, een en ander tot een maximaal bedrag ad € 50.000 (exclusief BTW).

  • -

    Het ondertekenen van overeenkomsten met een waarde hoger dan € 50.000 nadat de beslissing om de overeenkomst aan te gaan is genomen door het college van burgemeester en wethouders of de directeur van de dienst Stad conform het algemeen mandaatbesluit.

Onderhandelen

Het vertegenwoordigen van de gemeente in onderhandelingen binnen de grenzen van het vastgestelde beleid en het beschikbare budget ook bij bedragen hoger dan € 50.000 (exclusief BTW). Hierbij geldt als voorwaarde dat aan de onderhandelingspartners tijdig schriftelijk wordt kenbaar gemaakt dat het onderhandelingsresultaat moet worden goedgekeurd door het college. Aan de afdelingshoofden wordt toegestaan om aan beleidsmedewerkers en procesmanagers een schriftelijke machtiging te verschaffen om onder dezelfde voorwaarden de gemeente te vertegenwoordigen in onderhandelingen.

Budgetten

Het goedkeuren, ondertekenen en uitbetalen van facturen voortvloeiende uit verplichtingen.

Verstrekken subsidies

  • -

    Het voorbereiden, aangaan, ondertekenen en uitvoeren van raam- en uitvoeringsovereenkomsten met gesubsidieerde instellingen (BCF), een en ander tot een maximaal bedrag ad € 50.000 en een looptijd korter dan 1 jaar.

  • -

    Het weigeren, verlenen, vaststellen, wijzigen en intrekken van subsidies aangaande het werkveld van de betreffende afdeling, binnen de voor het betreffende onderwerp toegekende budgetten, een en ander tot een maximaal bedrag ad € 50.000.

  • -

    Aanvrager in de gelegenheid stellen een onvolledige subsidieaanvraag aan te vullen.

  • -

    Een subsidieaanvraag o.g.v. art. 4:5 Algemene wet bestuursrecht niet in behandeling te nemen.

Aanvragen subsidies

Het aanvragen van subsidies, rijksvergoedingen, bijdragen, uitkeringen en overige gelden evenals het verrichten van handelingen die in verband met het afleggen van verantwoording van (te) ontvangen gelden nodig zijn, dat tot een bedrag van € 50.000. Bij aanvragen waar andere afdelingen en/of diensten betrokken zijn en bij aanvragen waar cofinanciering wordt gevraagd is vooroverleg met de directeur een voorwaarde.

De subsidieaanvraag moet passen binnen het geldende beleid. Indien dit niet het geval is, is de uitsluitingsgrond van artikel 6 onder c van dit Ondermandaatbesluit van toepassing en is het college het bevoegde gezag.

Deel D: Speciale bevoegdheden afdelingshoofd Cultuur, Monumenten en Toerisme

Monumentenwet/Monumenten-/Erfgoedverordening

  • ·

    Verlenen van uitstel voor gereedmelding.

  • ·

    Het voeren van een procedure van plaatsing van monumenten op de gemeentelijke monumentenlijst, nadat het college een conceptbesluit heeft genomen om over te gaan tot een procedure van plaatsing.

  • ·

    Het verlenen en weigeren van monumentenvergunningen.

Deel E: Speciale bevoegdheden afdelingshoofd Grondzaken

Afwijking Uitvoeringsregels Grondprijzen

Gebruikmaken van de afwijkingsmogelijkheden van de genoemde prijzen in de geldende Uitvoeringsregels Grondprijzen voor wat betreft stroken grond I tot en met III, gronden voor niet-commerciële en gronden voor maatschappelijke doeleinden. Hierbij wordt de voorwaarde gesteld dat het geëigende bevoegdheidsniveau wordt bepaald aan de hand van de berekening van de theoretische omvang van de transactie op basis van de vastgestelde richtprijzen.

Deel F: Speciale bevoegdheden afdelingshoofd RO en Wonen

Verordening Indicatiestelling Woningen/Convenant woonruimteverdeling

Toekennen en weigeren stadsvernieuwingsindicatie.

Leegstandswet

Wel of niet instemmen met tijdelijke verhuur.

Deel G: Ondertekening en inwerkingtreding

Besluit d.d.

18 maart 2010

Gepubliceerd in gemeenteblad

13 april 2010

Inwerkingtreding

14 april 2010

Toegezonden aan B&W

18 maart 2010

Handtekening directeur

Vertegenwoordiging in en buiten recht

De burgemeester van de gemeente Zaanstad;

overwegende, dat:

  • -

    Artikel 171, lid 1 van de Gemeentewet als volgt luidt:

  • "De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in en buiten rechte".

  • Artikel 171, lid 2 van de Gemeentewet als volgt luidt:

  • "De burgemeester kan de in het eerste lid bedoelde vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon".

  • -

    Het gewenst is voor de dienst Stad een persoon aan te wijzen aan wie de in de wet genoemde vertegenwoordigingsbevoegdheid wordt opgedragen.

Besluit:

  • 1.

    De directeur van de dienst Stad aan te wijzen als persoon die namens de burgemeester de gemeente Zaanstad in en buiten rechte vertegenwoordigt, indien en voor zover het gaat om aangelegenheden de dienst Stad betreffende en de directeur blijft binnen de bevoegdheden die hij heeft krachtens het Algemeen Mandaat Besluit.

  • 2.

    De directeur van .de dienst Stad toe te staan deze vertegenwoordiging over te dragen aan personen binnen de dienst Stad.

Zaanstad,

De burgemeester,

Toelichting Algemeen

De beginselen van de rechtsstaat bepalen dat alle handelen van de overheid gebaseerd moet zijn op de wet. Bevoegdheden moeten c/us te herleiden zijn tot een wettelijke grondslag. Voor het handelen van de gemeenteraad, de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders vinden wij die grondslag in de Gemeentewet. Om het functioneren van de gemeente vooral praktisch te houden dragen de bestuursorganen veel alledaagse bevoegdheden via mandaat over aan ambtenaren. Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (bestuursrechtelijke) besluiten te nemen. In dit besluit wordt h/ermee gelijkgeschakeld de volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en de machtiging tot het verrichten van feitelijke handelingen.

Het Algemeen Mandaatbesluit Zaanstad regelt het mandaat aan de gemeentesecretaris en de directeuren. Op hun beurt kunnen deze personen die bevoegdheden lager in de organisatie leggen op basis van zgn. ondermandaat. Daarover gaat dit besluit. Op basis van mandaat en ondermandaat gaat de verantwoordelijkheid niet over. Men mag de bevoegdheid uitoefenen namens de ander. Die ander blijft uiteindelijk (politiek) verantwoordelijk. Handel dus niet in strijd met de wet, gemeentelijk beleid, de voorwaarden in dit besluit of het fatsoen. Pleeg vooraf over/eg met de portefeuillehouder over zaken die politiek of bestuurlijk gevoelig liggen. In geval van twijfel, over/eg dan met een collega of neem contact op met juridisch control.

Toelichting per artikel

Het Ondermandaatbesluit bestaat uit drie delen. Er is een algemeen gedeelte (artikel 1 t/m 7) dat geldt voor alle verleende ondermandaten. Daarnaast gelden er bepalingen (A t/m F) voor specifieke functionarissen aan wie bevoegdheden zijn gemandateerd. Ten slotte is er een besluit van de burgemeester waarin de bevoegdheid om de gemeente 'in en buiten rechte' te vertegenwoordigen wordt overgedragen.

Artikel 1; Ondermandaat

Ondermandaat geschiedt namens de directeur van de dienst. De directeur ontleent zijn bevoegdheden aan het Algemeen Mandaatbesluit Zaanstad en de Organisatieverordening Zaanstad.

Een kenmerk van mandaat is dat de mandaatgever, in dit geval de directeur, altijd zelfstandig bevoegd blijft en het verleende ondermandaat kan intrekken.

Vanzelfsprekend dient de ondergemandateerde binnen de wettelijke-, beleidskaders en besluiten van het Gemeentelijk Management Team (GMT) en het Managementteam van de dienst (DMT) te blijven bij de uitoefening van de bevoegdheid.

Artikel 2: Mandaat, volmacht, machtiging

Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen (artikel 10:1 Algemene wet bestuursrecht/Awb). Bij een besluit gaat het om een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechthandeling.

Naast publiekrechtelijke rechtshandelingen bestaan er tevens privaatrechtelijke rechtshandelingen en feitelijke handelingen. De bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan privaatrechtelijke handeling te verrichten heet een volmacht. Onder een machtiging wordt verstaan de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Er is door middel van artikel 2 een schakelbepaling opgenomen, zodat dit Ondermandaatbesluit voor al deze vormen van vertegenwoordiging geldt.

Artikel 3: Ondertekeningsmandaat

Bij mandaat zijn twee stappen te onderscheiden. Er is het beslissingsmandaat waarbij een functionaris de bevoegdheid krijgt overgedragen om een bepaald besluit te nemen, bijvoorbeeld het wel of niet verlenen van een vergunning. Daarnaast is er het Ondertekeningsmandaat, waarbij een functionaris de bevoegdheid krijgt om het genomen besluit te ondertekenen, in het voorbeeld het ondertekenen van de vergunning. Door middel van artikel 3 is het (beslissings)mandaat gekoppeld aan het Ondertekeningsmandaat, zodat de gemandateerde mag besluiten en ondertekenen. Bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, zoals het aangaan van een overeenkomst, ligt dit iets gecompliceerder. Het college is immers bevoegd privaatrechtelijke rechtshandelingen namens de gemeente aan te gaan. De ondertekening van bijvoorbeeld een overeenkomst dient echter op basis van artikel 171 van de Gemeentewet te geschieden door de burgemeester. Om dit te ondervangen is bij dit Ondermandaatbesluit een besluit gevoegd van de burgemeester. In dit besluit draagt de burgemeester de bevoegdheid over om de gemeente in en buiten rechte te vertegenwoordigen (bijvoorbeeld d.m.v. ondertekening) aan de directeur. De directeur mag deze bevoegdheid eveneens weer overdragen aan andere personen binnen de dienst (zie ook onderdeel C / overeenkomsten).

Artikel 4; Waarneming bij afwezigheid/vervanging

Er is een uitgebreide waarnemingsregeling opgenomen in dit besluit. Van belang is dat een waarnemer een in mandaat genomen besluit meldt aan de primair ondergemandateerde.

Artikel 5: Ondertekeningsclausule

De ondertekeningsclausule is integraal overgenomen uit het Algemeen Mandaatbesluit Zaanstad.

Artikel 6: Uitsluitingen

Indien zich een uitsluitingsgrond voordoet, dan geldt het Ondermandaatbesluit niet en kan het mandaat dus niet worden uitgeoefend. Dit betekent dat er een besluit nodig is van degene die de primaire bevoegdheid bezit, in casu het college en de directeur.

Er is voor gekozen om alle uitsluitingen die zijn genoemd in het algemene mandaatbesluit over te nemen in het Ondermandaatbesluit. Dit maakt het Ondermandaatbesluit zelfstandig leesbaar.

Artikel 7: inwerkingtreding

Dit Ondermandaatbesluit is op 13 april 2010 bekendgemaakt en is op 14 april 2010 inwerking getreden.

Het vervangt het eerdere Ondermandaatbesluit van de dienst Stad van 30 juni 2009. Andere specifieke mandaatbesluiten zijn niet ingetrokken en blijven gewoon van kracht.

Deel A; Bevoegdheden directeur

Verlening van mandaat betekent niet dat de mandaatgever zelf, in dit geval de directeur, de bevoegdheid niet meer zou mogen uitoefenen. Deze regel kan beschouwd worden als een wezenskenmerk van mandaat. Mandaat is immers een vertegenwoordigingsfiguur. (zie ook artikel 10:7 Awb)

Deel B: Bevoegdheden adjunct-directeur

De adjunct-directeur heeft dezelfde bevoegdheden ondergemandateerd gekregen als de afdelingshoofden en programmamanagers, aangevuld met de bevoegdheid om uitvoeringsovereenkomsten (BCF) aan te gaan en subsidies te verlenen indien het gaat om bedragen hoger dan € 50.000. Daarnaast mag de adjunct-directeur schulden kwijtschelden.

Deel C; Algemene bevoegdheden afdelingshoofden, programmamanagers en projectleider Stadhuis IGB

Correspondentie

Bij het ondermandaat behoort tevens het voeren van correspondentie betreffende de bevoegdheden die men op basis van het ondermandaat heeft gekregen.

Wet openbaarheid van bestuur

Burgers kunnen verzoeken om inzage in stukken. De Wet openbaarheid bestuur (Wob) en de Gemeentewet (artikel 25 en 55) bieden hiertoe het kader. De directeur van de dienst Stad heeft deze bevoegdheid ondergemandateerd aan de afdelingshoofden. Meer informatie over de Wob is te vinden op intranet (regels en procedures/interne regels en procedures/bestuurlijke besluitvorming B&W). Meer informatie is ook beschikbaar bij juridisch control.

Personeelsaangelegenheden

Deze gemandateerde bevoegdheden zijn in vergelijking met het vorige Ondermandaatbesluit niet gewijzigd.

Overeenkomsten

In dit Ondermandaatbesluit is gemandateerd de bevoegdheid tot het voorbereiden, aangaan, ondertekenen en uitvoeren van overeenkomsten binnen de voor het betreffende onderwerp toegekende budgetten en het vastgestelde inkoop- en aanbestedingenbeleid, tot een maximum van € 50.000 (exclusief BTW). Onder dit ondermandaat valt tevens het onderhandelen dat voorafgaat aan het sluiten van een overeenkomst.

Het aangaan van overeenkomsten met een waarde hoger dan € 50.000 (exclusief BTW) is een bevoegdheid van het college of de directeur. Het ondertekenen van dergelijke overeenkomsten is een bevoegdheid van de burgemeester. De burgemeester heeft deze bevoegdheid (zie ook artikel 3 van dit besluit) gemandateerd aan de directeur die op zijn beurt de bevoegdheid mag ondermandateren aan personen binnen de dienst. In dit Ondermandaatbesluit heeft dit als volgt vorm gekregen: indien het college of een directeur een besluit heeft genomen tot het aangaan van een overeenkomst met een waarde hoger dan € 50.000, dan mag ondertekening plaatsvinden door een afdelingshoofd. Uit de overeenkomst moet dan overigens wel blijken dat het besluit tot het aangaan van de overeenkomst door het college zelf is genomen (artikel 10:11 Awb).

Onderhandelen

In de praktijk worden er binnen de dienst door procesmanagers en beleidsambtenaren over allerlei zaken onderhandeld met derden. Het is belangrijk om hier structuur in aan te brengen en de bevoegdheden afdoende te regelen. De directeur mandateert door middel van dit besluit de afdelingshoofden en programmanagers om binnen de grenzen van het vastgestelde beleid en het beschikbare budget ook bij bedrag hoger dan € 50.000 (exclusief BTW) deze onderhandelingen te voeren. Hierbij wordt nadrukkelijk als voorwaarde gesteld dat aan de onderhandelingspartners tijdig schriftelijk wordt kenbaar gemaakt dat het onderhandelingsresultaat moet worden goedgekeurd door het college (onderhandelingsvoorbehoud).

Aan de afdelingshoofden wordt toegestaan om aan procesmanagers en beleidsmedewerkers een schriftelijke machtiging te verschaffen om onder dezelfde voorwaarden de gemeente te vertegenwoordigen in onderhandelingen. Deze machtiging moet in het dossier worden bijgevoegd zodat altijd blijkt dat er sprake is van rechtsgeldige vertegenwoordigingsbevoegdheid.

Budgetten

Dit ondermandaat moet gelezen worden in relatie met de vigerende 'Budgethoudersregeling'.

Verstrekken subsidies

Het verlenen, vaststellen en weigeren van subsidies geldt voor alle afdelingshoofden en programmamanagers. In de praktijk blijkt dat steeds meer afdelingen en programma's gebruik maken van het instrument van subsidieverlening.

Aanvragen subsidies

Aan de afdelingshoofden en programmamanagers is ondergemandateerd de bevoegdheid tot het aanvragen van subsidies tot een bedrag van € 50.000 onder de voorwaarden dat indien er sprake is van cofinanciering of betrokkenheid van andere afdelingen/diensten er vooraf overleg met de directeur dient plaats te vinden. Het aanvragen van subsidie moet passen binnen het beleid. Is dit niet het geval, dan geldt de uitsluitingsgrond zoals genoemd in artikel 6 onder c van dit Ondermandaatbesluit en is het college bevoegd.

Deel D: Speciale bevoegdheden afdelingshoofd Cultuur, Monumenten en Toerisme

Het afdelingshoofd CMT heeft een aantal specifieke bevoegdheden gebaseerd op de Monumentenwet/- verordening ondergemandateerd gekregen. Vooruitlopend op de actualisering van de Monumentenverordening wordt de opvolger hiervan, de Erfgoedverordening, ook alvast genoemd in het Ondermandaatbesluit.

Deel E: Speciale bevoegdheden afdelingshoofd Grondzaken

In de "Uitvoeringsregels Grondprijzen" bestaat de mogelijkheid om in een aantal gevallen van de gestelde prijzen af te wijken. In de Uitvoeringsregels wordt tevens gesteld dat het ondermandaat een regeling bevat over het bevoegdheidsniveau bij toepassing van deze afwijkingen.

Deel F: Speciale bevoegdheden afdelingshoofd RO en Wonen

Het afdelingshoofd RO heeft een aantal specifieke bevoegdheden ondergemandateerd gekregen op het gebied van wonen en het stimuleren van funderingsherstel.

Deel G: Ondertekening en inwerkingtreding

Het Ondermandaatbesluit is bekendgemaakt op door middel van plaatsing in het Gemeenteblad. Op die datum is het Ondermandaatbesluit van 30 juni 2009 ingetrokken.

Vertegenwoordiging in en buiten rechte

Met de zinsnede "in en buiten rechte" wordt aangegeven dat de bevoegdheid zowel betrekking heeft op formele procesvertegenwoordiging ('in rechte') als op vertegenwoordiging bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen ('buiten rechte').

De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente naar buiten toe. Het gaat hierbij om vertegenwoordiging van de gemeente als rechtspersoon doch niet om vertegenwoordiging van de gemeentelijke bestuursorganen. Het betreft dus slechts de gemeente als zodanig die door de burgemeester wordt vertegenwoordigd; in alle gevallen waarin gemeentelijke bestuursorganen op eigen titel aan het rechtsverkeer deelnemen, is artikel 171 Gemeentewet niet van toepassing.

De burgemeester is dus bevoegd om de gemeente Zaanstad in en buiten rechte te vertegenwoordigen. De burgemeester kan deze vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon (artikel 171 Gemeentewet). In het bijgevoegde besluit "in en buiten rechte" heeft de burgemeester deze bevoegdheid overgedragen aan de directeur. Het wordt de directeur toegestaan om de vertegenwoordiging over te dragen aan een persoon binnen de dienst Stad.