Regeling vervallen per 31-12-2014

Verordening op de heffing en invordering van Reclamebelasting Zaanstad 2014

Geldend van 30-11-2013 t/m 30-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van Reclamebelasting Zaanstad 2014

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RECLAMEBELASTING ZAANSTAD 2014

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Deze verordening verstaat onder:

    • a.

      Exploitant: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op daartoe beschikbaar gestelde oppervlakken;

    • b.

      maand: een kalendermaand;

    • c.

      jaar: een kalenderjaar;

    • d.

      tijdelijke aankondiging: aankondiging die blijkens het opschrift en/of de constructie bedoeld is om één maand of korter ter plaatse te blijven.

  • 2. Onder openbare aankondigingen worden niet begrepen; vlaggen van landen, provincies of steden.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “reclamebelasting” wordt een belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie openbare aankondigingen worden aangetroffen.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, wordt de reclamebelasting ten aanzien van aankondigingen met het opschrift te koop, te huur, verkocht of verhuurd met vermelding van de naam van de tussenpersoon, geheven van degene, wiens naam op de aankondigingen is vermeld.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel, wordt de reclamebelasting ter zake van aankondigingen die worden aangebracht, in stand gehouden of verwijderd door een exploitant zoals is bedoeld in artikel 1, eerste lid van deze verordening, geheven van deze exploitant.

Artikel 4 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:

1.

die in hoofdzaak zichtbaar zijn op sportvelden, met uitzondering van aankondigingen op of bij een grotendeels door tribunes omgeven sportveld of stadion;

2.

toebehorend aan de gemeente of ten behoeve van haar aangebracht;

3.

voor door het gemeentebestuur georganiseerde evenementen;

4.

die door culturele, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op door hen georganiseerde tijdelijke activiteiten met niet-commerciële doeleinden;

5.

aangebracht door de ANWB of een instelling die daarmee te vergelijken is, voor zover deze aankondigingen een verkeersaanwijzing bevatten of uitsluitend het algemeen belang dienen;

6.

waarvoor gemeente Zaanstad een vergoeding ontvangt, voortvloeiend uit een overeenkomst tussen gemeente Zaanstad en een exploitant zoals is bedoeld in artikel 1, eerste lid, van deze verordening;

7.

aangebracht op parasols die gebruikt worden bij evenementen met een tijdsduur tot vijf dagen.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarief

De belasting bedraagt

1.

Voor het hebben van openbare aankondigingen, voor zover onverlicht, per vierkante meter per jaar

18,03

2.

Voor het hebben van openbare aankondigingen, voor zover onverlicht, per vierkante meter per maand

1,51

3.

Voor het hebben van openbare aankondigingen, voor zover verlicht, per vierkante meter per jaar

27,31

4.

Voor het hebben van openbare aankondigingen, voor zover verlicht, per vierkante meter per maand

2,28

Artikel 6 Berekening van de reclamebelasting

  • 1. Voor de toepassing van het tarief wordt een gedeelte van een in deze verordening genoemde tijds- of andere eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2. Bij het hebben van openbare aankondigingen wordt de tot reclame of aankondiging dienende oppervlakte in aanmerking genomen, uitgedrukt in vierkante meters.

  • 3. De oppervlakte van andere dan rechthoekige aankondigingen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om de aankondiging geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 4. Bij toepassing van een maandtarief zal in totaal per jaar niet meer worden geheven dan bij toepassing van het jaartarief voor dat jaar zou zijn geheven.

Artikel 7 Heffingstijdvak

  • 1. Indien de belasting wordt berekend naar een jaartarief, is het heffingstijdvak een jaar.

  • 2. Indien de belasting wordt berekend naar een maandtarief is het heffingstijdvak gelijk aan de aaneengesloten periode waarover de belasting wordt geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het heffingstijdvak.

  • 2. Indien de belastingplicht na het begin van het heffingstijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien het heffingstijdvak een jaar is en de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, wordt het verschuldigde bedrag berekend naar zoveel twaalfde gedeelten van het jaartarief, als na de aanvang van de belastingplicht volle maanden in het heffingstijdvak overblijven.

  • 4. Indien het heffingstijdvak een jaar is en de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak eindigt, wordt op verzoek van de belastingplichtige ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten als na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht volle maanden in het heffingstijdvak overblijven.

Artikel 9 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag of - indien het een tijdelijke aankondiging betreft – door middel van een gedagtekende bon, nota of andere schriftuur waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

Artikel 10 Tijdstip van betaling

  • 1. De reclamebelasting moet worden voldaan binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet, de nota of schriftuur.

  • 2. De Algemene Termijnenwet is met betrekking tot het bepaalde in het vorige lid niet van toepassing.

Artikel 11 Kwijtschelding

Van de invordering van reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening Reclamebelasting 2013, vastgesteldin de openbare vergadering van 6 en 8 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking;

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014;

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Reclamebelasting 2014”

Artikel 14 Bekendmaking

Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het Gemeenteblad.

In een huis-aan-huisblad wordt meegedeeld dat de verordening voor een ieder kosteloos ter inzage ligt in het gemeentehuis. Daarnaast zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de gemeente.