Regeling vervallen per 26-05-2015

Beleidsregels Meedoen in Sport

Geldend van 14-04-2014 t/m 25-05-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-02-2014

Intitulé

Beleidsregels Meedoen in Sport

Beleidsregels Meedoen in Sport

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • .

    bespelinggraad: een bepaling van de intensiteit van het gebruik van sportvelden, bepaald op grand van normen (door NOC*NSF opgesteld) die, op basis van aantallen teams of aantallen leden, bepalen hoeveel uren per jaar velden belast kunnen worden.

  • .

    buitensportaccommodatie: voorzieningen, zijnde opstallen, sportvelden en restruimte die worden gebruikt voor het bedrijven van buitensporten.

  • .

    ISA Sport: Instituut voor Sportaccommodaties.

  • .

    NOC*NSF: Nationaal Olympisch Comité en de Nederlandse Sportfederatie.

  • .

    normbedrag: een door het college vast te stellen bedrag, waarmee de hoogte van de subsidie wordt berekend. Dit bedrag kan jaarlijks worden geïndexeerd.

  • .

    restruimte: de oppervlakte van een sportpark, niet zijnde opstallen of sportvelden. Deze restruimte wordt onderverdeeld in grijs (verharding, bestrating) en groen (beplanting).

  • .

    sport: een lichamelijke bezigheid ter ontspanning met spel- en wedstrijdelement waarbij conditie en vaardigheid vereist zijn, respectievelijk bevorderd worden.

  • .

    sportactiviteit: een door een organisatie georganiseerde lichamelijke bezigheid ter ontspanning met spel- en wedstrijdelement waarbij conditie en vaardigheid vereist zijn, respectievelijk bevorderd worden.

  • .

    sportorganisatie: een organisatie met volledige rechtsbevoegdheid en statutair gevestigd in Zaanstad, die als voornaamste activiteit, al dan niet in competitieverband, gelegenheid biedt sport te beoefenen, die is aangesloten bij een of meer door het NOC*NSF erkende overkoepelende sportorganisaties en die geen mensen bij voorbaat uitsluit van een

  • .

    lidmaatschap, en stichtingen die, vanuit een beheerstaak, gelegenheid bieden tot sportbeoefening aan sportorganisaties die voldoen aan deze criteria.

  • .

    verordening: de Algemene subsidieverordening Zaanstad 2014.

Artikel 2 Doel van de regeling

  • Door middel van deze regeling wil Zaanstad:

  • 1 de sportdeelname van de Zaanse inwoners verhogen door middel van het stimuleren van sportactiviteiten die bijdragen aan het versterken van de sociale samenhang;

  • 2 de eigen kracht van een sportorganisatie stimuleren.

Artikel 3 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in hoofdstuk 2 bedoelde activiteiten.

Hoofdstuk 2 Subsidiabele activiteiten

Paragraaf 1 Onderhoudssubsidie buitensportaccommodatie

Artikel 4 Te subsidiëren activiteiten

Een onderhoudssubsidie buitensportaccommodatie kan worden toegekend ten behoeve van:

  • a.

    het reguliere onderhoud en de periodieke renovatie van de natuurgrassportvelden;

  • b.

    het reguliere onderhoud van de door de gemeente aangelegde of goedgekeurde kunststof- en kunstgrassportvelden;

  • c.

    Het onderhoud en de renovatie van de restruimte op de buitensportaccommodatie.

Artikel 5 Aanvraag onderhoudssubsidie buitensportaccommodatie

  • 1. Een onderhoudssubsidie buitensportaccommodatie kan aangevraagd worden door een sportorganisatie die voldoet aan de onderstaande vereisten:

    • a.

      de sportorganisatie is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

    • b.

      de sportorganisatie vraagt van haar leden een contributie overeenkomstig het landelijke gemiddelde of van een vergelijkbare hoogte;

    • c.

      de sportorganisatie is niet in staat het onderhoud van de buitensportaccommodatie ten behoeve van de sportbeoefening van de eigen leden op eigen kracht te realiseren.

  • 2. Voor het aanvragen van een onderhoudssubsidie buitensportaccommodatie moet een daartoe vastgesteld formulier gebruikt worden.

  • 3. Organisaties die hun activiteiten gedwongen buiten de gemeentegrenzen dienen te organiseren omdat de faciliteiten binnen Zaanstad ontbreken, kunnen ook een subsidieaanvraag indienen.

Artikel 6 Subsidiegrondslag

  • 1. De hoogte van de onderhoudssubsidie buitensportaccommodatie wordt gebaseerd op de bespelinggraad van de sportvelden van de organisatie.

  • 2. De bespelinggraad van de wedstrijdvelden van de organisatie wordt, conform het "Handboek Sportaccommodaties" van ISA Sport, bepaald door het aantal normteams af te zetten tegen de maximale bespeling van de velden.

  • 3. De bespelinggraad van trainingsvelden wordt op het maximum gesteld.

  • 4. Voor het bepalen van het aantal normteams is het aantal competitieteams op de peildatum 1 mei van het jaar voorafgaande aan het tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft leidend.

  • 5. De bespelinggraad kan worden verhoogd met het aantal uren dat extra activiteiten op de sportvelden hebben plaatsgevonden in het jaar voorafgaande aan het tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 6. Onder extra activiteiten als bedoeld in lid 4 worden activiteiten verstaan die voldoen aan de onderstaande vereisten:

    • a.

      de activiteiten zijn sport en/of spel gerelateerd;

    • b.

      aan de activiteiten ligt een schriftelijke overeenkomst of een schriftelijk besluit ten grondslag;

    • c.

      de activiteiten hebben een bereik van minimaal 8 personen

  • 7. De extra activiteiten van een organisatie die niet regulier gebruik maakt van de sportvelden waarvoor een aanvraag is gedaan, worden alleen meegerekend als bij de betreffende organisaties sprake is van een aantoonbaar capaciteitstekort op de sportvelden waar deze organisatie regulier gebruik van maakt.

  • 8. De bespelinggraad is ten hoogst gelijk aan een maximale bespeling van de daadwerkelijk aanwezige sportvelden. Overbespeling is derhalve niet van invloed op de hoogte van de subsidie.

Artikel 7 Subsidieberekening

  • 1. Voor het reguliere onderhoud en de periodieke renovatie van de sportvelden wordt ten hoogste een subsidie toegekend, die als volgt wordt berekend: de bespelingsnorm van de sportvelden zoals berekend op basis van artikel 6 x het normbedrag x 50%.

  • 2. Voor het onderhoud en de renovatie van de restruimte op de buitensportaccommodatie wordt ten hoogste een subsidie toegekend, die als volgt wordt berekend: de oppervlakte groen op de buitensportaccommodatie x het normbedrag x 50% plus de oppervlakte grijs op de buitensportaccommodatie x het normbedrag x 50%.

  • 3. Voor kunststof- of kunstgrassportvelden die zonder goedkeuring van de gemeente Zaanstad worden aangelegd zijn voor het berekenen van de onderhoudssubsidie de normbedragen voor onderhoud en renovatie natuurgrasvelden van toepassing.

  • 4. De in lid 1 en 2 genoemde normbedragen worden jaarlijks geïndexeerd conform de indexering van de gemeentelijke begroting.

  • 5. Indien de bespelingsnorm van de sportvelden van een organisatie is gedaald, wordt de subsidie eenmalig aangevuld tot maximaal de hoogte van het verleende subsidiebedrag in het jaar voorafgaand aan het tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft.

Paragraaf 2 Exploitatiesubsidie gemeentelijke natuur- en kunstgrasvelden en kunststofbanen

Artikel 8 Te subsidiëren activiteiten

Een exploitatiesubsidie gemeentelijke natuur- en kunstgrasvelden en kunststofbanen kan worden aangevraagd ter dekking van (een deel van) de huisvestingskosten van gemeentelijke natuur- en kunstgrasvelden en kunststofbanen.

Artikel 9 Aanvraag exploitatiesubsidie gemeentelijke natuur- en kunstgrasvelden en kunststofbanen

  • 1. Een exploitatiesubsidie gemeentelijke natuur- en kunstgrasvelden en kunststofbanen kan aangevraagd worden door een sportorganisatie die voldoet aan de onderstaande vereisten:

    • a.

      de sportorganisatie is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

    • b.

      de sportorganisatie betaalt huur aan de gemeente Zaanstad voor het gebruik van gemeentelijke natuur- en kunstgrasvelden en kunststofbanen;

    • c.

      de sportorganisatie voldoet aan de eisen van het Sportbesluit met kenmerk CPP2007/536m.

  • 2. Voor het aanvragen van een exploitatiesubsidie gemeentelijke natuur- en kunstgrasvelden en kunststofbanen moet een daartoe vastgesteld formulier gebruikt worden.

Artikel 10 Subsidieberekening

Een exploitatiesubsidie gemeentelijke natuur- en kunstgrasvelden en kunststofbanen is maximaal gelijk aan de door de gemeente Zaanstad in rekening gebrachte huurkosten exclusief BTW voor de gemeentelijke natuur- en kunstgrasvelden en kunststofbanen.

Paragraaf 3 Exploitatiesubsidie gemeentelijke zwembaden, sporthallen en gymnastieklokalen

Artikel 11 Te subsidiëren activiteiten

Een exploitatiesubsidie voor gemeentelijke zwembaden, sporthallen en gymnastieklokalen kan worden aangevraagd ter dekking van (een deel van) de huisvestingskosten van een zwembad, sporthal of gymnastieklokaal.

Artikel 12 Aanvraag exploitatiesubsidie gemeentelijke zwembaden, sporthallen en gymnastieklokalen

  • 1. Een exploitatiesubsidie gemeentelijke zwembaden, sporthallen en gymnastieklokalen kan aangevraagd worden door een sportorganisatie die voldoet aan de onderstaande vereisten:

    • a.

      de sportorganisatie is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

    • b.

      de sportorganisatie betaalt huur aan de gemeente Zaanstad voor het gebruik van de gemeentelijke sporthallen, zwembaden en gymnastieklokalen;

    • c.

      de sportorganisatie heeft een huur- en exploitatieovereenkomst afgesloten met de gemeente Zaanstad.

  • 2. Voor het aanvragen van een exploitatiesubsidie gemeentelijke zwembaden, sporthallen en gymnastieklokalen moet een daartoe vastgesteld formulier gebruikt worden.

Artikel 13 Subsidieberekening

De hoogte van het subsidiebedrag is maximaal gelijk aan het begrotingstekort.

Paragraaf 4 Subsidie voor specifieke organisaties

Artikel 14 Schaatsorganisaties

  • 1. Aan de Schaatstrainingsgroep Zaanstreek en de KNSB Jeugdschaatsen District Zaanstreek kan een subsidie worden toegekend ten behoeve van het vervoer van jeugdleden naar ijsbanen gelegen in andere gemeenten indien binnen de gemeente Zaanstad geen ijsbaan aanwezig is.

  • 2. Voor het aanvragen van een subsidie moet de schaatsorganisatie een daartoe vastgesteld formulier gebruiken.

  • 3. Voor het vervoer van jeugdleden naar ijsbanen gelegen in andere gemeenten wordt ten hoogste een subsidie toegekend, die als volgt wordt berekend: het aantal jeugdleden x het normbedrag tot een maximum van € 10.000,00.

Artikel 15 Organisaties gericht op mensen met een beperking

  • 1. Aan organisaties gericht op het aanbieden van sportactiviteiten aan mensen met een beperking kan een subsidie worden toegekend.

  • 2. Een subsidie kan worden aangevraagd door een organisatie die voldoet aan de onderstaande vereisten:

    • a.

      het ledenbestand van de organisatie bestaat voor minimaal 66% uit mensen met een beperking;

    • b.

      de tak van sport van de organisatie is erkend door NOC*NSF dan wel Gehandicaptensport Nederland;

    • c.

      de organisatie bestaat minimaal twee jaar.

  • 3. Voor het aanvragen van een subsidie moet de organisatie een daartoe vastgesteld formulier gebruiken.

  • 4. Een toe te kennen subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de totale exploitatiekosten tot een maximum van € 2.500,00.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 16 Onvoorziene situaties

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.

Artikel 17 Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 februari 2014.

  • 2. De subsidieregeling wordt aangehaald als: Beleidsregels "Meedoen in Sport".

Bijlage 1 bevat 2 tabellen

Tabel 1: overzicht van normbedragen

Kosten onderhouden en renoveren sportvelden

Sport

Type ondergrond

Norm opp. (l x b)

Renovatie

Renovatietermijn per jaar

Reservering voor renovatie per jaar

Onderhoud per jaar

Atletiek

Kunststof

175 x100

500.000,00

12

41.666,67

17.500,00

Handbal

Asfalt

24 x 44

15.000,00

20

750,00

1.000,00

Hockey

Natuurgras

91 x 55

30.000,00

10

3.000,00

6.250,00

Hockey

Kunstgras

91 x 55

150.000,00

12

12.500,00

7.500,00

Honkbal

Gras/gravel

170 x 170

110.000,00

10

11.000,00

12.000,00

Softbal

Gras/gravel

135 x 135

70.000,00

10

7.000,00

6.000,00

Korfbal

Natuurgras

64 x 49

15.000,00

10

1.500,00

3.400,00

Korfbaltraining

Natuurgras

64 x 34

11.000,00

10

1.100,00

2.300,00

Korfbal

Kunstgras

64 x 34

75.000,00

10

7.500,00

3.000,00

Tennis

Kunstgras

-

15.000,00

10

1.500,00

1.750,00

Tennis

Gravel

-

6.250,00

10

625,00

5.500,00

Voetbal wedstrijd

Natuurgras

100 x 64

50.000,00

10

5.000,00

10.000,00

Voetbal wedstrijd/training

Kunstgras

100 x 64

300.000,00

10

30.000,00

5.000,00

Voetbal training

Gravel/leem/natuurgras

100 x 64

5.000,00

10.000,00

Centrale besturingsknoppen t.b.v. subsidieberekening

Knoppen

Percentage/bedrag

Percentage subsidiëring sportvelden

50%

Percentage ophoging uren

60%

Normbedrag voor groene restruimte

€ 1,00

Normbedrag voor grijze restruimte

€ 2,00

Percentage subsidiëring restruimte

50%

Normbedrag voor jeugdschaatsen

€ 25,00

Tabel 2: Bespelingsuren

Sport

Type ondergrond

Maximale competitie gebruik in uren

Nodig voor 0,1 bespelingsgraad

Incl. 60% norm

Atletiek

Kunststof

240,0

24,0

14,4

Handbal

Asfalt

106,7

10,7

6,4

Hockey

Natuurgras

154,0

15,4

9,2

Hockey

Kunstgras

346,5

34,7

20,8

Honkbal

Gras/gravel

352,0

35,2

21,1

Softbal

Gras/Gravel

352,0

35,2

21,1

Korfbal

natuurgras

182,0

18,2

10,9

Korfbal

Kunstgras

273,0

27,3

16,4

Voetbal Wedstrijd

Natuurgras

216,0

21,6

13,0

Voetbal wedstrijd / training

Kunstgras

300,0

30,0

18,0

TOELICHTING

In deze toelichting wordt per artikel en waar nodig een uitleg en verdieping gegeven van het in dat artikel gestelde. Deze beleidsregels "Meedoen in Sport" zijn gebaseerd op de Algemene subsidieverordening Zaanstad 2014 (ASV).

Artikel 1 Begripsbepalingen

Geen nadere toelichting nodig.

Artikel 2 Doel van de regeling

Ad 1. Onder het versterken van de sociale samenhang wordt verstaan: het creëren van ontmoetingen, het aangaan van nieuwe relaties en het in contact komen met mensen buiten de eigen groep.

Ad. 2. Multifunctionaliteit is een uitgangspunt bij het realiseren van accommodaties. Wanneer aantoonbaar is dat het multifunctioneel gebruik van een accommodatie tot onoverkomelijke problemen leidt kan worden besloten af te wijken van dit uitgangspunt.

Artikel 3 Toepassingsbereik

Geen nadere toelichting nodig.

Artikel 4 Te subsidiëren activiteiten

Er kan een subsidie worden verleend voor het onderhoud van de omgeving van de sportvelden. Deze "restruimte" behelst afrastering, verlichting, verharding en beplanting. Er wordt onderscheid gemaakt in groene (gras, bomen en beplanting) en grijze (bestrating, verharding) restruimte.

Artikel 5 Aanvraag onderhoudssubsidie buitensportaccommodatie

Het normbedrag voor onderhoud wordt gebaseerd op de aard van het veld (natuur- of kunstgras). Uitgangspunt is dat alleen daar waar aantoonbaar is dat het onderhouden van eenbuitensportaccommodatie voor de sportbeoefening van de eigen leden niet op eigen kracht kan worden gerealiseerd, door de gemeente een accommodatiesubsidie wordt verstrekt (lid c).

Daarbij worden de volgende criteria gehanteerd:

  • 1.

    Is het landelijk gangbaar dat er een accommodatiesubsidie wordt verstrekt voor de betreffende sport?;

  • 2.

    Wat is de gemiddelde contributie (landelijk) voor de betreffende sport, en hoe verhoudt de gemiddelde contributie voor die sport in Zaanstad zich tot het landelijke gemiddelde?; Indien het antwoord op vraag 1 positief is kan een subsidie worden verleend op basis van het in lid c gestelde. Indien op basis van vraag 2 gesteld kan worden dat het contributieniveau voor de betreffende sport boven het landelijke gemiddelde ligt kan een subsidie worden verleend op basis van het in lid c gestelde.

Lid 2. Het aanvraagformulier staat op de gemeentelijke website na het invoeren van de zoekterm “beleidsregels Meedoen in Sport”.

Artikel 6 Subsidiegrondslag

De onderhoudssubsidie voor sportvelden wordt berekend op basis van de bespelinggraad van de velden.

De bespelinggraad wordt als volgt berekend:

  • -

    aantal teams van een vereniging wordt omgerekend naar normteams. Daarbij worden volgens vastgestelde coëfficiënten de diverse soorten teams (jeugd, dames etc.) omgerekend naar seniorenteams. Het aantal seniorenteams op deze manier berekend is het aantal normteams.

  • -

    Het aantal velden wordt bepaald (telling).

  • -

    Er wordt bepaald hoeveel normteams er op de velden kunnen spelen (maximale bespeling).

  • -

    Dan wordt het aantal normteams verdeeld over de beschikbare velden waarbij eerst de kunstgrasvelden worden gevuld tot de maximale bespeling.

  • -

    Dan wordt het aantal normteams per veld gedeeld door de maximale bespeling voor dat veld.

  • -

    Die cijfers per veld zijn samen opgeteld de bespelinggraad voor de betreffende vereniging.

Voor het bepalen van de maximale bespeling geldt het volgende:

  • -

    Voor de diverse sportsoorten en veldsoorten wordt gebruik gemaakt van de normen zoals vastgesteld door ISA Sport.

  • -

    Waar sprake is van een onderscheid in zaterdag, zondag en weekendnormen (zoals bijvoetbal) wordt de bespelinggraad uitgerekend voor alle normen, en wordt de norm gehanteerd die voor de vereniging het voordeligst is.

De begrippen normteams en bespelinggraad (planningsnorm) worden in het "Handboek Sportaccommodaties" van ISA Sport verder toegelicht. De reden dat de normen van ISA Sport worden gehanteerd is omdat zij door het NOC*NSF worden onderschreven.

Als een veld maar gedeeltelijk bezet is (de bespelinggraad is lager dan de maximale bespeling), wordt er slechts voor dat deel van het veld een subsidie toegekend. Hierdoor worden de verenigingen gestimuleerd om voor hun velden een optimale bezetting te realiseren. Mogelijkheden hiervoor zijn bijvoorbeeld een groei van het ledenaantal, het organiseren van activiteiten voor andere doelgroepen dan de eigen leden, of net samenwerken met andere verenigingen.

Voor de organisatie van extra activiteiten wordt het aantal uren per jaar dat de velden hiervoor worden gebruikt omgerekend naar normteams, om zo de bespelinggraad te kunnen verhogen.

Hiervoor is per sportsoort bepaald hoeveel uren gebruik wordt gemaakt van een veld door een normteam. Dat aantal uren maal het maximale aantal normteams voor een veld geeft een aantal uren dat een veld maximaal bespeeld kan worden. Dat aantal uren gedeeld door 10 is het aantal uren dat georganiseerd moet worden voor het ophogen van de bespelinggraad met 0,1. Daarbij is een stimuleringsregeling van kracht die aangeeft dat maar 60% van het aantal extra uren nodig is voor ophoging met 0,1 bespelinggraad.

Voor kunstgrasvelden die door een andere organisatie dan de gemeente Zaanstad zelf worden aangelegd en waar de gemeente Zaanstad geen goedkeuring aan heeft gegeven (lid 8) geldt dat de renovatie niet door de gemeente Zaanstad wordt gedaan. Voor die velden geldt dat de aanvrager een onderhoudssubsidie kan aanvragen, waarbij het onderhouds- en renovatienormbedrag voor een natuurgrasveld wordt gebruikt.

Artikel 7 Subsidieberekening

De berekende bespelinggraad (inclusief de extra activiteiten) wordt vermenigvuldigd met de normbedragen voor onderhoud (kunst en natuurgras) en renovatie (natuurgras) per jaar. Van dat bedrag wordt de helft (50%) verleend als subsidie.

De bespelinggraad wordt voor het berekenen van de subsidie maximaal gesteld aan de maximale bespeling. Overbespeling of organisatie van extra activiteiten bovenop de maximale bespeling zijn dus niet van invloed op het subsidiebedrag.

Voor de berekening van de subsidie voor het onderhoud aan de restruimte wordt het aantal m2 restruimte, onderverdeeld naar groen en grijze restruimte, per sportpark bepaald aan de hand van het gemeentelijke GEO-systeem. Deze bepaling wordt op de volgende manier gedaan:

  • -

    De oppervlakte van het sportpark wordt berekend door het sportpark op te delen in rechthoeken en driehoeken waarvan de oppervlakte wordt bepaald. Het totaal is gelijk aan de oppervlakte van het sportpark.

  • -

    Deze manier van oppervlakte bepaling wordt ook toegepast op alle sportvelden, bebouwing (opstallen) en verhardingen (wegen/ bestrating/ eventuele parkeerplaatsen).

  • -

    Het aantal m2 grijze restruimte is gelijk aan de oppervlakte van alle verhardingen.

  • -

    Het aantal m2 groene restruimte wordt bepaald door van de oppervlakte van het totale sportpark de oppervlaktes van sportvelden, opstallen en grijze restruimte af te trekken. Het restant wordt gezien als groene restruimte.

  • -

    Het aantal m2 maal het vastgestelde normbedrag, maal 50% is het bedrag dat als subsidie wordt verleend.

  • -

    Het aantal m2 wordt op sportparken waar verenigingen afzonderlijk subsidie aanvragen verdeeld over de diverse verenigingen op basis van het aantal velden dat de verenigingen gebruiken.

  • -

    De normbedragen die bij de berekening van de subsidie worden gehanteerd, zijn vastgesteld op basis van informatie van ISA Sport en andere adviserende instanties (bonden, ingenieursbureaus). Er worden uniforme normbedragen gehanteerd voor elk soort veld en er wordt geen onderscheid gemaakt per accommodatie/ sportpark.

  • -

    De diverse normbedragen worden door het college vastgesteld en jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 8 Te subsidiëren activiteiten

Er kan een subsidie worden aangevraagd ter dekking van (een deel van) de huisvestingskosten van een buitensportaccommodatie.

Artikel 9 Aanvraag exploitatiesubsidie gemeentelijke natuur- en kunstgrasvelden en kunststofbanen

Deze subsidie kan alleen worden aangevraagd door een beheerstichting die ten doel heeft 'gelegenheid geven tot sportbeoefening' en daarmee voldoet aan het Sportbesluit (kenmerk CPP2007/536m).

Dit betekent o.a. dat de stichting zich hiermee verplicht jegens de gebruiker en/of haar verenigingsleden de volgende dienstverlening te verrichten:

  • -

    er moeten (sport)velden ter beschikking worden gesteld;

  • -

    die velden moeten door de beheerstichting onderhouden worden;

  • -

    er moeten kleedruimten ter beschikking worden gesteld;

  • -

    er moeten sanitaire voorzieningen ter beschikking worden gesteld;

  • -

    de kleedruimten en sanitaire voorzieningen moeten schoongemaakt worden;

  • -

    er moet beheer geregeld zijn op het sportpark;

  • -

    er moeten materialen, nodig zijn voor de betreffende sport, ter beschikking worden gesteld.

Deze dienstverlening wordt door de beheerstichting tegen een gebruikersvergoeding (belast met een verlaagd BTW-tarief) ter beschikking gesteld aan de gebruiker en/of haar verenigingsleden. Lid 2. Het aanvraagformulier staat op de gemeentelijke website na het invoeren van de zoekterm “beleidsregels Meedoen in Sport”.

Artikel 10 Subsidieberekening

De subsidie is maximaal gelijk aan de door de gemeente Zaanstad in rekening gebrachte huurkosten, exclusief BTW voor de gemeentelijke natuur- en kunstgrasvelden en kunststofbanen. De huurprijs is opgenomen in de huurovereenkomst.

Artikel 11 Te subsidiëren activiteiten

Geen nadere toelichting nodig.

Artikel 12 Aanvraag exploitatiesubsidie gemeentelijke zwembaden, sporthallen en gymnastieklokalen

Lid 2. Het aanvraagformulier staat op de gemeentelijke website na het invoeren van de zoekterm “beleidsregels Meedoen in Sport”.

Artikel 13 Subsidieberekening

Geen nadere toelichting nodig.

Artikel 14 Schaatsorganisaties

Lid 1 Het gaat hier alleen om structurele subsidies voor de jeugdleden zolang binnen de gemeente Zaanstad geen ijsbaan aanwezig is.

Lid 2. Het aanvraagformulier staat op de gemeentelijke website na het invoeren van de zoekterm “beleidsregels Meedoen in Sport”.

Lid 3. Er wordt een normbedrag per jeugdschaatser vastgesteld (tabel1). Het totale subsidiebedrag bedraagt maximaal € 10.000,00 per jaar per organisatie.

Artikel 15 Organisaties gericht op mensen met een beperking

Lid 3. Het aanvraagformulier staat op de gemeentelijke website na het invoeren van de zoekterm “beleidsregels Meedoen in Sport”.

Artikel 16 Onvoorziene situaties

Geen nadere toelichting nodig.

Artikel 17 Slotbepalingen

Geen nadere toelichting nodig.