Regeling vervallen per 22-01-2015

Subsidieregeling Scholingsvoucher, Zaanstad 2014

Geldend van 05-08-2014 t/m 21-01-2015 met terugwerkende kracht vanaf 19-03-2014

Intitulé

Subsidieregeling Scholingsvoucher, Zaanstad 2014

Subsidieregeling Scholingsvoucher, Zaanstad 2014

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Social return on investment:

Een principe dat de gemeente hanteert bij de inkoop van producten en diensten. Dit houdt in dat opdrachtnemers voor een percentage van de omvang van de opdracht, werkloze werkzoekenden, mensen met een SW-indicatie, en leerlingen aan een (leer)werkplek helpen.

Uitzendbeding:

Bepaling dat een arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt wanneer de inlener van de werknemer afziet van de diensten van de werknemer.

Artikel 2 Doel

  • 1.

    Het doel van de scholingsvoucher is om werkgevers te stimuleren werkplekken aan te bieden en de doelgroep een kans te bieden in hun bedrijf.

  • 2.

    De gemeente zet de scholingsvouchers met als doel het terugdringen van mensen die niet aan het arbeidsproces deelnemen.

  • 3.

    De subsidie wordt verstrekt als een bijdrage voor opleidings/begeleidingskosten.

  • 4.

    Door de inzet van scholing/begeleiding kunnen

    • a.

      Kandidaten direct werkzaamheden in loondienst verrichten of

    • b.

      kandidaten werkervaring op gaan doen op een werkervaringsplaats of

    • c.

      het vergroot de kans op een baan in de toekomst.

Artikel 3 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.

Artikel 4 Subsidiale activiteiten

  • 1.

    De scholingsvoucher dient te worden besteed aan een voorafgaand aan het dienstverband, met de adviseur van de gemeente, afgesproken scholing, cursus of training on the job /begeleiding.

  • 2.

    Een werkgever komt in aanmerking voor de scholingsvoucher indien de werkgever een kandidaat uit de doelgroep in dienst neemt of een werkervaringsplaats aanbiedt van minimaal 6 maanden

  • 3.

    Een werkgever komt alleen in aanmerking voor de scholingsvoucher voor een opleiding buiten de kanssectoren indien dit met baangarantie van minimaal 6 maanden is.

    • a.

      Intern geldt dat een kandidaat, op advies van de consulent, een opleiding in een kanssector van de economie kan doen zonder dat er een koppeling aan werk of werkervaringsplaats is.

  • 4.

    Rijbewijs B is uitgesloten voor een scholingsvoucher tenzij met baangarantie en noodzakelijk voor de functie.

  • 5.

    De werkgever komt in aanmerking voor de subsidie indien aan de subsidieregels wordt voldaan.

Artikel 5 Doelgroep

Subsidie wordt verstrekt voor

  • 1.

    Uitkeringsgerechtigden WWB c.s. wonend in gemeente Zaanstad,

  • 2.

    waarvoor het college het aanbieden van deze voorziening gericht op arbeidsinschakeling noodzakelijk acht. Hier worden de criteria leerbaarheid en arbeidsmarktrelevantie bij betrokken.

  • 3.

    met enige afstand tot de arbeidsmarkt, die zonder deze voorziening moeilijk aan het werk komen of geen werkervaringsplaats vinden.

Artikel 6 Hoogte en duur van de subsidie

  • 1.

    De hoogte van de voucher is maximaal € 5000,- bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst van een jaar en 32 uur per week.

  • 2.

    De subsidie wordt op advies van de adviseur van de gemeente, in principe, naar rato van de lengte en duur van het dienstverband vastgesteld. Een kosten-baten analyse kan hierbij betrokken worden.

  • 3.

    Als er geen betaald werk aan verbonden is, is de maximumduur van de scholing een jaar.

Artikel 7 Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1.

    Het subsidieplafond voor 2014 is € 250.000,-.

  • 2.

    Het college verdeelt het beschikbare subsidiebudget in de volgorde van ontvangst van de volledige aanvragen tot het maximum van het subsidie plafond is bereikt.

Artikel 8 Aanvraag

Tijdens de matching gesprekken worden door de adviseur van de gemeente met de werkgever en de kandidaat afspraken gemaakt over waarvoor de voucher zal worden in gezet en wat het maximum bedrag is.

  • 2.

    De kandidaat zelf, de adviseur of een werkgever kunnen het initiatief tot scholing nemen.

  • 3.

    Indien de opleiding op aanvraag van een kandidaat uit de doelgroep wordt verzocht, zonder koppeling aan werk of werkervaringsplaats, beslist het college of de opleiding als een noodzakelijke scholing kan worden aangemerkt in het kader van zijn plan van aanpak/traject. De adviseur handelt dit af, hiervoor hoeft de kandidaat geen aanvraag in te dienen

  • 4.

    De subsidieaanvraag door de werkgever wordt met een aanvraagformulier ingediend

  • 5.

    De aanvraag bevat in ieder geval de via het aanvraagformulier voorgeschreven gegevens, waaronder

    • a.

      Naam en adresgegevens van de aanvrager

    • b.

      Indien van toepassing een kopie van de door beide partijen getekende (leer) arbeidsovereenkomst.

    • c.

      Inhoud van de in te zetten scholing en/of begeleiding met een marktconforme opgave/indicatie van de kosten

    • d.

      Maximum afgesproken bedrag

    • e.

      Periode waarin (begin-einddatum)

    • f.

      Datum

    • g.

      Ondertekening

  • 6.

    Het college kan aanvullend op de aanvraag om extra inlichtingen vragen.

  • 7.

    Het staat de gemeente vrij om elders een prijsopgaaf te vragen.

Artikel 9 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag om een subsidie wordt, conform artikel 7, derde lid, van de Algemene subsidieverordening Zaanstad 2014

    • a.

      Ingediend voorafgaand aan het ingaan van de arbeidsovereenkomst.

Artikel 10 Subsidiecriteria

De subsidie wordt slechts verleend indien voldaan wordt aan de volgende criteria

  • 1.

    De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor minimaal 6 maanden en minimaal 16 uur.

  • 2.

    De werkgever betaalt het rechtens geldende loon inclusief de daaruit voortvloeiende afdrachten.

  • 3.

    Vanuit goed werkgeverschap verklaart de werkgever begeleiding te bieden

  • 4.

    De vacature is niet ontstaan door reorganisatie of afvloeiing, tot een half jaar voorafgaand aan het verzoek tot de subsidie. Er mag geen sprake zijn van verdringing op de arbeidsmarkt.

  • 5.

    Er is geen uitstel (surseance) van betaling of faillissement voor het bedrijf aangevraagd.

  • 6.

    De werkgever staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

  • 7.

    De arbeidsovereenkomst mag geen uitzendbeding bevatten.

  • 8.

    Bij ontslag in de proeftijd is er geen aanspraak op subsidie.

  • 9.

    De werkgever verklaart geen andere subsidie(s) te (hebben) ontvangen voor dezelfde kosten.

  • 10.

    Indien een tussentijdse beëindiging van de arbeidsovereenkomst aan de werkgever te wijten is, kan de subsidie worden teruggevorderd.

  • 11.

    Subsidies of voorschotten waarop de werkgever ten tijde van de verlening of naderhand geen recht had, kan het college terugvorderen, dan wel verrekenen met nog te betalen subsidies.

  • 12.

    De voucher is een jaar geldig.

  • 13.

    Als een kandidaat, bij een scholing zonder koppeling aan werk of werkervaringsplaats, niet voldoet aan de verplichtingen die worden vastgelegd in het plan van aanpak, kan de gemeente de kosten geheel of gedeeltelijk terug vorderen.

  • 14.

    Indien de scholingsvoucher in de matching gecombineerd wordt met een loonkostensubsidie dient het te gaan om aantoonbare scholings/begeleidingskosten noodzakelijk voor deze kandidaat.

  • 15.

    Bij de verlening van de subsidie kan het college aanvullende voorwaarden opleggen.

Artikel 11 Beslistermijn

  • 1.

    Conform artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Zaanstad 2014 wordt op basis van volgorde van indiening, door of namens het college beslist binnen negen weken na ontvangst van de volledige subsidieaanvraag.

  • 2.

    De in het eerste lid gestelde termijn kan, met redenen omkleed, met ten hoogste negen weken verdaagd worden.

Artikel 11a Betaling

  • 1.

    De werkgever ontvangt na de aanvraag een beschikking met verstrekking van een voucher. Betaling volgt na ontvangst factuur van de kosten van de scholing c.q. begeleiding.

Artikel 12 Weigeringsgronden

Naast de in artikel 9 van de Algemene Subsidieverordening Zaanstad 2014 genoemde weigeringsgronden wordt de subsidie niet verleend indien:

  • 1.

    Niet is voldaan aan de eisen en criteria in deze regeling

  • 2.

    Het subsidieplafond is bereikt

  • 3.

    Subsidieaanvragers waarvan is aangetoond dat ze oneigenlijk gebruik maken van subsidies, worden voor de duur van 3 jaar uitgesloten van subsidies.

Artikel 13 Verplichtingen

Naast de in de artikelen 10, 11 en 12 van de Algemene subsidieverordening Zaanstad 2014 genoemde verplichtingen gelden de volgende verplichtingen:

  • 1.

    De werkgever is verplicht per ommegaande wijzigingen door te geven aan de gemeente, die gevolgen hebben voor de aanvang, duur en hoogte van de subsidieverlening.

Artikel 14 Verantwoording

De subsidieverlening kan o.g.v. artikel 13 van de Algemene Subsidieverordening worden gecontroleerd. De subsidieontvanger is verplicht hieraan medewerking te verlenen.

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, afwijken van het bepaalde in deze regeling, indien een strikte toepassing daarvan zal leiden tot een onevenredige benadeling van de aanvrager of subsidieontvanger.

Artikel 16 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.

Artikel 17 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na vaststelling.

  • 2.

    Deze subsidieregeling wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad.

  • 3.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Scholingsvoucher Zaanstad 2014

  • 4.

    De inhoud van artikel 9.2.4 Scholingsvoucher in de ‘beleidsregels werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2013’ vervalt. In de nieuwe inhoud van dit artikel wordt verwezen naar de Subsidieregeling Scholingsvoucher Zaanstad 2014

Toelichting

Algemeen

Een scholingsvoucher is een van de instrumenten in de werkgeversdienstverlening. De gemeente zet deze in met als doel het terugdringen van mensen die aan de kant staan. Werkgevers nemen een centrale positie in, de dienstverlening moet aansluiten bij wensen en behoeften van werkgevers.

Het uitgangspunt bij werkgeverdienstverlening is maatwerk. Maatwerk om belemmeringen bij werkgevers weg te nemen en te stimuleren dat ze Zaanse kandidaten aannemen.

Een werkgever komt in aanmerking voor een scholingsvoucher als hij een kandidaat in dienst neemt of een werkervaringsplaats aanbiedt. De scholingsvoucher is een investering in de toekomst zodat een nieuwe werknemer goed toegerust is voor de functie. De waarde van de voucher is afhankelijk van het aantal uren en de duur van het contract.

Deze regeling beschrijft de subsidieregels voor deze scholingsvoucher.

Artikelsgewijs

Niet genoemde artikelen behoeven geen toelichting.

Artikel 2 Doel

Begeleiding betreft ‘training on the job’ die noodzakelijk is voor de kandidaat om de werkzaamheden bij deze werkgever te doen, die noodzakelijk is om de kandidaat op te leiden. Dit kan bijv. gaan om het vrijmaken ( uit het productieproces) van een seniorcollega die de kandidaat een afgesproken aantal uren instrueert en begeleidt. Het kan ook noodzakelijke ‘externe’ coaching betreffen.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten lid 3 en 3a

Een kanssector in de economie is een sector die benoemd is vanuit de regionale arbeidsmarkt analyse tot groeisector. Van belang is de scholingsvoucher zonder baangarantie te koppelen aan sectoren waar vraag is of zal ontstaan. Denk hierbij ook bijv. aan het ondersteunen van branchegerichte initiatieven. Er vindt een beoordeling plaats op arbeidsmarktrelevantie van de branche/sector gerichte scholing. Lid 3a biedt naast de subsidie aan een werkgever voor scholing/begeleiding, de interne mogelijkheid dat een kandidaat een opleiding in een kanssector van de economie volgt zonder dat er een koppeling aan werk of werkervaringsplaats is. Deze mogelijkheid vergroot de kansen op een baan voor de kandidaat.

Artikel 5, lid 2 Doelgroep

De inzet van regelingen is maatwerk. Het college levert maatwerk bij het bepalen welke re-integratie voorziening voor een kandidaat nodig is. De voorziening is het resultaat van een zorgvuldige, op de persoon toegesneden, afweging. In het kader van deze regeling is het resultaat van de afweging of de scholingsvoucher een noodzakelijke voorziening is i.v.m. de kansen op de arbeidsmarkt. Van belang is de koppeling met de bevordering van de arbeidsmarktpositie van de kandidaat.

Bij deze afweging zijn de volgende aspecten van belang: de mogelijkheden, werkervaring (in kansrijke sectoren), opleiding (gericht op kansrijke sectoren), gezinssituatie, werkloosheidsduur. Voorwaarde is ook of iemand over voldoende leervermogen beschikt om de betreffende scholing te volgen.

Deze opsomming is niet limitatief. De aspecten leiden in onderling verband tot een oordeel over de voorziening c.q. het traject voor de kandidaat.

Artikel 6 Hoogte en duur van de subsidie lid 3

Wanneer kandidaten een opleiding volgen en ze daardoor niet volledig beschikbaar voor de arbeidsmarkt zijn, is de duur van de opleiding maximaal een jaar.

Artikel 8 Aanvraag

De inzet van regelingen voor de werkgever, en dus ook de scholingsvoucher, is maatwerk en verschilt per kandidaat. De afspraken worden in overleg met de adviseur van de gemeente Zaanstad voorafgaand aan het dienstverband gemaakt. Hierbij speelt bijvoorbeeld de afstand tot de arbeidsmarkt een rol.