Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling dienstreizen Zaanstad 2015

Geldend van 03-08-2015 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Regeling dienstreizen Zaanstad 2015

De gemeentesecretaris, namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad;

gelet op artikel 160, lid 1 sub c van de Gemeentewet en artikel 5 lid 1 van het Organisatiebesluit Zaanstad 2012

besluit vast te stellen de volgende wijzigingen van de

Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Zaanstad:

Artikel I Wijzigingen

De arbeidsvoorwaardenregeling wordt als volgt gewijzigd.

Regeling dienstreizen 2015

Artikel 1

  • 1. Een dienstreis is een reis door de werknemer:

    • a.

      in opdracht van de werkgever,

    • b.

      in het kader van zijn werkzaamheden,

    • c.

      (naar en van) buiten de werkplek waar hij zijn werkzaamheden gewoonlijk verricht,

    • d.

      binnen Nederland,

    • e.

      niet zijnde woon-werkverkeer in de zin van de regeling "woon-werkverkeer Zaanstad 2015".

  • 2. Tevens wordt als dienstreis aangemerkt de reis (naar en van) de gebruikelijke werkplek in het kader van een oproep tijdens beschikbaarheidsdienst.

Artikel 2

Deze regeling is van toepassing op:

  • a.

    alle ambtenaren in dienst van de gemeente Zaanstad,

  • b.

    extern ingehuurde medewerkers werkzaam voor de gemeente Zaanstad,

  • c.

    stagiaires werkzaam binnen de gemeente Zaanstad.

Artikel 3

  • 1. Dienstreizen worden gemaakt met zo weinig mogelijk belasting voor het milieu.

  • 2. Dienstreizen in Zaanstad worden gemaakt met een dienstvoertuig of met het openbaar vervoer. De volgorde van keuze van vervoermiddel is:

    • a.

      fiets

    • b.

      elektrische scooter

    • c.

      elektrische auto / A-label auto / openbaar vervoer (met businesscard)

  • 3. Dienstreizen buiten Zaanstad worden gemaakt met het openbaar vervoer of een dienstauto. De volgorde van keuze is:

    • a.

      openbaar vervoer (met businesscard)

    • b.

      dienstauto

  • 4. De keuze van het vervoermiddel wordt bepaald door de leidinggevende.

Artikel 4

Dienstvoertuigen worden niet privé gebruikt, ook niet voor woon-werkverkeer.

Artikel 5

  • 1. Dienstreizen met een eigen vervoermiddel worden niet vergoed.

  • 2. Op artikel 5 lid 1 gelden drie uitzonderingen:

    • a.

      de ambtenaar die op werkdagen na 20.00 uur of in het weekeinde een dienstreis maakt (de kilometers gerekend vanaf huis);

    • b.

      de ambtenaar die een dienstreis maakt als bedoeld in artikel 1 tweede lid van deze regeling (beschikbaarheidsdienst), de kilometers gerekend vanaf huis;

    • c.

      de ambtenaar die een dienstreis maakt waarvoor vanuit de werklocatie geen passend dienstvoertuig of OV (businesscard) beschikbaar is.

  • 3. In de situaties in lid 2 geldt dat de ambtenaar bij het reizen met eigen auto, deze dienstreis kan declareren. De vergoeding bedraagt € 0,19 netto en € 0,19 bruto per kilometer en eventuele parkeerkosten.

Artikel 6

Voor het aanvragen en gebruik van een dienstvoertuig, een toegangsbewijs openbaar vervoer, de declaratie dienstreizen, de parkeerkosten en de verblijfkosten zijn de betreffende uitvoeringsvoorschriften van toepassing die apart worden bekend gemaakt.

Artikel 7

Verblijfkosten tijdens een dienstreis worden vergoed volgens de regels van de Reisregeling Binnenland van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 8

Als in een individueel geval, door persoonlijke omstandigheden een situatie ontstaat die, gelet op doel en strekking van de regeling, leidt tot onbillijkheden, dan kan de gemeentesecretaris besluiten om van deze regeling af te wijken.

Artikel 9

Deze regeling genaamd “Regeling dienstreizen Zaanstad 2015” treedt in werking op 1 januari 2015.

Artikel 10

Gelijktijdig met het in werking treden van deze regeling wordt ingetrokken: De Regeling dienstreizen 2011

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015