Regeling voor de Commissie Straatnaamgeving

Geldend van 05-03-2014 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 24-01-2007

Intitulé

Het college van B&W van de gemeente Zaanstad

Besluit vast te stellen;

Regeling voor de Commissie Straatnaamgeving

Artikel 1 De Commissie

Er is een commissie van advies, die het college van Zaanstad adviseert over straatnaamgeving, de Commissie Straatnaamgeving, hierna te noemen de Commissie.

Artikel 2 Taak

De Commissie brengt gevraagd en ongevraagd schriftelijk advies uit aan het college over:

  • a.

    de verdeling van de gemeente in wijken en buurten al dan niet op basis van bouwblokken en het aanduiden met nummers, zonodig aangevuld met letters of namen en

  • b.

    het toekennen van namen van delen van de openbare ruimte en aan gemeentelijke bouwwerken.

Artikel 3 Samenstelling en lidmaatschap

  • 1. De commissie bestaat uit:

    • a.

      het lid van het college dat straatnaamgeving in de portefeuille heeft;

    • b.

      een medewerker van het gemeentearchief;

    • c.

      een beheerder van het gemeentelijke adressenbestand;

    • d.

      een medewerker van de gemeentelijke afdeling die zich bezig houdt met ontwikkelingen op het gebied van ruimtelijke ordening/bouwactiviteiten;

    • e.

      een medewerker van de gemeentelijke afdeling die zich bezig houdt met geografische informatie;

    • f.

      een medewerker van de gemeentelijke afdeling die zich bezig houdt met vaststelling van wijk- en buurtindeling;

    • g.

      een vertegenwoordiger van de gezamenlijke hulpdiensten (politie, brandweer, ambulance);

    • h.

      een medewerker van de instantie die de postcodes in de regio beheert.

  • 2. De leden als genoemd in het eerste lid onder b t/m h worden door het college benoemd.

  • 3. Het lid – dat de hoedanigheid op grond waarvan hij/zij lid van de Commissie is – verliest, treedt op dat moment af als commissielid.

  • 4. De leden kunnen tussentijds ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de voorzitter van de commissie, die maatregelen treft om in de vacature te voorzien.

Artikel 4 Voorzitter

  • 1. Het in artikel 3, eerste lid onder a genoemde lid van het college is voorzitter van de Commissie.

  • 2. De commissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 3. De (plaatsvervangend) voorzitter heeft in de Commissie stemrecht.

Artikel 5 Secretaris

  • 1. Het sectorhoofd van de Backoffice Bouwen, Wonen en Bedrijven, of na reorganisatie van een opvolgend organisatieonderdeel, wijst de secretaris van de Commissie aan. De secretaris is een medewerker van deze sector.

  • 2. De secretaris is geen lid van de Commissie.

  • 3. De secretaris dienst de Commissie desgevraagd van advies.

Artikel 6 Tekenen van stukken

  • 1. De Stukken van de Commissie worden ondertekend door de voorzitter.

  • 2. In afwijking van het gestelde onder het eerste lid worden stukken van procedurele aard door de secretaris ondertekend. De voorzitter kan de secretaris machtigen bepaalde stukken namens hem/haar te ondertekenen.

Artikel 7 Deskundigen

De (plaatsvervangend) voorzitter is, uit eigen beweging of daartoe uitgenodigd door de Commissie, bevoegd ambtenaren en andere deskundigen uit te nodigen tot het deelnemen aan de vergadering van de Commissie.

Artikel 8 Werkwijze

  • 1. De Commissie komt bijeen:

    • a.

      wanneer de (plaatsvervangend) voorzitter dit nodig acht of

    • b.

      op verzoek van het college.

  • 2. De (plaatsvervangend) voorzitter roept de leden schriftelijk op voor de vergadering, onder opgaaf van de punten die zullen worden behandeld. De agenda en vergaderstukken worden uiterlijk een week voor de vergadering aan de leden toegezonden.

  • 3. De Commissie vergadert slechts als ten minste vier leden, waaronder de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter, aanwezig zijn. Wanneer het vereiste aantal leden niet aanwezig is, belegt de voorzitter binnen één week een nieuwe vergadering en stelt de leden daarvan terstond schriftelijk in kennis. In deze laatste vergadering kunnen besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.

  • 4. Besluiten van de commissie worden genomen bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken, beslist de (plaatsvervangend) voorzitter. De secretaris heeft een adviserende stem.

  • 5. Het advies van de Commissie aan het college bevat – voor zover relevant – de zienswijzen van de leden van de Commissie.

Artikel 9 Slotbepalingen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist de voorzitter van de Commissie.

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘regeling voor de Commissie Straatnaamgeving’.

  • 2. De regeling treedt in werking op de dag na publicatie in het gemeenteblad van het besluit van de raad om de ‘Verordening voor de Commissie Straatnaamgeving’ in te trekken.

Toelichting

Artikel 2 onder a

In de praktijk hield de Zaanstadse Commissie zich niet bezig met indeling in wijken etc. Daarvoor bestaat een officieuze Beheergroep Uniforme Wijk- en Buurtdeling. Het verdient aanbeveling de naamgevende taken van deze beheergroep onder te brengen bij de Commissie. De huidige drie leden van de Beheergroep Uniforme Wijk- en Buurtindeling zijn allen reeds lid van de Commissie.

Artikel 2 onder b

De Commissie heeft behalve met straatnaamgeving ook nadrukkelijk een adviesfunctie bij het benoemen van andere delen van de openbare ruimte. Daaronder vallen bij voorbeeld industrieterreinen, wijken, nieuwbouwgebieden.

Artikel 3, eerste lid

De Commissie kent volgens de vigerende Verordening voor de Commissie Straatnaamgeving slechts zes leden. Bij de laatste benoeming zijn meer leden benoemd. De Modelverordening van de VNG suggereert de volgende minimale samenstelling van de Commissie:

  • a.

    een lid van het college;

  • b.

    een geschiedkundige;

  • c.

    een neerlandicus;

  • d.

    een gemeentearchivaris;

  • e.

    een beheerder van het gemeentelijk adressenbestand

Commentaar:

  • a.

    De commissie is een adviescommissie voor het college. De VNG beveelt derhalve aan om een collegelid in de Commissie te hebben; het zou zelfs aanbeveling verdienen om hem/haar voorzitter te maken. Tot nu toe was een leidinggevend ambtenaar voorzitter. Door reorganisaties verdwijnen echter functies, waardoor de Commissie in het verleden enkele keren voorzitterloos werd. Door een collegelid automatisch commissievoorzitter te maken, kan het probleem dat een opnieuw verdwijnende positie binnen de gemeentelijke organisatie de Commissie voorzitterloos maakt, voorkomen worden. het is derhalve aan te bevelen om het collegelid dat straatnaamgeving in de portefeuille heeft als voorzitter te benoemen. In de benoeming van 16 januari 2006 is dat reeds gebeurd.

  • b.

    b. en d. zijn samengevoegd tot een medewerker van het gemeentearchief: dat is in de vigerende Verordening voor de Commissie Straatnaamgeving van 1995 de deskundige met een geschiedkundige achtergrond.

  • c.

    Zoals ook uit de modelverordening blijkt, verdient het meer aanbeveling om leden in de commissie te hebben die werkzaam zijn bij organisatieonderdelen die te maken hebben met ruimtelijke ordening c.q. stedebouw(kunde), dan bijvoorbeeld een lid dat neerlandicus is.

  • d.

    Zie onder b.

  • e.

    Deze beheerder van het gemeentelijk adressenbestand is nodig vanwege de voortschrijdende automatisering (verschillende adressenbestanden). Beheerders van deze bestanden zijn in de commissie derhalve noodzakelijk. Merkwaardig is dat de hulpdiensten en een medewerker die de postcodes beheert, verdwenen zijn in de modelverordening. Gezien de bijzonder waardevolle inbreng in de commissie is het lidmaatschap van vertegenwoordigers van hulpdiensten en postcodebeheer noodzakelijk.

Hoewel de vertegenwoordiger van de hulpdiensten en TNTpost geen werknemers van de gemeente zijn, kunnen zij natuurlijk wel door het college worden benoemd. Uiteraard dient daarover contact met hun werkgevers/direct leidinggevenden te zijn gevoerd. Dat laatste geldt vanzelfsprekend ook voor ambtenaren van de gemeente Zaanstad.

Artikel 5 en 6

De secretaris wordt niet benoemd, maar door het afdelingshoofd aangewezen. Door middel van een ondermandaat door de directeur van de Dienst Publiek krijgt de secretaris van de Commissie de bevoegdheid om namens het college te tekenen.

In het verleden was niet duidelijk welke status brieven van de Commissie hadden. De Commissie schreef namelijk uitsluitend namens zichzelf, niet namens de raad of het college. Omdat de Commissie slechts een adviesorgaan is, zijn deze brieven geen besluiten in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht en zijn derhalve niet vatbaar voor bezwaar en beroep. Omdat het niet gewenst en niet werkbaar is om alle zaken aangaande de Commissie voor Straatnaamgeving aan het college voor te leggen, is het gewenst dat de secretaris ondergemandateerd wordt om stukken van procedurele aard te ondertekenen.

Door het ondermandaat kunnen door de secretaris geschreven antwoordbrieven als besluiten worden aangemerkt en kan de burger in bezwaar of beroep gaan. Daarmee staat een behoorlijke rechtsgang open en wordt de burger duidelijker en beter geholpen.

In artikel 5, eerste lid en tweede lid zijn de zinsneden “en de plaatsvervangend secretaris” geschrapt. In de afgelopen tien jaar is er geen plaatsvervangend secretaris geweest. In voorkomende gevallen kan de secretaris vervangen worden door een collega van de afdeling.

Artikel 6, tweede lid

Onder “stukken van procedurele aard” wordt verstaan: alle stukken die vallen binnen de normale werkprocedures van de Commissie, dus alle correspondentie met betrekking tot naamgeving aan straten, bruggen etc.

Artikel 8, eerste lid

In de praktijk is het doorgaans de secretaris van de Commissie die namens de voorzitter de Commissie bijeenroept.

Artikel 8, tweede lid

De termijn voor het toezenden van de stukken is verkort van twee weken tot een week.

Artikel 8, vierde lid

De plaatsvervangend voorzitter is, wanneer hij plaatsvervangt, voorzitter en heeft dan dus een doorslaggevende stem.