Regeling vervallen per 01-01-2016

Subsidieregeling Regio-aanpak Veilig Thuis Zaanstad 2015

Geldend van 24-12-2015 t/m 31-12-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

De raad van de gemeente Zaanstad,

Overwegende dat:

  • -

    Zaanstad op het gebied van vrouwenopvang centrumgemeente is voor de regio Zaanstreek-Waterland;

  • -

    vanuit die rol verantwoordelijk is voor het laten vaststellen van het beleid rondom de aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties en de besteding van de bijbehorende middelen;

besluit vast te stellen:

Subsidieregeling Regio-aanpak Veilig Thuis Zaanstad 2015.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • 2.

    Asv: Algemene Subsidie Verordening Zaanstad 2014;

  • 3.

    raad: de gemeenteraad van Zaanstad;

  • 4.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad;

  • 5.

    centrumgemeente: centrumgemeente zoals aangewezen door Ministerie van VWS;

  • 6.

    vrouwenopvang: vrouwenopvang als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • 7.

    activiteiten: activiteiten, waaronder begrepen producten en vormen van dienstverlening die in het kader van deze subsidieregeling voor subsidiëring in aanmerking komen.

Artikel 2 Doel van de regeling

Door middel van deze regeling wil de gemeente Zaanstad:

  • -

    geweld duurzaam stoppen;

  • -

    de bewustwording bij inwoners vergroten;

  • -

    de signalering verbeteren;

  • -

    de meldingsdrempel verlagen;

  • -

    de recidive-cijfers laten afnemen.

Artikel 3 Reikwijdte regeling

Deze regeling is van toepassing op geldelijke bijdragen van het college voor projecten en activiteiten uit de Regio-aanpak Veilig Thuis 2015-2018.

Artikel 4 Subsidiabele Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor:

  • -

    Meldpunt Veilig Thuis

  • -

    Opvang van vrouwelijke slachtoffers en kinderen

  • -

    Begeleiding na opvangperiode (CTI)

  • -

    Preventie opname vrouwenopvang: Oranje Huis Thuis

  • -

    Training CTI en Oranje Huis Thuis

  • -

    Registratiesysteem Khonraad

  • -

    Extra hulpverlening en ondersteuning na huisverbod

  • -

    Uitbreiding extra hulpverlening na huisverbod

  • -

    AWARE-trajecten voor slachtoffers van huiselijk geweld

  • -

    Begeleiding plegers tussen behandeling en overdracht

  • -

    Aanbod vechtscheidingsprocedure voor ouders en kinderen

  • -

    Cursusaanbod agressieregulatie voor volwassenen

  • -

    Preventietrainingen intergenerationele overdracht

  • -

    Hulpverlening aan kinderen in opvang

  • -

    Preventietrainingen leerlingen voortgezet onderwijs

  • -

    Inventarisatie leerlijn algehele weerbaarheid

  • -

    Trainingen Sociaal Wijkteams Zaanstad

  • -

    Invoeren aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag

  • -

    Proeftuin De Nieuwe Toekomst

Artikel 5 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan de in de Regio-aanpak Veilig Thuis 2015-2018 genoemde uitvoerende partijen.

Artikel 6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het realiseren van de gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 7 Hoogte subsidie

Het totale subsidiebedrag bedraagt voor 2015 maximaal € 2.648.762,00, te verdelen over de subsidiabele activiteiten volgens de specificatie in de Regio-aanpak Veilig Thuis 2015-2018.

Artikel 8 Subsidiabele periode

De subsidiabele periode loopt van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015.

Artikel 9 Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1.

    Deze subsidieregeling heeft een subsidieplafond van € 2.648.762,00.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld en compleet geworden is.

Artikel 10 Aanvraagformulier

De subsidieaanvraag wordt met een aanvraagformulier ingediend.

Artikel 11 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend uiterlijk 1 september voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 12 Subsidiecriteria

De subsidie wordt slechts verleend indien voldaan wordt aan het volgende criterium:

  • -

    het project of de activiteit moet zijn opgenomen als subsidiabel project of activiteit in de Regio-aanpak Veilig Thuis 2015-2018.

Artikel 13 Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de volledige subsidieaanvraag is ontvangen.

  • 2.

    De in het eerste lid gestelde termijn kan, met redenen omkleed, met ten hoogste 13 weken verdaagd worden.

Artikel 13 Weigeringsgronden

Naast de in artikel 9 van de ASV genoemde weigeringsgronden wordt de subsidie niet verleend indien:

  • 1.

    Niet voldaan is aan de eisen en criteria genoemd in deze regeling;

  • 2.

    Het subsidieplafond is bereikt;

  • 3.

    Een project of activiteit niet is opgenomen in de Regio-aanpak Veilig Thuis 2015-2018;

  • 4.

    Het project of de activiteit niet valt onder een van de in de Regio-aanpak gestelde prioriteiten.

Artikel 14 Verplichtingen

Naast de in de artikelen 10, 11 en 12 van de ASV genoemde verplichtingen gelden de volgende verplichtingen:

  • 1.

    De aanvrager werkt met de Wet Meldcode Huiselijk Geweld & Kindermishandeling;

  • 2.

    De aanvrager zoekt waar mogelijk aansluiting bij (de werkwijze van) de gebiedsgerichte teams.

Artikel 15 Verantwoording

De verantwoording van subsidies is afhankelijk van de hoogte van het subsidiebedrag.

  • 1.

    Subsidie tot en met € 5.000 wordt door het college direct vastgesteld of verleend en binnen 13 weken nadat de activiteiten moeten zijn verricht, ambtshalve vastgesteld.

  • 2.

    De aanvrager is verplicht om aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. De vaststelling vindt plaats binnen 13 weken nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt.

  • 1.

    Bij subsidies van meer dan € 5.000 doch ten hoogste € 50.000 dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de activiteiten zijn verricht;

    • b.

      een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop.

  • 3.

    Het college kan bepalen dat de verplichtingen zoals neergelegd in het tweede lid voor een bepaalde (categorie) subsidieontvangers niet gelden.

  • 1.

    Bij subsidie van meer dan € 50.000 dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in uiterlijk op 1 juli van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar;

  • 2.

    De aanvraag bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de activiteiten zijn verricht;

    • b.

      een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening). Hierin worden ook opgenomen de bezoldiging van de topfunctionarissen;

    • c.

      een balans van het afgelopen subsidie tijdvlak met een toelichting daarop;

    • d.

      een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijke accountant. Het controleprotocol van Zaanstad is bepalend voor de controleopdracht.

  • 4.

    Het college kan besluiten dat de verplichting, zoals neergelegd in het tweede lid, onder d van dit artikel, voor een bepaalde (categorie) subsidieontvangers niet gelden of andere gegevens worden verlangd.

Artikel 16 Subsidievaststelling

Een subsidie wordt binnen 13 weken na ontvangst de volledige aanvraag vastgesteld.

Artikel 17 Bevoorschotting

Bij een subsidieverlening zal een voorschot worden gegeven van 95% van het verleende subsidiebedrag.

Artikel 18 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, afwijken van het bepaalde in deze regeling, indien een strikte toepassing daarvan zal leiden tot een onevenredige benadeling van de aanvrager of subsidieontvanger.

Artikel 19 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.

Artikel 20 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    De subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Regio-aanpak Veilig Thuis Zaanstad 2015.

  • 3.

    Deze subsidieregeling vervalt op 31 december 2015.

  • 4.

    De subsidie-afspraken uit het Uitvoeringsprogramma Huiselijk Geweld 2010-2013 worden ingetrokken.

Algemene toelichting op Model voor Subsidieregelingen Zaanstad 2014

Nieuwe subsidieregelingen op basis van de Algemene Subsidie VerordeningZaanstad 2014 worden aan de hand van dit volgende model vormgegeven.

De beleidsafdeling maakt op basis van dit model de beleidsveld inhoudelijke gemeentelijke subsidieregeling.

Het model subsidieregeling bevordert de duidelijkheid en rechtmatigheid van het beleidsinhoudelijke subsidiebeleid en de beleidsgestuurde financiering.

Subsidieverstrekking dient in beginsel gebaseerd te zijn op een wettelijk voorschrift (artikel 4:23 Awb). Het wettelijk voorschrift dient de essentiële elementen van het proces van subsidieverstrekking te bevatten. Deze eis komt voort uit de wens dat de rechtszekerheid van de subsidieaanvrager en subsidieontvanger voldoende gewaarborgd wordt. Tevens wordt hiermee een doelmatige besteding van overheidsuitgaven nagestreefd.

De raad heeft in de Algemene subsidieverordening Zaanstad 2014 (ASV) de bevoegdheid aan het college toegekend om subsidieregelingen vast te stellen. Hierdoor zijn ook de subsidieregelingen wettelijke voorschriften.

De ASV bevat de hoofdstructuur van het subsidieproces. De beleidsinhoudelijke elementen worden in subsidieregelingen vastgelegd. Deze bevoegdheid wordt in de ASV gedelegeerd aan het college. In een subsidieregeling wordt vastgelegd wat het doel is van de subsidie, welke resultaat wordt beoogd, welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie, wanneer en hoe deze kan worden aangevraagd, hoe hoog de subsidie is of hoe het subsidiebedrag wordt berekend, hoe de subsidie moet worden verantwoord en hoe wordt uitbetaald etc.

Daarnaast is in diverse artikelen in de ASV bepaald dat het college via een subsidieregeling kan afwijken van bepalingen in de ASV. Dit maakt het mogelijk om de subsidieregeling op maat toe te snijden.

Bij subsidies waar een Europees steunkader op van toepassing is, komen alleen de activiteiten, de doelstellingen, de resultaten, de kosten en ondernemingen in aanmerking die voldoen aan de eisen en voorwaarden van het toepasselijke staatssteunkader. Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees staatssteunkader noodzakelijk is dient in de subsidieregeling de ASV te worden aangevuld.

De door het college vastgestelde subsidieregelingen bevatten algemeen verbindende voorschriften (hierna: a.v.v.) Om rechtskracht te hebben dienen ze bekend te worden gemaakt in een gemeenteblad én gepubliceerd op www.overheid.nl. (Via de Centrale Voorziening Decentrale Regelgeving / CVDR.)

NB voor de subsidies waarvan de subsidieontvanger en het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld zijn vermeld in de door de raad vastgestelde gemeentelijke begroting is een subsidieregeling niet noodzakelijk. Deze subsidies worden gebaseerd op de ASV en een beleidsnotitie. Beleidsnotities binden alleen het bestuursorgaan en werken niet extern. Het opnemen van zo concreet mogelijke beleidsregels in de beleidsnotitie is ook voor deze subsidies van belang.