Regeling klachtencommissie toewijzing sociale huurwoningen Zaanstad

Geldend van 19-07-2013 t/m heden

Intitulé

Regeling klachtencommissie toewijzing sociale huurwoningen Zaanstad

Regeling klachtencommissie toewijzing sociale huurwoningen gemeente Zaanstad

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: de klachtencommissie als bedoeld in artikel 4, lid 2, van de Huisvestingswet;

  • b.

    convenant: het tussen de gemeente Zaanstad en de woningcorporaties in Zaanstad gesloten Convenant woonruimteverdeling;

  • c.

    klacht: een schriftelijk aan de commissie kenbaar gemaakt ongenoegen, betrekking hebbend op een besluit van een der partijen betrokken bij de uitvoering van het convenant met betrekking tot de uitvoering van het convenant, waardoor de indiener van die klachtrechtstreeks in zijn belang is getroffen.

Artikel 2 Naam- en samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie is genaamd Klachtencommissie toewijzing sociale huurwoningen Zaanstad en bestaat uit drie Ieden.

  • 2.

    De leden worden benoemd en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders

  • 3.

    Er kunnen uitsluitend leden worden benoemd die geen zodanige binding met de gemeente en de betrokken corporaties hebben dat de commissie haar taak niet onafhankelijk van de gemeente en corporaties kan uitoefenen.

  • 4.

    De leden worden benoemd voor onbepaalde tijd.

  • 5.

    De commissie wijst uit haar midden een voorzitter en zonodig een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 6.

    Het lidmaatschap van de commissie eindigt

    • a.

      op schriftelijk verzoek van het lid;

    • b.

      door overlijden;

    • c.

      indien niet meer wordt voldaan aan de vereiste onafhankelijkheid als bedoeld in lid 3;

    • d.

      door ontslag bij besluit van het college van burgemeester en wethouders

  • 7.

    Het college van burgemeester en wethouders doet zo spoedig mogelijk een voorstel om te voorzien in de vervanging van tussentijds afgetreden leden met inachtneming van het vorenbepaalde.

  • 8.

    Het college van burgemeester en wethouders kent aan de leden van de commissie eenpresentiegeld toe.

Artikel 3 Secretariaat

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt ten behoeve van de commissie een ambtelijk secretaris aan. Deze verleent administratieve en organisatorische ondersteuning en draagt zorg voor het goed kunnen functioneren van de commissie.

  • 2.

    De secretaris is voor zijn werkzaamheden verantwoording verschuldigd aan de commissie.

  • 3.

    De commissie stelt de taakverdeling vast tussen haarzelf en de secretaris, alsmede de werkwijze van de secretaris.

Artikel 4 Taak van de commissie

  • 1.

    De commissie heeft tot taak alle klachten als bedoeld in artikel 1, onder c, te onderzoeken en daarover advies uit te brengen aan de betrokken convenantpartij(en).

  • 2.

    De commissie beoordeelt alle aan haar gerichte klachten op ontvankelijkheid en bij gebleken ontvankelijkheid op gegrondheid.

  • 3.

    De commissie heeft tevens een signalerende en adviserende taak. De commissie kan naar aanleiding van de behandeling van klachten en naar aanleiding van andere klachten die haar bereiken, knelpunten signaleren die zich voordoen bij de uitvoering van het stelsel van woonruimteverdeling. Op grond van deze signalering kan de commissie aanbevelingen doen aan de convenantpartijen.

Artikel 5 Vergaderingen van de commissie

  • 1.

    De commissie komt ten minste eenmaal per jaar ter vergadering bijeen teneinde uitvoering te geven aan het bepaalde in artikel 9. De commissie komt voorts zo vaak bijeen als nodig is om met in achtneming van de termijnen van behandeling als bedoeld in artikel 7 de ingediende klachten tijdig af te kunnen doen.

  • 2.

    De secretaris draagt zorg voor het tijdig uitnodigen van de leden van de commissie onder mededeling van de punten, vermeld op de agenda. De secretaris draagt zorg voor het verzenden aan de leden van de op de agenda betrekking hebbende stukken.

  • 3.

    Vergaderingen van de commissie vinden bij voorkeur plaats in aanwezigheid van drie leden en vinden geen doorgang indien minder dan twee Ieden leden aanwezig zijn. Indien twee leden aanwezig zijn, is zonodig de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 4.

    De secretaris draagt zorg voor een beknopte verslaglegging van de vergaderingen van de commissie.

  • 5.

    De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar, behoudens het ter zake van het horen van partijen bepaalde in artikel 6, lid 9.

Artikel 6 De klachtenprocedure

  • 1.

    Een klacht dient schriftelijk en voorzien van naam, adres en handtekening van de klager en met omschrijving van de gronden waarop de klacht berust te worden ingediend bij het secretariaat van de commissie.

  • 2.

    De klager ontvangt binnen twee weken na ontvangst van de klacht een schriftelijk bericht van ontvangst. Uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van de klacht wordt de instantie waartegen de klacht zich richt; schriftelijk van de klacht op de hoogte gesteld.

  • 3.

    De klachten worden door de commissie mondeling behandeld in een daarvoor bijeengeroepen vergadering.

  • 4.

    De commissie gaat niet over tot de inhoudelijke behandeling van de klacht indien zij vaststelt dat deze niet-ontvankelijk is. De commissie verklaart de klacht niet-ontvankelijk, indien:

    • a.

      de klacht niet kan worden aangemerkt als een klacht als bedoeld in artikel 1 onder c;

    • b.

      meer dan 12 weken verstreken zijn sinds de gebeurtenis waarop de klacht betrekkingheeft;

    • c.

      de klacht gericht is tegen een besluit waartegen een bestuursrechtelijke voorzieningopenstaat of heeft opengestaan op grond van de Algemene wet bestuursrecht;

    • d.

      de klacht is gericht tegen een algemeen verbindend voorschrift

  • 5.

    De commissie stelt de klager en andere betrokken partijen in de gelegenheid zich te laten horen en nadere inlichtingen te geven. Partijen worden daartoe tijdig schriftelijk opgeroepen. De klager kan zich laten bijstaan - door een terzake deskundige en kan zich laten vertegenwoordigen.

  • 6.

    De commissie kan bepalen anderen dan partijen genoemd in lid 5 te horen als zij meent dat dit bijdraagt aan de juiste behandeling van de klacht. In dat geval zal deklager onderscheidenlijk de andere betrokken partij in de uitnodiging voor de vergadering worden meegedeeld wie- mede zijn uitgenodigd.

  • 7.

    De commissie kan bepalen anderen dan partijen genoemd in lid 5 in de gelegenheid te stellen schriftelijk inlichtingen te verschaffen, als zij meent dat dit bijdraagt aan de juiste afhandeling van de klacht.

  • 8.

    De belanghebbende die wordt uitgenodigd voor de vergadering van de klachtencommissie, krijgt inzage in de stukken die betrekking hebben op de klacht.

  • 9.

    Betrokkenen worden in elkaars aanwezigheid gehoord, tenzij de commissie anders beslist. Het gedeelte van de vergadering van de commissie waarin betrokkenen worden gehoord is openbaar, tenzij de commissie anders beslist

Artikel 7 Beraadslaging, beslissing en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist over de ingediende klacht op basis van de ingebrachte stukken welke betrekking hebben op de klacht en -indien van toepassing -op basis van hetgeen ter hoorzitting naar voren is gebracht

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen.

  • 3.

    De commissie brengt zo spoedig mogelijk, uiterlijk zes weken na ontvangst van de klacht, schriftelijk advies uit aan de betrokken convenantpartij(en). Op deze termijn is de verdagingstermijn van vier weken, overeenkomstig het bepaalde in- de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.

  • 4.

    In het geval de klacht niet ontvankelijk wordt verklaard, verwijst de commissie de klager zo spoedig mogelijk en onder het nodige voorbehoud naar een instantie die zij ter zake wel bevoegd acht.

  • 5.

    Bij de beslissing worden de overwegingen weergegeven die tot dat advies hebben geleid.

  • 6.

    Bij gegronde klachten geeft de commissie een bindend advies ten aanzien van de afhandeling van de klacht.

Artikel 8 Informatievoorziening

  • 1.

    Convenantpartijen zijn verplicht de commissie kennis te laten nemen van alle relevante informatie, betrekking hebbende op de klacht.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 7, lid 5 en artikel 9, zijn de leden van de commissie verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen bij de uitoefening van hun taak bekend is geworden, voorzover dat uit de aard der zaak volgt.

Artikel 9 Verslag en werkzaamheden

Jaarlijks stelt de commissie binnen zes maanden na afloop van de verslagperiode een verslag op van haar werkzaamheden en stuurt deze aan de partijen van het Convenant woonruimteverdeling. Het verslag bevat ten minste:

  • a.

    een overzicht van de behandelde klachten en de daarop genomen beslissingen;

  • b.

    de aanbevelingen die op grond van artikel 4, lid 3, zijn uitgebracht;

  • c.

    de eventuele adviezen van de commissie ten aanzien van de wenselijkheid ditreglement te wijzigen.

Artikel 10 Slotbepaling

  • 1.

    In de gevallen waar dit reglement niet in voorziet beslist de commissie.

  • 2.

    De commissie zoekt daarbij aansluiting bij het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling komt in de plaats van het Reglement klachtencommissie toewijzing corporatiewoningen Zaanstad uit 1998 en treedt in werking op de dag nadat deze is gepubliceerd in het gemeenteblad.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als : Regeling klachtencommissie toewijzing sociale huurwoningen Zaanstad.

Artikel 13. Bekendmaking

Deze regeling zal worden bekend gemaakt door het plaatsen daarvan in het Gemeenteblad.