Regeling vervallen per 31-12-2018

Verordening op de behandeling van bezwaarschriften Zaanstad 2003

Geldend van 03-06-2004 t/m 30-12-2018

Intitulé

Verordening op de behandeling van bezwaarschriften Zaanstad 2003

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

verwerend bestuursorgaan:

bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

b.

externe commissie:

vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften overeenkomstig het bepaalde in artikel 7:13 Awb;

c.

ambtelijke commissie:

commissie van advies voor de bezwaarschriften, bestaande uit ambtelijke leden;

d.

wethouder:

de portefeuillehouder sociale zaken.

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1. Deze verordening regelt de wijze waarop de indiener(s) van een bezwaarschrift wordt gehoord, te weten door een externe commissie, door de wethouder of door een ambtelijke commissie.

  • 2. Het college bepaalt in welke gevallen de externe commissie om advies wordt gevraagd.

  • 3. De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op de behandeling van bezwaarschriften in belastingzaken.

Hoofdstuk 2 De externe commissie

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie worden door de burgemeester, het college dan wel de raad benoemd, geschorst en ontslagen afhankelijk van het verwerend bestuursorgaan.

  • 3. De burgemeester, het college en de raad benoemen een aantal plaatsvervangende leden.

  • 4. De commissie regelt zelf de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretaris

Het college wijst een aantal ambtenaren aan om als secretaris te fungeren.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een periode van vier jaar met de mogelijkheid van herbenoeming.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de externe commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het aan de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan het verwerend bestuursorgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend bestuursorgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen vijf werkdagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend bestuursorgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste en het tweede lid.

Artikel 11 Quorum

De commissie kan besluiten om te horen in beperkte samenstelling. Voor het houden van een zitting is vereist dat in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie, een van de aanwezige leden of een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend bestuursorgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend bestuursorgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Afzien van het geven van advies

  • 1. De commissie ziet af van het geven van een advies:

    • a.

      indien aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen door het verwerend bestuursorgaan en belanghebbenden daarmee instemmen.

    • b.

      indien tijdens de behandeling het bezwaarschrift wordt ingetrokken.

  • 2. Indien wordt afgezien van het uitbrengen van een advies doet de voorzitter daarvan schriftelijk mededeling aan belanghebbenden en aan het verwerend bestuursorgaan.

Hoofdstuk 3 Wethouder

Artikel 18 Overeenkomstige toepassing

De in hoofdstuk 2 opgenomen artikelen zijn van overeenkomstige toepassing in de gevallen dat de wethouder hoort, met uitzondering van de artikelen 3, 5, 8 lid 2, 11, 13, 16 en 17.

Hoofdstuk 4 Ambtelijke commissie

Artikel 19 Overeenkomstige toepassing

De in hoofdstuk 2 opgenomen artikelen zijn van overeenkomstige toepassing in de gevallen dat de ambtelijke commissie hoort, met uitzondering van artikel 3, leden 2 tot en met 4 en de artikelen 4, 5 en 8 lid 2.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken nadat de leden van de externe commissie zijn benoemd, mits deze dag valt na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij is geplaatst.

Artikel 21 Bekendmaking

Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het Gemeenteblad. Tevens zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de gemeente.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de behandeling van bezwaarschriften Zaanstad 2003.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 18 december 2003

voorzitter
raadsgriffier

Toelichting op de Verordening op de behandeling van bezwaarschriften Zaanstad 2003

Algemeen

Gebruik is gemaakt van de modelverordening van de VNG die op maat is gesneden aan de hand van het collegevoorstel dat door de Raad is/wordt bekrachtigd inzake de keuze van de soort commissie. Er is voor gekozen om de regels met betrekking tot de drie soorten commissies te weten extern, ambtelijk en de portefeuillehouder sociale zaken in aparte hoofdstukken te benoemen. In de artikelsgewijse toelichting zal alleen ingegaan worden op artikelen die een nadere uitleg behoeven. Een groot deel van de artikelen vloeit rechtreeks voort uit de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht maar is voor de duidelijkheid toch opgenomen.

Artikelsgewijs

Artikel 2

De verdeling van zaken wordt als volgt voorgesteld:

De externe commissie hoort in gevallen waarbij bezwaar gemaakt wordt tegen raadsbesluiten niet zijnde bezwaren tegen planschadebesluiten (artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening), bezwaren tegen besluiten die politiek gevoelig zijn of een aanmerkelijk financieel belang hebben. Ter nadere onderbouwing van de laatste twee criteria zal aangesloten worden op:

  • -

    zaken waarbij het gaat om een financieel belang voor de gemeente Zaanstad van ten minste 250.000 Euro;

  • -

    bezwaarschriften tegen besluiten op aanvragen om een bouw- of milieuvergunning die het college aan zichzelf verstrekt;

  • -

    besluiten waar meer dan 5 afzonderlijke bezwaren zijn ingediend.

Het betreft geen limitatieve opsomming zodat ook in andere bezwaarzaken aan de commissie kan worden gevraagd om een advies uit te brengen.

De wethouder sociale zaken hoort in de gevallen waarin bezwaar wordt gemaakt tegen een besluit dat door de Sector sociale zaken is voorbereid.

De ambtelijke commissie hoort in alle gevallen waarin de andere commissies niet horen.

Artikel 3

Er is naar aanleiding van het duaal bestel een onderscheid gemaakt tussen de afhandeling van bezwaren tegen college- of raadsbesluiten. Dit komt tot uitdrukking bij de benoeming van de leden in lid 2. Er zal één externe commissie worden benoemd. Bij de selectie van de leden zal de raad worden betrokken.

Het college zal de raad voorstellen de leden van de externe commissie te benoemen.

Artikel 8

In het tweede lid is voor een machtiging van het college gekozen omdat eventuele onderzoekscontracten door het college worden afgesloten.

Artikel 17

In beide gevallen waarin de commissie geen advies geeft is er in feite geen bezwaar meer en is het uitbrengen van een advies niet meer nodig.

Artikel 18

Aangezien de wethouder, ondersteund door een ambtelijk secretaris, hoort is het onlogisch of ongewenst alle artikelen die gelden voor de externe commissie van overeenkomstige toepassing te verklaren. Gezien de soort zaken is ervoor gekozen om de zittingen niet openbaar te laten zijn vanwege de bescherming van de privacy van betrokkene.

Artikel 20

De verordening kan pas in werking treden nadat de leden van de externe commissie door het desbetreffende bestuursorgaan zijn benoemd. Er wordt naar gestreefd om uiterlijk per 1 maart 2004 de benoeming te laten plaatsvinden.