Verordening Verwerking Persooonsgegevens

1. Deze verordening is van toepassing op alle gemeentelijke verwerkingen van persoonsgegevens waarop de wet van toepassing is.

2. De verordening is tevens van toepassing op de basisadministratie persoonsgegevens welke door de gemeente wordt bijgehouden in het kader van de uitvoering van de Wet gemeentelijke basis- administratie persoonsgegevens.

1. Het College van Burgemeester en Wethouders is verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens.

2. Het College van Burgemeester en Wethouders is verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie.

1. De burgemeester is verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens die ten dienste staan van de burgemeester.

2. De verantwoordelijke oefent toezicht uit op het beheer van de persoonsgegevensverwerking.

3. De bekendmaking van de persoonsgegevensverwerkingen alsmede de aanmelding bij de gemeentelijke privacyfunctionaris of bij het College bescherming persoonsgegevens geschiedt door de verantwoordelijke.

1. Als beheerder van de gemeentelijke persoonsgegevensverwerkingen fungeren de hoofden van de takken van diensten en andere onderdelen van de organisatie, ieder voor wat betreft de bij dat organisatie onderdeel betrokken verwerkingen van persoonsgegevens.

2. De beheerder is verantwoordelijk voor:

• a.

  het aanmelden van een door hem beheerde persoonsgegevensverwerking bij het college van burgemeester en wethouders ten behoeve van opneming in het openbaar register zoals bedoeld in artikel 8;

• b.

  het opstellen van procedures ter uitoefening van de rechten van betrokkenen;

• c.

  het treffen van voorzieningen van technische en organisatorische aard ter bevordering van de juistheid en volledigheid van gegevens en ter voorkoming van onbevoegde kennisneming van gegevens (beveiligingsplannen en autorisatie).

3. Bewerker van de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is Centric Public Sector B.V. te Gouda. De bewerker en diens medewerkers hebben rechtstreeks toegang tot de bevolkingsadministratie, voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de overeenkomst tussen de bewerker en de gemeente.

1. In aanvulling op de wettelijke voorschriften betreffende de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bevat het reglement een duidelijke regeling van:

• a.

  welke personen of categorieën van personen binnen de gemeente welke gegevens mogen ontvangen (art. 96 Wet GBA, binnengemeentelijke afnemers);

• b.

  op welke wijze deze verstrekking plaats vindt;

• c.

  welke koppelingen en integraties er bestaan tussen de gemeentelijke basisadministratie en andere registratiesystemen;

• d.

  op welke gronden tot het verstrekken van gegevens aan derden zal worden overgegaan en welke gegevens verstrekt mogen worden (art. 100 Wet GBA, vrije derden).

2. Verstrekkingen aan andere personen of instanties mogen alleen plaatsvinden na schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders, met in achtneming van hetgeen in art. 96 en 100 Wet GBA hierover is bepaald.

3. Afschriften van deze besluiten worden als aanhangsel aan het reglement toegevoegd en vormen daarvan een onlosmakelijk geheel.

1. Besluiten tot verstrekking van persoonsgegevens worden genomen met inachtneming van hetgeen in de wet is bepaald.

2. De besluiten van het eerste lid worden genomen door het College van Burgemeester en Wethouders.

3. Een ieder kan zich schriftelijk met een klacht tot het College van Burgemeester en Wethouders wenden, indien hij meent dat ten aanzien van hem is gehandeld in strijd met deze verordening of op grond van deze verordening vastgestelde reglementen.

4. De klachtenregeling Zaanstad 2002 is hierop van toepassing.

5. Het College van Burgemeester en Wethouders houdt een openbaar register bij waarin alle persoonsgegevensbestanden en besluiten tot verstrekking zijn opgenomen.

1. Het register ligt voor iedereen kosteloos ter inzage op het gemeentehuis.

2. De beheerregeling en het reglement liggen kosteloos ter inzage op het adres waar de beheerder contact met de betrokkene onderhoudt.

6. Koppeling en integratie van gegevens mag alleen plaatsvinden op grond van een schriftelijk besluit van het College van Burgemeester en Wethouders met inachtneming van hetgeen hierover in art. 9b Wbp is bepaald.

7. Afschriften van deze besluiten worden als aanhangsel aan het reglement toegevoegd en vormen daarvan een onlosmakelijk geheel.