Regeling vervallen per 30-09-2006

Inspraakverordening

Geldend van 01-10-2000 t/m 29-09-2006

Intitulé

Inspraakverordening

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.

burgemeester en wethouders:

het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad;

b.

inspraak:

een door of namens burgemeester en wethouders georganiseerde gelegenheid waarbij het ingezeten en in de gemeente werkzame of een belang hebbende natuurlijke personen, rechtspersonen en groeperingen mogelijk wordt gemaakt hun zienswijze omtrent gemeentelijke beleidsvoornemens kenbaar te maken en daarover met het gemeentebestuur van gedachten te wisselen;

c.

inspraakprocedure:

de wijze waarop de onder a. bedoelde inspraak ingevolge het bij of krachtens deze verordening bepaalde gestalte wordt gegeven;

d.

stadsvernieuwing:

de stelselmatige inspanning zowel op stedenbouwkundig als op sociaal, economisch, cultureel en milieuhygiënisch gebied, gericht op behoud, herstel, verbetering, herindeling of sanering van bebouwde gedeelten van het gemeentelijk grondgebied.

e.

specifiek welzijn:

de sectoren zorg, educatie en recreatie.

2.

Waar in deze verordening wordt gesproken van stadsvernieuwing wordt dorpsvernieuwing, voor zover van toepassing, daaronder mede begrepen.

Artikel 2 Object van Inspraak

  • 1. Inspraak is in beginsel mogelijk op alle terreinen van gemeentelijk bestuur.

  • 2. Burgemeester en wethouder verlenen in elk geval inspraak op beleidsvoornemens betreffende:

    • a.

      de voorbereiding of herziening van ruimtelijke plannen, en bij de voorbereiding van toepassing van artikel 19, eerste lid, juncto artikel 19a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

    • b.

      de stadsvernieuwing;

    • c.

      de welzijnsvoorzieningen;

    • d.

      uitvoering van saneringsonderzoeken en bodemsaneringen als bedoeld in de Wet bodembescherming voor zover het gemeentebestuur van Zaanstad optreedt als daartoe bevoegd orgaan.

  • 3. Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens de wet is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van regelingen van hogere overheden waarbij van enige beleidsvrijheid geen sprake is.

Artikel 3 Subject van inspraak

Burgemeester en wethouders verlenen inspraak aan ingezeten en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke personen, rechtspersonen en groeperingen.

Artikel 4 Bekendmaking

Burgemeester en wethouders maken de beleidsvoornemens, waarop inspraak verleend wordt, publiekelijk bekend op in de gemeente gebruikelijke wijze. Hierbij worden tevens aangegeven de plaats waar en de tijden waarop informatie over de beleidsvoornemens ter inzage ligt.

Artikel 5 Inspraakprocedure

Burgemeester en wethouders stellen voor elk beleidsvoornemen waarop inspraak wordt verleend, een inspraakprocedure vast, inhoudende de wijze waarop insprekers in staat worden gesteld hun mening omtrent het beleidsvoornemen kenbaar te maken en daarover met het gemeentebestuur van gedachten te wisselen.

De inspraak procedure omvat tevens een termijnstelling en een omschrijving van de voorwaarden waaronder insprekers invloed op het aan inspraak onderhevige beleidsvoornemen kunnen uitoefenen.

Artikel 5a

In afwijking van het bepaalde in de artikelen 5 en 7, worden voor de inspraak als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder d, de volgende regels vastgesteld:

  • 1.

    Indien burgemeester en wethouders als bevoegd orgaan een bodemsaneringonderzoek of een bodemsanering uitvoeren, stellen zij ter begeleiding van dat onderzoek resp. die sanering een projectgroep in, tenzij redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte bestaat.

  • 2.

    Ten behoeve van een projectgroep in de zin van het eerste lid wijzen burgemeester en wethouders een voorzitter aan en dragen zij zorg dat voorzien wordt in het verrichten van de secretariaatswerkzaamheden.

  • 3.

    Een projectgroep heeft tot taak burgemeester en wethouders haar zienswijze te geven over de uitvoering van het onderzoek resp. de sanering. De projectgroep brengt schriftelijk advies uit aan burgemeester en wethouders.

  • 4.

    Een projectgroep bestaat tenminste uit:

    • a.

      een vertegenwoordiger van de Dienst Stadsontwikkeling Milieubeheer;

    • b.

      een vertegenwoordiger van de bij het onderzoek of sanering betrokken bewonersgroep van de gemeente Zaanstad en andere bij het onderzoek of sanering van dat geval belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen.

Artikel 6

Burgemeester en wethouders kunnen de inspraakprocedure wijzigen in spoedeisende gevallen en in overige gevallen waarin de vaststelling van het beleidsvoornemen zulks vereist. Zij maken het voornemen hiertoe terstond publiekelijk bekend op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

Artikel 7 Rapportage

Ter afronding van de inspraakprocedure maken burgemeester en wethouders een eindverslag op.

Het eindverslag bevat een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraakprocedure over het aan inspraak onderhevige beleidsvoornemen naar voren zijn gebracht.

Het eindverslag bevat tevens de vermelding of en in hoeverre de resultaten van de inspraakprocedure aanleiding zijn het beleidsvoornemen bij te stellen.

Burgemeester en wethouders brengen een eindverslag terstond ter kennis van de raad en van degenen die aan die inspraak hebben deelgenomen.

Artikel 8 Beklagrecht

  • 1. Ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke personen, rechtspersonen en groeperingen kunnen omtrent de uitvoering van deze verordening bij burgemeester en wethouders een schriftelijke klacht indienen.

  • 2. Een klacht, gericht tegen het niet verlenen van inspraak op een beleidsvoornemen, dient te worden ingediend uiterlijk vier weken na afloop van de inspraakprocedure.

  • 3. Een klacht gericht tegen de uitvoering van de inspraakprocedure dient te worden ingediend uiterlijk vier weken na afloop van inspraakprocedure.

  • 4. Burgemeester en wethouders beslissen binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift omtrent de ingediende klacht. Zij kunnen deze termijn met ten hoogste vier weken verlengen.

  • 5. Burgemeester en wethouders brengen de beslissing omtrent bet klaagschrift terstond ter kennis van de klager en de gemeenteraad.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin zij is bekendgemaakt.

  • 2. Op dat moment vervalt de Inspraakverordening 1994, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 24 maart 1994.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Inspraakverordening.

Artikel 11 Bekendmaking

Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het Gemeenteblad. Tevens zal deze verordening worden opgenomen in de algemeen verkrijgbare uitgave die is getiteld Verzameling gemeentelijke verordeningen, besluiten en beleidsregels Zaanstad.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 21 september 2000,

voorzitter

w.g. L.F. Berkhout (loco)

secretaris

w.g. drs. W. van der Molen