Regeling vervallen per 01-01-2007

Verordening op de heffing en de invordening van kadegeld 2006

Geldend van 26-11-2006 t/m 31-12-2006

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordening van kadegeld 2006

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt:

  • a.

    onder ingenomen wateroppervlakte verstaan het product van de loodrechte projecties op het wateroppervlak van de grootste lengte en de grootste breedte van het vaartuig;

  • b.

    onder waterverplaatsing verstaan de waterverplaatsing vermeld in de geldige Nederlandse meetbrief of de buitenlandse meetbrief, indien deze met de Nederlandse meetbrief is gelijkgesteld, bij gebreke waarvan de waterverplaatsing door het college van burgemeester en wethouders wordt vastgesteld;

  • c.

    onder een pleziervaartuig verstaan een schip waarvan de lengte minder dan 20 meter bedraagt zulks met uitzondering van: een schip dat meer dan 12 passagiers mag vervoeren, een veerpont, een vissersschip of een duwbak;

  • d.

    een gedeelte van een dag, een nacht, een etmaal, een week, een maand, een kubieke meter, een vierkante meter, een strekkende meter en duizend kilogram voor een gehele dag, een gehele nacht, een geheel etmaal, een gehele week, een gehele maand, een gehele kubieke meter, een gehele vierkante meter, een gehele strekkende meter en duizend kilogram gerekend;

  • e.

    onder een dag verstaan een aaneengesloten tijdvak van 24 uren beginnende op 00.00 uur tot 24.00 uur;

  • f.

    onder een week verstaan een aaneengesloten tijdvak van 7 dagen;

  • g.

    onder een maand verstaan een kalendermaand;

  • h.

    onder een kwartaal verstaan een kalenderkwartaal;

  • i.

    onder een jaar verstaan een kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “kadegeld” wordt een recht geheven wegens het gebruik of genot van kaden, steigers en glooiingen, die eigendom van de gemeente zijn of die voor rekening van de gemeente worden onderhouden door:

  • a.

    daaraan met een vaartuig aan te leggen;

  • b.

    daaraan met een vaartuig een vaste plaats in te nemen;

  • c.

    daarop of daaraan te laden of te lossen;

  • d.

    daarop of daarboven ten behoeve van of als gevolg van het laden of lossen één of meer voorwerpen te hebben.

Artikel 3 Belastingplicht

Het kadegeld wordt geheven van:

  • a.

    de kapitein, schipper, voerder, reder, eigenaar, verhuurder of huurder van het vaartuig, dat aan de kade, steiger of glooiing aanlegt of een plaats inneemt;

  • b.

    degene die op of aan de kade, steiger of glooiing laadt, lost en doet laden of lossen;

  • c.

    degene die op of boven de kade, steiger of glooiing één of meer voorwerpen heeft.

Artikel 4 Tarief en maatstaf van heffing

  • 1. Het tarief voor het gebruik of genot van de kade, steiger of glooiing bedraagt:

    • a.

      voor pleziervaartuigen per strekkende meter lengte van het vaartuig over alles:

      • -

        € 0,35 per dag;

      • -

        € 1,01 per week;

    • b.

      voor eigenaren van pleziervaartuigen, op wiens verzoek door het college van burgemeester en wethouders onder nader door hen te stellen voorwaarden een vaste aanlegplaats aan de kade, steiger of glooiing is toegewezen, € 24,32 per kalenderjaar voor elke in gebruik genomen meter lengte van de kade, steiger of glooiing;

    • c.

      voor vaartuigen voor het organiseren van shows, feesten, bedrijfspresentatie

    • d.

      of andere vergelijkbare evenementen € 3,15 per dag voor elke in gebruik genomen meter lengte van de kade, steiger of glooiing;

    • e.

      voor overige vaartuigen € 1,45 per dag voor elke strekkende meter lengte van het vaartuig over alles;

  • 2. Het tarief voor industriële ondernemingen of handelsondernemingen of andere ondernemingen van bedrijfsmatige binnenvaart, op wiens verzoek door het college van burgemeester en wethouders onder nader door hen vast te stellen voorwaarden een vaste aanleg-, los-, en laadplaats op of aan de kade, steiger of glooiing is toegewezen, bedraagt voor elke in gebruik genomen meter lengte van de kade, steiger of glooiing: - € 28,78 per maand; - € 57,54 per kwartaal; - € 172,61 per jaar;

  • 3. Het tarief voor het gebruik of genot van het door het college van burgemeester en wethouders daartoe bestemde gedeelte van de kade, steiger of glooiing, voor zover dit niet in vast gebruik is afgestaan, bedraagt € 1,45 per dag voor elke vierkante meter in beslag genomen ruimte van de kade, steiger of glooiing;

  • 4. Het tarief voor het hebben van zandtrechters en dergelijke werktuigen ten behoeve van het laden of lossen van goederen op de kade bedraagt € 0,94 per dag voor elke vierkante meter door de werktuigen in beslag genomen ruimte op de kade, steiger of glooiing;

  • 5. Over de bovengenoemde tarieven wordt 19% BTW berekend.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

Het kadegeld wordt geheven door middel van een gedagtekende nota of ander schriftuur, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

Artikel 7 Tijdstip van betaling

  • 1. Het in artikel 2 bedoelde recht moet, behoudens het bepaalde in het hierna volgende lid, worden betaald nadat het bedrag ter kennis van één van de belastingplichtigen is gebracht.

  • 2. Het kadegeld, voor zover dit per dag of per week wordt berekend, is invorderbaar onmiddellijk nadat het verschuldigd is geworden.

Artikel 8 Restitutie

Van het kadegeld dat wordt betaald voor vaartuigen naar een termijn van een jaar, wordt, indien het gebruik van de kade, steiger of glooiing is geëindigd voor het verstrijken van de termijn, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, restitutie verleend voor zoveel vierden van het bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik van de kade, steiger of glooiing nog volle kwartalen overblijven en waarbij het jaarbedrag eerst wordt herleid tot vier maal het kwartaaltarief.

Artikel 9 Vrijstelling

De raad kan categorieën van schepen, al dan niet onder het vaststellen van nadere voorschriften, vrijstellen van de verplichting tot betaling van kadegeld.

Artikel 10 Kwijtschelding

Van het kadegeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het kadegeld.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening Kadegeld 2005, vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 november 2004, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking;

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006;

  • 4. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het derde lid genoemde datum, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van kadegeld in die periode plaatsvindt.

  • 5. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Kadegeld 2006".

Artikel 13 Bekendmaking

Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in een algemeen verkrijgbaar gemeenteblad.

In een huis-aan-huisblad wordt meegedeeld dat de verordening voor een ieder kosteloos ter inzage ligt in het gemeentehuis. Daarnaast zal de geconsolideerde tekst van de Verordening worden geplaatst op de website van de gemeente.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 november 2005,

Voorzitter
Raadsgriffier