Verordening op de kermissen te Zaanstad

Geldend van 01-01-2009 t/m heden

Intitulé

Verordening op de kermissen te Zaanstad

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zaanstad

  • b.

    exploitant: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf heeft gemaakt van de exploitatie van een inrichting zoals bedoeld in sub d van dit artikel.

  • c.

    gemeente: de gemeente Zaanstad

  • d.

    huursom: het bedrag dat door de exploitant aan de gemeente moet worden betaald voor het huren van een standplaats.

  • e.

    inrichting: kermisattracties zoals vermaakzaken, kinderzaken, verkoopzaken, behendigheidsspellen, kijkwerk en gokspelen, welke zijn bestemd tot vermaak, genot en vertier op kermissen.

  • f.

    kermis: het door de gemeente georganiseerde evenement waarbij bezoekers door verschillende inrichtingen worden geamuseerd.

  • g.

    kermisterrein: de gehele oppervlakte openbare of voor het publiek toegankelijke grond, welke bij besluit van het college voor het uitoefenen van de kermis is of wordt aangewezen.

  • h.

    standplaats: de voor de duur van een kermis door het college aan een exploitant verhuurde ruimte voor het exploiteren van een inrichting.

  • i.

    verhuurvoorwaarden: de door het college vastgestelde Verhuurvoorwaarden voor de kermissen te Zaanstad 2009.

Artikel 2 Locaties van de kermissen

  • 1. De kermis te Wormerveer vindt plaats op de locatie Marktplein.

  • 2. De kermis te Krommenie vindt plaats op de locatie Heiligeweg.

  • 3. De kermis te Zaandam vindt plaats op de locaties Burcht, Zuiddijk en Damplein.

  • 4. De kermis te Assendelft vindt plaats op de locaties Dorpsstraat en Delftlaan.

  • 5. De kermis te Zaandijk vindt plaats op de locatie John Lennonstraat.

  • 6. Bij de hiervoor aangegeven terreinen kunnen, zo nodig, ook de in de onmiddellijke omgeving gelegen straten, parkeerruimten en pleinen worden betrokken, tot een afstand van 500 meter, hemelsbreed gemeten vanaf het hart van het kermisterrein.

  • 7. Het college kan besluiten om in afwijking van de vorige leden van dit artikel de kermis op een andere locatie te laten plaatsvinden.

Artikel 3 Periodes waarin kermissen plaatsvinden

  • 1. De kermis te Wormerveer vindt plaats van de zaterdag voor Eerste Paasdag tot en met de zondag na Tweede Paasdag.

  • 2. De kermis te Krommenie vindt plaats van vrijdag voor Pinksteren tot en met de dinsdag daarna.

  • 3. De kermis te Zaandam vindt plaats van vrijdag 9 september of van de vrijdag tussen 2 en 9 september tot en met de tweede zondag daarna;

  • 4. De kermis te Assendelft vindt plaats van de zaterdag voor de eerste zondag in oktober tot en met de donderdag daarna.

  • 5. De kermis te Zaandijk vindt plaats van de woensdag na de kermis in Assendelft tot en met de zondag daarna. Indien de kermis in de herfstvakantie van de regio Noord zou vallen vindt de kermis plaats in de week na deze herfstvakantie.

  • 6. Het college kan besluiten om in afwijking van de vorige leden van dit artikel de kermis in een andere periode te laten plaatsvinden.

Artikel 4 Openingstijden

  • 1. De kermissen worden op maandag tot en met vrijdag geopend om 14.00 uur en op zaterdag en zondag om 13.00 uur.

  • 2. De kermissen zijn uiterlijk geopend tot 01.00 uur. Tot minimaal 22.00 uur dient de exploitant zijn inrichting voor het publiek open te houden en te exploiteren, tenzij door een daartoe aangewezen ambtenaar van de gemeente een ander tijdstip wordt aangegeven.

  • 3. In afwijking van het gestelde in het eerste en tweede lid wordt:

    • a.

      de kermis te Wormerveer op Tweede Paasdag geopend om 13.00 uur.

    • b.

      de kermis te Krommenie op vrijdag geopend om 13.00 uur, evenals op Tweede Pinksterdag.

    • c.

      de kermis te Zaandam op de dag van aanvang geopend om 13.00 uur.

    • d.

      de kermis te Assendelft op de dag van aanvang geopend om 18.00 uur, tenzij door een daartoe aangewezen ambtenaar van de gemeente een ander tijdstip wordt aangegeven.

    • e.

      de kermis te Zaandijk op de dag van aanvang geopend om 13.00 uur.

    • f.

      de verkoop van etenswaren vanuit gebakkramen en nougatkramen vanaf 09.00 uur toegestaan.

  • 4. Het college is bevoegd om onder bijzondere omstandigheden gemotiveerd af te wijken van de aanvang- en sluitingstijden van kermissen, zoals gesteld in het eerste, tweede en derde lid van dit artikel.

Artikel 5 Toelating inrichtingen

  • 1. Op de standplaatsen worden uitsluitend inrichtingen geplaatst waarvan tegen toelating bij het college geen bezwaren bestaan gelet op de openbare orde, veiligheid, gezondheid en/of goede zeden.

  • 2. Inrichtingen waar gevechten tussen mensen en dieren of tussen dieren onderling plaatsvinden, worden niet toegelaten.

  • 3. Elke inrichting met speelautomaten mag slechts één speltype voeren;

    combinaties van meerdere speltypen in één inrichting zijn niet toegestaan.

  • 4. Het college kan op schriftelijk verzoek toestaan dat vanuit één inrichting twee kermisactiviteiten plaatsvinden, behoudens een combinatie van en met speelautomaten.

Artikel 6 Toelating ambtenaren in inrichting

  • 1. De exploitant is verplicht te allen tijde in zijn inrichting toe te laten ambtenaren van politie, brandweer, Voedsel en Waren Autoriteit, sector Handhaving van de gemeente Zaanstad belast met kermiswerkzaamheden, alsmede andere vertegenwoordigers van de gemeente.

  • 2. De exploitant is verplicht de voorschriften op te volgen die door de in het eerste lid van dit artikel genoemde personen in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid en/of goede zeden worden gegeven. Tot deze voorschriften kunnen behoren de eis tot (tijdelijke) sluiting van de inrichting, in het geval zich een ongeval in of met de inrichting heeft voorgedaan, het gevaar van een ongeval dreigt of in verband met extreme weersomstandigheden.

Artikel 7 Promotie voor de kermissen

  • 1. Het college draagt zorg voor een goede promotie van de kermissen.

  • 2. Er wordt voor iedere kermis een kermispromotiecommissie ingesteld waarin zowel exploitanten als de gemeente in vertegenwoordigd zijn.

  • 3. Jaarlijks wordt door het college vastgesteld welk bedrag aan promotie voor de kermissen te Zaanstad wordt besteed.

Artikel 8 Verordening op iedere kermis van toepassing

Deze verordening is op iedere kermis binnen de gemeente afzonderlijk van toepassing.

Hoofdstuk 2 Gunning

Artikel 9 Onderhandse verhuur

  • 1. Het college is bevoegd om maximaal 50% van het aantal standplaatsen onderhands te verhuren. Hierbij is het ook mogelijk om een standplaats voor meerdere jaren achtereen te verhuren.

  • 2. Gelet op het gestelde in het eerste lid van dit artikel is minimaal 50% van het aantal standplaatsen op de kermis beschikbaar voor een meervoudige onderhandse aanbesteding.

  • 3. Het college is bevoegd om alle standplaatsen onderhands te verhuren indien er sprake is van bijzondere omstandigheden en het college geen invloed heeft gehad op deze omstandigheden.

Artikel 10 Gunningprocedure

  • 1. De gunningprocedure vindt plaats overeenkomstig de Verhuurvoorwaarden.

  • 2. Het college besluit binnen dertig dagen na de uiterste datum van inlevering van de inschrijfformulieren over de gunning.

  • 3. Binnen veertien dagen na het besluit als genoemd in het tweede lid van dit artikel wordt de gunningsbeslissing bekend gemaakt aan de exploitanten die zich hebben ingeschreven.

  • 4. De in het tweede lid van dit artikel genoemde exploitanten dienen gedurende 30 dagen na de opening van de inschrijving hun bod gestand te doen.

  • 5. Vanaf twee weken na sluiting van de inschrijving kan een exploitant mondeling bij het college informeren of hij op de voordrachtslijst van de kermis is geplaatst. Vóór het definitieve besluit over de gunningen bekend is gemaakt, kan aan mondelinge mededelingen van het college over de gunningen geen enkel recht worden ontleend.

Artikel 11 Gunningscriteria

  • 1. Het college hanteert als gunningscriterium het hoogste bod.

  • 2. Bij gelijke biedingen en bij biedingen waar het verschil tussen het hoogste bod en het op een na hoogste bod voor een gelijksoortige inrichting niet meer bedraagt dan 10% van het hoogste bod, worden als gunningcriteria ook de mate van attractiviteit en diversiteit van de inrichting (kwaliteit) en de afmetingen van de inrichting (maatvoering) meegewogen.

  • 3. Bij niet voldoende bezetting van een kermisterrein dan wel bij onvoldoende attractiviteit of diversiteit van inrichtingen op een bepaald terrein kan het college onderhands standplaatsen toewijzen voor alle inrichtingen die zij wenst toe te laten.

Artikel 12 Uitgesloten van inschrijving

  • 1. Indien een exploitant in één of meer (voorgaande) jaren niet aan zijn- al dan niet uit de verhuurvoorwaarden en deze verordening voortvloeiende- verplichtingen jegens de gemeente Zaanstad heeft voldaan, aanwijzingen door of namens de gemeente, politie of brandweer gegeven niet of niet stipt en onmiddellijk heeft opgevolgd of zich heeft misdragen, kan hij voor één of meerdere jaren van deelname aan de kermis worden uitgesloten.

  • 2. Gedragingen van personeel van de exploitant en van door hem bij de exploitatie ingeschakelde derden worden gelijkgesteld aan gedragingen van de exploitant.

Artikel 13 Kermisadvertentie

De reeds verhuurde standplaatsen voor een kermis worden door het college in de kermisadvertentie voor het komende kermisjaar per kermis vermeld. De jaarlijkse kermisadvertentie wordt geplaatst in de kermisvakbladen van de kermisbonden.

Hoofdstuk 3 Innemen standplaatsen

Artikel 14 Innemen toegewezen standplaats

  • 1. Het is verboden om een standplaats in te nemen:

    • a.

      zonder dat de standplaats is gegund;

    • b.

      tot de standplaats door de ambtenaar van de gemeente wordt aangewezen;

    • c.

      voor een ander doel dan waarvoor de standplaats is verhuurd;

    • d.

      tot is gebleken dat de huursom volledig is betaald;

    • e.

      tot een kopie van het certificaat van goedkeuring, als bedoeld in het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen voor de gegunde inrichting aan de daartoe aangewezen ambtenaar van de gemeente is overhandigd.

  • 2. Behoudens goedkeuring of opdracht van het college mogen inrichtingen tijdens de kermis niet afgebroken worden.

Artikel 15 Gebruik standplaats conform gunning

  • 1. De verhuurde standplaats mag slechts worden gebruikt zoals gegund en door of vanwege degene die de standplaats toegewezen heeft gekregen. Er mag geen inrichting van andere aard, andere afmetingen of van een ander uiterlijk aanzien worden geplaatst dan gegund.

  • 2. Het college kan op verzoek afwijkingen van het gestelde in het vorige lid toestaan.

  • 3. Afstand of vervreemding van de standplaats aan anderen en ruilen of wisselen van standplaatsen is alleen toegestaan na toestemming van het college.

  • 4. Een eventueel bij de gunning gevoegde indelingstekening heeft geen rechtskracht en dient slechts ter globale aanduiding van de standplaats. De definitieve standplaats zal op het terrein door de daartoe aangewezen ambtenaar worden aangewezen.

Artikel 16 Aanwijzing definitieve plaats

  • 1. Er mag niet opgebouwd worden tot de daartoe aangewezen ambtenaar toestemming heeft gegeven om de inrichting op te bouwen.

  • 2. De aangewezen plaats kan door plaatselijke of bijzondere omstandigheden maximaal 20 meter afwijken van de gewenste plaats, zonder enig recht op schadevergoeding in welke vorm dan ook.

Artikel 17 Tijdstippen innemen standplaatsen vanaf opbouwen tot afbreken

  • 1. De standplaatsen op het kermisterrein mogen voor en na de kermis in gebruik worden genomen. Hierbij geldt dat:

    • a.

      De standplaatsen op het Marktplein te Wormerveer mogen op de woensdag voor de aanvang van de kermis vanaf 19.00 uur in gebruik worden genomen. Uiterlijk om 18.00 uur op de eerste dinsdag na de beëindiging van de kermis moeten de standplaatsen weer schoon en vrij van opstallen opgeleverd zijn.

    • b.

      De standplaatsen op de Heiligeweg te Krommenie en naaste omgeving mogen woensdag voor aanvang van de kermis in gebruik worden genomen. Uiterlijk woensdag om 18.00 uur na beëindiging van de kermis moeten de standplaatsen weer schoon en vrij van opstallen opgeleverd zijn.

    • c.

      De standplaatsen op de Burcht, Zuiddijk en Damplein te Zaandam op maandag voor de aanvang van de kermis in gebruik mogen worden genomen. Uiterlijk op dinsdag om 18.00 uur na beëindiging van de kermis moeten de standplaatsen weer schoon en vrij van opstallen opgeleverd zijn.

    • d.

      De standplaatsen op de Dorpsstraat en Delftlaan te Assendelft en de naaste omgeving mogen woensdag na 18.00 uur voor aanvang van de kermis in gebruik worden genomen. Uiterlijk op vrijdag om 18.00 uur na de beëindiging van de kermis moeten de standplaatsen weer schoon en vrij van opstallen opgeleverd te zijn.

    • e.

      De standplaatsen op de John Lennonstraat te Zaandijk en naaste omgeving mogen maandag voor aanvang van de kermis in gebruik genomen worden. Uiterlijk maandag om 18.00 uur na de beëindiging van de kermis moeten de standplaatsen weer schoon en vrij van opstallen opgeleverd zijn.

  • 2. Indien de exploitant, met opgaaf van redenen, een korte tijd van uitstel heeft gevraagd ten aanzien van opbouwen, exploiteren of afbreken van zijn inrichting, kan het college dat verzoek inwilligen onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 18 Beschikking van niet gebruikte deel standplaats

Het deel van het verhuurde oppervlak dat niet door de exploitant wordt ingenomen blijft ter beschikking van het college. Het college kan over deze ruimte vrijelijk beschikken.

Artikel 19 Opstellingskeuring

  • 1. Het college is bevoegd een opstellingsinspectie te laten plaatsvinden voor één of meerdere inrichtingen.

  • 2. Indien het college een opstellingsinspectie gelast, worden de kosten voor deze inspectie betaald door de exploitant indien zijn inrichting niet juist opgesteld blijkt te zijn. Indien de opstellingsinspectie uitwijst dat de inrichting juist is opgesteld, draagt het college de kosten voor de opstellingsinspectie.

Artikel 20 Onjuiste afmetingen

  • 1. Indien bij het opbouwen van een inrichting blijkt dat de afmetingen van die inrichting afwijken van die welke bij de inschrijving zijn opgegeven, kan degene aan wie de standplaats is verhuurde het recht op de standplaats verliezen, waarbij de totale huursom verschuldigd blijft.

  • 2. De exploitant dient binnen een door het college te bepalen aantal uren na de constatering van de afwijking de standplaats geheel ontruimd te hebben of indien mogelijk de inrichting aangepast aan de afmetingen zoals is gegund.

Artikel 21 Verbod beschadiging gemeentelijke eigendommen

Het is verboden om gemeentelijke eigendommen, waaronder ook de wegen en terreinverhardingen, op enigerlei wijze te beschadigen of weg te halen.

Hoofdstuk 4 Gebruik van de standplaats

Artikel 22 Eet- en drinkwaren

  • 1. Het is toegestaan om bij etenswaren ook drinkwaren te verkopen.

  • 2. In geen van de toegelaten inrichtingen mogen alcoholhoudende dranken worden verkocht of verstrekt, al of niet voor consumptie ter plaatse, tenzij door de burgemeester ontheffing op grond van artikel 35 van de Drank- en horecawet is verleend.

  • 3. Vanuit een gebakinrichting mogen geen patat en snacks verkocht worden.

  • 4. Vanuit een snackinrichting mogen geen gebak en aanverwanten verkocht worden.

Artikel 23 Verboden prijzen

  • 1. Het is verboden bij de toegelaten spelen en dergelijke de volgende prijzen ter beschikking te stellen, dan wel ter verkoop aan te bieden:

    • a.

      alcoholhoudende dranken.

    • b.

      wapens genoemd in de Wet wapens en munitie.

    • c.

      Stinkbommetjes, rookbommetjes en andere vergelijkbare producten waarmee hinder, schade of overlast aan bezoekers of andere exploitanten kan worden toegebracht.

    • d.

      Spuitbussen waaruit verf, plak of een andere hinderlijke of schadelijke substantie kan worden gespoten.

    • e.

      Producten met daarop aanstootgevende afbeeldingen of opdrukken dan wel die door hun vormgeving of anderszins aanstootgevend zijn.

Artikel 24 Afvalbakken

Exploitanten die op hun standplaats eet- en drinkwaren voor consumptie gereed maken, plaatsen aan de voorzijde van hun inrichting een afvalbak, of indien nodig meerdere afvalbakken.

Artikel 25 Schoonhouden standplaats

  • 1. De exploitant veegt dagelijks na het sluiten van de kermis het terrein rondom zijn inrichting schoon en zorgt ervoor dat er geen afval en verpakkingsmaterialen achterblijven.

  • 2. Het opgeveegde afval dient in de op het kermisterrein van gemeentewege geplaatste afvalcontainer te worden gedeponeerd.

  • 3. Na het afbreken van de inrichting moet de standplaats na de in artikel 17 genoemde termijn schoon en vrij van materiaal en materieel, in de staat waarin zij het in gebruik genomen hebben, weer worden opgeleverd.

Artikel 26 Brandweervoorschriften

  • 1. In alle inrichtingen dienen de voorschriften van de brandweer stipt en onverwijld te worden opgevolgd.

  • 2. Het college kan, naast de verplichte keuringen uitgevoerd door energiebedrijven en de brandweer, bouwkundige en mechanische keuringen van een inrichting voorschrijven op kosten van de exploitant.

Artikel 27 Geluidsvoorschriften

  • 1. Het ten gehore brengen van muziek of ander geluid is uitsluitend toegestaan gedurende de openingstijden van de kermis zoals genoemd in artikel 4 van deze Verordening.

  • 2. Het equivalente geluidsniveau gedurende 1 minuut (Leq,1 min), veroorzaakt door de inrichting en bij de inrichting betrokken toestellen en installaties, mag op 1 meter afstand van de luidsprekers niet meer bedragen dan 90 dB(A).

  • 3. Het meten en berekenen van de geluidsniveaus en het beoordelen van de meetresultaten moet plaatsvinden overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999.

  • 4. In afwijking van de Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999, hoeft voor de beoordeling van het equivalente geluidsniveau gedurende 1 minuut

  • 5. (Leq,1 min) van muziekgeluid geen verhoging van 10 dB(A) toegepast te worden, voordat getoetst wordt aan de normwaarde zoals genoemd in het tweede lid van dit artikel.

  • 6. De luidsprekers van de inrichting dienen zodanig opgesteld te worden, dat de geluidproductie zoveel mogelijk van de gevels van de meest dichtbij de kermis gelegen woningen af gericht is.

  • 7. Tijdens de Paaskermis te Wormerveer mag op Eerste Paasdag van 16.30 uur tot 18.30 uur en op de zaterdag daarvoor van 20.30 uur tot 22.30 uur geen gebruik gemaakt worden van sirenes, toeters, bellen en muziek.

Artikel 28 Centrale muziek

In afwijking van het vorige artikel kan het college bepaalde dagen van een kermis of voor dagdelen van nader aan te wijzen dagen van een kermis centrale muziek voorschrijven voor de gehele kermis.

Artikel 29 Geluidsversterkers

Exploitanten die gebruik maken van geluidversterkers kunnen verplicht worden deze volgens de geldende geluidsnormen te laten afstellen door personen of instellingen die daartoe door het college zijn aangewezen.

Artikel 30 Niet tijdig afgevoerd materiaal en materieel

  • 1. Niet op tijd van een terrein afgevoerd materiaal en materieel zal op kosten van de verantwoordelijke exploitant door het college afgevoerd worden.

  • 2. Het college kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventueel aan dit materiaal en materieel veroorzaakte schades bij deze handeling en bij de opslag die daarna plaats kan vinden.

  • 3. Het materiaal en materieel zal naar een daartoe geschikte plaats worden overgebracht voor opslag, alwaar het zal blijven voor rekening van de verantwoordelijke exploitant, totdat deze aan zijn verplichtingen jegens het college voldaan heeft.

  • 4. Opslag vindt plaats tot en met 31 december van het jaar waarin de desbetreffende kermis plaats heeft gevonden, of zo veel korter als nodig is indien de kosten voor het college de vermoedelijke opbrengst van het materiaal en materieel te boven zullen gaan.

  • 5. Na het hiervoor genoemde tijdstip zal het materiaal en materieel openbaar, of na taxatie, onderhands verkocht worden. De opbrengst, na aftrek van alle voor het college hieruit voortvloeiende kosten, blijft gedurende drie jaren ter beschikking van de rechthebbende.

  • 6. De exploitant blijft aansprakelijk voor de kosten voor zover deze niet door de opbrengst van verkoop kunnen worden gedekt.

Hoofdstuk 5. Woonwagens exploitanten

Artikel 31 Geen plaats op kermisterrein

  • 1. Voor woonwagens van exploitanten en derden kan geen aanspraak gemaakt worden op ruimte op het kermisterrein zelf.

  • 2. De exploitanten dienen gebruik te maken van het door het college aangewezen woonwagenterrein. Het plaatsen van de woonwagen buiten dit terrein is niet toegestaan.

  • 3. Het woonwagenterrein kan zich in een ander deel van de gemeente bevinden dan het deel waar de kermis zich bevindt.

Artikel 32 Elektriciteit en water

  • 1. De elektriciteit voor de inrichtingen wordt voor rekening van de exploitant geleverd via een door het college aan te wijzen installatiebureau. De aansluitkosten en de verbruikskosten van de stroom dient door de exploitant rechtstreeks met het installatiebureau afgerekend te worden.

  • 2. Voor het plaatsen van de woonwagen op het woonwagenterrein worden servicekosten in rekening gebracht.

  • 3. Het is verboden zelf stroom op te wekken, tenzij het college hiervoor toestemming heeft gegeven.

Artikel 33 Niet bij inrichting behorend materiaal

Al het niet direct bij de exploitatie van de inrichting behorende materiaal, de pakwagens en de trekkers mogen uitsluitend op het daartoe door het college aangewezen terreinen worden geplaatst.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 34 Beslissing college in gevallen waarin verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van de kermissen betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 35 Afwijken van bepalingen

Het college kan in bijzondere gevallen artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.

Artikel 36 Strafbepaling

Overtredingen van bepalingen van de artikelen 6, 14, 15 lid 1 en 3, 16 lid 1, 17 lid 1, 20 lid 2, 21, 22, 23, 24, 25, 26 lid 1, 27, 29, 32 lid 3 en 33 van deze verordening en de krachtens deze artikelen gegeven voorschriften en beperkingen worden gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie en kunnen bovendien worden gestraft met openbaarmaking van het gerechtelijk vonnis.

Artikel 37 Toezicht en opsporing

Het toezicht op en de opsporing van overtredingen ten aanzien van het gestelde in deze verordening is, onverminderd aan de in artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht genoemde opsporingsambtenaren, tevens opgedragen aan daartoe aangewezen ambtenaren van de sector Handhaving van de gemeente Zaanstad.

Artikel 38 Inwerkingtreding

Deze Verordening op de kermissen van Zaanstad treedt in werking op 1 januari 2009. Op die dag wordt de Verordening op de kermissen te Zaanstad, vastgesteld in de raadsvergadering van 10 oktober 1996, ingetrokken.

Artikel 39 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Kermisverordening gemeente Zaanstad.

Artikel 40 Bekendmaking

Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de regeling in het Gemeenteblad. Tevens zal de tekst van deze verordening worden geplaatst op de website van de gemeente.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 4 december 2008.

de raad van de gemeente Zaanstad

voorzitter
raadsgriffier

Toelichting op de Verordening op de kermissen te Zaanstad en de Verhuurvoorwaarden voor de kermissen te Zaanstad 2009.

Algemene toelichting

Publiek/privaatrecht

De ‘Verordening op de kermissen te Zaanstad’ en de ‘Verhuurvoorwaarden, waarop door burgemeester en wethouders van Zaanstad bij gesloten inschrijving kermisplaatsen worden verhuurd’ zijn op 15 oktober 1996 in werking getreden. In 2002 is er een kleine wijziging doorgevoerd in de Verhuurvoorwaarden, maar verder zijn de Verordening en de Verhuurvoorwaarden sinds 1996 niet aangepast. In deze toelichting worden deze Verordening en Verhuurvoorwaarden ‘oude Verordening’ en ‘oude Verhuurvoorwaarden’ genoemd. De oude Verordening en de oude Verhuurvoorwaarden zijn aan herziening toe omdat een aantal bepalingen niet meer klopt of gemoderniseerd moet worden. Daarom zijn een nieuwe Verordening en Verhuurvoorwaarden opgesteld.

De oude Verordening bevat slechts vijf artikelen, aangezien het merendeel van de artikelen is opgenomen in de oude Verhuurvoorwaarden.

Bij het opstellen van de nieuwe Verordening en Verhuurvoorwaarden is onderzocht welke onderwerpen in de Verordening moeten worden opgenomen en welke onderwerpen in de Verhuurvoorwaarden. De Verordening is een publiekrechtelijke regeling en de Verhuurvoorwaarden zijn de voorwaarden die van toepassing zijn op de privaatrechtelijke overeenkomst tussen de exploitant en de gemeente voor het verhuren van een standplaats op de kermis.

Met in het achterhoofd het Windmill-arrest van de Hoge Raad is bekeken welke artikelen in de Verordening thuis horen en welke in de Verhuurvoorwaarden. Onderwerpen die publiekrechtelijk geregeld kunnen worden moeten namelijk worden opgenomen in de Verordening en mogen niet privaatrechtelijk geregeld worden. De onderwerpen die niet publiekrechtelijk geregeld kunnen worden, zijn nu opgenomen in de Verhuurvoorwaarden. In vergelijking tot de oude Verordening, zijn in de nieuwe Verordening dus meer artikelen opgenomen.

Modelverordening

De VNG heeft geen model-kermisverordening opgesteld. In grote lijnen is de nieuwe Verordening gebleven zoals de oude Verordening. Ook zijn de verordeningen en verhuurvoorwaarden van andere gemeenten bekeken alsmede de visie van de Kermisbonden. Dit om te zorgen dat de regelgeving van gemeente Zaanstad niet te veel afwijkt van de landelijke trend.

Veranderingen tussen oude en nieuwe Verordening en Verhuurvoorwaarden

  • ·

    In de nieuwe Verordening zijn veel meer artikelen opgenomen dan in de oude Verordening. Hiervoor is uitgelegd waarom dit het geval is.

  • ·

    In de oude Verhuurvoorwaarden wordt gesproken over de ‘huurder’, in de nieuwe Verhuurvoorwaarden wordt gesproken over de ‘exploitant’.

  • ·

    In de nieuwe Verordening en Verhuurvoorwaarden is de artikelnummering duidelijker.

  • ·

    In de oude Verhuurvoorwaarden stond een artikel over de lijst van de VNG waarop nalatige exploitanten worden geplaatst. Deze lijst bestaat niet meer en daarom zijn de artikelen hieromtrent geschrapt.

  • ·

    In de nieuwe Verhuurvoorwaarden is opgenomen dat voor inschrijving op de kermissen uitsluitend de inschrijfformulieren van de gemeente Zaanstad mogen worden gebruikt. Onder de oude regelgeving konden ook de inschrijfformulieren van de Kermisbonden worden gebruikt.

  • ·

    Het inschrijfformulier is samen met de Verordening en de Verhuurvoorwaarden ook vernieuwd. Exploitanten moeten op dit formulier een aantal gegevens over hun bedrijf en hun inrichting invullen. In de oude Verhuurvoorwaarden was opgenomen welke gegevens op het inschrijfformulier dienden te worden ingevuld. In de nieuwe Verhuurvoorwaarden is dit niet expliciet aangegeven omdat dit op het inschrijfformulier wordt vermeld. De Verhuurvoorwaarden verwijzen ook naar het inschrijfformulier. Dit is ook de reden waarom uitsluitend nog de inschrijfformulieren van de gemeente Zaanstad kunnen worden gebruikt bij de inschrijving en niet meer de inschrijfformulieren van de Kermisbonden. Het inschrijfformulier van gemeente Zaanstad is gericht op de in Zaanstad geldende regels omtrent de kermissen. De inschrijfformulieren zijn ook digitaal op te vragen via de website van de gemeente Zaanstad.

  • ·

    Het artikel over de betaling van de huursom is enigszins veranderd. In tegenstelling tot de oude Verhuurvoorwaarden is in de nieuwe Verhuurvoorwaarden opgenomen dat de betaling twee weken voor aanvang van de kermis op de rekening van de gemeente dient te zijn bijgeschreven. Er wordt ook een machtigingsformulier ontworpen en dit wordt met de gunning meegezonden. De exploitanten kunnen een eenmalige machtiging aan de gemeente afgeven zodat de gemeente de huursom automatisch kan incasseren.

  • ·

    In de nieuwe Verordening is ook een artikel opgenomen over de promotie voor de kermissen.

  • ·

    Het artikel over de geluidsvoorschriften is herzien. Het artikel is duidelijker geworden en beter handhaafbaar doordat er nu concrete geluidsnormen worden genoemd.

Artikelgewijze toelichting

De meeste artikelen in de Verordening en Verhuurvoorwaarden zijn concreet en niet multi-interpretabel. Voor de artikelen hieronder wordt voor de duidelijkheid wel een toelichting gegeven.

Verhuurvoorwaarden

Artikel 7 Gunning dezelfde inrichting

Op het inschrijfformulier moet de exploitant de hoogte van zijn bod invullen. De exploitant moet aangeven hoeveel zijn bod bedraagt voor een standplaats op de kermis wanneer er geen gelijksoortige inrichtingen zijn op de kermis. Ook moet hij aangegeven hoeveel zijn bod bedraagt als er wel gelijksoortige inrichtingen op de kermis aanwezig zijn. Het bod is hoger als er geen andere gelijksoortige inrichting op de kermis zullen staan want dan heeft de exploitant immers geen ‘directe’ concurrentie. Er zijn dan immers geen andere gelijksoortige inrichtingen op de kermis aanwezig.

Het uitbrengen van een bod zonder of met concurrentie is landelijk gebruikelijk en geldt niet alleen voor de kermissen in Zaanstad. Bij het indelen van het kermisterrein wordt gekeken of het haalbaar is dat een inrichting zonder concurrentie wordt geplaatst. Als dit niet het geval is dan wordt de standplaats gegund ‘met concurrentie’. Er blijft dus vrijheid voor het college bestaan om te gunnen met of zonder concurrentie.

Verordening

Artikel 3 Periodes waarin kermissen plaatsvinden

In lid 6 van dit artikel is opgenomen dat het college kan besluiten de kermis in een andere periode te laten plaatsvinden. Van deze bevoegdheid zal weinig gebruik worden gemaakt aangezien de kermissen in Zaanstad de landelijke kermiskalender volgen. In het verleden is het voorgekomen dat de kermis te Zaandam gelijktijdig plaatsvond met de Dam tot Damloop. Dit bleek geen wenselijke situatie en om het samenvallen van dergelijke evenementen te voorkomen, is een bevoegdheid voor het college opgenomen om te besluiten de kermis in een andere periode te laten plaatsvinden.

Artikel 7 Promotie voor de kermis

Een goede promotie van de kermissen is noodzakelijk om te zorgen dat er bezoekers op de kermis afkomen. Daarom is in de nieuwe verordening een bepaling opgenomen omtrent de promotie van de kermissen. In het beleidsstuk waarin de visie op de kermissen van Zaanstad wordt beschreven wordt nader ingegaan op welke wijze de promotie van de kermissen plaatsvindt.

Artikel 9 Onderhandse verhuur

Exploitanten kunnen zich inschrijven en een bod doen voor een standplaats op een kermis. Deze inschrijvingen worden niet openbaar behandeld. Het college heeft echter ook de bevoegdheid om met exploitanten een overeenkomst te sluiten over de verhuur van een standplaats vóórdat de inschrijving is geopend. De exploitant hoeft dan niet mee te doen aan de inschrijving want aan hem is al onderhands een standplaats verhuurd. Ook is het mogelijk om een standplaats voor meerdere jaren achtereen te verhuren zodat de exploitant zeker is van een standplaats op de kermis en het college zeker is dat de betreffende exploitant de komende jaren op de kermis aanwezig is. Voor het onderhands verhuren zijn geen vaste tarieven vastgesteld. De exploitant doet een voorstel voor welke bedrag hij een standplaats wilt huren en het is aan het college om akkoord te gaan met dit voorstel. Het college houdt hierbij met een aantal zaken rekening. Als het bijvoorbeeld een nieuwe attractie betreft waar een exploitant veel geld in heeft geïnvesteerd en wat een publiekstrekker zal zijn, zal eerder akkoord worden gegaan met een laag bedrag. Bij het onderhands verhuren kan ook rekening worden gehouden met de transportkosten van de attractie van de exploitant. Een suikerspinkraam heeft bijvoorbeeld minder transportkosten dan een grote achtbaan.

Het onderhands verhuren van standplaatsen is voor het college een goede manier om populaire attracties naar de kermissen in Zaanstad te halen en ook attracties waar het college goede ervaringen mee heeft. Het is voor Zaanstad gunstig als vóór de inschrijving is geopend al bekend is welke publiekstrekkers op de kermissen aanwezig zullen zijn. Dit zal andere exploitanten eerder doen besluiten om zich in te schrijven voor een kermis in Zaanstad en wellicht zullen zij een hoger bod uitbrengen voor een standplaats.

In lid 3 is een bepaling opgenomen dat het college in bijzondere omstandigheden bevoegd is om alle standplaatsen onderhands te verhuren. Het college zal per geval beoordelen of er sprake is van bijzondere omstandigheden. Voor deze bevoegdheid wordt geen mandaat verleend.

Artikel 10 Gunningprocedure

In lid 5 van dit artikel is opgenomen dat een exploitant vanaf twee weken na sluiting van de inschrijving mondeling bij het college kan informeren of hij op de voordrachtslijst van de kermis is geplaatst. Deze bepaling is opgenomen omdat in de afgelopen jaren is gebleken dat in de praktijk veelvuldig voorkomt dat exploitanten mondeling informeren of zij een plaats op de voordrachtslijst hebben. Er zijn exploitanten die graag een standplaats op de kermis in Zaanstad willen en willen weten of zij kans maken op een standplaats nog vóór het definitieve besluit over de gunningen is genomen. Als zij namelijk geen standplaats op de kermis in Zaanstad krijgen, zullen zij op een andere kermis moeten inschrijven. Het komt regelmatig voor dat de inschrijvingstermijn voor een andere kermis eindigt als de gunningbeslissing van Zaanstad nog niet bekend is. Er zijn kermissen waarbij het niet is toegestaan om in te schrijven onder voorbehoud van de gunning van een andere kermis. Daarom vragen exploitanten alvast informatie bij Zaanstad over de voordrachtslijst om in te schatten of zij op een andere kermis kunnen inschrijven.

Zoals in de bepaling ook is opgenomen is het uiteraard voor eigen risico van de exploitant als de uiteindelijke gunningsbeslissing verschilt van de mondelinge mededelingen over de voordrachtslijst. Er kan op geen enkele wijze recht worden ontleend aan mededelingen over de gunningen voordat het definitieve besluit over de gunningen bekend is gemaakt. Dit wordt ook aan de exploitant kenbaar gemaakt.

Artikel 11 Gunningcriteria

Als de inschrijvingstermijn is beëindigd, moet het college een keuze maken uit de inschrijvingen. Zijn er meerdere inschrijvingen voor een gelijksoortige inrichting (bijvoorbeeld twee inschrijvingen voor een suikerspinkraam) dan wordt de standplaats verhuurd aan de exploitant die het hoogste bod heeft uitgebracht. Wordt er een gelijk bod gedaan of bedraagt het verschil tussen het hoogste bod en het op een na hoogste bod niet meer dan 10% van het hoogste bod, dan spelen ook andere criteria mee bij het besluit aan welke inrichting de standplaats wordt verhuurd. De criteria die dan meewegen zijn de mate van attractiviteit en diversiteit van de inrichting en de afmetingen van de inrichting. Hierbij kan worden gedacht aan de populariteit van de attractie, de ‘leeftijd’ van de attractie (een nieuwe attractie zal meer publiek kunnen trekken) en in welke mate de attractie vergelijkbaar is met reeds vergunde attracties.

Indien bij het indelen van de inrichtingen blijkt dat er voor een bepaalde attractie nog maar een bepaald aantal meter beschikbaar is, kunnen de afmetingen van de inrichting ook een rol spelen. Indien er bijvoorbeeld nog ruimte is op het kermisterrein voor een inrichting van 3 meter dan zal de standplaats worden verhuurd aan de exploitant die een inrichting heeft van 3 meter en niet aan de exploitant die, hoewel hij een gelijk bod heeft uitgebracht, een inrichting heeft van 4 meter.

Hoewel de situatie van gelijke of nagenoeg gelijke bieding niet vaak voorkomt, wordt een bepaling hierover in de Verordening opgenomen uit het oogpunt van transparantie.

Artikel 13 Kermisadvertentie

Door het plaatsen van een kermisadvertentie in de kermisvakbladen worden de kermissen in Zaanstad onder de aandacht van de exploitanten gebracht. In de toelichting bij artikel 9 is hiervoor al aangegeven waarom in de kermisadvertentie wordt aangegeven welke attracties er al vergund zijn. Als in de kermisadvertentie grote publiekstrekkers worden vermeld, zal dit voor exploitanten eerder een reden kunnen zijn om zich voor de kermissen van Zaanstad in te schrijven.