Beleidsregels voor de toepassing van de hardheidsclausule bij de heffing van binnenhavengeld

Geldend van 15-05-1997 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels voor de toepassing van de hardheidsclausule bij de heffing van binnenhavengeld

BELEIDSREGELS VOOR DE TOEPASSING VAN DE HARDHEIDSCLAUSULE BU DE HEFFING VAN BINNENHAVENGELD

De huidige vaarwegdimensies maken het mogelijk om binnen een groot gedeelte van het havengebied van Zaanstad met schepen te varen waarvan de maximale diepgang groter is dan de maximaal toegestane diepgang van de Wilhelminasluis.

De Wilhelminasluis, gelegen in het havengebied van Zaanstad, legt hiermee een beperking op aan de scheepvaart.

Voor een aantal vervoerders betekent dit, dat zij de volledige ladingcapaciteit van de vaartuigen niet kunnen benutten. Daarbij wordt de vervoerder wel voor het volledige laadvermogen voor havengeld aangeslagen.

Voor vervoerders die zeer frequent de sluis passeren en die grote hoeveelheden goederen naar Zaanstad brengen werkt dit kostenverhogend. Juist in deze tijd waarin we het vervoer over water stimuleren, de vaarweg wordt geoptimaliseerd en bedrijven investeren om het transport van de weg via het water te laten (open, is het niet optimaal gebruik maken van het laadvermogen waar wel havengeld voor wordt betaald, onredelijk.

Bij de vaststelling van het verschuldigde belastingbedrag kan de hardheidsclausule worden toegepast als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • 1.

    De vervoerder voert met een vast bestand aan vaartuigen het vervoer binnen Zaanstad uit.

  • 2.

    Een aanvraag om toepassing van de hardheidsclausule dient van te voren te worden aangevraagd.

  • 3.

    Bij de passage van de sluis is de volumecapaciteit van de laadruimten niet geheel benut.

    De vaartuigen passeren geladen de sluis en zijn afgeladen op de maximale diepgang toegestaan in de sluis.

  • 4.

    Er moet sprake zijn van frequent gebruik van de sluis.

    Bij de toepassing van de hardheidsclausule worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

    • 1.

      Voor die vaartuigen welke daarvoor in aanmerking komen wordt de hardheidsclausule toegepast voor een vastgestelde periode.

      Het is namelijk niet uitvoerbaar de hardheidsclausule toe te passen per vaartuig per passage.

    • 2.

      De hardheidsclausule wordt niet toegepast in die gevallen waarin de vaartuigen wel de volledige volumecapaciteit hebben benut, maar tengevolge van lichte lading niet tot de maximale diepgang zijn afgeladen.

    • 3.

      De hardheidsclausule wordt toegepast in de vorm van een reductie op het aantal tonnen laadvermogen aan de hand van de hydrostatische gegevens van het betreffende vaartuig.

Ondertekening

15 mei 1997.

Hoofd afdeling Belastingen,

mevrouw M.W.H. Bruin-van Groningen