Verordening voor de treasury

1. Het verkrijgen en behouden van toegang tot de financiële markten, zodat illiquiditeit wordt voorkomen. Dit wordt mede gewaarborgd door de onmogelijkheid voor gemeenten om failliet te gaan.

2. Het beheersen van financiële risico's. Dit gaat met name om renterisico's (de prijs die voor het lenen van geld betaald moet worden) en risico s vanwege het verstrekken van geldleningen danwel het verlenen van garanties op leningen

3. Het zorgen voor een effectieve en efficiënte inzet van betaalmiddelen. Dit behelst de bancaire kosten, de verwerking in de gemeentelijke administratieve systemen en de beveiliging van de betaalprocessen ter minimalisering van de fraude gevoeligheid.

4. Het verlenen van service op het gebied van treasury aan de gemeentelijke diensten. Dit behelst het adviseren van het bestuur over financiële stromen, het fungeren als expertise centrum voor de diensten en het geven van richtlijnen aan diensten. Deze laatste richten zich op het beheersen van financiële risico's en het minimaliseren van de kosten van geldstromen.

1. Het onderhouden van relaties met banken, financiële instellingen en geldmakelaars. Gericht op effectieve en efficiënte financiering en het bevorderen van de eigen kennis van de rente- markten.

2. Het uitvoeren van het betalingsverkeer, met name gericht op de bankrekeningstructuur, het gebruik van verschillende betaalinstrumenten en de totale kosten van het betalingsverkeer.

3. Het uitvoeren van kasmanagernent door het reguleren van tijdelijke tekorten en overschotten via de geldmarkt en het verevenen van tegengestelde posities in de verschillende bankcircuits. De basis is hiervoor de korte termijn liquiditeitenplanning.

4. Het zorgen voor de financiering op langere termijn aan de hand van een saldoprognose. Deze prognose bepaalt wanneer er lange financiering nodig is en voor hoe lang. Daarnaast worden speciale financieringsconstructies in de analyses betrokken,

5. Het beheersen van renterisico's op de financiering door het beperken van de kostprijs van financiële middelen. Hierbij worden de opgenomen gelden en de uitgezette gelden aan derden gezamenlijk beoordeeld. Tevens vindt een juiste afstemming van de verhouding tussen kort, middel en lang aangetrokken en uitgezette gelden plaats.

6. Het beheersen van risico's van aanvragen voor gemeentegaranties ten behoeve van geldleningen voor gesubsidieerde stichtingen en instellingen, na inhoudelijke advisering door de vakdienst. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de aanwezige kennis van marktpartijen en renteniveau's. Daarnaast dient het tegenpartij risico van financiële transacties beheerst te worden.

7. Het opstellen van een treasury jaarplan en -verslag dat door de Raad wordt vastgesteld. Dit jaarplan geeft de geplande acties op basis van de meest recente liquiditeitenplanningen, de rentevisie en de analyse van de leningen- en beleggingenportefeuille voor het aankomende jaar. In managementrapportages wordt gerapporteerd over de genomen acties in de afgelopen periode. Op basis van de managementrapportages kunnen bijstellingen op het treasury jaarplan plaatsvinden.

8. Het geven van advies aan het bestuur en de diensten. Centraal wordt expertise opgebouwd omtrent allerlei treasury zaken. Het is vervolgens een treasury taak om deze expertise voor het gehele concern beschikbaar te maken in de vorm van advies en richtlijnen. Daarnaast fungeert treasury als een expertise centrum voor aan de gemeente gelieerde instellingen.

1. Het diensthoofd van de dienst Middelen en Dienstverlening (DM&D) is verantwoordelijk voor de treasury activiteiten van de gemeente. De afdeling concern- en salarisadministratie van de DM&D voert het betalingsverkeer uit voor het gehele concern, zorgt voor de besturing van de bankcircuits (kasmanagement) en de financiering van de gemeente.

2. De treasurer sluit de transacties af.

3. Het hoofd Bureau Boekhouding (administrateur van de DM&D) is verantwoordelijk voor de administratie van transacties.

4. Bevestigingen van transacties worden naar de dienstcontroller DM&D gestuurd die deze controleert op juistheid, volledigheid, tijdigheid en autorisatie.

5. Het hoofd Bureau Boekhouding kan opdrachten van de concernadministrateur weigeren indien deze naar zijn mening in strijd zijn met de onderhavige verordening of met andere in de gemeente geldende voorschriften. Hij meldt dit terstond bij de dienstcontroller DM&D.

6. De diensthoofden leveren op aanwijzing van de treasurer liquiditeitenplanningen aan.

1. De gemeente kent een treasurycommissie die bestaat uit de volgende functionarissen: concernadministrateur (treasurer), hoofd Bureau Boekhouding (administrateur van de DM&D), concerncontroller (voorzitter), controller DM&D en controller DSMB.

2. De treasurycommissie komt maandelijks bijeen en beoordeelt de uitgevoerde transacties op het gebied van treasury. Daarnaast beoordeelt zij nieuwe voorstellen van de treasurer, welke deze na goedkeuring zelfstandig kan uitvoeren.

3. De treasurycommissie stelt de concepten vast van het treasury-jaarplan, -rapportage en - verslag. De treasurer biedt deze vervolgens aan het bestuur aan.

1. Voor het opvangen van een mogelijk ongunstige ontwikkeling van de rente kan de treasurer rentecontracten afsluiten. Hierbij wordt tussen partijen een afspraak gemaakt over de rente zonder dat daarbij geleend of belegd wordt.

2. Voor het beheersen van de korte rente kunnen de volgende rentecontracten worden gebruikt: Future Rate Agreement (FRA) voor fixatie van een toekomstige rente gedurende een bepaalde periode en CAP, FLOOR of COLLAR voor een optie op de korte rente,

3. Voor het beheersen van de lange rente kunnen de volgende rentecontracten worden gebruikt: Interest Rate Swap voor het ruilen van een vaste rente tegen een variabele rente; Swaption als optie op een Interest Rate Swap en Bond-optie als optie op een obligatie.

4. De genoemde instrumenten hebben de in de geld- en kapitaalmarkt gebruikelijke betekenis en worden volgens de in die markten gebruikelijke wijze toegepast.

5. De treasurer mag geen andere dan de in dit artikel genoemde instrumenten ter beheersing van mogelijk ongunstige ontwikkeling van de rente inzetten tenzij bij de besluitvorming over een jaarplan hiervan wordt afgeweken.

1. De treasurer zorgt door goed rentemanagement voor zo laag mogelijke financieringskosten van leningen.

2. Met inachtneming van het in het eerste lid gestelde draagt de treasurer er zorg voor dat in het treasury-jaarplan ingegaan wordt op de volgende onderwerpen:

• a.

  de vervroegde aflossingsmogelijkheden.

• b.

  het aantrekken van leningen indien en voorzover er onvoldoende financieringsmiddelen aanwezig zijn.

• c.

  het minimaliseren van schommelingen in de rentebetalingen (rente-exposure) door een daarop afgestemde leningenportefeuille.

• d.

  het benutten van de marktrente en het spreiden van fixaties van de leningen- en beleggingenportefeuille.

1. Ter uitvoering van deze verordening wordt gebruikgemaakt van de volgende gegevens: informatie over de investeringsplannen en exploitatie van de diensten; treasury administratie (waaronder de leningenadministratie); informatie van financiële markten; (elektronische) dagafschriften en saldi van bankrekeningen, informatiesysteem voor vastlegging en waardering van rentecontracten.

2. De diensthoofden voorzien de treasurer onverwijld van alle informatie die hij nodig acht voor het uitvoeren van zijn taken volgens deze verordening.