Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening cliëntenparticipatie inkomensvoorzieningen Zaanstad 2009

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie inkomensvoorzieningen Zaanstad 2009

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

1.

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

Wet:

- De Wet werk en bijstand (WWB);

- de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) ;

- De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

b.

College:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad;

c.

Sector:

De sector Werk en Inkomen van de gemeente Zaanstad;

d.

Gemeente:

De gemeente Zaanstad;

e.

Cliënten:

Natuurlijke personen zoals bedoeld in

- artikel 7, eerste lid van de Wet Werk en bijstand;

- de werkloze werknemer zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

-de gewezen zelfstandige zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

f.

Cliëntenraad:

Een uit cliënten en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties bestaand orgaan met taken en bevoegdheden zoals omschreven in deze verordening;

g.

Activiteitenplan:

Voornemens van de Cliëntenraad om cliënten bij zijn werkzaamheden te betrekken, dan wel over zijn werkzaamheden te informeren;

2.

Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.

Artikel 2 Doelstelling

  • a. Het doel van de cliëntenraad is het bevorderen van de betrokkenheid van de cliënt bij de vorming, uitvoering en evaluatie van het sociale zekerheidsbeleid, voor zover opgedragen aan de gemeente, en daarmee het bewaken en vergroten van de kwaliteit van de dienstverlening..

  • b. De cliëntenraad maakt gebruik van diverse vormen van communicatie naar zijn achterban. Deze verschillende vormen van communicatie worden verder uitgewerkt in het activiteitenplan.

Hoofdstuk 2 Samenstelling en benoeming

Artikel 3 Samenstelling

  • a. De cliëntenraad bestaat uit 7 leden.

  • b. Ten minste 3 van de leden dienen cliënt te zijn.

  • c. De organisaties die de belangen van cliënten behartigen in de cliëntenraad dienen blijkens hun statuten te zijn gericht op behartiging van de belangen van cliënten.

  • d. De cliëntenraad streeft ernaar dat de samenstelling van zijn leden zoveel mogelijk een representatieve afspiegeling is van de groep van cliënten.

  • e. De leden als bedoeld in het eerste lid mogen geen lid zijn van de raad, geen ambtenaar bij de gemeente of werkzaam zijn als adviseur van de gemeente op de betreffende beleidsterreinen;

  • f. Voor zover de gemeente werkzaamheden verricht m.b.t. cliëntenparticipatie in gevolge van samenwerking met omliggende gemeenten, kan de cliëntenraad worden uitgebreid met een cliënt uit die betreffende gemeente.

Artikel 4 Benoeming en ontslag

  • 1. Het college benoemt en ontslaat leden van de cliëntenraad op voordracht van de cliëntenraad.

  • 2. Het college kan de voordracht weigeren indien er ernstige bezwaren bestaan tegen het voorgedragen lid.

  • 3. De zittingsduur van de leden is 3 jaar. Van cliënten kan de zittingsduur éénmalig verlengd worden met een periode van maximaal 3 jaar. Van organisaties kan de zittingsduur op uitnodiging van de sector, één of meerdere keren, met 3 jaar verlengd worden.

  • 4. De cliëntenraad is verantwoordelijk voor de werving en selectie van nieuwe leden.

Hoofdstuk 3 Taken en bevoegdheden

Artikel 5 Taken

De cliëntenraad heeft tot taak de gemeente gevraagd en ongevraagd te informeren en te adviseren alsmede ontwikkelingen te signaleren over alle zaken die binnen de gemeentelijke beleidsvrijheid vallen en die van belang zijn voor mensen met een inkomen rond het minimum.

Artikel 6 Initiatiefrecht

  • 1. De cliëntenraad heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die de uitvoering (en de kwaliteit) van de dienstverlening door de sector raken in het overleg met de gemeente aan de orde te stellen.

  • 2. De cliëntenraad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van zijn taakstelling in voorkomende gevallen, in overleg met het hoofd van de sector, gebruik te maken van interne deskundigen.

Artikel 7 Informatierecht

  • 1. De cliëntenraad wordt geïnformeerd over de resultaten van klanttevredenheidonderzoeken, enquêtes en klachtenrapportages.

  • 2. De cliëntenraad krijgt spontaan en op verzoek alle informatie die het voor de uitoefening van zijn taken nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat.

Artikel 8 Adviesrecht

  • 1. De cliëntenraad heeft het recht advies uit te brengen over alle aangelegenheden die het beleid, de uitvoering (en de kwaliteit) van de dienstverlening van de sector betreffen.

  • 2. Alle adviezen, informatieverzoeken en verbetervoorstellen die door de cliëntenraad schriftelijk zijn verstrekt, worden door de sector beoordeeld. De sector verzorgt een schriftelijke met redenen omklede reactie.

  • 3. In het geval dat het college afwijkt van het advies van de cliëntenraad, wordt dit bij het voorstel vermeld. Tevens wordt aangegeven op welke gronden van het advies van de cliëntenraad is afgeweken.

Hoofdstuk 4 Werkwijze

Paragraaf 1 Vergaderwijze

Artikel 9 Vergaderorde

  • 1. De leden kiezen uit hun midden een bestuur, bestaande uit een voorzitter en een secretaris.

  • 2. De cliëntenraad stelt een reglement van orde vast.

  • 3. Aan de cliëntenraad gevraagde adviezen worden tijdig uitgebracht.

Artikel 10 Overleg

  • 1. De cliëntenraad komt regelmatig bijeen voor overleg over de uitvoering van de wet door de gemeente.

  • 2. Elke twee maanden vindt overleg plaats tussen de cliëntenraad en het hoofd van de sector.

  • 3. Twee keer per jaar overlegt de cliëntenraad met de wethouder van de sector.

  • 4. Voor overleg tussen de cliëntenraad en de gemeente, levert de gemeente ambtelijke ondersteuning. Deze ondersteuning maakt geen deel uit van de cliëntenraad.

Artikel 11 Periodiek overleg tussen gemeente en cliëntenraad

  • 1. De agenda voor de vergadering wordt door de voorzitter en de secretaris van de cliëntenraad in gezamenlijk overleg opgesteld.

  • 2. Elk lid, alsmede het hoofd van de sector, heeft het recht schriftelijk agendavoorstellen bij de voorzitter in te dienen.

Artikel 12 Uitsluiting van inspraak

  • 1. Geen inspraak wordt verleend indien het gaat om het vaststellen van de begroting, gemeentelijke tarieven en belastingen.

  • 2. Niet tot de bemoeienis van de cliëntenraad behoort het personeels- en organisatiebeleid van de sector of de gemeente.

  • 3. De cliëntenraad is niet bevoegd te adviseren naar aanleiding van klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben, met uitzondering van de hierbij gehanteerde procedures en regelingen.

Artikel 13 Faciliteiten

Het college stelt aan de cliëntenraad zodanige middelen ter beschikking dat de cliëntenraad redelijkerwijze in staat kan worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze verordening de belangen te behartigen van de in de gemeente woonachtige cliënten.

Artikel 14 Activiteitenplan

De cliëntenraad stelt jaarlijks een activiteitenplan op, inclusief concept begroting, dat door het hoofd van de sector wordt vastgesteld.

Artikel 15 Evaluatie

De secretaris van de cliëntenraad stelt na afloop van een kalenderjaar een jaarverslag op. Hierin zijn tenminste de in het afgelopen jaar gevraagde en ongevraagde adviezen van de cliëntenraad opgenomen. Tevens stelt de secretaris, in samenwerking met een door het hoofd van de sector daarvoor aangewezen ambtenaar het financiële verslag op.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 16 Geheimhouding

De cliëntenraad neemt kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht. Behalve na voorafgaande schriftelijke toestemming van het college zal de cliëntenraad informatie met een vertrouwelijk karakter niet aan derden kenbaar maken.

Artikel 17 Startbepaling

  • 1. De leden van de cliëntenraad worden voor de eerste keer zonder voordracht benoemd.

  • 2. Indien op enig moment moet worden voorzien in een geheel nieuwe cliëntenraad is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Slotbepaling

  • 1. Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

  • 2. In gevallen die de uitvoering van deze verordening betreffen en waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening cliëntenparticipatie inkomensvoorzieningen Zaanstad 2009.

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • 1. De verordening Cliëntenparticipatie WWB Zaanstad 2008, vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 augustus 2008, wordt gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking 2 dagen na publicatie in het gemeenteblad en werkt terug tot 1 oktober 2009.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 17 december 2009.

voorzitter
raadsgriffier

toelichting op de Verordening cliëntenparticipatie inkomensvoorzieningen Zaanstad

Artikel 1 Begripsomschrijving

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB, de IOAW, de IOAZ of de Awb (Algemene wet bestuursrecht) niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de WWB, de IOAW, de IOAZ of de Awb ook de verordening moet worden gewijzigd. De begrippen die niet zijn omschreven in de WWB, de IOAW, de IOAZ of de Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het eerste lid omschreven.

Artikel 2 Doelstelling

Dit artikel bevat een globale omschrijving van het doel van cliëntenparticipatie, uitgaande van de gedachte dat cliëntenparticipatie onmisbaar is voor de totstandkoming en uitvoering van beleid waarin de cliënt centraal staat.

Artikel 3 Samenstelling

Omdat het gaat om cliëntenparticipatie is het de intentie dat de cliëntenraad voor een deel bestaat uit leden van de doelgroep zelf. Daarbij is het raadzaam te streven naar een representatieve afspiegeling van de groep cliënten.

Een deel van de cliëntenraad bestaat uit vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties. Hiervoor is gekozen, omdat zij vanuit hun professionaliteit een waardevolle inbreng kunnen leveren en mede de continuïteit van de cliëntenraad kunnen waarborgen. Onderdeel e beoogt te voorkomen dat een ongewenste verstrengeling van belangen plaatsvindt.

Artikel 4 Benoeming en ontslag

De bevoegdheid van het college tot benoeming en ontslag kan worden gemandateerd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 10:5 van de Awb. Indien een cliënt betaald werk vindt mag hij / zij de zittingperiode afronden.

Artikel 5 Taken

De cliëntenraad is een advies- en overlegorgaan van de gemeente Zaanstad. Artikel 5 geeft een globale omschrijving van de taken van de cliëntenraad.

Artikel 6 Initiatiefrecht

Naast een adviserende taak wat betreft de algemene werkzaamheden en dienstverlening van de sector Werk en Inkomen, heeft de cliëntenraad ook recht van initiatief op dit terrein. De cliëntenraad wordt in ieder geval om advies gevraagd bij het opstellen van beleidsplannen en verordeningen.

Artikel 7 Informatierecht

Dit artikel regelt het passieve informatierecht van de cliëntenraad. Het is vorm gegeven in een actieve informatieplicht van de gemeente. De gemeente dient uit eigen beweging te zorgen dat de cliëntenraad tijdig de nodige informatie ontvangt die voor zijn functioneren noodzakelijk of dienstbaar is. Naast dit passieve informatierecht bezit de cliëntenraad ook een actief informatierecht: Hij kan zelf om bepaalde inlichtingen en/of gegevens vragen.

Artikel 8 Adviesrecht

In de in artikel 5 geformuleerde taakstelling van de cliëntenraad ligt het adviesrecht van de cliëntenraad besloten. Dit recht op advies wordt in artikel 8 verder uitgewerkt. Wanneer de gemeente advies vraagt, moet dit advies van invloed kunnen zijn op de besluitvorming. Hiermede wordt het belang, dat de gemeente aan cliëntenparticipatie hecht, onderstreept. Dit geldt eveneens voor artikel 8, derde lid, waarin nogmaals tot uitdrukking komt dat het advies van de cliëntenraad niet vrijblijvend is.

Artikel 9 Vergaderorde

De cliëntenraad maakt afspraken met het hoofd van de sector over wat in individuele gevallen wordt verstaan onder het tijdig uitbrengen van adviezen.

Artikel 10 Overleg

In dit artikel worden drie vormen van overleg beschreven. Het eerste lid heeft betrekking op het interne overleg van de cliëntenraad tussen de leden onderling. Het tweede lid regelt het overleg tussen cliëntenraad en de sector en het derde lid regelt het overleg tussen de wethouder van de sector en de cliëntenraad. Nadere afspraken over de frequentie van de vergaderingen van de cliëntenraad worden vastgelegd in het Reglement van Orde van de cliëntenraad. Hierin zal tevens een bepaling worden opgenomen over de openbaarheid van de vergaderingen van de cliëntenraad en hoe cliënten agendapunten voor het overleg bij de leden kunnen aandragen.

Artikel 11 Periodiek overleg tussen gemeente en cliëntenraad

In het tweede lid van dit artikel wordt voldaan aan de wettelijke eis dat de verordening de wijze moet aangeven waarop de cliënten of hun vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden. Deze eis is vervat in artikel 47, onderdeel b, van de Wet werk en bijstand.

Artikel 12 Uitsluiting van inspraak

De behandeling van klachten, bezwaren en andere aangelegenheden die de individuele klant of de individuele medewerker van de sector betreffen, behoort derhalve niet tot het werkterrein van de cliëntenraad omdat deze worden behandeld via andere procedures en overlegstructuren. Eveneens geldt deze uitsluiting voor financiële, personele en organisatorische aangelegenheden.

Artikel 13 Faciliteiten

Hiervoor is een begroting opgesteld.

De cliëntenraad zal de kosten aantonen door het overleggen van betaalbewijzen.

Artikel 14 Activiteitenplan

Jaarlijks stelt de cliëntenraad een activiteitenplan op. Hierin wordt tot uitdrukking gebracht op welke wijze de cliëntenraad voornemens is te communiceren met zijn achterban, dan wel zijn achterban te betrekken bij zijn werkwijze. Tevens wordt in het activiteitenplan aangegeven op welke wijze cliënten van de sector Werk en Inkomen agendapunten voor het overleg kunnen aandragen.

Er is voor gekozen om de cliëntenraad zelf een activiteitenplan te laten opstellen om daarmee uitdrukking te geven aan het beleidsprincipe van de eigen verantwoordelijkheid van cliënten.

Het uiteindelijke doel is dat cliënten, meer dan tot nu toe het geval is, gaan participeren in diverse vormen van cliëntenparticipatie: uiteenlopend van spreekuren, formulieren-brigades, interactieve inspraakmogelijkheden via Internet tot andere vormen van communicatie en participatie. Het activiteitenplan wordt gezien als het speerpunt van het vernieuwingsproces “Inspirerende Cliëntenparticipatie” en kan op langere termijn ook een functie vervullen met betrekking tot het aanbieden van werkzaamheden voor cliënten waarvoor niet direct een traject naar betaald werk tot de mogelijkheden behoort. Hierbij kan worden gedacht aan het ontwikkelen van vrijwilligersbanen en werkervaringsplaatsen.

Tot slot wordt erop gewezen dat de cliëntenraad schriftelijk, telefonisch en digitaal te bereiken moet zijn voor zijn leden, de cliënten van de sector en de gemeente.

Artikel 15 Evaluatie

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 16 Geheimhouding

Omdat de mogelijkheid bestaat dat de cliëntenraad kennis neemt van vertrouwelijke informatie is het goed zich ervan rekenschap te geven dat hierop de geheimhoudingplicht van artikel 2: 5 van de Algemene wet bestuursrecht rust. Na vooraf verkregen schriftelijke toestemming van het college mag de cliëntenraad genoemde informatie aan derden verstrekken of publiek maken.

Artikel 17 Startbepaling

Artikel 17 is een aanvulling op artikel 4 (benoeming en ontslag). Hierin wordt enerzijds de eerste benoeming van de cliëntenraad geregeld. Anderzijds voorziet dit artikel in een procedure voor het geval de cliëntenraad in zijn geheel vervangen dient te worden.

Artikel 18 Slotbepaling

Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.

Artikel 19 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 20 Bekendmaking

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.