Regeling vervallen per 27-04-2022

Shishaloungebeleid gemeente Zaanstad - 2019

Geldend van 30-05-2019 t/m 26-04-2022

Intitulé

Shishaloungebeleid gemeente Zaanstad - 2019

De burgemeester van Zaanstad,

Gelet op artikel 174 van de Gemeentewet en artikelen 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene plaatselijke verordening Zaanstad 2013,

besluit:

Tot het vaststellen van het Shishaloungebeleid gemeente Zaanstad - 2019

1 Inleiding

Het roken van waterpijpen (ook bekend als shisha) wordt steeds populairder in Nederland. Met name jongeren en jongvolwassenen associëren de waterpijp met een sociale activiteit, het gebruik vindt vooral plaats binnen de vriendengroep.

In Zaanstad zijn horecabedrijven actief die shisha aanbieden, zogeheten shishalounges. Voor sommige horecabedrijven is dit zelfs een zelfstandige en/of de hoofdactiviteit geworden.

Shishalounges zijn gericht op het bieden van vermaak en ontspanning. Echter, aan het gebruik van waterpijpen kleven verschillende risico’s en overlastaspecten. Omdat er landelijk geen specifieke regels gelden voor shishalounges is de wens ontstaan om lokaal beleid met specifieke voorschriften voor shishalounges vast te stellen en daarbij ook het aantal shishalounges in Zaanstad te beperken.

1.1 Probleemstelling

Aan het gebruik van waterpijpen kleven verschillende risico’s. Allereerst zijn dat gezondheidsrisico’s voor omwonenden en de waterpijprokers zelf. Bij het roken van een waterpijp komen schadelijke stoffen vrij, zoals teer en koolmonoxide, welke negatieve gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid op zowel korte als lange termijn. Tijdens diverse controles in shishalounges binnen de gemeente Zaanstad is een overschrijding van de wettelijke grenswaarde voor koolmonoxide gemeten.

Een ander risico dat gepaard gaat met het gebruik van waterpijpen, is de toepassing van kooldeeltjes en het daarbij ontstane brandgevaar. De kooltjes blijven lang branden en kunnen na lange tijd tot her-ontbranding overgaan. Ook kunnen de brandende kooltjes zich verspreiden en een ontstekingsbron vormen voor het interieur van het horecabedrijf wanneer een waterpijp omvalt. In diverse shishalounges is in het verleden brand uitgebroken en tijdens controles in Zaanstad is gebleken dat voorschriften op het gebied van brandveiligheid werden overtreden. Daarnaast is een, vanuit het oogpunt van brandveiligheid, onwenselijke trend zichtbaar waarbij binnen shishalounges ook lachgas wordt aangeboden en gebruikt.

Naast de genoemde risico’s voor de gezondheid en brandgevaar is ook bekend dat shishalounges de nodige overlast voor de omgeving kunnen veroorzaken. Hierbij valt te denken aan parkeer-, geluids- en geuroverlast.

Landelijk gezien is er daarnaast sprake van verschillende (openbare orde) incidenten bij shishalounges, zoals illegaal gokken, vernieling en de aanwezigheid en het gebruik van (soft)drugs. Tijdens controles is gebleken dat dergelijke overtredingen ook in Zaanstad plaatsvinden. Zo zijn er overtredingen van de APV, de Wet op de kansspelen, de Wet op de accijns, de Wet arbeid vreemdelingen, de Arbeidsomstandighedenwet en de Opiumwet geconstateerd.

Shishalounges fungeren in bepaalde gevallen als ontmoetingsplaatsen voor criminelen. Voor de politie is het vaak lastig om op criminele activiteiten te controleren, omdat deze horecabedrijven een gesloten uitstraling hebben.

1.2 Doel van het beleid

Uit het bovenstaande blijkt dat er verschillende risico’s kleven aan het gebruik van waterpijpen. Daarnaast kan er sprake zijn van overlast voor de (nabije) omgeving. Daarom kiest de gemeente Zaanstad voor het reguleren van het aanbieden van het gebruik van waterpijpen zodat risico’s en overlast voor de woon- en leefomgeving zoveel mogelijk worden beperkt. Gelet op de behoefte die er in Zaanstad bestaat, is besloten om shishalounges niet te verbieden maar op beperkte schaal, met een op deze branche toegesneden beleid, toe te staan.

Met deze beleidsregels legt de burgemeester vast onder welke voorwaarden het aanbieden van het gebruik van waterpijpen toegestaan kan worden. Deze voorwaarden zijn een aanvulling op de voorwaarden die in de APV aan alle horeca-exploitanten worden gesteld. Door voorwaarden in beleidsregels op te nemen is er duidelijkheid voor de horeca-exploitanten onder welke voorwaarden er een exploitatievergunning met de aantekening shishalounge kan worden verkregen. De vergunningverlening kan daarmee door middel van heldere toetsingscriteria plaatsvinden. Tenslotte kan de handhaving effectief plaatsvinden met als resultaat een grotere veiligheid en leefbaarheid voor zowel de bezoekers als de directe omgeving van de shishalounge. Deze beleidsregels zijn onderdeel van het bestuurlijk instrumentarium van de burgemeester om op te treden tegen overlast en ondermijning.

1.3 Grondslag

Omdat er landelijk geen specifieke regels gelden voor shishalounges is de wens ontstaan om lokaal beleid vast te stellen.1 De artikelen 2:28 tot en met 2:28c van de Algemene plaatselijke verordening Zaanstad 2013 (hierna: APV) geven regels met betrekking tot een exploitatievergunning van een horecabedrijf weer. In deze artikelen staan tevens de toetsings-, weigerings- en intrekkingsgronden genoemd.

Artikel 174 van de Gemeentewet bepaalt dat de burgemeester is belast met de uitvoering van verordeningen voor zover deze betrekking hebben op het toezicht op de voor het publiek openstaande gebouwen. Deze vergunning wordt daarom door de burgemeester verleend. Met het exploitatievergunningenstelsel wordt de burgemeester in staat gesteld om, vanuit zijn toezichthoudende bevoegdheid met betrekking tot de openbare orde, horecabedrijven te toetsen op effecten op de openbare orde en de woon- en leefsituatie.

2 Gebruik van waterpijpen

2.1 Wat is een waterpijp?

Een waterpijp is een instrument om rookwaar zoals waterpijptabak of kruidenmengsels mee te roken. De rookwaar wordt in het tabakskommetje geplaatst. Hierover wordt aluminiumfolie geplaatst met daarop een verhittingsbron (zoals een kooltje). Door aan het mondstuk van de slang te zuigen trekt de gebruiker lucht door de kom. De rook die daarbij ontstaat wordt door de pijp en de vaas met water gezogen en eindigt uiteindelijk in de mond en longen. De hitte van het kooltje wordt door het tabakskommetje getrokken, waardoor de tabak verhit en niet verbrandt. De gebruiker inhaleert uiteindelijk zachte, koude rook doordat het water de rook verkoelt. Een waterpijp is verkrijgbaar in verschillende soorten en maten. Sommige waterpijpen hebben bijvoorbeeld één mondstuk, waar anderen er meerdere hebben. Het hierboven beschreven principe geeft de algemene werking van een waterpijp weer.

Er zijn verschillende soorten rookwaar beschikbaar voor de waterpijp, zoals tabak(sbladeren), kruiden- en vruchtenmengsels en aromatische stoomstenen.

Naast de verschillende soorten rookwaar zijn er ook verschillende manieren om de waterpijp te verhitten. Dit kan bijvoorbeeld met natuurkooltjes, zoals houtskool, waarbij een externe verhitter nodig is voor ontbranding. Ook wordt er gebruik gemaakt van elektrische kooltjes. De rookwaar in de waterpijp wordt door het kooltje verhit en niet verbrand. 2

2.2 Welke gezondheidsrisico’s kleven aan het gebruik van een waterpijp?

Bij het roken van een waterpijp komen schadelijke stoffen vrij, zoals teer (PAK’s, nitrosamines en zware metalen) en koolmonoxide (hierna: CO). De compositie van de rook van een waterpijp en de mate waarin de specifieke stoffen vrijkomen hangen echter af van verschillende factoren, zoals: de verhittingsmethode (type kool), de samenstelling en de soort rookwaar, het volume van het water, het type waterpijp, aantal/lengte/volume van de trekjes en de lengte van een waterpijpsessie.

Het roken van een waterpijp heeft blijkens de Factsheet waterpijp van het Trimbos-instituut gevolgen voor de gezondheid, zowel op de korte termijn (bijvoorbeeld verhoogde hartslag, verhoogde bloeddruk, versnelde ademhaling, verminderde longfunctie, koolmonoxidevergiftiging, infectiegevaar) als op de lange termijn (hart- en vaatziekten, luchtwegaandoeningen, kanker, negatieve geboorte-uitkomsten, overige gezondheidsproblemen). De meest voorkomende gezondheidsgevolgen van waterpijp roken zijn long- en hart- en vaataandoeningen.

Doordat bij het gebruik van kruidenmengsels zonder tabak dezelfde schadelijke stoffen vrijkomen als bij waterpijptabak, met uitzondering van nicotine, is het aannemelijk dat kruidenmengsels zonder tabak deels dezelfde gezondheidseffecten kunnen veroorzaken als waterpijptabak. 3

2.3 Wat zijn de risico’s en effecten op de omgeving?

De rook die vrijkomt, is niet alleen schadelijk voor de rokers, ook voor de overige aanwezigen in deze horecaruimte en de nabije omgeving kan deze schadelijk zijn. Met name als er een woning onder of boven een shishalounge is gelegen, kan het CO-gehalte hierin toenemen. Naast het risico van een verhoogd CO-gehalte in de woning kan de afgezogen lucht ook zorgen voor geuroverlast.

Een ander risico dat gepaard gaat met het gebruik van waterpijpen, is de toepassing van kooldeeltjes en het daarbij ontstane brandgevaar. Het gebruik van kooltjes is in principe niet verboden, omdat dit niet wordt gedefinieerd als open vuur. Brandende kooltjes zijn te vergelijken met een smeulbrand en het grote risico hiervan is dat deze kooltjes zeer lang blijven branden en tevens na lange tijd tot her-ontbranding kunnen overgaan (ook nadat er is gecontroleerd of de kooltjes uit zijn). Ook worden brandende kooltjes gebruikt in waterpijpen, deze pijpen zijn smal en hoog waardoor het risico van omvallen in de horecabedrijf niet is uit te sluiten. Na het omvallen van een waterpijp zullen de brandende kooltjes zich verspreiden en kunnen deze een ontstekingsbron vormen voor het interieur van het horecabedrijf. Waarna rookontwikkeling en/of brand in het horecabedrijf kan ontstaan. Tevens is tijdens controles gebleken dat binnen diverse shishalounges ook lachgas wordt aangeboden. Het aanbieden van lachgas binnen shishalounges brengt door de combinatie met het gebruik van (warme) kooltjes extra brandgevaar met zich mee. Lachgas kan het ontstaan van een brand bevorderen en de patronen kunnen ontploffen bij verwarming of bij blootstelling aan vuur.

Naast de genoemde risico’s voor de gezondheid en brandgevaar is ook bekend dat het gebruik van waterpijpen de nodige overlast voor de omgeving kan veroorzaken. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan parkeer-, geluids- en geuroverlast.

Landelijk gezien is er daarnaast sprake van verschillende (openbare orde) incidenten bij shishalounges. Deze incidenten dragen bij aan een algeheel gevoel van onveiligheid in de omgeving van een shishalounge.

3 Juridisch kader

3.1 Gemeentewet

Artikel 174 van de gemeentewet bepaalt dat de burgemeester is belast met het toezicht op de voor het publiek openbare gebouwen. Artikel 125 geeft de burgemeester de bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang, indien de last dient tot handhaving van regels welke hij uitvoert.

3.2 Algemene plaatselijke verordening (APV)

Shishalounges vallen onder het begrip horecabedrijf als bedoeld in de APV. De APV regelt in afdeling 8 van hoofdstuk 2 verschillende zaken rondom de vergunningverlening, intrekking en wijziging van de vergunning, sluitingstijden en het toezicht op horecabedrijven waaronder shishalounges. De handhaving op overtredingen begaan bij de exploitatie van een shishalounge is geregeld in de Horeca Sanctiestrategie en Sluitingenbeleid Zaanstad.

3.3 Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob)

Het toepassingsbereik van de Wet Bibob is vastgelegd in de gepubliceerde beleidslijn voor vergunningverlening in het kader van de Wet Bibob. Shishalounges vallen in de hoedanigheid van horecabedrijf onder deze beleidsregels.

3.4 Bestemmingsplan

Het gebruik van waterpijpen betreft een horeca-activiteit. Het gebruik van gronden ten behoeve van horeca wordt in een bestemmingsplan geregeld. Indien het gebruik als horecabedrijf niet past in het bestemmingsplan dan is dit een weigeringsgrond voor de horeca-exploitatievergunning (op grond van artikel 2:28b eerste lid onder a van de APV).

3.5 Activiteitenbesluit milieubeheer

Belangrijk is dat de ruimte waar de waterpijpen worden gebruikt goed wordt geventileerd en de afgezogen rook op voldoende hoogte wordt verspreid. Als geurhinder plaatsvindt, kan op basis van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: het Activiteitenbesluit), handhavend worden opgetreden om deze geurhinder te voorkomen dan wel tot een aanvaardbaar niveau te laten beperken.

3.6 Tabaks- en rookwarenwet

In de Tabaks- en rookwarenwet (hierna: de Tabakswet) is bepaald dat het niet is toegestaan om tabak te roken in een horecabedrijf. Er wordt geen onderscheid gemaakt in tabak met of zonder nicotine. Hetzelfde geldt voor shishalounges. Een uitzondering op dit verbod is de rookruimte. Een rookruimte moet afsluitbaar zijn met een deur. Buiten deze ruimte mag er geen hinder van de tabaksrook zijn. Deze rookruimte moet voldoen aan de eisen die gesteld zijn in de Tabakswet. Dit betekent dat er regelmatig gecontroleerd moet worden om te kijken welk soort tabak of welke kruiden er gerookt worden.

3.7 Wet op de kansspelen

Op grond van de Wet op de kansspelen kan de burgemeester slechts een aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten verlenen, wanneer sprake is van het aanwezig hebben van een of meer kansspelautomaten in een hoogdrempelige inrichting.

In een shishalounge mogen geen kansspelautomaten aanwezig zijn als aan het aanbieden van waterpijpen zelfstandige betekenis toekomt. In dat geval is het horecabedrijf namelijk geen hoogdrempelige inrichting meer, maar een laagdrempelige inrichting. De aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten kan in dat geval niet verleend worden.

3.8 Wet op de accijns

Op grond van de Wet op de accijns moeten tabaksproducten zijn voorzien van een accijnszegel. Dit geldt ook voor de waterpijptabak die in shishalounges wordt gebruikt. Indien de exploitant tabak zonder accijnszegel aanwezig heeft is niet vast te stellen of de accijns is betaald, de exploitant is dan in overtreding.

4 Overgangsrecht

In Zaanstad zijn een aantal reeds bestaande horecabedrijven waar shisha wordt aangeboden. Voor de overgang naar de vereisten die voortvloeien uit dit nieuwe beleid, moet hen een redelijke overgangstermijn worden geboden.

Het overgangsrecht maakt hierbij onderscheid tussen de horecabedrijven die destijds een reguliere horeca-exploitatievergunning hebben aangevraagd (en gekregen) en horecabedrijven die specifiek een vergunning voor een shishalounge hebben aangevraagd (en gekregen).

1. Reguliere horeca-exploitatievergunningen:

Sommige exploitanten hebben weliswaar geen specifieke vergunning voor een shishalounge maar exploiteren wel reeds jaren een shishalounge binnen de gemeente Zaanstad. Voor de overgang naar de vereisten die voortvloeien uit dit nieuwe beleid, moet hen een redelijke overgangstermijn worden geboden. De eerste vier bepalingen uit het beleid worden daarom pas een jaar nadat het beleid in werking is getreden van kracht voor deze horecagelegenheden. Dat betekent dat deze horecabedrijven na een jaar moeten beschikken over een horeca-exploitatievergunning mét de aantekening shishalounge indien zij de exploitatie willen voortzetten. Om voor een horeca-exploitatievergunning met de aantekening shishalounge in aanmerking te komen dient de exploitant deel te nemen aan de verdelingsprocedure zoals omschreven in de aanvraag- en selectieprocedure voor horeca-exploitatievergunningen met de aantekening shishalounge. Dit kan alleen wanneer er op dat moment een vergunning beschikbaar is. Wanneer er meerdere gegadigden zijn bestaat de kans dat de exploitant op grond van deze verdeling niet in aanmerking komt voor een beschikbare vergunning.

De exploitant kan er na afloop van het overgangsjaar ook voor kiezen geen shisha meer aan te bieden binnen het horecabedrijf. In dat geval is er geen horeca-exploitatievergunning met de aantekening shishalounge vereist.

Na het verstrijken van een jaar zal bij deze horecabedrijven handhavend worden opgetreden tegen het zonder de benodigde horeca-exploitatievergunning met de aantekening shishalounge exploiteren van een horecabedrijf.

2. Horeca-exploitatievergunning (mede) voor het exploiteren van een shishalounge:

Voor de horecabedrijven waaraan een horeca-exploitatievergunning voor onbepaalde tijd is verleend (mede) voor het exploiteren van een shishalounge, geldt de volgende overgangsregeling:

  • -

    Na inwerkingtreding van deze beleidsregels wordt de bestaande vergunning, verleend voor onbepaalde tijd, ingetrokken;

  • -

    Gelijktijdig wordt aan deze exploitanten een horeca-exploitatievergunning met de aantekening shishalounge verleend met een looptijd van vijf jaar. Hierbij worden eenmalig de eisen uit artikel 1, tweede lid onder a en c, van dit beleid buiten toepassing gelaten;

  • -

    De horeca- exploitatievergunning met de aantekening shishalounge van deze exploitant(en) vervalt van rechtswege na het verstrijken van deze termijn.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat horeca-exploitatievergunningen persoons-, en locatiegebonden en niet overdraagbaar zijn. Dat betekent bijvoorbeeld dat indien een horecabedrijf met de aantekening shishalounge wordt overgenomen, er altijd een nieuwe aanvraag om een horeca-exploitatievergunning met de aantekening shishalounge gedaan dient te worden. Deze aanvraag zal dan getoetst worden aan het op dat moment geldende beleid en conform de geldende aanvraag- en selectieprocedure voor horeca-exploitatievergunningen met de aantekening shishalounge worden verdeeld.

Beleidsregels

Artikel 1. Exploitatievergunning en beoordelingscriteria

  • 1.

    Het aanbieden van het gebruik van waterpijpen is verboden zonder horeca-exploitatievergunning met de aantekening shishalounge als bedoeld in artikel 2:28 jo. 2:27, zesde lid, van de APV.

  • 2.

    Het verkrijgen van een dergelijke vergunning is alleen mogelijk indien:

    • a.

      het horecabedrijf is gelegen binnen het toegestane gebied voor vestiging van shishalounges (zie bijlage);

    • b.

      het geldende bestemmingsplan middelzware horeca (categorie 2) op de betreffende locatie toestaat;

    • c.

      het horecabedrijf niet is gevestigd onder of boven een woning;

    • d.

      het maximum aantal van drie horeca-exploitatievergunningen met de aantekening shishalounge nog niet bereikt is, of de aanvrager na het volgen van de aanvraag- en selectieprocedure in aanmerking komt voor het aanvragen van een horeca-exploitatievergunning met de aantekening shishalounge.

Artikel 2. Maximumstelsel

In de gemeente Zaanstad worden maximaal drie horeca-exploitatievergunningen met de aantekening shishalounge verleend.

Artikel 3. Verdeling schaarse vergunningen

Verdeling van de schaarse horeca-exploitatievergunningen met de aantekening shishalounge zal overeenkomstig het bepaalde in de Aanvraag- en selectieprocedure horeca-exploitatievergunning met de aantekening shishalounge – 2019 geschieden.

Artikel 4. Looptijd exploitatievergunning

  • 1.

    De horeca-exploitatievergunning met de aantekening shishalounge wordt verleend voor een periode van vijf jaar.

  • 2.

    Na afloop van deze termijn komt de vergunning opnieuw beschikbaar en zal er een nieuwe aanvraag- en selectieprocedure worden opgestart.

Artikel 5. Maximum aantal waterpijpen

  • 1.

    Binnen het horecabedrijf zijn maximaal vijftien enkelslangse waterpijpen toegestaan.

  • 2.

    Het aanbieden van het gebruik van meerslangse waterpijpen is niet toegestaan.

Artikel 6. Kansspelautomaten

In een horecabedrijf met een vergunning als bedoeld in artikel 1 mogen geen kansspelautomaten aanwezig zijn.

Artikel 7. Voorschriften ten aanzien van het horecabedrijf

Bij de exploitatie van shishalounges gelden de volgende aanvullende voorschriften ten opzichte van reguliere horecabedrijven:

  • a.

    Wanneer er horecabezoekers in de zaak aanwezig zijn, dan dient van buitenaf te kunnen worden waargenomen wat zich binnen het horecabedrijf afspeelt;

  • b.

    Er mag geen lachgas binnen het horecabedrijf aanwezig zijn;

  • c.

    Er is te allen tijde een deugdelijke administratie van de aangekochte en verkochte tabak binnen het horecabedrijf aanwezig;

  • d.

    Het gedeelte van het horecabedrijf waar waterpijpen worden aangeboden is alleen vrij toegankelijk voor personen van wie is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt;

  • e.

    Op de vloer dient gebruik te worden gemaakt van steenachtige materialen;

  • f.

    Er dienen adequate voorzieningen getroffen te worden met betrekking tot afvalverwerking, zoals het gebruik van stalen asbakken en bewaarbakken en/of een kluis ten behoeve van (nachtelijke) opslag van kooltjes. Dit om herontsteking te voorkomen;

  • g.

    Indien tabak wordt gebruikt, dan dient de regelgeving van de Tabaks- en rookwarenwet te worden nageleefd;

  • h.

    Er dient een deugdelijk werkend mechanisch ventilatiesysteem met voldoende capaciteit en het bovendaks afvoeren van lucht te zijn;

  • i.

    Voor waterpijpen met steenkooltjes en Quick-light kooltjes geldt aanvullend dat er een adequaat functionerende CO-melder in alle verblijfsruimten van het horecabedrijf aanwezig moet zijn.

Artikel 8. Eisen aan exploitant en leidinggevende(n)

Aan de exploitant en leidinggevende(n) van een shishalounge worden de volgende eisen gesteld:

  • a.

    De exploitant en leidinggevende(n) moeten voldoen aan de eisen genoemd in afdeling 8 van de APV;

  • b.

    Een exploitant mag maximaal één shishalounge binnen de gemeente Zaanstad exploiteren.

Artikel 9. Overgangsrecht

  • 1.

    Voor een bedrijf waaraan op het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregels een reguliere horeca-exploitatievergunning zonder de aantekening shishalounge is verleend en die daarbinnen desondanks shisha aanbiedt, wordt het bepaalde in de artikelen 1 tot en met 4 een jaar na inwerkingtreding van deze beleidsregels van kracht.

  • 2.

    De horeca-exploitatievergunning voor onbepaalde tijd van een exploitant met een vergunning voor het exploiteren van een shishalounge wordt na inwerkingtreding van dit beleid ingetrokken. Gelijktijdig wordt aan deze exploitanten, in het kader van het overgangsrecht, een horeca-exploitatievergunning met de aantekening shishalounge voor de duur van vijf jaar verleend. Hierbij worden de eisen uit artikel 1, tweede lid onder a en c, eenmalig buiten toepassing gelaten.

  • 3.

    Indien op basis van het hetgeen is bepaald in het eerste en tweede lid van dit artikel het aantal shishalounges binnen de gemeente op een bepaald moment onder het aantal van drie komt, dan is er een vergunning beschikbaar en zal de aanvraag- en selectieprocedure, zoals bedoeld in artikel 3, worden gevolgd.

Artikel 10. Citeertitel

Dit beleid kan worden aangehaald als: Shishaloungebeleid gemeente Zaanstad – 2019.

Artikel 11. Bekendmaking

Dit beleid zal worden bekendgemaakt door plaatsing in het Gemeenteblad en publicatie op overheid.nl.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Dit beleid treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Zaanstad op 21 mei 2019.

Drs. J. Hamming

Ondertekening

Bijlage: Toegestaan gebied vestiging shishalounges

Aangezien in het centrum van Zaandam al een horecaconcentratiegebied is gelegen, is het voor de hand liggend om binnen dit gebied shishalounges toe te staan. Vanwege het genoemde brandgevaar, overlast en risico’s voor de openbare orde is het toestaan van shishalounges in woonwijken en andere delen van Zaanstad niet wenselijk. Op bedrijventerreinen is dit ook niet wenselijk, omdat er doorgaans minder zicht is op de activiteiten die daar plaatsvinden.

Het toegestane gebied voor shishalounges is in beginsel - maar zeker niet uitsluitend - gericht op ontspanning en vermaak van de bezoekers van het gebied.

Functies die hierbij passen richten zich op tijdelijk verblijf van personen en het bieden van vermaak (theater, restaurants, cafés, casino's, fastfood). Tijdelijke activiteiten als kermissen, en evenementen ondersteunen en versterken deze vrijetijdsfunctie.

Omdat er in en nabij het gebied ook andere functies zoals wonen, werken, detailhandel en verkeer zijn, worden bij ontwikkelingen alle functies in het gebied en de woon- en leefsituatie in de omgeving meegewogen en betrokken.

In de aanlooproutes en aanliggende wijken (Westzijde, Gedempte Gracht, Russische Buurt, Zuiddijk, Peperstraat en de A.F. de Savornin Lohmanstraat) bevind zich ook horeca, maar zijn andere functies dominant (zoals wonen, verkeer, detailhandel).

Binnen het centrum van Zaandam rond de sluis (aangeduid als ‘Damgebied’ en ‘Klauwershoek en Zuiddijk’) mogen shishalounges worden gevestigd.

Gebiedsaanduiding Damgebied

Het gebied bestaat uit de volgende straten en straatgedeelten:

• Dam

• Damkade

• Dampad

• Damstraat

• Gedempte Gracht oneven zijde (huisnummer 1 t/m 13)

• Hogendijk huisnummer 28 t/m 46 (t.o. Zaantheater)

• Nicolaasstraat

• Rozengracht (huisnummer 102 t/m 113)

• Wilhelminakade

• Zilverpadsteeg 55 t/m 71

Gebiedsaanduiding Klauwershoek - Zuiddijk

Het gebied bestaat uit de volgende straten en straatgedeelten:

• Peperstraat even zijde (huisnummer 2 t/m 8)

• Oostkade

• Noorderkerkstraat

• Klauwershoek

• Zuiderkerkstraat

• Zuiddijk oneven zijde (huisnummers 1 t/m 87)

• Wilhelminastraat

• De Burcht (het plein, zonder de aanliggende woningen)

• K. Kanstraat even zijde (huisnummers 2 t/m 4a)

• Boomgaardspad

afbeelding binnen de regeling


Noot
1

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat op grond van de Tabaks- en rookwarenwet regels gelden voor wanneer de waterpijp tabak bevat. Bijvoorbeeld het rookverbod op het roken van waterpijptabak in de horeca (m.u.v. terras of rookruimte), verbod op verkoop aan jongeren onder de 18 jaar, reclame- en sponsorverbod.

Noot
2

Factsheet waterpijp, update 2018, Trimbos-instituut, i.o.v. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (RIVM), pagina 2 en 3.

Noot
3

Factsheet waterpijp, update 2018, Trimbos-instituut, i.o.v. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (RIVM), pagina 7 en 8.