Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en de invordering van Hondenbelasting Zaanstad 2020

Geldend van 29-11-2019 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van Hondenbelasting Zaanstad 2020

De gemeenteraad van Zaanstad,

gelet op Gemeentewet, artikel 226

besluit vast te stellen de "Verordening op de heffing en de invordering van Hondenbelasting Zaanstad 2020".

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam ‘Hondenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2.

    Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3.

    Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onder b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor honden:

  • 1.

    beneden de leeftijd van drie maanden, voor zover deze honden niet op de openbare weg komen;

  • 2.

    • a.

      die in hoofdzaak dienen om blinden op de openbare weg te geleiden en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden;

    • b.

      die door het Rijk erkende stichtingen als zgn. assistentiehond zijn opgeleid en als zodanig zijn erkend, zoals blindengeleidehond, signaalhond en hulphond voor gehandicapten en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden.

  • 3.

    waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma der Koninklijke Nederlandse Politiehonden Vereniging, mits de houder zich verbindt zijn hond met een geleider, aan wiens bevelen hij gehoorzaamt, op aanvraag ter beschikking van de politie te stellen;

  • 4.

    die verblijven in een hondenasiel. Dit is een aan één locatie gebonden ruimte of zijn ruimtes bestemd, of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren;

  • 5.

    die verblijven in een hondenpension. Dit is een aan één locatie gebonden ruimte of zijn ruimtes bestemd, of gebruikt voor het in bewaring houden van honden, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren;

  • 6.

    boven het getal van drie, die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren;

  • 7.

    boven het getal van drie, gehouden door kennelhouders, waarbij onder kennel wordt verstaan een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren, bestemd en gebruikt voor het fokken van honden voor de verkoop of aflevering van nakomelingen;

  • 8.

    die korter dan veertien dagen binnen de gemeente gehouden worden;

  • 9.

    die gehouden worden door het Rijk of Gemeente ten behoeve van haar diensten en bedrijven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 6 Belastingtarief

De belasting bedraagt per belastingjaar:

  • 1.

    voor de eerste hond € 73,60

  • 2.

    voor iedere hond boven het aantal van één € 120,54

Artikel 7 Wijze van heffing

De Hondenbelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Aangifte

  • 1.

    Ieder die bij aanvang van een belastingjaar houder is van één of meer honden, is gehouden binnen twee maanden daarna een verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet, tenzij aan belastingplichtige reeds een aangiftebiljet is uitgereikt of reeds een aanslag is opgelegd.

  • 2.

    Indien in de loop van het belastingjaar de belastingplicht ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, dient de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onder b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar om uitreiking van een aangiftebiljet te verzoeken.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 10 Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9 eerste lid van de Invorderingswet 1990 is de belastingaanslag invorderbaar in één termijn, die vervalt een maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Overgangsrecht en citeertitel

  • 1.

    De Verordening Hondenbelasting 2019, vastgesteld door de raad in de openbare vergadering van 13 november 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid van dit artikel genoemde datum van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Hondenbelasting 2020’.

Artikel 12 Bekendmaking

Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het Gemeenteblad zoals dat is opgenomen in de Decentrale Regelgeving en Officiële Publicaties (DROP). Daarnaast zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de overheid.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 november 2019.

voorzitter,

raadsgriffier,