Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Zaanstad 2021

Geldend van 30-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Zaanstad 2021

De gemeenteraad van Zaanstad,

Gelet op Gemeentewet, artikel 216 en 224

Besluit vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting Zaanstad 2021”

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze Verordening wordt verstaan onder:

Centrumgebied:

het gebied van de gemeente Zaanstad, dat is aangegeven als centrumgebied op de bij deze verordening behorende kaart, die als bijlage is opgenomen;

Verblijflocatie:

een object als bedoeld in artikel 16 van de Wet Waardering onroerende zaken of een roerende zaak;

Kampeerterrein:

een terrein of deel daarvan dat is bestemd voor verblijf in mobiele kampeeronderkomens of stacaravans;

Camperplaats:

een terrein of deel daarvan dat is bestemd om te worden gebruikt voor verblijf in een camper;

Camper:

voertuig ingericht om mee te kamperen;

Arbeidsmigrant:

persoon die zich tijdelijk in Nederland heeft gevestigd teneinde gedurende zijn verblijf beroeps- of bedrijfsmatige werkzaamheden te verrichten voor of in opdracht van anderen;

Heffingsambtenaar:

de gemeenteambtenaar, als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onder b, van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachting tegen vergoeding in welke vorm dan ook, door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, wordt onder de naam ‘Toeristenbelasting’ een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf

  • 1.

    door degene, die als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • 3.

    door arbeidsmigranten in andere onderkomens dan hotels, hostels, pensions, bed & breakfasts, vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, gehuurde kamers, en andere onderkomens die doorgaans mede voor vakantie en recreatiedoeleinden worden verhuurd, en onderkomens op kampeerterreinen en camperplaatsen.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingtijdvak.

Artikel 6 Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief bedraagt per overnachting per persoon:

    • a.

      binnen het centrumgebied € 7,--;

    • b.

      buiten het centrumgebied € 5,--.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief voor het verblijf op kampeerterreinen en op camperplaatsen per overnachting per persoon € 4,--.

  • 3.

    Een verblijflocatie die niet in zijn geheel binnen het centrumgebied is gelegen, valt onder het tarief zoals aangegeven in het eerste lid, onder b.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 10,-- worden niet opgelegd.

Artikel 10 Aangifte

  • 1.

    Voor de heffing van de Toeristenbelasting wordt per kwartaal aan ieder die vermoedelijk belastingplichtig is een aangiftebiljet uitgereikt.

  • 2.

    Degene die geen aangiftebiljet heeft ontvangen, is gehouden binnen vier weken bij de heffingsambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 3.

    De heffingsambtenaar kan op schriftelijk verzoek uitstel van het doen van aangifte verlenen.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1.

    De Toeristenbelasting moet in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet, betaald worden in één termijn welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 12 Nachtverblijfregister

  • 1.

    De belastingplichtige is gehouden per belastingtijdvak een nachtverblijfregister, als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht, bij te houden dat is ingericht volgens het door de burgemeester vastgestelde model.

  • 2.

    Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot een ieder aan wie gelegenheid tot overnachten wordt verschaft gegevens tenminste betreffende:

    • a.

      naam en woonplaats;

    • b.

      datum van aankomst en datum van vertrek;

    • c.

      het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is.

  • 3.

    Het college is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen van de in het eerste lid bedoelde verplichting gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen, zo nodig onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 13 Aanmeldingsplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de heffingsambtenaar.

  • 2.

    Het eerste lid geldt niet voor de belastingplichtige aan wie een aangiftebiljet is uitgereikt als bedoeld in artikel 10, eerste lid, voor een kwartaal voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 14 Overgangsrecht en citeertitel

  • 1.

    De Verordening Toeristenbelasting 2020, vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 november 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid van dit artikel genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Toeristenbelasting Zaanstad 2021’.

Artikel 15 Bekendmaking

Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het Gemeenteblad, welke wordt opgenomen in de Decentrale Regelgeving en Officiële Publicaties (DROP). Daarnaast zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de overheid.

Algemene toelichting

Sinds 1 januari 2019 wordt de Toeristenbelasting geheven naar een tarief van € 7,00 per persoon per overnachting ongeacht het onderkomen waar het verblijf plaatsvindt. De Toeristenbelasting wordt geheven bij degene die het nachtverblijf biedt. De verblijfbieder berekent deze belasting door in de overnachtingsprijs.

Bij de Begrotingsbehandeling in 2019 is ook toegezegd onderzoek te verrichten of Zaanstad de Amsterdamse heffingswijze kan invoeren; een percentage van de overnachtingsprijs zou meer recht doen aan de verhouding tussen kamerprijs en af te dragen toeristenbelasting. Deze heffingswijze is bij de Begrotingsbehandeling op 10 november 2020 voorgelegd. De gemeenteraad heeft hiervoor niet gekozen.

In de Verordening is een vorm van tariefdifferentiatie doorgevoerd dat elementen in zich heeft van een systeem waarin bij verblijf in de duurste onderkomens in Zaanstad ook het hoogste bedrag aan toeristenbelasting wordt opgelegd. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de vele bezwaren van verblijfaanbieders om meer recht te doen aan de verhouding tussen overnachtingsprijs en af te dragen toeristenbelasting. Dat wringt het meest bij goedkope onderkomens zoals bij kampeerterreinen en camperplaatsen. Wij hebben daartoe een onderscheid ingevoerd naar ligging en naar soort onderkomen.

Het onderscheid naar ligging (binnen en buiten het centrumgebied) is mede gebaseerd op het uitgangspunt dat de onderkomens buiten het centrumgebied niet zo’n hoog tarief kunnen vragen voor hun onderkomens als in het centrum. Daarnaast vinden wij het gerechtvaardigd in gebieden waar er minder overlast is te verwachten van (grootschalig) toerisme, een lager tarief te vragen.

Tot slot is onderscheid gemaakt naar het soort onderkomen. Bij verblijf op kampeerterreinen en op camperplaatsen is er sprake van een lager voorzieningenniveau en gaat het vaak om lagere overnachtingsprijzen waardoor het gerechtigd is om een lager tarief te vragen aan de verblijfbieder.

Overigens merken wij op dat het verblijf in de genoemde onderkomens veelal recreatief zal zijn, maar dat hoeft niet. Ook de zakelijke verblijfhouder of de arbeidsmigrant die in een hotel of een B&B overnacht voor kortere of langere tijd, bijvoorbeeld omdat degene is gedetacheerd of werkt binnen Zaanstad, betaalt toeristenbelasting.

Vrijgesteld is het verblijf van arbeidsmigranten die in andere onderkomens dan de reguliere vakantieonderkomens zijn gehuisvest. Gedacht kan worden aan verblijf in andere onderkomens dan hotels, hostels, pensions, bed & breakfasts, mobiele kampeeronderkomens, gehuurde kamers, en op kampeerterreinen en camperplaatsen. Als de arbeidsmigranten bijvoorbeeld zijn ondergebracht in verbouwde loodsen of units achter het bedrijf waarin zij werkzaam zijn, dan vallen zij onder de vrijstelling.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 januari 2021.

voorzitter,

raadsgriffier,

Bijlage: kaart van de gemeente Zaanstad waarop de centrumgebieden zijn aangegeven.

Van deze Verordening maakt onderdeel uit de als bijlage toegevoegde kaarten waarop de centrumgebieden zijn aangegeven. Hoewel van deze kaart kan worden afgelezen of een pand binnen of buiten het centrumgebied is gelegen, hebben we een link geplaatst op de gemeentesite, waarmee op de gewenste locatie kan worden ingezoomd. Met het inzoomen, wordt de kaart gedetailleerder.

Als een verblijflocatie op de grens ligt, wordt het beschouwd als liggend buiten het centrumgebied en wordt het lagere tarief toegepast.

Bijlage 1 Overzichtskaart centrumgebieden bij stations

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 Kaartjes centrumgebieden

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling