Beleid ontheffingverlening artikel 5.1.5, lid 1 onder A van de Algemene Plaatselijke Verordening

Geldend van 02-01-2007 t/m heden

Intitulé

Beleid ontheffingverlening artikel 5.1.5, lid 1 onder A van de Algemene Plaatselijke Verordening

Argumenten

Door het onderstaande gemeentebeleid vast te stellen kan direct bij ontheffingverlening gezien worden wanneer wel en wanneer niet een ontheffing wordt verleend en voor welke tijdsduur. Ook bestaat dan een betere mogelijkheid om handhavend op te treden.

1. De ontheffingsduur.

• De ontheffing kan slechts voor een bepaalde tijd worden verleend en nimmer voor permanente duur met uitzondering van de hierna onder 2 genoemde mogelijkheid .

• De ontheffingstermijn bedraagt maximaal 4 maanden, tenzij men kan aantonen, dat voor de onder 3 bedoelde ontheffingsmogelijkheden meer tijd nodig heeft dan 4 maanden. Gaat de ontheffingstermijn langer duren dan 4 maanden dan wordt dit eerst besproken en behandeld in de ambtelijke verkeerscommissie, waarin de Politie is vertegenwoordigd, voordat een advies aan het college van burgemeester en wethouders wordt uitgebracht, waarna het college een besluit neemt. Alle andere ontheffingen, die korter duren dan 4 maanden, worden alleen ter kennisneming naar de ambtelijke verkeerscommissie gezonden.

Motivering:

Voor de tijdelijke ontheffingstermijn van maximaal 4 maanden is aansluiting gezocht bij de Wegenverkeerswetgeving 1994. Op grond van artikel 37 onder paragraaf 8 van het Besluit administratieve bepalingen van het wegverkeer is voor tijdelijke plaatsing van verkeerstekens en het uitvoeren van verkeersmaatregelen die langer dan vier maanden duren een verkeersbesluit nodig en anders niet.

2. De enige ontheffingsmogelijkheid voor permanente duur.

• Voor een camper of een kampeerwagen van een aanvrager, die voor al het vervoer aangewezen is op gebruik van dit voertuig en dit voertuig niet in een garage op eigen terrein of buiten op eigen terrein kan plaatsen.

• Aan deze ontheffingsmogelijkheid worden vervolgens de volgende voorwaarden verbonden:

- Het voertuig moet passen in de parkeervakken, indien deze aanwezig zijn, waardoor parkeeroverlast voor andere voertuigen wordt voorkomen;

- Het voertuig mag niet langer zijn dan 5,5 meter en mag niet hoger zijn dan 2,5 meter;

- Het voertuig moet een standaard opbouw hebben, wat inhoudt dat er geen aangebouwde voorzieningen aan vast mogen zitten, zoals fietsenrekken, imperiaals en dergelijke;

- Maximaal wordt er één ontheffing per adres afgegeven, omdat de ontheffing immers alleen bedoeld is voor mensen, die voor alle vervoer afhankelijk zijn van hun camper of kampeerwagen, waardoor dit voertuig in wezen niet uitsluitend als recreatievoertuig of voor andere dan verkeersdoeleinden wordt beschouwd;

- Er mogen op het aanvraagadres geen andere voertuigen in eigendom of in gebruik zijn, waarvoor de Politie het aantal kentekens per adres kan natrekken.

- Zodra er meer voertuigen met kentekens op het adres bekend zijn wordt de gevraagde ontheffing niet verleend of wordt de reeds verleende ontheffing ingetrokken.

Motivering:

Voor het gebruik van deze camper of kampeerwagen is niet alleen sprake van recreatief gebruik door de ontheffingsaanvrager van de camper of kampeerwagen. Plaatsing op eigen terrein mag niet in strijd zijn met het bestemmingsplan noch schadelijk zijn voor het uiterlijk aanzien van de gemeente, zoals bedoeld in lid 2 van artikel 5.1.5. Bovendien moet er dan op grond van artikel 2.1.5.3 van de APV een uitwegvergunning verleend zijn.

3. Tijdelijke ontheffingsmogelijkheden.

• Voor verbouwingen, waarvoor een van de bedoelde voertuigen in lid 1 van artikel 5.1.5 APV noodzakelijk zijn bij het te verbouwen perceel en dit voertuig niet op eigen terrein kan worden geplaatst.

Motivering:

Voor verbouwingen kan het nodig zijn, dat de aanvrager tijdelijk moet verblijven in een woonwagen, kampeerwagen, caravan of camper, terwijl er geen mogelijkheid is dat voertuig op eigen terrein te plaatsen. Ook kan het zijn, dat er een magazijnwagen, aanhangwagen, keetwagen of een ander dergelijk voertuig voor deze verbouwing benodigd is, terwijl er geen mogelijkheid is dat voertuig op eigen terrein te plaatsen.

• Voor reconstructies van tuinen, erven en dergelijke, waarvoor een aanhangwagen, keetwagen of een ander dergelijk voertuig benodigd is en dit voertuig niet op eigen terrein kan worden geplaatst.

Motivering:

Voor bedoelde in het algemeen grotere reconstructies uit te voeren kan het nodig zijn, dat er een keetwagen ofwel schaftwagen, aanhangwagen of een ander dergelijk voertuig benodigd is.