Regeling vervallen per 01-01-2013

Beleidsregels Zaanse Traject Banen Zaanstad 2010

Geldend van 20-03-2010 t/m 31-12-2012

Intitulé

BELEIDSREGELS ZAANSE TRAJECT BANEN ZAANSTAD 2010

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

het college

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad;

ZTB

Zaanse Traject Banen;

WWB

Wet werk en bijstand;

Ioaw

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemer;

Ioaz

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandige;

Anw

Algemene nabestaandenwet;

WIJ

Wet investeren in jongeren;

WAO

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

WIA

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

Nugger

Niet uitkeringsgerechtigde met een gezinsinkomen van max. 130% van het minimumloon;

Regulier werk

Werk zonder subsidie;

Subsidiejaar

Het jaar dat werkgever subsidie ontvangt;

Intentieverklaring

Een officieel en door de aanvrager ondertekend document, waarin de aanvrager verklaart de werknemer aansluitend aan de ZTB een regulier arbeidscontract aan te bieden voor minimaal 12 maanden

Werkleerplan

Schriftelijke afspraken tussen werkzoekende, werkgever en de gemeente, met betrekking tot de activiteiten die noodzakelijk zijn voor de uitstroom naar een betaalde baan.

Artikel 2 Definitie

De ZTB is een tijdelijke gemeentelijke subsidie aan een werkgever voor een werkzoekende, bedoeld als onder artikel 3.

Artikel 3 Doelgroep

  • Werkzoekenden uit de gemeente met een afstand tot de arbeidsmarkt, van wie deelname aan een ZTB moet passen binnen het door de gemeente uitgezette trajectplan en die:

  • 1. werkzoekend zijn met een uitkering WWB, Ioaw, Ioaz, Anw en WIJ die vallen onder de omschrijving van benadeelde werknemers. Dit zijn personen die behoren tot de categorieën werknemers die het moeilijk hebben om zonder hulp tot de arbeidsmarkt toe te treden. Tot deze categorie behoren ondermeer langdurig werklozen (12 maanden werkloos en jongeren onder de 27 jaar 6 maanden werkloos), etnische minderheden, personen zonder startkwalificatie en alleenstaande ouders.

  • 2. de status van Nugger hebben.

  • 3. bij een re-integratiebedrijf in dienst zijn op basis van een met de Sector Werk en Inkomen contractueel overeengekomen loonkostensubsidieregeling.

  • 4. een uitkering ontvangen vanuit de WWB én WAO/WIA, waarbij er tevens toestemming is en medefinanciering door het UWV, zoals wettelijk geregeld (op basis van verhouding WAO en aanvullende Bijstand).

Artikel 4 Doelstelling

Doel is om de werkgever te stimuleren een werkzoekende met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen door een loonkostensubsidie aan te bieden. Hierdoor zal de concurrentiepositie van de betreffende werkzoekende op de arbeidsmarkt aanmerkelijk versterken. Door het beschikbaar stellen van interne en externe opleidingsgelden wordt de werkgever middelen geboden om de capaciteiten en vaardigheden van de personen uit de doelgroep te vergroten. Einddoel is de afstand tot de arbeidsmarkt dusdanig te verkleinen zodat de werkgever hem regulier in dienst kan nemen.

Artikel 5 Hoogte en duur van de subsidie

  • 1. De subsidie wordt verstrekt voor de duur van twaalf maanden en bestaat uit een drietal componenten, uitgaande van een dienstverband van een jaar en minimaal 32 uur per week. Bij minder dan 32 uur wordt de subsidie naar rato verstrekt. De maximale vergoeding opleidingkosten blijft in alle gevallen gelijk.

  • 2. Indien het dienstverband direct volgt op een dienstverband met een re-integratiebedrijf waarmee de sector Werk en Inkomen een loonkostensubsidieregeling is overeengekomen, en waarin de werknemer minimaal 6 maanden heeft gewerkt, dan is een contractperiode van 6 maanden toegestaan.

  • 3. Op basis van in de persoon gelegen factoren en niet verwijtbare redenen, kan de ZTB met maximaal 12 maanden worden verlengd.

  • 4. Indien de opleiding plaatsvindt bij een met de werkgever verbonden rechtspersoon, dan wel een tot de vennootschap onder firma of maatschap van de werkgever behorende persoon, geldt deze niet als een externe opleiding.

  • 5. De drie componenten bestaan uit:

    • a.

      Vergoeding loonkosten

    • b.

      Vergoeding interne opleidingkosten

    • c.

      Maximale vergoeding externe opleidingkosten

    Tabel vergoeding in de basis gerelateerd aan de opbouw van het minimumloon

    leeftijd vanaf

    loonkosten

    interne opleiding

    totaal

    percentage

    externe opleiding

    23 jaar

    € 9000

    € 3000

    €12000

    100

    € 3000

    22 jaar

    € 7650

    € 2550

    €10200

    85

    € 3000

    21 jaar

    € 6525

    € 2175

    € 8700

    72,5

    € 3000

    20 jaar

    € 5535

    € 1845

    € 7380

    61,5

    € 3000

    19 jaar

    € 4725

    € 1575

    € 6300

    52,5

    € 3000

    18 jaar

    € 4095

    € 1365

    € 5460

    45,5

    € 3000

Hoofdstuk 2 Aanvraag

Artikel 6 Procedure

  • 1. De werkgever (aanvrager) vraagt de ZTB aan bij de gemeente met het daarvoor bestemde aanvraagformulier, dat op verzoek aan de aanvrager wordt verstrekt.

  • 2. De aanvraag moet ingediend worden bij het college voor aanvang van het dienstverband. De ZTB wordt niet met terugwerkende kracht toegekend.

  • 3. Werkgevers en re-integratiebedrijven met een contract met de sector Werk en Inkomen kunnen via de consulenten re-integratie een ZTB aanvragen. De ZTB mag alleen toegekend worden als er geen verdringing van bestaande werkgelegenheid ontstaat. Dus als de indiensttreding niet leidt tot een netto- toename van het aantal werknemers in de betrokken vestiging, moet dat komen doordat er vacatures zijn ontstaan ten gevolge van ontslag of vermindering van werktijd op initiatief van de werknemer, ouderdomspensioen of gewettigd ontslag. Niet door afvloeiing.

  • 4. De aanvrager is verplicht bij de aanvraag alle inlichtingen te verstrekken en gevraagde informatie te overleggen, die in het belang van een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk zijn. De volgende gegevens worden in elk geval verstrekt:

    • a.

      De naam, adres en woonplaats van het bedrijf;

    • b.

      Kopie bewijs van inschrijving bij Kamer van Koophandel en BTW nummer;

    • c.

      Het arbeidscontract tussen de werknemer en werkgever, inclusief aantal uren per week dat dienstverband wordt aangegaan en de duur van het arbeidscontract;

    • d.

      De intentieverklaring tot een dienstverband van minimaal 12 maanden na de ZTB periode;

    • e.

      Bedrijfsresultaten van het voorgaande kalenderjaar.

  • 5. Het college stelt een Werkleerplan op. In het Werkleerplan staan de leer- en ontwikkelingsdoelen, het begeleidingsplan en eventueel het scholingplan beschreven in concrete stappen. Dit plan wordt door alle partijen; gemeente, werkgever en werknemer, ondertekend.  

Artikel 7 Werkgever

  • 1. Het college onderzoekt of de door de aanvrager verstrekte gegevens in overeenstemming zijn met de werkelijkheid. Blijken de gegevens onjuist, dan wordt de aanvraag afgewezen.

  • 2. De aanvrager dient aantoonbaar de werkomgeving van de werknemer zo in te richten dat de werknemer adequate, persoonlijke en op de situatie toegespitste begeleiding krijgt om de doelen te realiseren zoals in het Werkleerplan zijn vastgelegd.

  • 3. Indien op enigerlei wijze de aanvrager beoogt de ZTB oneigenlijk in te zetten, wordt de aanvraag afgewezen.

  • 4. Met oneigenlijke inzet wordt bedoeld dat de aanvrager beoogt of feitelijk blijkt te beogen, met de subsidie een goedkope werknemer voor een jaar in dienst te nemen, zonder daarbij de doelstelling van de ZTB te dienen, of dat in onvoldoende mate doet.

  • 5. De aanvrager mag niet meer dan twee ZTB per jaar worden toegekend bij bedrijven met minder dan twintig werknemers. Bij meer dan twintig werknemers mag niet meer dan 10% van het personeel, dat regulier in dienst is, een ZTB zijn.

  • 6. De aanvrager moet bedrijfseconomisch in staat zijn om de ZTB voor de werkzoekende om te zetten in een regulier dienstverband van minimaal 12 maanden.

  • 7. Als de arbeidsovereenkomst vroegtijdig beëindigd wordt of er na afloop niet overgegaan wordt naar een regulier contract, dan is een schriftelijke verklaring van de werkgever vereist.

  • 8. Een proefperiode van één maand met behoud van uitkering is toegestaan. De totale werkduur wordt dan 13 maanden, maximaal 25 maanden.

Artikel 8 Beschikking

  • 1. Het college bepaalt of de aanvraag wordt toegekend of afgewezen.

  • 2. Conform de Algemene wet bestuursrecht ontvangt de aanvrager een beschikking betreffende het antwoord op zijn aanvraag.

Hoofdstuk 3 Uitvoering

Artikel 9 Uitvoerenden

  • 1. Het college kan een re-integratiebedrijf machtigen voor een aantal taken in de uitvoering van een ZTB, waaronder de matching van werkzoekende en werkgever, de aanvraag, rapportages, evaluatiegesprekken en begeleiding.

  • 2. Het re-integratiebedrijf heeft geen beslissingsbevoegdheid inzake uitbetaling van de ZTB.

  • 3. Indien blijkt dat een RIB niet conform de beleidsregels te werk gaat behoudt het college zich het recht voor de machtiging in te trekken.

Artikel 10 Begeleiding

  • 1. In het Werkleerplan staan naast de leer- en ontwikkelingsdoelen, het begeleidingsplan en eventueel het scholingplan, de vaste contactmomenten beschreven.

    • a.

      Voor aanvang van de werkzaamheden zal er een bedrijfsbezoek afgelegd worden door de gemeenteambtenaar en eventueel re-integratiebedrijf. Tijdens dit gesprek wordt met werkgever en werknemer het Werkleerplan opgesteld.

    • b.

      Aan het einde van de proeftijd (1 maand) is er contact tussen gemeente, werkgever en werknemer en eventueel re-integratiebedrijf.

    • c.

      Na 6 maanden wordt er een functioneringsgesprek gepland met alle partijen. Tijdens dit gesprek wordt het Werkleerplan besproken en zal de werkgever gevraagd worden de intentieverklaring te bevestigen of in te trekken. Mocht de werkgever na 6 maanden constateren dat er geen dienstverband mogelijk is aan het einde van de afgesproken periode, dan zal de besteding van het overige budget herbezien worden. Vanaf dat moment zal het budget alleen nog ingezet worden om de kansen op de arbeidsmarkt elders te vergroten.

    • d.

      Na 12 maanden wordt het traject met een eindgesprek afgesloten.

  • 2. Van alle gesprekken vindt verslaglegging plaats en deze verslagen dienen mede als basis omtrent het oordeel om de subsidie uit te betalen.

  • 3. Gedurende het subsidiejaar onderzoekt het college voorzover nodig of de werkgever voldoet aan de doelstellingen van de ZTB en of deze conform de regeling en afspraken door hem wordt uitgevoerd.

Artikel 11 Betaling

  • 1. Indien de werkgever voldoet aan de criteria en afspraken voor de uitvoering van de ZTB wordt de subsidie door het college uitbetaald. De betaling van de subsidie vindt plaats in maximaal twee termijnen (halverwege en aan het eind van het subsidiejaar).

  • 2. Indien de arbeidovereenkomst tijdens het subsidiejaar wordt ontbonden, wordt de ZTB uitbetaald tot de eerste van de maand waarin de arbeidsrelatie tussen werknemer en werkgever is beëindigd.

  • 3. Het restant van het subsidiebedrag blijft beschikbaar voor de re-integratie van de werkzoekende en kan worden ingezet op een nieuw, volgend arbeidscontract dat afgesloten moet worden, minimaal in evenredigheid voor het aantal resterende maanden.

  • 4. Indien de werkgever voor de werknemer gebruik wil maken van de gelden voor externe opleiding, dient hij dit voor de start van de opleiding aan de gemeente schriftelijk aan te vragen.

  • 5. Facturering aan de gemeente van een externe opleiding dient binnen het subsidiejaar plaats te vinden, zo niet dan zijn de kosten van betreffende opleiding niet declarabel bij de gemeente.

Artikel 12 Intrekking wijziging en terugvordering

  • 1. Het college maakt gebruik van de wettelijke bevoegdheid tot intrekking, wijziging terug- en invordering zoals aangegeven in de afdelingen 4.2.6 en 4.2.7 van de Algemene wet bestuursrecht tenzij en voorzover dringende redenen afzien van het gebruik van deze bevoegdheden rechtvaardigen. Indien blijkt dat de werkgever niet of onvoldoende voldoet aan de criteria en afspraken niet nakomt voor de uitvoering van de ZTB, zal de gemeente in eerste instantie een met reden omkleed opschortingbesluit in de zin van artikel 4:56 Awb aan de werkgever richten.

  • 2. Blijft de werkgever zijn verplichtingen niet nakomen, dan zal het college de werkgever een wijzigingsbeschikking sturen met daarin de aangekondigde maatregel(en), wat kan inhouden:

    • a.

      Intrekking van de subsidie;

    • b.

      Verlaging van het subsidiebedrag;

    • c.

      Terugvordering van de reeds ontvangen gelden van de ZTB.

  • 3. Bedrijven en instellingen, waarvan is aangetoond dat ze oneigenlijk gebruik maken van de ZTB worden voor de duur van drie jaar uitgesloten voor de ZTB.

  • 4. Indien blijkt dat de werkgever subsidie heeft aangevraagd voor de werknemer voor een externe opleiding en de werknemer heeft niet deelgenomen aan beoogde opleiding, zal de gemeente het betaalde bedrag van de werkgever terugvorderen.

Artikel 13 Bekendmaking en inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

  • 2. Deze beleidsregels worden bekend gemaakt door het plaatsen van dit besluit in het Gemeenteblad en op de gemeentelijke website.

  • 3. De beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels Zaanse trajectbanen 2010.