Regeling vervallen per 16-06-2020

Afvalstoffenverordening 2011

Geldend van 04-02-2011 t/m 15-06-2020

Intitulé

AFVALSTOFFEN VERORDENING 2011

Vastgesteld door de gemeenteraad van Zandvoort : d.d. 25 januari 2011

Gepubliceerd in de Zandvoortse Courant : d.d. 3 februari 2011

Inwerkingtreding: d.d. 4 februari 2011

Registratienr: 2010/06/002446 Z2010/004249

Datum: 10 november 2010

Gemeente Zandvoort

1 DE VERORDENING

De raad van de gemeente Zandvoort:

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

16 november 2010, nr. 2010/11/001217;

gelet op de overwegingen van de commissie Raadszaken van 11 januari 2010;

overwegende dat het op grond van artikel 10.23 van de Wet Milieubeheer verplicht is om een afvalstoffenverordening vast te stellen in het belang van de bescherming van het milieu en dat een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen een hoge prioriteit geniet;

gelet op artikel 10.23 Wet Milieubeheer en artikel 147 lid 1 Gemeentewet;

besluit de volgende verordening, inclusief toelichting, vast te stellen:

AFVALSTOFFEN VERORDENING 2011.

1.1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. het college: het college van Burgemeester en Wethouders van de

gemeente Zandvoort;

b. de raad: de gemeenteraad van Zandvoort;

c. huishoudelijke afvalstoffen: afvalstoffen afkomstig uit particuliere

huishoudens, behoudens voor zover het ingezamelde bestanddelen van

die afvalstoffen betreft, die zijn aangewezen als gevaarlijke afvalstoffen;

d. inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van

afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden

en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

e. ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen

aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van

afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of

instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe

aangewezen plaats;

f. inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp-

of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer,

afvalemmer, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden;

g. inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(

e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer,

wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

h. inzameldienst: de krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen

inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

i. andere inzamelaars: de krachtens artikel 2, tweede lid, aangewezen

personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van

categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

j. gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik

maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en

artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen

van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

k. bedrijfsafvalstoffen: afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen

of gevaarlijke afvalstoffen;

l. straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en

gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic

bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein

chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

m. wegen: de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de

Wegenverkeerswet 1994;

n. motorrijtuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder

c van de Wegenverkeerswet 1994;

o. Meergezinswoningen: een gebouw, dat twee of meer (nagenoeg)

geheel of gedeeltelijk boven en naast elkaar gelegen woningen omvat,

zoals bovenwoningen, appartementen gebouwen en flats.

1.2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 2 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1. Het college wijst de inzameldienst aan, die belast is met het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2. Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3. Het college kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen

    voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.

Artikel 3 Afzonderlijke inzameling

  • 1. Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende

    categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    a. groente-, fruit-en tuinafval;

    b. klein chemisch afval;

    c. glas;

    d. oud papier en karton;

    e. bruikbaar huisraad;

    f. kunststof verpakkingen;

    g. textiel en schoeisel;

    h. elektrische en elektronische apparatuur;

    i. bouw-en sloopafval;

    j. verduurzaamd hout;

    k. grof tuinafval;

    l. asbest en asbesthoudend afval;

    m. grof huishoudelijk afval;

    n. huishoudelijk restafval;

    o. oude metalen;

    p. autobanden;

    q. schone grond

    r. bitumenhoudend afval.

  • 2. Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën

    huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4 Inzamelmiddelen en –voorzieningen

  • 1. De inzameling mag alleen plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 2. Het college kan aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

Artikel 5 Frequentie van inzamelen

  • 1. Huishoudelijk restafval wordt ten minste een maal per twee weken bij elk perceel ingezameld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt huishoudelijk restafval bij aangewezen percelen in door de gemeente verstrekte gele zakken eenmaal per week ingezameld.

  • 3. In afwijking van het eerste lid wordt huishoudelijk restafval in gezamenlijke inzamelvoorzieningen maximaal twee maal per week nabij elk perceel ingezameld.

  • 4. Groente-, fruit-en tuinafval wordt ten minste een maal per twee weken

    afzonderlijk bij elk perceel ingezameld.

  • 5. In afwijking van het vierde lid wordt groente-, fruit-en tuinafval bij

    meergezinswoningen niet afzonderlijk nabij elk perceel ingezameld.

  • 6. Het college kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige

    categorieën huishoudelijke afvalstoffen dan huishoudelijk restafval en

    groente-, fruit-en tuinafval, die afzonderlijk in aangewezen delen van de

    gemeente bij elk perceel worden ingezameld.

Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

  • 1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2. Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars als

    aangewezen in artikel 2 van deze verordening.

  • 3. Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van

    producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

1.3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen van anderen

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke

afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.

Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1. Het is verboden om de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 3, eerste lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de bij nadere regels door het college aan te wijzen categorieën van personen.

Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1. Het is de gebruiker van een perceel, voor wie krachtens artikel 4, tweede lid van deze verordening een inzamelmiddel of inzamelvoorziening is aangewezen, verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening.

  • 2. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een

    inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan de categorie

    waarvoor dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening krachtens artikel 4, tweede lid is bestemd.

  • 3. Het college kan regels stellen omtrent het gebruik van een van

    gemeentewege verstekt inzamelmiddel.

  • 4. Het college kan regels stellen omtrent de plaats en wijze waarop

    huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

  • 5. Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 6. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 11 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1. Het college stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 12 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

1.4 INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN

Artikel 13 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de

inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2. Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 13 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de verordening Reinigingsheffingen.

  • 3. Het college kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 13 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4. Het is verboden de krachtens artikel 13 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met de regels als genoemd in lid 3 van dit artikel.

Artikel 15 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

  • 1. Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van

    bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met de regels als genoemd onder lid 1.

1.5 ZWERFAFVAL

Artikel 16 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1. Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op:

    a. het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van

    huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

    b.het thuis composteren van groente-, fruit-en tuinafval;

    voor zover de (afval)stoffen, als genoemd onder a en b, tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.

  • 4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet

    bodembescherming of het Besluit Bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 17 Achterlaten van straatafval

  • 1. Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder

    gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of

    voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

  • 2. Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 18 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1. Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.

  • 2. Het verwijderen van grof huishoudelijke afvalstoffen is toegestaan, mits dit niet gepaard gaat met het veroorzaken van verontreiniging in de omgeving.

  • 3. Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen of deze anderszins te behandelen waardoor er zwerfafval ontstaat.

Artikel 19 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet-en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting waar eet-of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:

a. een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;

b. zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een

zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat

die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;

c. zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting,

doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar,

belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, binnen een straal van

25 meter van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of

van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.

Artikel 20 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

Artikel 21 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1. Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te

    lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2. Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of

    voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt

    beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

    a. direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de

    verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of

    beschadiging van het wegdek oplevert;

    b. direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de

    verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of

    beschadiging van het wegdek oplevert;

    c. indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct

    na beëindiging van de werkzaamheden.

1.6 OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN

Artikel 22 Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1. Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling

    aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere

    inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van

    producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van

    huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 23 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

1.7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 24 Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:

Artikel Onderwerp

Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke

afvalstoffen aan anderen

Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke

afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 11 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de

inzameldienst

Artikel 15 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander

dan de inzameldienst

Artikel 16 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

Artikel 17 Achterlaten van straatafval

Artikel 18 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande

afvalstoffen

Artikel 19 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet-en

drinkwaren

Artikel 20 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Artikel 21 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

Artikel 22 Verbod opslag van afvalstoffen

Artikel 23 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Artikel 25 Toezichthouders

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze

    verordening zijn belast de medewerkers van de werkeenheid Handhaving van de afdeling Veiligheid Vergunningverlening en Handhaving van de gemeente Zandvoort, de medewerkers van de Basispolitiezorg van Zandvoort en de buitengewoon opsporingsambtenaren van Waternet en PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland.

  • 2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) aangewezen ambtenaren.

Artikel 26 Inwerkingtreding en intrekking

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is

    bekendgemaakt.

  • 2. De Afvalstoffenverordening 2006 voor de gemeente Zandvoort wordt

    ingetrokken.

Artikel 27 Overgangsbepaling

  • 1. Vergunningen verleend krachtens de Afvalstoffenverordening 2006, blijven voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – voor onbepaalde tijd na de inwerkingtreding van de Afvalstoffenverordening 2011 van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • 2. Ontheffingen verleend krachtens de Afvalstoffenverordening 2006, blijven voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken -voor onbepaalde tijd na de inwerkingtreding van de Afvalstoffenverordening 2011 van kracht en worden beschouwd als een ontheffing als bedoeld in deze verordening voor zover de strekking van de ontheffing overeenkomt.

  • 3. Voorschriften en beperkingen in vergunningen opgelegd krachtens de

    Afvalstoffenverordening 2006, blijven -indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in de Afvalstoffenverordening 2011 en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – voor onbepaalde tijd na de inwerkingtreding van de Afvalstoffenverordening van kracht.

  • 4. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een

    aanvraag om een vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • 5. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een

    aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag

    beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in deze verordening.

  • 6. Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste en tweede lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 26, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid.

  • 7. De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 28 Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening 2011 van de gemeente Zandvoort.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Zandvoort op 25 januari 2011.

De griffier,

De burgemeester,