Regeling vervallen per 10-05-2013

Parkeerverordening 2013

Geldend van 10-05-2013 t/m 09-05-2013

Intitulé

De raad van de gemeente Zandvoort: gelezen het voorstel van Het College van Burgemeester en Wethouders van 20 november 2012; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;  BESLUIT: In te trekken overeenkomstig artikel 9.2 de Parkeerverordening 2012, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad op 30 november 2011, gepubliceerd in de Zandvoortse Courant d.d. 22 december 2011, inwerking getreden op 1 januari 2012. Vast te stellen de volgende verordening:  Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2013, ook te noemen Parkeerverordening 2013.

DE VERORDENING

Afdeling I. Begripsomschrijvingen

Artikel 1.

1.1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Bedrijf:

    • -

      elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht;

    • -

      de zelfstandige die voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op arbeid in het eigen bedrijf of zelfstandig beroep;

    • -

      een al dan niet commerciële organisatie (bijvoorbeeld zorginstellingen, politiediensten, onderwijsinstellingen, hulpverleners, artsen en verloskundigen), die hieraan door het College van Burgemeester en Wethouders is gelijkgesteld, met dien verstande dat bedrijven en beroepen worden beschouwd als één bedrijf en één beroep indien de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een (juridische) constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één bedrijf of beroep betreft, hetzij het tegendeel wordt aangetoond;

  • b.

    Belanghebbendenparkeerplaats: parkeerplaats die is aangeduid met bord E9 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) 1990, al dan niet voorzien van een onderbord of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 van bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift zone voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • c.

    Belanghebbendenvergunning: een parkeervergunning krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op een belanghebbendenparkeerplaats;

  • d.

    Bewoner: inwoner van de gemeente Zandvoort die de leeftijd van 16 jaar (bij Brommobielen) of 17 jaar heeft bereikt en staat ingeschreven als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Zandvoort op het adres dat hij bewoont als zelfstandige woning;

  • e.

    Bewonersgebied: gebied met belanghebbendenparkeerplaatsen;

  • f.

    Bewonersvergunning: een parkeervergunning krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op een belanghebbendenparkeerplaats in een bewonersgebied;

  • g.

    College: het College van Burgemeester en Wethouders van Zandvoort;

  • h.

    Gehandicaptenparkeerkaart: een gehandicaptenparkeerkaart in de zin van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart;

  • i.

    Gehandicaptenparkeerplaats: parkeerplaats die is aangeduid door bord E6 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) 1990, al dan niet voorzien van een onderbord;

  • j.

    Houder van een motorvoertuig: degene die beschikt over een op zijn naam gesteld kentekenbewijs van het desbetreffende motorvoertuig, met dien verstande dat degene die blijkens een leaseovereenkomst gebruikmaakt van een leaseauto, of degene die – gelet op de inhoud en de strekking van de arbeidsovereenkomst tussen de aanvragen en zijn werkgever, en een verklaring van het gebruik – gebruikmaakt van een door de werkgever beschikbaar gestelde auto, geacht wordt over een op zijn naam gesteld kentekenbewijs te beschikken. Als kentekenbewijs wordt mede aangemerkt: een op naam afgegeven verzekeringsbewijs van een niet-kentekenplichtig motorvoertuig;

  • k.

    Hulpverlener: persoon die anders dan bij wijze van woon/werkverkeer beroepsmatig gebruik maakt van een motorvoertuig vanwege werkzaamheden vanuit een professionele zorg- of hulpinstelling en in overwegende mate zorg of hulp verleent in delen van de gemeente Zandvoort waar betaald parkeren is ingevoerd;

  • l.

    Kenteken: de aanduiding waarmee een motorrijtuig wordt geregistreerd krachtens de Wegenverkeerswet 1994;

  • m.

    Mantelzorg: het met regelmaat niet-beroepsmatig zorg verlenen binnen de kring van familie, vrienden of kennissen;

  • n.

    Motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 en hetgeen onder een brommobiel wordt verstaan in het RVV 1990;

  • o.

    Parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van persoonlijke parkeermeters en verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • p.

    Parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorende bij de parkeerapparatuur waarvoor parkeerbelasting wordt geheven;

  • q.

    Parkeergelegenheid op eigen terrein (poet): een stallingsplaats bestemd voor motorvoertuigen gelegen buiten de openbare weg, waarvan in een bouwvergunning, dan wel omgevingsvergunning, dan wel een bestemmingsplan, dan wel een huur- of koopovereenkomst, dan wel de erfpachtvoorwaarden is vastgelegd dat deze is bedoeld als parkeergelegenheid voor de opstallen waarin de woning of het Bedrijf is gevestigd, waar een parkeervergunning voor wordt aangevraagd.

  • r.

    Parkeerkaart: kaart waarmee parkeerbelasting wordt geheven, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op een parkeerapparatuurplaats;

  • s.

    Parkeerplaats: plaats op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten waarop parkeren niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • t.

    Parkeerschijf: parkeerschijf die voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in Besluit Parkeerschijf zoals gepubliceerd in de Staatscourant op 15 december 1997, waarbij sprake dient te zijn van de omstandigheid dat de schijf uitsluitend handmatig ingesteld kan worden en uitsluitend handmatig gedraaid kan worden.

  • u.

    Parkeervergunning: een door het College op grond van deze verordening verleende vergunning, waarvoor parkeerbelasting wordt geheven, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerplaatsen. Een parkeervergunning bestaat uit de bijbehorende brief en het uitneembare gedeelte dat als bewijs achter de voorruit van het motorvoertuig moet worden aangebracht;

  • v.

    Parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • w.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990 (Staatsblad 1990, 459);

  • x.

    Tweede woning: zelfstandige woning binnen de gemeente Zandvoort die niet gebruikt wordt als hoofdverblijf;

  • y.

    Vergunningbewijs: het schriftelijke bewijsstuk van de vergunning dat aan de vergunninghouder wordt verstrekt nadat hij de verschuldigde parkeerbelasting heeft voldaan;

  • z.

    Vergunninggebied: nader gedefinieerd gebied zoals aangegeven in bijlage 1 van de Verordening en de daarbij behorende kaarten;

  • aa.

    Vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • bb.

    Vergunningenplafond: aantal vergunningen dat maximaal wordt verleend binnen een vergunningengebied;

  • cc.

    Werknemer: natuurlijke persoon die krachtens een arbeidsovereenkomst werkzaam is bij een Bedrijf voor minimaal 8 uur per week;

  • dd.

    WVW 1994: de Wegenverkeerswet van 21 april 1994 (Staatsblad 1994, 475);

Afdeling II. Aanwijzing weggedeelten en terreinen

Artikel 2.

2.1.

In de bijlage I van deze verordening zijn de weggedeelten en terreinen aangegeven die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en/of uitsluitend bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en de tijdstippen aangegeven waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan.

2.2.

De wijziging van de in de bijlage I van deze verordening aangegeven weggedeelten en terreinen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en/of uitsluitend bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en de tijdstippen die in bijlage I van deze verordening zijn aangegeven waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan kan geschieden bij openbaar te maken besluit van het College.

2.3.

Het College kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten en terreinen aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en/of uitsluitend bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders.

2.4.

Het College kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan.

Afdeling III. Vergunningen

Artikel 3.

3.1.

Het College kan op aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenparkeerplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen.

3.2.

De in het eerste lid bedoelde vergunning kan worden onderscheiden in:

a.

Parkeerapparatuurplaatsvergunning (PAP-gebied);

Een parkeerapparatuurplaatsvergunning wordt verleend aan een houder van een motorvoertuig die bewoner is, danwel een Forensenbelastingbetalende eigenaar is, van een zelfstandige woning, gelegen in een vergunninggebied met parkeerapparatuurplaatsen, voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen.

Per zelfstandige woning kunnen maximaal twee parkeerapparatuurplaatsvergunningen worden verleend, tenzij beschikt wordt over een poet of een belanghebbendenparkeerplaats. In dat geval kan maximaal één parkeerapparatuurplaatsvergunning worden verleend.

b.

Bedrijfsvergunning met subcategorieën commerciële vergunning, functionele vergunning F1, F2, werknemersvergunning en parkeerkaarten;

Bedrijfsvergunning:

Een bedrijfsvergunning wordt verleend aan een bedrijf dat gevestigd is in een vergunninggebied met parkeerapparatuurplaatsen of een vergunningengebied voor Belanghebbendenplaatsen. Een bedrijfsvergunning wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van motorvoertuigen waar het bedrijf houder van is en uitsluitend verstrekt aan een bedrijf indien deze de noodzaak van het bedrijfsvoertuig voor de bedrijfsvoering in de nabijheid van het bedrijf in vergunningengebied op objectieve wijze heeft aangetoond, danwel het bedrijf deugdelijk heeft kunnen onderbouwen dat zij bij het uitoefenen van hun activiteiten gebruik maken van een motorvoertuig en daar wezenlijk belang bij hebben.

Bedrijfsvergunning: Commerciële vergunning

Een bedrijfsvergunning subcategorie commerciële vergunning wordt verleend aan bedrijven waarvan de noodzaak voor het beschikken over een vergunning die geldt voor alle vergunningsgebieden op objectieve wijze is aangetoond.

Bedrijfsvergunning: Functioneel 1 en Functioneel 2

Een bedrijfsvergunning subcategorie functionele vergunning F1 wordt verleend aan instellingen die zich toeleggen op de thuiszorg.

Een bedrijfsvergunning subcategorie functionele vergunning F2 wordt verleend medische zorginstellingen en welzijnsinstellingen, personen die actief zijn in de vrijgevestigde beroepen, instellingen en personen in de medische sector, zorgsector waarvan de noodzaak voor het beschikken over een vergunning die geldt voor alle vergunningsgebieden op objectieve wijze is aangetoond.

Bedrijfsvergunning: Werkne mersvergunning

Een bedrijfsvergunning subcategorie werknemersvergunning kan worden verleend aan een Werknemer die beschikt over een vast dienstverband van minimaal één jaar of onbepaalde tijd, ten behoeve van het verrichten van werkzaamheden gedurende minimaal 8 uur per week bij een Bedrijf, dat gevestigd is binnen een vergunninggebied en de Werknemer volgens de inschrijving van de gemeentelijke basisadministratie woonachtig is op een adres dat gelegen is op minimaal 10 km afstand van de locatie waar het bedrijf is gevestigd. Genoemde afstand wordt gemeten met behulp van het programma Routenet.nl, gemeten met de kortste afstand voor een auto. Het College bepaalt het gebied en de tijden waarop een aan een Werknemer te verstrekken vergunning geldt.

Bedrijfs vergunning: Parkeerkaarten

Een parkeerkaart kan worden verleend aan een bedrijf of rechtspersoon waarvan de noodzaak voor het beschikken over de mogelijkheid van het parkeren van een motorvoertuig in een vergunninggebied op objectieve wijze is aangetoond. Een parkeerkaart kan worden verleend voor de duur van maximaal 24 uur, danwel voor de duur van een week in het tariefgebied waarvoor de parkeerkaart is verleend.

Het College bepaalt de aantallen vergunningen die per bedrijf worden verleend.

Het aantal bedrijfsvergunningen wordt verminderd met:

  • -

    het aantal eventuele andere vergunningen die aan het bedrijf verleend zijn krachtens deze verordening;

  • -

    het aantal vergunningen dat verleend is aan personen op het adres waar het bedrijf is gevestigd;

  • -

    het aantal poet waarover een bedrijf beschikt binnen een vergunninggebied waarin het bedrijf is gevestigd, waarbij geldt dat de vermindering niet wordt toegepast op een bedrijfsvergunning subcategorie Commerciële vergunning, Functioneel 1, Functioneel 2, Werknemersvergunning en Parkeerkaarten.

c.

Belanghebbendenvergunning (BEL-gebied);

Een belanghebbendenvergunning wordt verleend aan een houder van een motorvoertuig die bewoner is, danwel een Forensenbelastingbetalende eigenaar is, van een zelfstandige woning, gelegen in een vergunninggebied, met belanghebbendenparkeerplaatsen, voor het parkeren op belanghebbendenparkeerplaatsen.

Per zelfstandige woning kan maximaal één belanghebbendenvergunningen worden verleend, tenzij beschikt wordt over een poet, in dat geval kan uitsluitend een Belanghebbendenvergunning verleend worden aan de houder van een motorvoertuig die kan aantonen dat de vergunning verzocht wordt ten behoeve van een tweede door hem gehouden motorvoertuig.

d.

Bezoekersvergunning;

Per zelfstandige woning in een vergunninggebied met belanghebbendenparkeerplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen kan één bezoekersvergunning worden verleend. Met deze vergunning kan in combinatie met een parkeerschijf waarop de aanvangstijd van het parkeren is aangegeven voor een maximale periode van 3 uur geparkeerd worden.

e.

Hotelvergunning:

Een hotelvergunning wordt verleend aan de (rechts)persoon die in een vergunninggebied tegen betaling nachtverblijf biedt in onroerende zaken die daar krachtens het voor deze onroerende zaken geldende bestemmingsplan voor bestemd zijn dan wel mogen worden.

De hotelvergunning is bestemd om te worden benut voor het parkeren binnen het vergunninggebied waarvoor de hotelvergunning is verleend.

Het College bepaalt de aantallen vergunningen die per (rechts)persoon worden verleend.

Het aantal hotelvergunningen wordt verminderd met:

  • -

    het aantal eventuele andere vergunningen die aan de (rechts)persoon verleend zijn krachtens deze verordening;

  • -

    het aantal vergunningen dat verleend is aan personen op het adres waar de (rechts)persoon is gevestigd;

  • -

    het aantal poet waarover de (rechts)persoon beschikt.

Toeristenvergunning;

Een toeristenvergunning kan worden verleend aan de (rechts)persoon die in een vergunninggebied tegen betaling nachtverblijf biedt in onroerende zaken die daar krachtens het voor deze onroerende zaken geldende bestemmingsplan voor bestemd zijn dan wel mogen worden.

Het College bepaalt de aantallen vergunningen die per (rechts)persoon worden verleend.

De toeristenvergunning geldt uitsluitend voor die plaatsen en tijdstippen die door het College zijn bepaald.

Een toeristenvergunning kan worden verleend aan degene die in een vergunninggebied voor een geheel seizoen gerechtigd is tot het gebruik van een strandhuisje, welke beheerd wordt danwel ter beschikking gesteld wordt in verenigingsverband. Per strandhuisje kan maximaal één toeristenvergunning worden verleend.

Het aantal toeristenvergunningen wordt verminderd met:

  • -

    het aantal eventuele andere vergunningen die aan de (rechts)persoon verleend zijn krachtens deze verordening;

  • -

    het aantal vergunningen dat verleend is aan personen op het adres waar de (rechts)persoon is gevestigd;

  • -

    het aantal poet waarover de (rechts)persoon beschikt.

f.

Herstructureringsvergunning en bijzondere vergunningen

Een herstructureringsvergunning kan worden verleend aan een houder van een motorvoertuig die bewoner is, danwel Forensenbelastingbetalende eigenaar is, van een zelfstandige woning gelegen in of buiten een vergunningengebied danwel aan een bedrijf dat gelegen is in of buiten een vergunningengebied. Een herstructureringsvergunning kan worden verleend indien een gebied wordt getroffen door een toename van parkeerdruk die het gevolg is van ingrijpende herstructurerings-, herinrichtings- en andere werkzaamheden die gedurende een langere tijd plaatsvinden en die leiden tot meer of mindere mate van ontwrichting van de parkeerregulering binnen een vergunningengebied danwel meer of mindere mate van ontwrichting van de parkeermogelijkheden op parkeerplaatsen buiten een vergunningengebied.

Het College bepaalt het aantal herstructureringsvergunningen die per bewoner en per bedrijf worden verleend.

De herstructureringsvergunning geldt in verband met een bepaald omschreven herstructurerings-, herinrichtings-, danwel ander werk.

Het College is bevoegd bijzondere vergunningen uit te geven en daarvoor regels vast te stellen.

g.

Bewonersvergunning (bewonersgebieden)

Een bewonersvergunning wordt verleend aan een houder van een motorvoertuig die bewoner is, of een Forensenbelastingbetalende eigenaar is, van een zelfstandige woning, gelegen in de krachtens deze verordening aangewezen bewonersgebieden, met belanghebbendenparkeerplaatsen, voor het parkeren op belanghebbendenparkeerplaatsen.

Het aantal te verlenen bewonersvergunningen is maximaal gelijk aan het aantal

motorvoertuigen waar de bewoner(s) houder van is, tenzij beschikt wordt over een poet, in dat geval komt men niet in aanmerking voor de eerste bewonersvergunning.

h.

Bezoekerspas

Een bezoekerspas wordt verleend aan een bewoner van een zelfstandige woning, gelegen in de krachtens deze verordening aangewezen bewonersgebieden, met belanghebbendenparkeerplaatsen, voor het parkeren op belanghebbendenparkeerplaatsen.

Per zelfstandige woning kunnen maximaal 2 bezoekerspassen worden verleend. Met deze vergunning kan in combinatie met een parkeerschijf waarop de aanvangstijd van het parkeren is aangegeven voor een maximale periode van 3 uur geparkeerd worden.

3.3.

Vergunningen worden verleend op kenteken.

Het College kan besluiten vergunningen niet op kenteken te verlenen. Voor zover vergunningen niet op kenteken worden verleend, geldt dat het vergunningbewijs uitsluitend één keer per vergunningperiode wordt verstrekt en in geval van het in verband met bijzonder klemmende redenen voor een tweede keer verstrekken van het vergunningsbewijs, zal voor zover mogelijk het vergunningsbewijs op kenteken worden verstrekt.

3.4.

Bewonersvergunningen of belanghebbendenvergunningen kunnen worden verleend aan een houder van een motorvoertuig die bewoner is van een zelfstandige woning gelegen buiten een vergunninggebied, voor zover de woning gelegen is in het gebied dat omschreven is in bijlage 2 van deze verordening. Het College kan bij openbaar te maken besluit wijzigingen aanbrengen in het gebied zoals omschreven in bijlage 2.

3.5

Vergunningen voor het parkeren kunnen niet verleend worden aan een bewoner of een bedrijf die woonachtig is dan wel gevestigd is in de opstallen gelegen in het gebied dat bekend is als het Louis Davids Carré. Wel kunnen per woning twee Bezoekerspassen aangevraagd worden.

Afdeling IV. Aanvragen verleningen en weigeringen.

Artikel 4.

4.1.

Het College kan nadere regels geven voor het aanvragen en verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3. Totdat het College nadere regels heeft vastgesteld, gelden de nadere regels voor het aanvragen en verlenen van een vergunning zoals vastgesteld door het College krachtens de Parkeerverordening 2009.

4.2.

Het College kan vergunningenplafonds vaststellen voor het aantal te verlenen vergunningen.

Het College kan wachtlijsten aanleggen voor de gebieden waar een vergunningenplafond geldt.

Het College kan nadere voorschriften verbinden aan de te verlenen vergunningen.

Artikel 5.

5.1.

Het College beslist binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.

5.2.

Het College kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste acht weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.

5.3.

Een vergunning wordt geweigerd indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden, gesteld bij of krachtens deze verordening.

Een vergunning wordt geweigerd indien het vergunningenplafond van het desbetreffende vergunninggebied is bereikt.

Indien een vergunning is geweigerd op grond van het feit dat het vergunningenplafond van het betrokken vergunninggebied is bereikt, wordt de aanvrager op een wachtlijst geplaatst.

De volgorde waarin de aanvrager op de wachtlijst wordt geplaatst, is de volgorde van ontvangst van de volledige aanvraag.

Indien de aanvrager verhuist naar een ander vergunninggebied en direct voorafgaande aan de verhuizing over een vergunning beschikte of op een wachtlijst staat, is voor de volgorde tevens bepalend de datum waarop de vorige vergunning is verleend of de datum van eerdere plaatsing op de wachtlijst.

De aanvrager wordt van de wachtlijst verwijderd indien één van de volgende omstandigheden aan de orde is:

  • -

    de aanvrager daarom verzoekt;

  • -

    de vergunning is verleend;

  • -

    de aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

  • -

    niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden voor de aangevraagde vergunning, gesteld bij of krachtens deze verordening.

5.4.

Indien de aanvrager het formulier voor het aanvragen van een vergunning niet naar waarheid heeft ingevuld, kan het College een volgende aanvraag voor een vergunning door de aanvrager gedurende maximaal een periode van twee jaar niet meer in behandeling nemen.

Afdeling V. Geldigheid vergunningen

Artikel 6.

6.1.

Een vergunning wordt voor ten hoogste één jaar verleend en wordt in beginsel steeds stilzwijgend verlengd voor de periode waarvoor de vergunning verleend is, zolang is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening en de verschuldigde parkeerbelasting tijdig is voldaan.

Het College kan bepalen dat een vergunning voor bepaalde tijd wordt verleend zonder de mogelijkheid tot automatische verlenging.

6.2.

De strandhuisjesvergunning komt te vervallen na de periode waarvoor deze is verleend en wordt niet stilzwijgend verlengd.

6.3.

Een vergunning bevat – voor zover van toepassing – in ieder geval de volgende gegevens:

  • a.

    de periode waarvoor de vergunning geldt;

  • b.

    het gebied waarvoor de vergunning geldt;

  • c.

    de tijden waarvoor de vergunning geldt;

  • d.

    het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend, tenzij de vergunning niet op kenteken is verleend;

Aan een vergunning worden – voor zover van toepassing – in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:

  • a.

    de vergunning is uitsluitend geldig voor het parkeren van het motorvoertuig waarvan het kenteken aan de voorzijde van de vergunning is vermeld, tenzij de vergunning niet op kenteken is verleend;

  • b.

    tijdens het parkeren moet het bewijs van de vergunning goed zichtbaar achter de voorruit zijn aangebracht, zodanig dat de voorzijde van het bewijs van de vergunning duidelijk ten genoegen van de parkeercontrole is te lezen, tenzij het bewijs van de vergunning elektronisch is verleend.

Een parkeervergunning geldt voor het parkeren van één motorvoertuig op één parkeerapparatuurplaats, danwel belanghebbendenparkeerplaats.

6.4.

De vergunningen gelden voor het vergunninggebied waarvoor ze zijn verleend dan wel het door het College aan te geven gebied binnen het vergunningengebied. Het College kan bepalen dat een vergunning geldt voor een gebied buiten het vergunningengebied. De vergunning kan verleend worden voor meerdere gebieden. De belanghebbendenvergunning is geldig voor het vergunninggebied waarvoor ze is verleend, danwel op de in de vergunning aangegeven plaats of plaatsen.

Afdeling VI. Intrekking vergunningen.

Artikel 7.

7.1.

Het College trekt de vergunning in, indien:

  • a.

    de vergunninghouder daarom verzoekt;

  • b.

    blijkt dat bij de aanvraag om de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit op de aanvraag om de vergunning zou hebben geleid;

  • c.

    de vergunninghouder verhuist naar een locatie buiten het vergunninggebied;

  • d.

    niet voldaan wordt of niet langer voldaan wordt aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening of de Parkeerbelastingverordening;

  • e.

    de vergunningverlening onjuist was en de vergunninghouder dit wist of behoorde te weten;

  • f.

    voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen.

7.2.

Het College kan de vergunning intrekken, indien:

  • a.

    er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

  • b.

    de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

  • c.

    de vergunninghouder de vergunning gebruikt voor een ander doel dan waarvoor de vergunning is verleend;

  • d.

    redenen van openbaar belang dit eisen;

  • e.

    de verschuldigde parkeerbelasting niet voldaan is.

7.3.

Een besluit tot het intrekken van of wijzigen van een vergunning is met redenen omkleed. De betrokkene wordt van het intrekken of wijzigen van de vergunning schriftelijk in kennis gesteld.

7.4.

De vergunninghouder is verplicht wijzigingen in één van de omstandigheden, die relevant waren voor het verlenen van de vergunning, binnen een maand te melden bij het College.

7.5.

De vergunning vervalt door het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning.

7.6.

Het College is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, ten gunste van de aanvrager af te wijken van het bepaalde in deze verordening.

Afdeling VII Verbodsbepalingen

Artikel 8

8.1.

Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig of een brommobiel te plaatsen of te laten staan:

  • a.

    op een parkeerapparatuurplaats;

  • b.

    op een belanghebbendenparkeerplaats;

  • c.

    op een bewonersparkeerplaats;

  • d.

    op een gehandicaptenparkeerplaats.

Het is verboden bij het parkeren op de hiervoor onder a., b., c. en d. genoemde parkeerplaatsen een motorvoertuig buiten de vakken van de hiervoor genoemde parkeerplaatsen te parkeren voor zover deze zijn aangebracht.

8.2.

Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik ervan wordt belemmerd of verhinderd.

8.3.

Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een

belanghebbendenparkeerplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan

aldaar een motorvoertuig of brommobiel te parkeren of geparkeerd te houden:

  • a.

    zonder belanghebbendenvergunning;

  • b.

    zonder bezoekerspas:

  • c.

    zonder dat het motorvoertuig of brommobiel duidelijk zichtbaar is voorzien van de vergunning of bezoekerspas achter de voorruit van het motorvoertuig/brommobiel dan wel bij gebreke van een voorruit op een anderszins zichtbare plaats;

  • d.

    in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.

Het in dit artikel omschreven verbod geldt tevens voor het parkeren van motorvoertuigen en/of gehandicaptenvoertuigen op een algemene dan wel gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

Dit verbod geldt niet voor het parkeren van een motorvoertuig of brommobiel die in gebruik is ten behoeve van een bestuurder of passagier die beschikt over een geldige gehandicaptenparkeerkaart en deze gehandicaptenparkeerkaart is aangebracht op een zodanige wijze bij de voorruit van het voertuig dat de voorzijde ervan buiten het voertuig behoorlijk leesbaar is.

8.4.

Overtreding van het bepaalde in de artikelen 8.1., 8.2. en 8.3. van deze verordening, alsmede het handelen in strijd met de aan de vergunningen verbonden voorschriften en beperkingen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de eerste categorie.

8.5.

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn de daartoe door Burgemeester en Wethouders aangewezen ambtenaren belast.

Afdeling VIII. Slotbepalingen overgangsrecht en citeertitel.

Artikel 9

9.1.

Overgangsbepalingen

  • 1.

    Aanvragen worden behandeld met inachtneming van de bepalingen van de Parkeerverordening die gelden in de periode waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    Vergunningen verleend krachtens eerdere parkeerverordeningen worden voor zover nog geldig, geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.

  • 3.

    Bezwaarschriften, ingediend tegen beslissingen krachtens eerdere parkeerverordeningen, worden behandeld met inachtneming van de toentertijd geldende, tenzij toepassing van deze verordening voor de bezwaarde gunstiger is.

9.2.

De verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren (parkeerverordening 2012, vastgesteld bij raadsbesluit van 30 november 2011 wordt ingetrokken bij inwerkingtreding van deze verordening.

9.3.

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013, na publicatie.

9.4.

Deze verordening kan worden aangehaald als Parkeerverordening 2013.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2012

De griffier, De voorzitter,

TOELICHTING OP DE VERORDENING

ALGEMEEN

De Parkeerverordening 2012 vormt een geheel met de Parkeerbelastingverordening 2012. De Parkeerverordening is de grondslag voor de uitvoering van het parkeerbeleid. Dat beleid krijgt mede uitwerking in de parkeerbelastingverordening 2012.

AFDELINGSGEWIJZE TOELICHTING

Afdeling I. Begripsomschrijvingen

In deze afdeling is uitleg gegeven over de gehanteerde begrippen.

Bij de omschrijving van de begrippen is aansluiting gezocht bij wettelijke regelingen.

In de begripsomschrijving is het begrip bedrijf ruim uitgelegd. Hieronder vallen niet alleen commercieel opererende organisaties doch ook niet commercieel opererende organisaties, waaronder overheidsdiensten.

Een parkeergelegenheid op eigen terrein is een parkeergelegenheid die door middel van een bouwvergunning, omgevingsvergunning, bestemmingsplan, huurovereenkomst of koopovereenkomst gekoppeld is aan een opstal. In een opstal is een woning of bedrijf gevestigd. Het is mogelijk dat de parkeergelegenheid op eigen terrein zich binnen de opstallen bevindt.

Afdeling II. Aanwijzing weggedeelten en terreinen

In dit artikel is aangegeven welke weggedeelten en terreinen bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en/of bestemd zijn om alleen te worden benut door vergunninghouders.

Via dit artikel is sprake van parkeerregulering. Daar waar de meest ingrijpende noodzaak is voor parkeerregulering zijn weggedeelten en terreinen aangewezen die alleen bestemd zijn om te worden benut door vergunninghouders. De andere weggedeelten en terreinen kunnen zowel benut worden door vergunninghouders en niet-vergunninghouders, waarbij geldt dat voor het parkeren een fiscaal regime is ingesteld via de Parkeerbelastingverordening 2012.

In deze afdeling is de mogelijkheid gecreëerd voor het college om wijzigingen aan te brengen ten aanzien van weggedeelten en terreinen die bestemd zijn, dan wel bestemd dienen te worden, voor het parkeren door vergunninghouders. Dit om op basis van voortschrijdend inzicht aanpassingen te kunnen doen in het kader van de parkeerregulering.

Afdeling III. Vergunningen

In deze afdeling worden vergunningsoorten genoemd.

De parkeervergunningen betreffen de fiscale vergunningen. De parkeerbelasting wordt voldaan door periodiek te betalen voor de vergunningen. Een houder van een geldige parkeervergunning kan binnen een bepaald vergunninggebied vrij parkeren in de zin dat geen parkeerbelasting meer hoeft te worden voldaan via de parkeerautomaat.

Slechts bewoners en belanghebbenden met een zelfstandige woning, alsmede forensenbelasting betalende eigenaren, komen in aanmerking voor een bewonersvergunning.

Andere vergunningen worden verleend in verband met bijzondere parkeerbehoeften die tot uitdrukking komen in de aard en type vergunningen zoals benoemd in deze afdeling.

In deze afdeling zijn regels opgenomen ten aanzien van aantallen te verlenen vergunningen dan wel is voorzien in de mogelijkheid om deze aantallen te laten bepalen door het college.

Bij het bepalen van de aantallen te verlenen vergunningen is rekening gehouden met de parkeermogelijkheden op eigen terrein. Het dient hier te gaan om legale parkeermogelijkheden op eigen terrein. Indien deze parkeermogelijkheid niet als zodanig in gebruik is, komt dit voor risico van de aanvrager van de parkeervergunning.

Vergunningen worden in de regel op kenteken verleend. Voor sommige vergunningen, geldt dat deze benut dienen te worden door verschillende personen die beschikken over verschillende motorvoertuigen. Voor deze vergunningen geldt dat het niet opportuun is om de vergunning op kenteken te verlenen en deze zullen alsdan niet op kenteken verleend worden.

In de vorige parkeerverordening waren bedrijven en bewoners die gevestigd waren in de locatie die bekend is als Louis Davids Caré uitgesloten van het verkrijgen van vergunningen. Deze regeling blijft gehandhaafd.

Afdeling IV. Aanvragen verlening en weigeringen

In deze afdeling is aangegeven dat het college nadere regels kan geven voor het aanvragen en verlenen van vergunningen. Via deze bepaling kan het college een logistieke afhandeling van de aanvragen regelen en controlemechanismen creëren ten behoeve van het verlenen en het aanvragen van vergunningen.

Het college is de mogelijkheid geboden om vergunningenplafonds vast te stellen voor het aantal te verlenen vergunningen.

Het college stelt deze plafonds vast op basis van de plaatselijke parkeercapaciteit. Hierbij wordt de parkeerbehoefte afgewogen tegen de parkeercapaciteit. Uitgangspunt is om een dusdanig aantal parkeervergunningen uit te geven dat in redelijkheid gebruik gemaakt kan worden van de bestaande plaatselijke parkeercapaciteit voor die voertuigen waaraan prioriteit gegeven wordt. Kortom, de vergunningenplafonds zijn gericht op parkeerregulering.

In het kader van die parkeerregulering is het college de mogelijkheid geboden om wachtlijsten aan te leggen. Registratie op de wachtlijst zal geschieden per datum binnenkomst. Indien sprake is van gelijke datum van binnenkomst wordt de registratie op de wachtlijst bepaald door het tijdstip van ter hand neming van de betreffende aanvraag voor registratie door een medewerker van de gemeente.

In de verordening is geregeld wanneer de vergunning geweigerd dient te worden. Van belang is dat de aanvraag niet in behandeling genomen zal worden indien onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt door de aanvrager. Dit instrument bestaat om te waarborgen dat het college beschikt over de juiste gegevens en een juist besluit kan nemen tot het verlenen van een vergunning.

Afdeling V. Geldigheid vergunningen

Dit artikel regelt de geldigheidsduur van de vergunningen. Tarieven van de vergunning worden geregeld in de Verordening parkeerbelastingen 2012. Formeel zou iedere vergunninghouder na afloop van de termijn waarvoor de vergunning geldt een nieuwe aanvraag moeten indienen. Dit is echter niet praktisch voor de uitvoerders van de parkeerverordening. Naar aanleiding van de hiervoor genoemde omstandigheid is er gekozen voor het stilzwijgend verlengen van de vergunningen die voor 1 jaar gelden. Indien niet meer voldaan wordt aan de vereiste voor vergunningverlening, zal de vergunning ingetrokken worden. De vergunning kan voorts worden ingetrokken op basis van een van de omstandigheden zoals genoemd in artikel 7 van deze verordening.

Dit artikel regelt de plaats en de geldigheid van de vergunningen.

Afdeling VI. Intrekking vergunningen

Dit artikel geeft de gronden aan waarop een vergunning ingetrokken mag worden en de wijze waarop dit dient te geschieden.

Daarnaast geeft dit artikel de verplichting om eventuele wijzigingen in omstandigheden die relevant zijn voor het verlenen dan wel het intrekken van de vergunning te melden aan het college.

Dit artikel maakt het mogelijk om in gevallen waarin toepassing van deze verordening (gegeven het doel en de strekking van deze verordening) een onbillijkheid van overwegende aard zou opleveren een onderdeel van deze verordening buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken. Dit zal slechts van toepassing zijn op individuele gevallen.

Afdeling VII. Verbodsbepalingen

Dit artikel geeft de verboden aan om voorwerpen op parkeerplaatsen te laten staan. Dit verbod maakt dat de aangewezen terreinen en weggedeelten uitsluitend gebruikt kunnen worden voor motorvoertuigen.

Dit verbod geldt ook bijvoorbeeld voor caravans, aanhangwagens e.d. Desalniettemin kan het uit oogpunt van redelijk gebruik van de weggedeelten en terreinen geboden zijn om tijdelijk een caravan of een aanhangwagen e.d. op een parkeerplaats te stallen. Dit voor korte tijd. Ten behoeve van die omstandigheden kan het college ontheffing verlenen van het bepaalde in dit artikel.

Afdeling VIII. Slotbepalingen, overgangsrecht en citeertitel

De overgangsbepalingen maken het mogelijk over te gaan van het oude stelsel naar het nieuwe.

Bijlage 1 AANWIJZING WEGGEDEELTEN EN TERREINEN BINNEN DE GEMEENTE ZANDVOORT DIE BESTEMD ZIJN VOOR HET PARKEREN DOOR VERGUNNINGHOUDERS, (PAP-GEBIEDEN) EN/OF UITSLUITEND BESTEMD ZIJN VOOR HET PARKEREN DOOR VERGUNNINGHOUDERS EN DE TIJDSTIPPEN WAAROP HET PARKEREN ALLEEN AAN VERGUNNINGHOUDERS IS TOEGESTAAN (BEL-GEBIEDEN EN BEWONERSGEBIEDEN).

Bij deze verordening zijn de volgende weggedeelten en terreinen aangewezen die uitsluitend bestemd zijn voor het pakeren door vergunninghouders gedurende het gehele jaar, 7 dagen per week en gedurende 24 uur per dag.

BEL-gebieden:

BEL-regime Noordbuurt, zoals nader aangegeven op kaart 1 die aan deze verordening is gehecht

Achterom,

Agnetastraat,

Dorpsplein

Bodeweg

Gasthuisstraat

Gasthuisplein (tussen Gasthuisstraat en Sandrinastraat)

Jan Snijerplein

Kruisstraat

Noorderstraat

Pakveldstraat

Rozenobelstraat

Spoorbuurtstraat

Sandrinastraat

Wagemakerspad

Swaluëstraat (tussen de Pakveldstraat en de Achterweg)

Achterweg

Smedestraat

Voermanderijpad

BEL-regime Admiralenbuurt, zoals nader aangegeven op kaart 2 die aan deze verordening is gehecht

Van Speijkstraat even zijde vanaf 94 t/m 174

Van Speijkstraat oneven zijde vanaf 1 t/m 201

Van Kinsbergenstraat

Secretaris Bosmanstraat

Dr. Smitsstraat

Ontvanger Schoutenstraat

Jan Evertsenstraat

BEL-regime Zuidbuurt, zoals nader aangegeven op kaart 3 die aan deze verordening is gehecht

Buureweg

Duinstraat

Duinweg

Poststraat

Kerkdwarspad

Schelpenplein

Westerstraat

Kerkpad

Bakkerstraat

Zuidbuurt

BEL-regime Parkbuurt, zoals nader aangegeven op kaart 4 die aan deze verordening is gehecht

Marnix van St. Aldegondestraat

Oosterparkstraat

Thorbeckestraat (Zuidzijde, aan de zijde van de Watertoren)

Torenstraat

Westerparkstraat

Nassauplein

De Wittstraat

Ir. G. Friedhoffplein (het parallelle weggedeelte voor de huisnummers 1 t/m 7 aan beide zijden)

Bij deze verordening zijn de volgende weggedeelten en terreinen aangewezen die uitsluitend bestemd zijn voor het pakeren door vergunninghouders gedurende het gehele jaar, 7 dagen per week van 10:00 uur tot 20:00 uur.

Bewonersgebieden:

Bewonersvergunning Oostbuurt, Koninginnebuurt, zoals nader aangegeven op kaart 5 die aan deze verordening is gehecht

L’Amistraat

Beatrixplantsoen

Cornelis Slegersstraat even huisnummers 8 t/m 22

Diaconiedwarsstraat

Diaconiehuisstraat

Emmaweg

Dr. C.A. Gerkestraat (oneven zijde tussen van nummer 1 t/m 97 en aan de even zijde van nummer 2 t/m 54)

Haarlemmerstraat

Haltestraat (Adressen: oneven nummers 71 t/m 83 en even nummers 64 t/m 96)

Hobbemastraat

Hulsmanstraat

Jan Steenstraat

Julianaweg

Kanaalweg

Koninginneweg

Koningstraat

Kostverlorenstraat

Max Euwestraat

Nieuwstraat

Oosterstraat

Prinsesseweg

Regentesseweg

Schoolplein

Schoolstraat

Sophiaweg

Tolweg (huisnummers 2,4)

Van Ostadestraat

Van Stolbergweg

Weimarweg

Wilhelminaweg

Willemstraat

Bij deze verordening zijn de volgende weggedeelten en terreinen aangewezen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders gedurende het gehele jaar, 7 dagen per week van 10:00 uur tot 20:00 uur.

PAP-gebieden:

PAP-regime Noord-/Stations-/Fenemabuurt, zoals nader aangegeven op kaart 6 die aan deze verordening is gehecht

Brugstraat

Engelbertsstraat (m.u.v. Betaald parkeren voor de Passage-winkeltjes tussen Zeestraat en Heemskerckstraat en het De Favaugeplein)

Eltzbacherstraat

Ir. E.J.J. Kuinderstraat

Burg. van Fenemaplein

Prinsenhofstraat (m.u.v. de parkeervakken bij de aansluiting van de Pakveldstraat)

Schuitengat

Stationsstraat

Stationsplein

Van Speijkstraat (huisnummers 2 t/m 92 aan de even zijde)

Zeestraat

Swaluëstraat (vanaf het Zandvoortse museum tot de Pakveldstraat; m.u.v. het parkeerterrein achter het gemeentehuis)

PAP-regime Admiralenbuurt, zoals nader aangegeven op kaart 7 die aan deze verordening is gehecht

Karel Doormanstraat

Van Galenstraat

Jac. Van Heemskerckstraat (weggedeelte aan de achterzijde van de flat)

Piet Heinstraat

Tjerk Hiddestraat

Dr. Joh. G. Mezgerstraat

De Ruyterstraat

Trompstraat

Burg. Van Alphenstraat

Rob Slotemakerstraat

PAP-regime Parkbuurt, zoals nader aangegeven op kaart 8 die aan deze verordening is gehecht

Marisstraat

Thorbeckestraat (noordzijde, inclusief de parkeervakken aan de zuidzijde ten westen van de Marisstraat)

Vuurboetstraat

PAP-regime Brederodebuurt, zoals nader aangegeven op kaart 9 die aan deze verordening is gehecht

Hogeweg (m.u.v. de parkeervakken voor de huisnummers 1 t/m 5)

Zuiderstraat

Paradijsweg

Brederodestraat (parkeervakken voor de huisnummers 1 t/m 102a en huisnummer 104 aan de even en oneven zijde)

Dr. de Visserstraat

Dr. Schaepmanstraat

De Savornin Lohmanstraat

Mr. Troelstrastraat

Dr. Kuijperstraat

Lijsterstraat

ir. G. Friedhoffplein (met uitzondering van de parkeervakken voor de huisnummers 1 t/m 7 aan beide zijden van de weg)

Cort van der Lindenstraat (gedeelte tussen Ir. G. Friedhoffplein / hoek Lijsterstraat).

Frans Zwaanstraat (tussen de Lijsterstraat en de Patrijzenstraat)

PAP-regime Zuid

Het volledige onverharde terrein, gelegen naast parkeerterrein De Zuid zoals blijkt uit de aangehechte kaart 10.

Bijlage 2 AANWIJZING GEBIED BINNEN DE GEMEENTE ZANDVOORT WAARIN BEWONERSVERGUNNINGEN OF BELANGHEBBENDEN VERGUNNINGEN VERLEEND KUNNEN WORDEN AAN EEN HOUDER VAN EEN MOTORVOERTUIG DIE BEWONER IS VAN EEN ZELFSTANDIGE WONING GELEGEN BUITEN EEN VERGUNNINGGEBIED.

Bij deze verordening zijn de volgende weggedeelten en terreinen gelegen buiten een vergunninggebied aangewezen, waar aan parkeerapparatuurplaats vergunningen, belanghebbendenvergunningen, bewonersvergunningen, of bedrijfsvergunningen verleend kunnen worden voor de hieronder genoemde vergunningengebieden zoals genoemd in bijlage 1 van de verordening

PAP of BEL Noord-/Stations-/Fenemabuurt

Oneven zijde van de Haltestraat

Oneven zijde van de Kerkstraat

Kerkplein

Kosterstraat

Badhuisplein

Strandweg

Boulevard De Favauge

Gasthuisplein

Kleine Krocht

PAP of BEL Parkbuurt of Zuidbuurt

Even zijde van de Kerkstraat

PAP Brederodebuurt

Boulevard Paulus Loot

Brederodestraat huisnummer 103 en vanaf 105 (even en oneven zijde)

Grote Krocht

Oranjestraat

Prins Mauritsstraat

Seinpostweg

Bewonersvergunning Oostbuurt en Koninginnebuurt

Even zijde van de Haltestraat

Raadhuisplein

Louis Davidscarre 1

Louis Davidsstraat

Cornelis Slegersstraat even en oneven huisnummers 1 t/m 7

Kaart