Regeling vervallen per 30-06-2014

Horecasanctiebeleid 2009

Geldend van 18-09-2009 t/m 29-06-2014

Intitulé

Doel van dit beleid is om overlastproblemen en overtredingen goed tekunnen aanpakken, herhaling te voorkomen.

Horecasanctiebeleid 2009

1 ALGEMEEN

Inleiding

Gemeente Zandvoort wil graag op de (inter)nationale agenda staan als zijnde eenbadplaats met stijl en kwalitatief hoogstaande aanbod, waar wonen, werken enrecreëren gepaard gaat met veiligheid, leefbaarheid en plezier. Zandvoort wordtdoor veel mensen uit binnen en buitenland bezocht. Dit brengt met zich mee dat erin het dorp horeca-inrichtingen gevestigd zijn. Gevolg hiervan is dat er vooral in dezomermaanden horecagelegenheden veelvuldig bezocht worden. Hierdoor kunnende bewoners onder andere overlast van komende en vertrekkende bezoekers vanen muziek uit de horeca-inrichting ondervinden. De gemeente Zandvoort wil graagzowel de burger als de horeca-inrichtingen goed bedienen. Ook wil de gemeenteZandvoort horeca-inrichtingen ruimte bieden, maar de ondernemer dient binnen debestaande regelgeving te handelen. Hierdoor levert het horecasanctiebeleid eenbijdrage aan de structuurvisie "Parel aan Zee+" van de gemeente Zandvoort.

Voor u ligt het horecasanctiebeleid. In dit beleidsstuk wordt beschreven hoe binnende gemeente Zandvoort de handhaving van de regels met betrekking tot dehorecabedrijven concreet gemaakt wordt. Uit overleg met verschillende afdelingenen samenwerkingspartners is gebleken dat het horecasanctiebeleid uit 2003aanpassing behoeft.

Bij horecahandhaving gaat het om een gecombineerd optreden van gemeente,openbaar ministerie (OM) en politie. In dit beleidsstuk worden de rollen, taken enbevoegdheden van de betrokken handhavingpartners vastgelegd, en de manier vanoptreden bepaald. Daarbij worden bestuursrechtelijke en strafrechtelijke

instrumenten op elkaar afgestemd.

1.1 DOEL, VOORDEEL EN EFFECT

De handhaving verloopt bij voorkeur via dit horecasanctiebeleid echter kan eenbestuursorgaan besluiten hiervan af te wijken. De voordelen van een

horecasanctiebeleid zijn:

  • o

    Het schept duidelijkheid ten aanzien van handhaving van de horeca en de teondernemen stappen voor alle betrokkenen.

  • o

    Doel van dit beleid is om overlastproblemen en overtredingen goed tekunnen aanpakken, herhaling te voorkomen.

  • o

    Het schept betrokkenheid en draagvlak bij de doelgroepen.

  • o

    Het maakt inzichtelijk wat de “spelregels” in formele en informele zin zijn.

  • o

    Er wordt duidelijk wat de consequenties zijn van het (herhaald) overtredenvan de regels.

In het horecasanctiebeleid wordt niet weergeven op welke wijze het toezicht wordtgeorganiseerd.

1.2 REIKWIJDTE VAN HET BELEID

Het horecasanctiebeleid richt zich op verschillende doelgroepen. Het

horecasanctiebeleid is bedoeld voor horecabedrijven in de gemeente Zandvoort(Zandvoort inclusief Bentveld) Het is van toepassing op alle horecabedrijven;

alcoholhoudende en niet- alcoholhoudend (de zogenaamde verlofbedrijven) in degemeente Zandvoort. Ook de bijzondere bedrijven zoals de strandpaviljoens, de coffeeshops, sportkantines en de sekshorecabedrijf vallen onder de werking van dit beleid.

2 HORECASANCTIEBELEID IN RELATIE TOT ANDERE REGELGEVING

Categorieën

Dit horecasanctiebeleid staat in relatie tot andere regelgeving te weten:

  • o

    Algemene Plaatselijke Verordening:

    * bepalingen ten aanzien van openbare orde en veiligheid met betrekking totde exploitatie van horecabedrijven inclusief sluitingstijden en terrassen;alsmede de diverse bepalingen en regels die in de beleidsnota zelf wordengegeven;

    * bepalingen op grond van de Wet op de Kansspelen ten aanzien vanbehendigheids- en kansspelautomaten;

    * bepalingen op grond van de Woningwet, de Wet Ruimtelijke Ordening, hetbouwbesluit ten aanzien van de brandveiligheid;

    * bepalingen op basis van de Opiumwet en de AHOJG+ criteria t.a.v.coffeeshops;

    * bepalingen op grond van de Wet Milieubeheer, het activiteitenbesluiten tenaanzien van geluidsoverlast en relevante bepalingen

  • o

    Algemene wet bestuursrecht

  • o

    Strafrecht

  • o

    Gemeentewet

  • o

    Wet economische delicten

  • o

    Opiumwet met betrekking tot de aanwezigheid van soft- en harddrugs inhorecabedrijven.

  • o

    Drank- en Horecawet ten aanzien van regulering van alcoholverstrekking.

  • o

    Drank- en Horecaverordening 2006

  • o

    Bouwverordening Zandvoort

  • o

    Bestemmingsplan Zandvoort

  • o

    Inzet horecaportiers

3 MIDDELEN

Bij het vervullen van de algemene beginselplicht tot handhaving is het van belangom dit op weloverwogen en gerichte wijze te doen aan de hand van kaders en metgebruikmaking van daartoe geëigende middelen/instrumenten, zolang het belangvan het opsporingsonderzoek zich daartegen niet verzet. In dit horecasanctiebeleidis vastgesteld welke handhavingsmiddel ingezet kan worden.

Het betreft dan de volgende middelen:

  • -

    Bestuurlijke waarschuwing

  • -

    Proces verbaal

  • -

    Wijziging vergunning

  • -

    Sluiting bepaalde of onbepaalde tijd

  • -

    Intrekking vergunning

  • -

    Opleggen last onder dwangsom

  • -

    Toepassen bestuursdwang

Handhavingsmiddelen vergen met uitzondering van het op strafrechtelijke basisgeschoeide proces-verbaal, een bestuurlijk besluit in de vorm van een

(handhavings-)beschikking door het bevoegde bestuursorgaan. Dit betekent dat

  • -

    conform de definities in de Algemene wet bestuursrecht- de inzet van de middelenzal leiden tot rechtsgevolgen.

3.1 WAARSCHUWING

De bestuurlijke waarschuwing is hieraan voorafgaand. De bestuurlijke

waarschuwing heeft een dwingend waarschuwend karakter. Omdat de bestuurlijkewaarschuwing niet gericht is op rechtsgevolg is er geen bezwaar/beroep mogelijk,het betreft immers geen besluit. De bestuurlijke waarschuwing is het wel eenbelangrijke stap binnen het gehele handhavingstraject. Na constatering van eenovertreding(en) wordt binnen vijf werkdagen een waarschuwing aan dehorecaondernemer verzonden.

3.2 BESTUURSDWANG EN DWANGSOM

Bestuursdwang

Onder last onder bestuursdwang wordt verstaan: de herstelsanctie, inhoudende:

  • a.

    een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en

  • b.

    de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelenten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.

Hierbij valt te denken aan het feitelijk sluiten van horecabedrijf.

of

Dwangsom

Op grond van artikel 5:32 Awb kan het bevoegde bestuursorgaan dat bevoegd isbestuursdwang toe te passen, in plaats van het toepassen van bestuursdwang aande overtreder een last onder dwangsom opleggen. Een last onder dwangsom strektertoe de overtreding ongedaan te maken of verdere overtreding dan wel eenherhaling van de overtreding te voorkomen.

Bij een last onder dwangsom geldt als een verplichting tot het betalen van eengeldsom, per tijdseenheid, per overtreding of een bedrag ineens, tenzij wordtvoldaan aan de in het dwangsombesluit opgenomen last. Beoogd doel is:

  • -

    ongedaan maken van een overtreding;

  • -

    voorkomen van verdere overtreding dan wel herhaling van de overtreding;

  • -

    preventief optreden in geval van een ‘klaarblijkelijk gevaar’ voor overtredingen ernstige schade.

Uitgangspunt is echter het optreden volgens het horecasanctiebeleid. Alleen inuiterste gevallen, wanneer dit beleid niet effectief is, wordt gekozen voor dedwangsom.

Gelijktijdige oplegging van beide sancties mag niet op grond van art. 5:31 en 5:36Awb. Na elkaar mag wel.

3.3 PROCES VERBAAL

Indien voorschriften tevens strafrechtelijk kunnen worden gehandhaafd, kunnennaast toezichthoudende ambtenaren ook opsporingsambtenaren de overtredingvaststellen. Deze ambtenaren bepalen indien zij een strafbaar feit constateren of ertevens geverbaliseerd dient te worden. Onder het verbaliseren wordt verstaan hetopmaken van een proces verbaal door een buitengewoon opsporingsambtenaar(BOA) of een algemeen opsporingsambtenaar van de politie. Het procesverbaalwordt zo spoedig mogelijk naar het Openbaar Ministerie (OM) gezonden, datconform de richtlijn vervolgt. Naast de vervolging van het OM wordt er ook conformdit horecasanctiebeleid opgetreden. Opgemaakte procesverbaal (van bevindingen)dienen door het bestuursorgaan te worden gebruikt voor bestuursrechtelijk optreden(intrekken vergunningen, sluiting inrichting, etc.)

3.4 DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID

Het horecasanctiebeleid is een beleidsregel in de zin van artikel 1:3

Algemene wet bestuursrecht. Het kan in bepaalde gevallen noodzakelijk zijn dat deburgemeester of het college bij het toepassen van de bevoegdheden moet afwijkenvan het horecasanctiebeleid. Hiervoor hebben zij dan ook een discretionairebevoegdheid. In gevallen dat de aard en de omstandigheden dat vereisen, kunnenzij dan ook gemotiveerd het horecasanctiebeleid ter zijde stellen, stappen overslaanof samenvoegen om zo als het ware maatwerk te leveren.

De burgemeester kan op grond van artikel 172 lid 3 Gemeentewet bij verstoring vande openbare orde of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, in afwijking vandit horecasanctiebeleid, die bevelen geven die naar zijn oordeel noodzakelijk zijnvoor de handhaving van de openbare orde.

4. Stappenplan

Gelet op het bepaalde in hoofdstuk 2 afdeling 1 en afdeling 3 APV, hoofdstuk 4afdeling 1 APV en gelet op de toepasselijke bepalingen in de Drank- en Horecaweten de Gemeentewet, geldt voor de horecabedrijven in Zandvoort het volgendebeleid om met name de openbare orde en veiligheid te handhaven, verstoringen vande openbare orde en veiligheid te voorkomen en het woon- en leefklimaat terplaatse te beschermen.

4.1 HANDELEN ZONDER EXPLOITATIEVERGUNNINGEN (OP GROND VAN DE APV) OF VOORLOPIGE TOESTEMMING

Indien een horecabedrijf geopend is voor bezoekers zonder exploitatievergunning of voorlopige toestemming

  • a.

    Als door de politie en/of een daartoe bevoegde ambtenaar wordtgeconstateerd dat een horecaondernemer handelingen verricht zonder dathij in bezit is van de nodige vergunning of voorlopige toestemming wordtgesommeerd het horecabedrijf direct te sluiten en wordt de mededelingvoornemen opleggen dwangsom kenbaar gemaakt. Dit wordt schriftelijkbevestigd. Ondernemer kan zienswijze indienen daarna volgt de definitievedwangsombeschikking;

  • b.

    Indien blijkt dat het horecabedrijf hierna nog steeds voor bezoekers geopendis zonder de nodige vergunning of voorlopige toestemming kan deburgemeester besluiten tot het verbeuren van de dwangsom totdat dehoogte van de dwangsom is bereikt;

  • c.

    Indien na oplegging dwangsom de horecabedrijf nog steeds geopend is voorbezoekers kan de burgemeester besluiten tot andere

    passendemaatregelen.

4.2 HANDELEN IN STRIJD MET VOORSCHRIFTEN ZOALS GENOEMD IN DE EXPLOITATIEVERGUNNING (INCLUSIEF TERRAS)

Indien een horecabedrijf handelt in strijd met de aan de exploitatievergunning verbonden voorschriften (bijlage 2)

  • a.

    Als door de politie en/of een daartoe bevoegde ambtenaar wordtgeconstateerd dat een horecaondernemer handelt in strijd met devoorschriften zoals gesteld in de exploitatievergunning volgt voor zovermogelijk direct een mondelinge waarschuwing. De mondelingewaarschuwing wordt schriftelijk bevestigd;

  • b.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan de voorschriften wordt geconstateerd vervroegt de burgemeester desluitingstijden van het horecabedrijf voor 3 dagen, te weten vrijdag opzaterdag, zaterdag op zondag en zondag op maandag tot 21.00 uur,ongeacht de verruiming van sluitingsuur tot 03:00 uur of verruiming vansluitingstijd tot 05:00 uur;

  • c.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan de voorschriften wordt geconstateerd vervroegt de burgemeester desluitingstijden van het horecabedrijf voor ten hoogste 14 dagen;

  • d.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan de voorschriften wordt geconstateerd kan de burgemeester deexploitatie van het horecabedrijf tijdelijk niet toe staan of besluiten tot anderepassende maatregel.

4.3 HORECABEDRIJF (GEVESTIGD OP HET STRAND) DIE DE SLUITINGSTIJDEN OP GROND VAN DE APV

  • a.

    Als door de politie en/of een daartoe bevoegde ambtenaar geconstateerdwordt dat een horecabedrijf op het strand geopend is na 00.00 uur volgtdirect een mondelinge waarschuwing. De mondelinge waarschuwing wordtschriftelijk bevestigd;

  • b.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan het sluitingsuur wordt geconstateerd vervroegt de burgemeester desluitingstijden met 4 uur gedurende 3 dagen, te weten een vrijdag opzaterdag, zaterdag op zondag en zondag op maandag tot 20:00 uur (in deplaats van 00:00 uur);

  • c.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan het sluitingsuur wordt geconstateerd kan de burgemeester besluitentijdelijk de sluitingstijden te vervroegen naar 20:00 uur voor een periode vanten hoogste 7 dagen;

  • d.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan het sluitingsuur wordt geconstateerd kan de burgemeester besluiten desluitingstijden tijdelijk te vervroegen naar 20:00 uur voor ten hoogste 30dagen dan wel de inrichting tijdelijk volledig te sluiten voor een periode vanten hoogste 7 dagen;

  • e.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan het sluitingsuur wordt geconstateerd kan de burgemeester besluiten hetsluitingsuur te vervroegen naar 20:00 uur, dan wel andere passendemaatregelen te treffen.

4.4 HORECABEDRIJF DIE NIET BESCHIKT OVER VERRUIMING SLUITINGSUUR OP GROND VAN DE APV

  • a.

    Als door de politie en/of een daartoe bevoegde ambtenaar geconstateerdwordt dat een horecabedrijf op het strand geopend is na 01.00 uur volgtdirect een mondelinge waarschuwing. De mondelinge waarschuwing wordtschriftelijk bevestigd;

  • b.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan het sluitingsuur wordt geconstateerd vervroegt de burgemeester desluitingstijden met 4 uur gedurende 3 dagen, te weten een vrijdag opzaterdag, zaterdag op zondag en zondag op maandag tot 21:00 uur (in deplaats van 01:00 uur);

  • c.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan het sluitingsuur wordt geconstateerd kan de burgemeester besluitentijdelijk de sluitingstijden te vervroegen naar 21:00 uur voor een periode vanten hoogste 7 dagen;

  • d.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan het sluitingsuur wordt geconstateerd kan de burgemeester besluiten desluitingstijden tijdelijk te vervroegen naar 21:00 uur voor ten hoogste 30dagen dan wel de inrichting tijdelijk volledig te sluiten voor een periode vanten hoogste 7 dagen;

  • e.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan het sluitingsuur wordt geconstateerd kan de burgemeester besluiten hetsluitingsuur te vervroegen naar 21:00 uur, dan wel andere passendemaatregelen te treffen.

4.5 HORECABEDRIJF MET VERRUIMING SLUITINGSUUR TOT 03:00 UUR OP GROND VAN DE APV

Aan de verruiming sluitingsuur tot 03:00 uur zijn voorschriften verbonden (bijlage 3)

  • a.

    Als door de politie en/of een daartoe bevoegde ambtenaren een overtredingvan de voorschriften verbonden aan de verruiming sluitingsuur tot 3 uurwordt geconstateerd volgt direct een mondelinge waarschuwing. Demondelinge waarschuwing wordt schriftelijk bevestigd;

  • b.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan de voorschriften verruiming sluitingsuur wordt geconstateerd vervroegtde burgemeester de sluitingstijden met 4 uur gedurende 3 dagen, te weteneen vrijdag op zaterdag, zaterdag op zondag en zondag op maandag tot23:00 uur (in de plaats van 03:00 uur);

  • c.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan de voorschriften verruiming sluitingsuur wordt geconstateerd kan deburgemeester besluiten tijdelijk de sluitingstijden te vervroegen naar 23:00agen;

  • d.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan de voorschriften verruiming sluitingsuur wordt geconstateerd kan deburgemeester besluiten de sluitingstijden tijdelijk te vervroegen naar 23:00uur voor ten hoogste 30 dagen dan wel de inrichting tijdelijk volledig tesluiten voor een periode van ten hoogste 7 dagen;

  • e.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan de voorschriften verruiming sluitingsuur wordt geconstateerd kan deburgemeester besluiten de verruiming sluitingsuur te vervroegen naar 23:00uur voor ten hoogste 3 maanden, dan wel andere passende maatregelen tetreffen.

4.6 HORECABEDRIJF MET VERRUIMING SLUITINGSUUR TOT 05:00 UUR OP GROND VAN DE APV

Aan de verruiming sluitingsuur tot 05:00 uur zijn voorschriften verbonden (bijlage 4)

  • a.

    Als door de politie en/of een daartoe bevoegde ambtenaren een overtreding van de voorschriften verbonden aan de verruiming sluitingsuur tot 5 uurwordt geconstateerd, volgt direct een mondelinge waarschuwing. Demondelinge waarschuwing wordt schriftelijk bevestigd;

  • b.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan de voorschriften verruiming sluitingsuur wordt geconstateerd, vervroegtde burgemeester de sluitingstijden met 4 uur gedurende 3 dagen, te weteneen vrijdag op zaterdag, zaterdag op zondag en zondag op maandag tot01:00 uur (in de plaats van 05:00 uur);

  • c.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan de voorschriften verruiming sluitingsuur wordt geconstateerd, kan deburgemeester besluiten tijdelijk de sluitingstijden te vervroegen naar 01:00uur voor een periode van ten hoogste 7 dagen;

  • d.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan de voorschriften verruiming sluitingsuur wordt geconstateerd kan deburgemeester besluiten de sluitingstijden tijdelijk te vervroegen naar 01:00uur voor ten hoogste 30 dagen dan wel de inrichting tijdelijk volledig tesluiten voor een periode van ten hoogste 7 dagen;

  • f.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan de voorschriften verruiming sluitingsuur wordt geconstateerd, kan deburgemeester besluiten de verruiming sluitingsuur te vervroegen naar 01:00uur voor ten hoogste 3 maanden, dan wel andere passende maatregelen tetreffen.

4.7 ONJUISTE EN/OF ONVOLLEDIGE GEGEVENS VERSTREKKING

  • a.

    Als door de politie en/of een daartoe bevoegde ambtenaar wordtgeconstateerd dat een horecaondernemer een vergunning heeft gekregen door onjuiste en/of onvolledige gegevens verstrekking dan volgt voor zover mogelijk direct een mondelinge waarschuwing. De mondelinge waarschuwing wordt schriftelijke bevestigd;

  • b.

    Indien binnen een week na de schriftelijke waarschuwing dehorecaondernemer geen maatregelen neemt, besluit het bevoegde orgaande verleende vergunning in te trekken en aangifte te doen van valsheid ingeschrifte.

4.8 HANDELEN ZONDER DRANK- EN HORECAVERGUNNING OP GROND VAN ARTIKEL 3 DRANK EN HORECAWET (DHW) OF VOORLOPIGE TOESTEMMING

Indien een horecabedrijf bedrijfsmatig alcohol schenkt voor gebruik ter plaatse zonder een drank- en horecavergunning of voorlopige toestemming

  • b.

    Als door de aangewezen toezichthouder en/of opsporingsambtenaar eenovertreding van art. 3 DHW wordt geconstateerd, wordt gesommeerd dealcoholhoudende drank direct uit het horecabedrijf te verwijderen en wordtde mededeling voornemen opleggen dwangsom kenbaar gemaakt. Dit wordtschriftelijk bevestigd. Ondernemer kan zienswijze indienen daarna volgt dedefinitieve dwangsombeschikking;

  • b.

    Indien blijkt dat het horecabedrijf hierna nog steeds voor bezoekers geopendis zonder de nodige vergunning of voorlopige toestemming kan het collegebesluiten tot het verbeuren van de dwangsom totdat de hoogte van dedwangsom is bereikt;

  • c.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtreding opgrond van artikel 3 DHW wordt geconstateerd kan het college besluiten totandere passende maatregelen.

4.9 OVERTREDING VAN ARTIKEL 7 VAN DE DRANK EN HORECAVERORDENING 2006 (VERLOF TOT HET SCHENKEN VAN ALCOHOLISCHE DRANK IN EEN INRICHTING)

Indien zonder vergunnin g van Burgemeester en Wethouders bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt

  • a.

    Als door de aangewezen toezichthouder en/of opsporingsambtenaar eenovertreding van artikel 7 van de Drank en Horecaverordening 2006 wordtgeconstateerd, wordt gesommeerd de aanwezige alcoholvrije drank direct uithet horecabedrijf te verwijderen en wordt de mededeling voornemenopleggen dwangsom kenbaar gemaakt. Dit wordt schriftelijk bevestigd.Ondernemer kan zienswijze indienen daarna volgt de definitievedwangsombeschikking;

  • b.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtreding opgrond van artikel 7 van de Drank en Horecaverordening 2006 kan hetcollege besluiten tot het verbeuren van de dwangsom totdat de hoogte vande dwangsom is bereikt;

  • c.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtreding opgrond van artikel 7 van de Drank en Horecaverordening 2006 wordtgeconstateerd kan het college besluiten tot andere passende maatregelen.

4.10 WET MILIEUBEHEER

De voorschriften verbonden aan het Activiteitenbesluit hebben betrekking op allevormen van gevaar, schade en/of hinder veroorzaakt door de inrichting. Dit geldtook voor indirecte hinder.

Bij de overtreding van het Activiteitenbesluit blijkt in de praktijk vaak sprake te zijnvan een zekere overlap met overtredingen van de APV. Op het moment dat hiersprake van is wordt het horecasanctiebeleid toegepast. Dit houdt in dat er duidelijkeaanwijzingen dienen te zijn waaruit blijkt dat er sprake is van bescherming van deopenbare orde en/of het voorkomen van de aantasting van het woon- en leefklimaatter plaatse.

Voor de afbakening in de praktijk betekent dat tegen horecabedrijven die door hetproduceren van geluidsoverlast en daarmee tevens de openbare orde verstorenen/of het woon- en leefklimaat ter plaatse aantasten, in eerste instantie wordtopgetreden op basis van dit horecasanctiebeleid.

Tegen horecabedrijven die geluidsoverlast produceren maar daarbij niet de

openbare orde verstoren of het woon- en leefk limaat ter plaatse aantasten, wordt uiteraard alleen opgetreden op grond van het Activiteitenbesluit en/of de Wet  milieubeheer als volgt:

  • a.

    Als door de politie en/of daartoe bevoegde ambtenaar wordt geconstateerddat een horecaondernemer geluidsoverlast produceert maar daarbij niettevens de openbare orde verstoren of het woon- en leefklimaat ter plaatseaantasten wordt er een waarschuwing afgegeven en/of indien mogelijk eenmaatwerkvoorschrift opgelegd. Deze waarschuwing wordt schriftelijkbevestigd;

  • b.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan de genoemde voorschriften wordt geconstateerd wordt er eenvoornemen tot het opleggen dwangsom kenbaar gemaakt. Ondernemer kanzienswijze indienen daarna volgt de definitieve dwangsombeschikking;

  • c.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan de genoemde voorschriften wordt geconstateerd kan het collegebesluiten tot het verbeuren van de dwangsom totdat de hoogte van dedwangsom is bereikt;

  • d.

    Indien binnen een jaar na de laatste overtreding opnieuw een overtredingvan de genoemde voorschriften wordt geconstateerd kan het collegebesluiten tot het opleggen van een hogere dwangsom of andere passendemaatregel bv het laten treffen van duurzame bouwtechnische voorzieningen;

4.11 VERSTREKKEN ZWAKALCOHOLISCHE DRANKEN AAN JONGEREN ONDER DE 16 JAAR EN/OF STERKE DRANK AAN JONGEREN ONDER DE 18 JAAR

indien een horecabedrijf zwakalcoholische drank aa n jongeren onder de 16 jaar en/of sterke drank aan jongeren onder de 18 jaar verstrekt

  • a.

    Als door de aangewezen toezichthouder en/of opsporingsambtenaargeconstateerd wordt dat een horecabedrijf zwakalcoholische drank aanjongeren onder de 16 jaar en/of sterke drank aan jongeren onder de 18 jaarverstrekt volgt direct een mondelinge waarschuwing. De mondelingewaarschuwing wordt schriftelijk bevestigd;

  • b.

    Indien binnen een jaar na de laatste constatering opnieuw geconstateerdwordt dat een horecabedrijf zwakalcoholische drank aan jongeren onder de16 jaar en/of sterke drank aan jongeren onder de 18 jaar verstrekt zal hetcollege de drank- en horecavergunning in trekken. De aangewezentoezichthouder maakt tevens proces-verbaal op.

4.12 HELING IN HORECABEDRIJF OP GROND VAN APV

  • a.

    Indien in een horecabedrijf sprake is van heling wordt de ondernemernadrukkelijk gewezen op de noodzaak maatregelen te treffen. Dewaarschuwing wordt schriftelijk bevestigd;

  • b.

    Bij herhaling binnen een jaar zal de burgemeester overgaan tot onmiddellijketijdelijke sluiting van de inrichting voor een nader te bepalen periode;

  • c.

    Afhankelijk van de aard van de overtreding kan de waarschuwing ookworden overgeslagen (bijvoorbeeld als de horecaondernemer zelf bij deheling betrokken is) kan de burgemeester besluiten de exploitatievergunningin te trekken.

4.13 OVERTREDING DOOR EEN COFFEESHOP

Op 7 oktober 1996 is de notitie “Coffeeshopbeleid van de gemeente Zandvoort“vastgesteld waarin het beleid van de burgemeester vastgelegd t.a.v. verlofbedrijvenwaar softdrugs worden gebruikt of verkocht. Grondslag voor de bevoegdheid van deburgemeester is om bij overlast op te treden bij de handhaving van de openbareorde. Aangezien deze bedrijven ook onder het algemene horecasanctiebeleidvallen, is in theorie sprake van een zekere overlap. In de praktijk levert dit geenproblemen op. Uitgangspunt moet zijn dat wanneer er sprake is van overtredingenten gevolge van de handel in softdrugs opgetreden moet worden op grond van hetcoffeeshopbeleid. In alle andere gevallen is het horecasanctiebeleid van kracht.

4.14 SOFTDRUGVERKOOP ZONDER GEDOOGSTATUS

  • a.

    Indien in een horecabedrijf sprake is van gebruik van softdrugs zonder dathet bedrijf voorkomt op lijst gedoogde coffeeshops behorende bij de Nota“Coffeeshops” wordt de ondernemer nadrukkelijk gewezen op de noodzaakmaatregelen te treffen. De waarschuwing wordt schriftelijk bevestigd;

  • b.

    Indien in een horecabedrijf sprake is van verkoop van softdrugs zonder dathet bedrijf voorkomt op lijst gedoogde coffeeshops behorende bij de Nota“Coffeeshops” zal de burgemeester overgaan tot onmiddellijke sluiting opgrond van artikel 13b Opiumwet van de inrichting besluiten voor een nader tebepalen periode;

  • c.

    Bij herhaling binnen een jaar zal de burgemeester overgaan tot onmiddellijke(tijdelijke) sluiting op grond van artikel 13b Opiumwet en het intrekken van deexploitatievergunning voor een nader te bepalen periode;

  • d.

    Afhankelijk van de aard van de overtreding kan de waarschuwing ookworden overgeslagen (bijvoorbeeld als de horecaondernemer zelf bij deverkoop betrokken is) en zal de burgemeester de exploitatievergunning intrekken.

4.15 OVERTREDING VAN DE WET OP KANSSPELEN

Als door de politie en/of een daartoe bevoegde ambtenaar geconstateerd wordt dater speelautomaten aanwezig zijn zonder aanwezigheidsvergunning zijn de sanctieszoals omschreven in 4.3, 4.4, 4.5 en 4.6 van toepassing.

4.16 STRAFBARE FEITEN

Indien strafbare feiten worden gepleegd door werknemers en/of ondernemers ofdoor anderen, in en/of rondom de horecabedrijf en deze strafbare feiten leiden naarhet oordeel van de burgemeester tot een bedreiging van de openbare orde, dan zalin beginsel worden opgetreden volgens de systematiek van dit horecasanctiebeleidals deze strafbare feiten verband houden met de wijze van exploitatie van de inrichting.Hierbij wordt altijd gekeken naar de verwijtbaarheid van de ondernemer.

4.17 VERDENKING VAN STRAFBARE FEITEN

Het belang van de openbare orde kan tenslotte vorderen dat de burgemeester opbasis van verdenking van strafbare feiten, die nog niet tot een veroordeling in rechtehebben geleid en waaromtrent zelfs nog niet tot een vervolging is besloten, tot aldan niet tijdelijke of gedeeltelijke sluiting van een inrichting kan overgaan. Eenwaarschuwing als bedoeld in de voorafgaande paragrafen hoeft aan dit besluit nietvooraf te gaan.

4.18 GEWELDSDELICTEN

Uitgaansgeweld in of rondom een horecabedrijf wordt door de burgemeester

beschouwd als een ernstige aantasting van de openbare orde.

Wanneer er nu sprake is van een geweldsdelict van enige betekenis (er is

bijvoorbeeld sprake van aantoonbaar letsel), waarbij een relatie kan worden gelegdtussen het geweld en de wijze van exploiteren van een horecabedrijf zoalsomschreven in de toelichting, dan wordt bij de toepassing van het

horecasanctiebeleid de eerste stap, het geven van een waarschuwing, overgeslagen.Dit betekent dat direct de ontheffing sluitingstijden tijdelijk kan worden ingetrokkenof de sluitingstijden vervroegd.

In geval van een zeer ernstig geweldsdelict kan de burgemeester besluiten omgebruik te malen van zijn discretionaire bevoegdheid zie paragraaf 3.3.Bij lichte vormen van geweld daarentegen kan de burgemeester ook besluiten meteen waarschuwing te volstaan.

5 ALGEMENE BEPALINGEN

5.1 ZIENSWIJZE VAN HORECAONDERNEMER

Bij herhaling binnen een jaar, wordt de horecaondernemer, middels een voornementot toepassen bestuursdwang (of dwangsom) in kennis gesteld van de 2eovertreding en het voornemen van de sanctie. De horecaondernemer kan binnen voornemen zijn zienswijze kenbaar maken opgrond artikel 4:8 Awb. Dit kan zowel schriftelijk als mondeling gebeuren. Na hetverstrijken van de zienswijzentermijn wordt de definitieve sanctie opgelegd. In hetkader van het “lik op stuk” beleid wordt de behandeltijd zo kort mogelijk gehoudenen de sanctie snel opgelegd. De schriftelijke mededeling van de sanctie wordtbinnen 16 werkdagen uitgereikt aan de horecaondernemer. De politie en deaangewezen toezichthouder zullen toezicht houden ten tijde van het sanctiebesluiten rapporteren bij niet nakoming van de sanctie.

Een maatregel op grond van het horecasanctiebeleid - (tijdelijke) intrekking vanvergunning, verlof of ontheffing, vervroeging van de sluitingsuren, opleggen van eendwangsom etc. is een besluit in de zin van art. 1:3 Awb.

Voorafgaand aan dit besluit wordt de belanghebbende daarom in de gelegenheidgesteld zijn zienswijze naar voren te brengen. Bij het 'zienswijzegesprek' zijnaanwezig de horecaondernemer, vertegenwoordigers van de afdeling Veiligheid/handhaving en indien wenselijk Politie. Tijdens het gesprek wordt standaard ook deeerdere overtreding(en) besproken.

5.2 SAMENLOOP

Voor de systematiek van het horeca- sanctiebeleid wordt de onderneming als eenondeelbaar geheel beschouwd. Dit betekent dat indien de ondernemer:

  • -

    Eenzelfde of een ander voorschrift overtreedt van een aan hem verleendeontheffing of

  • -

    Vergunning of verlof in relatie tot de uitoefening van zijn horecabedrijf of

  • -

    Indien de ondernemer handelt op enigerlei wijze die naar het oordeel van deburgemeester in het belang van de openbare orde en veiligheid niet geduldkan worden of

  • -

    Een daaropvolgende overtreding binnen de termijn van een jaar van hetzelfde of enig ander voorschrift van dezelfde of een andere ontheffing,vergunning of verlof zal worden opgevat als een herhaalde overtreding in dezin van dit horeca- sanctiebeleid.

Artikel 5.0.8 Awb samenloop van bestuurlijke sancties: Indien twee of meer

voorschriften zijn overtreden, kan voor de overtreding van elk afzonderlijk voorschrifteen bestuurlijke sanctie (reparatoir en/of punitief) worden opgelegd, tenzij slechtséén gedraging plaatsvond.

  • -

    Eendaadse samenloop: als overtreding van de ene bepalingnoodzakelijkerwijs ook overtreding van de andere bepaling impliceert, danwel indien beide bepalingen dezelfde strekking hebben, omdat zij dezelfdebelangen beschermen. Slechts één sanctie kan worden opgelegd.

  • -

    Meerdaadse samenloop: indien een fysieke handeling kan wordenuiteengerafeld in verschillende gedragingen, die ook afzonderlijk haddenkunnen worden gepleegd en die verschillende belangen schenden. De op deverschillende gedragingen gestelde sancties kunnen bij elkaar wordenopgeteld c.q. tezamen worden opgelegd, met inachtneming van hetevenredigheidsbeginsel (art. 3:4 lid2 Awb). De combinatie van opgelegdesancties moet evenredig zijn aan de gepleegde overtredingen.

5.3 EVALUATIE

Terugkoppeling

Tweemaal per jaar vindt terugkoppeling van het gevoerde sanctiebeleid plaats naarde verschillende betrokken partijen. Zowel in het voorjaar (overzicht cijferssanctiebeleid) als in het najaar vindt het horecaoverleg plaats. Naast deburgemeester zijn daarbij de vertegenwoordigers van horecabedrijven, bewoners,Koninklijk verbond van ondernemers in het horeca- en aanverwante bedrijf horecaNederland afdeling Zandvoort, politie en gemeentelijke sectoren aanwezig. Tijdensdit overleg worden de horeca gerelateerde beleidsplannen besproken en wordt ookaandacht besteed aan probleemsituaties. Aangezien het overleg een vrij algemeenkarakter heeft, worden specifieke onderwerpen separaat met de meest betrokkenbelanghebbenden besproken.

Dit beleid dient ter vervanging van het oude Horecasanctiebeleid. Omdat nieuwestappenplannen zijn ontwikkeld en oude stappenplannen zijn aangepast. Het moetin de praktijk blijken of dit horecasanctiebeleid voldoet aan de verwachtingenomtrent het sanctioneren van overtredingen. Daarom wordt dit beleid in 2012geëvalueerd en indien nodig aangepast. Verder vind aanpassing plaats indien ineen eerder stadium wet- en regelgeving gewijzigd wordt.

6 COMMUNICATIE

6.1 PUBLICATIE SANCTIES

  • -

    Zodra een horecabedrijf door het opleggen van bestuursdwang fysiek gesloten wordtzal dit doormiddel van een aankondiging op de deur en/of door verzegeling van hethorecabedrijf bekend gemaakt worden.

  • -

    Tevens zullen alle ondernemers van horecabedrijven in Zandvoort jaarlijksgeïnformeerd worden omtrent de beleidsregels en implicaties van dit sanctiebeleid viade gemeentelijke website.

2 BEKENDMAKING AAN DE HORECAONDERNEMERS

  • -

    Het sanctiebeleid zal worden bekend gemaakt met een verplichte publicatie in het huisaan huisblad, Zandvoortse Courant na officiële vaststelling door het College en de burgemeester. Daarnaast volgen enkele aanvullende communicatie acties onder meer een persbericht op de gemeentelijke website.

  • -

    Tevens zal de notitie ‘horeca- sanctiebeleid’ na de officiële vaststelling ter inzagegelegd worden.

Het Horeca- sanctiebeleid treedt per de dag na publicatie in werking.

Bijlage 1 - Toelichting

Reikwijdte van het beleid

Reikwijdte van het beleid is uitgebreid met het volgende:

Het horecasanctiebeleid is van toepassing op alle horecabedrijven; alcoholhoudende en nietalcoholhoudend(de zogenaamde verlofbedrijven) in de gemeente Zandvoort.

Ook de bijzondere bedrijven zoals de strandpaviljoens, de coffeeshops, sportkantines en deseks- horecabedrijf vallen onder de werking van dit beleid.

Ook is het horeca- sanctiebeleid van toepassing op alle horecabedrijven die overlast door geluid veroorzaken. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen geluidsoverlast veroorzaakt door de horeca- inrichting waarbij sprake is van verstoren van op enbare orde of het woon- en leefklimaat ter plaatse en geluid die niet openbare orde of het woon- en leefklimaat ter plaatse aantasten.

Dit is een andere werkwijze dan in het huidige horeca- sanctiebeleid. Daarom vereist dezebeleidsregel dat zorgvuldig wordt afgewogen of het een kwestie is van openbare orde enveiligheid en of milieuwetgeving.

Handhavingsmiddelen

-Algemene wet bestuursrecht

Bestuursrechtelijke handhaving is geregeld in hoofdstuk 5 van de Awb. Handhaving doormiddel van het bestuursrecht bestaat alleen als de bevoegdheid uitdrukkelijk bij of krachtenseen wet is toegekend. Voor toepassing van deze bevoegdheden is het noodzakelijk de op deovertreding van toepassing zijnde wet te raadplegen. De Algemene wet bestuursrecht is nietvan toepassing op de opsporing van strafbare feiten en de tenuitvoerlegging vanstrafrechtelijke beslissingen maar slechts op bestuursrechtelijk handelen.

Ten behoeve van de bestuursrechtelijke handhaving bestaat een groot aantal instrumenten.Bestuursdwang en dwangsom zijn de bekendste en worden in de praktijk het meest gebruikt.Ook intrekking van de vergunning is een handhavinginstrument. Indien de vergunninghouderde voorschriften gesteld aan de vergunning niet naleeft, is intrekken als sanctie in beginselgeoorloofd, indien de wettelijke regeling, die aan de vergunning ten grondslag ligt, dittoestaat. Factoren die bij de overweging om tot handhaven over te gaan een rol spelen, zijnde aard en de ernst van de overtreding, de duur van de overtreding, de praktischeuitvoerbaarheid, het gelijkheidsbeginsel, de belangen van derden, het algemeen belang ende precedentwerking.

Onder bestuursdwang wordt verstaan: het door feitelijk handelen, door of vanwege eenbestuursorgaan, optreden tegen hetgeen in strijd is met enig wettelijk voorschrift. Dit betekentdat daaronder ook valt het treffen van maatregelen om verdere nadelige gevolgen van eenovertreding te voorkomen. Ook maatregelen tot het geheel of gedeeltelijk buiten werking

stellen van een inrichting of het stilleggen van de werkzaamheden vallen onder dezebeschrijving. Bestuursdwang is gericht op het ongedaan maken van de overtreding en hetvoorkomen van herhaling van een overtreding. Bestuursdwang kan worden opgelegd alssanctie of als de overtreder de overtreding door middel van het opleggen van een dwangsomniet ongedaan maakt. Voordat het bestuursorgaan een besluit neemt over een

bestuursrechtelijke sanctie moet een belanghebbende op grond van 4:13 van de Awb in degelegenheid gesteld worden zijn zienswijze kenbaar te maken.

-Wetboek van Strafrecht/strafvordering

In het algemeen kan gesteld worden dat bij keuze tussen handhaven op grond van hetstrafrecht of bestuursrecht het handhaven door middel van bestuursrechtelijke sancties devoorkeur geniet. Onder bepaalde omstandigheden is het echter wenselijk om strafrechtelijkop te treden. Dit zijn naast elkaar bestaande bevoegdheden die gelijktijdig alshandhavinginstrumenten kunnen worden gebruikt. Belangrijke verschillen tussen strafrechten bestuursrecht zijn, dat sancties in het strafrecht door een onafhankelijke en onpartijdigerechter worden opgelegd en gericht zijn op vergelding. In het bestuursrecht worden desancties door het bestuur opgelegd, achteraf te beoordelen door een rechter en deze zijngericht op herstel van de illegale situatie.

-De Gemeentewet

Artikel 125 lid 1 van de Gemeentewet biedt de mogelijkheid voor het gemeentebestuur ombestuursdwang toe te passen. Lid 2 van dit artikel heeft als hoofdregel dat de bevoegdheidtot toepassen van bestuursdwang wordt uitgeoefend door het College van burgemeester enwethouders indien de toepassing van bestuursdwang dient tot handhaving van regels die het

gemeentebestuur heeft vastgesteld.

Artikel 125 lid 3 geeft de bevoegdheid tot het toepassen van bestuursdwang aan deburgemeester wanneer het gaat om de regels met de uitvoering waarvan de burgemeester belast is. Van een uitvoeringstaak is sprake doordat hij als zodanig met de uitvoering van bepaalde wettelijke voorschriften is belast of doordat de wetgever hem bepaalde uitvoeringsbevoegdheden heeft toegekend. Art. 30 b Wet op de kansspelen bijvoorbeeld, verbiedt het zonder vergunning van de burgemeester aanwezig hebben van een of meerspeelautomaten.

Op grond van art. 154 van de Gemeentewet kunnen overtredingen van regelgeving inverordeningen strafbaar gesteld worden met maximaal drie maanden hechtenis of met deoplegging van een geldboete van de tweede categorie welke is opgenomen in destrafbepaling van de APV Zandvoort. Dit betekent dat, op het moment dat een overtredingplaatsvindt, aangifte kan worden gedaan. Het is vervolgens aan het Openbaar Ministerie omtot strafvervolging over te gaan. Dit kan naast bestuursrechtelijke handhaving lopen.

-Wet milieubeheer/Activiteitenbesluit

Op een enkele uitzondering na vallen alle horecabedrijven of sportaccommodaties onder dewerkingssfeer van het Activiteitenbesluit Wet milieubeheer. Aan dit besluit zijn voorschriftenverbonden ter bescherming van het milieu. Bovenstaand besluit is een uitwerking op grondvan artikel 8.40 van de Wet Milieubeheer. De bedrijven die niet onder het besluit vallen zijnvergunningsplichtig. Aan een vergunning zijn voorschriften verbonden ter bescherming vanhet milieu.

Buiten het horecabedrijf mag de van toepassing zijnde geluidsnorm niet overtreden worden.Is dat wel het geval dan zal gecontroleerd worden wat daarvan de oorzaak is.Bij overtredingen van de geluidsnorm zal bestuurlijk gehandhaafd worden. Daarnaast kan erproces-verbaal worden opgemaakt. Bij een recidive kan door middel van een nadere eis deondernemer verlicht gesteld worden om een geluidsbegrenzer of bouwkundige voorzieningenaan te brengen. Ook kunnen via de nadere eis gedragsregels aan de ondernemer wordenopgelegd. Overtredingen van deze normen zijn overtredingen op grond van de Wetmilieubeheer en worden strafrechtelijk gesanctioneerd op grond van de bepalingen.

-Wet economische delicten

In deze wet is een aantal overtredingen van bepalingen uit andere Wet- en regelgevingopgenomen als economische delict. Daarnaast is in deze wet een aantal strafbepalingen enmaatregelen opgenomen die het Wetboek van Strafrecht niet kent. Handhaving op grond vandeze wet valt onder strafrechtelijke handhaving en de Officier van Justitie is ter zakebevoegd.

-Drank- en horecawet

De Drank- en Horecawet is van toepassing op elke horecagelegenheid waarinalcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt. Artikel 3 van deze wetbepaalt dat het is verboden een horecabedrijf of een slijtersbedrijf uit te oefenen zonder eendaartoe een strekkende vergunning van burgemeester en wethouders. Voor het naleven vande bij of krachtens de Drank- en Horecawet geldende verboden en voorschriften zijn de

leidinggevenden, voor wier rekening en risico het drank- en horecabedrijf wordt uitgeoefend,alsmede de bestuurders, de leidinggevenden die algemene leiding geven aan deonderneming en de leidinggevende die onmiddellijke leiding geeft, aansprakelijk. Artikel 20bepaalt dat het verboden is aan personen onder de 16 bedrijfsmatig alcoholhoudende drank

te verstrekken en het is verboden aan een persoon onder de 18 jaar sterke drank teverstrekken.

Een vergunning wordt ingetrokken op grond van artikel 31 lid 1 van Drank- en Horecawet. Ditis het geval als:

  • -

    Als de gegevens onjuist of onvolledig zijn verstrekt en de beslissing anders zou zijnuitgevallen als de juiste omstandigheden bekend waren geweest, of

  • -

    De leidinggevenden niet meer aan de eisen voldoen, of

  • -

    Als er geen leidinggevende aanwezig is, of

  • -

    Als een niet in de vergunning vermelde persoon leidinggevende is geworden, of

  • -

    Wanneer zich feiten hebben voorgedaan die de vrees rechtvaardigen dat het van krachtblijven van de vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, of

  • -

    Als de inrichting niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning gegevenomschrijving.

Op grond van artikel 31 lid 2 van de wet kan een vergunning worden ingetrokken als:

  • -

    Er werd gehandeld in strijd met de vergunningsvoorschriften

  • -

    De drank- en horecawet zelf wordt overtreden

  • -

    Er sprake is van het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in art. 3 wet BIBOB

Intrekking van een vergunning op grond van de Drank- en Horecawet heeft tot gevolg dat inde inrichting geen alcoholhoudende dranken meer mogen worden verstrekt.

-Opiumwet

In de Opiumwet wordt het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken,vervoeren, aanwezig hebben en vervaardigen van soft- en harddrugs verboden. Harddrugs zijnals stoffen met een onaanvaardbaar risico geplaatst op lijst 1 van deze wet. Softdrugs, dieminder gevaar opleveren, staan op lijst 2. Artikel 13 b van deze wet geeft de burgemeester debevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang indien in voor het publiek toegankelijke lokalenen daarbij behorende erven drugs worden verkocht, geleverd, gebruikt of aanwezig zijn. Drugsin de horecabedrijf zijn een gevaar voor de openbare orde en veiligheid. Er kan totsanctioneren worden overgegaan zonder dat er sprake is van concrete overlast of verstoringvan de openbare orde. De bevoegdheid tot het uitoefenen van bestuursdwang is toegekendaan de burgemeester.

Softdrugs en de verkoop daarvan is uitsluitend toegestaan in de twee in Zandvoort gedoogdealcoholvrije coffeeshops. Deze coffeeshops dienen te voldoen aan de AHOJ-G criteria. Ditstaat voor:

A. Geen affichering: dit betekent geen reclame anders dan een summiere aanduiding op debetreffende lokaliteit;

H. Geen Harddrugs: dit betekent dat geen harddrugs voor handen mogen zijn en of verkochtmogen worden;

O. Geen overlast: onder overlast kan worden verstaan: parkeeroverlast rond de coffeeshop,geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten;

J. Geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang aan jeugdigen tot een cofffeeshop: gelet opde toename van het cannabisgebruik onder jongeren is gekozen voor een strikte handhavingvan de leeftijdsgrens van 18 jaar;

G. Geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie: dat wil zeggen hoeveelheden groterdan geschikt voor eigen gebruik (= 5 gram). Onder transactie wordt begrepen alle koop enverkoop in één coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper. Verder mogenin een coffeeshop geen alcoholhoudende dranken worden verkocht en de handelsvoorraadmag niet meer zijn dan de maximaal toegestane hoeveelheid (=500 gram).

Bij het constateren van overlast bij deze coffeeshops kan de burgemeester optreden op grondvan artikel 13 b van de Opiumwet.

-Wet op de kansspelen

De Wet op de kansspelen is in 2000 gewijzigd. De belangrijkste wijziging betreft het opstelplaatsenbeleid van spelautomaten. Het onderscheid tussen hoog- en laagdrempelig is wettelijkvastgelegd. Gemeenten kunnen vergunning verlenen voor maximaal twee kansspelautomaten

in hoogdrempelige horecabedrijf. Voor laagdrempelige horecabedrijf kan slechts eenvergunning voor behendigheidsautomaten verleend worden.

Op grond van deze wet is in de APV Zandvoort bepaald dat het verboden is zonder vergunningvan de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren. Dit verbod isniet van toepassing op speelautomatenhallen waarvoor, op grond van de“Speelautomatenverordening Zandvoort” een vergunning is verleend.

-Algemene Plaatselijke Verordening

De Gemeentewet biedt de gemeenteraad een verordenende bevoegdheid zolang deze niet instrijd is met een hogere wetgeving. In de APV Zandvoort is deze bevoegdheid uitgewerkt. Deoverlast voor burgers tengevolge van het vestigen van horecabedrijven kan groot zijn. Daaromwordt er een vergunningensysteem gehanteerd. De APV Zandvoort geeft de regels voor hetexploiteren van een horecabedrijf. De APV verbiedt het exploiteren van een horecabedrijfzonder vergunning van de burgemeester. Een exploitatievergunning beoogt de woon- enleefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf te beschermen en verstoring van de openbareorde te voorkomen. Elke horecaondernemer in de gemeente Zandvoort moet in het bezit zijnvan een exploitatievergunning. Zonder een dergelijke vergunning mag geen horecabedrijfworden geëxploiteerd. De bepalingen in het bestemmingsplan kunnen een reden zijn om deexploitatievergunning te weigeren. Een exploitatievergunning kan worden ingetrokken indienhet woon- en leefklimaat wordt aangetast en indien ten gevolge van gewijzigde

omstandigheden of inzichten, het van kracht blijven van de vergunning of ontheffing in strijdmoet worden geacht met het algemeen belang of de belangen ter bescherming waarvan devergunning is verleend. Het intrekken van een exploitatievergunning is een zwaar middel enwordt alleen gebruikt indien er sprake is van ernstige aantasting van de openbare orde en/ofaantasting van het woon- en leefklimaat en in het geval dat andere maatregelen nietdoeltreffend zijn gebleken.

-Drank- en Horecaverordening Zandvoort 2006

Het is, op grond van deze verordening, verboden sterke drank te verstrekken vanuit gebouwenwaarin:

  • -

    Onderwijs wordt gegeven;

  • -

    Waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij één of meer jeugd- ofjongerenorganisaties of –instellingen;

  • -

    Gemeentelijke wijkgebouwen of buurthuizen;

  • -

    Sportkantines of instellingen;

  • -

    Gelegenheden waar uitsluitend geringe eetwaren worden verkocht.

Tevens is het verboden om sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verkopen.Het is daarnaast verboden zonder vergunning bedrijfsmatig alcoholvrije drank voorgebruik ter plaatse vanuit deze horecabedrijf te verstrekken. Onder bepaaldevoorwaarden kan een verlof voor het verstrekken van alcoholvrije drank door deburgemeester verleend worden. Tevens vermeld deze verordening de gronden waarop ditverlof kan worden ingetrokken. Drankverstrekking op terrassen is alleen toegestaan aandegene die daar vergunning voor heeft.

-Bouwverordening Zandvoort

In de bouwverordening is het brandveilig gebruik van bouwwerken geregeld. Het kan verbodenworden zonder gebruiksvergunning een bouwwerk in gebruik te hebben of te houden. Degebruiksvergunning wordt namens het college van B&W door de Brandweer verleend. Devoorwaarden die worden gesteld zijn gericht op het voorkomen van brand en van ongevallen bijbrand.

-Gebruiksbesluit

In artikel 2.2.1 van deze verordening wordt bepaald wanneer het verboden is een inrichtingzonder vergunning van burgemeester en wethouders in gebruik te hebben. DeBrandveiligheidsverordening is van toepassing op tijdelijke bouwsels. Indien niet voldaan wordtaan de vereisten van het gebruik van de inrichting in relatie tot de beoogde gebruiksfunctie, dushet gebruik van de inrichting niet geacht wordt brandveilig te zijn, kan het gebruik wordenbeperkt, de vergunning kan worden geweigerd dan wel kan worden ingetrokken.

-Bestemmingsplan

Het bestemmingsplan is een middel waarmee de gemeente beleid voert op het gebied van deruimtelijke ordening. Uit het bestemmingsplan blijkt voor welke doeleinden men de grond magbebouwen en gebruiken. In het plan is een specifieke regeling opgenomen omtrent de vestigingvan horecabedrijven. Indien een strijdig feit wordt geconstateerd, wordt de overtreder benaderdom aan de overtreding een eind te maken. Indien de strijdigheid niet wordt beëindigd zal doormiddel van het uitoefenen van bestuursdwang of het opleggen van een dwangsom getrachtworden de situatie in overeenstemming te brengen met het bestemmingsplan.

-Inzet van de Horecaportier

Op 1 april 1999 is de “Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus” inwerking getreden. De Wet beoogt de wildgroei in de beveiligingsbranche en in de wereld vande horecaportiers in te dammen. Vooral horecaportiers worden nogal eens in verband gebrachtmet criminaliteit. Met deze Wet stelt de wetgever kwaliteitseisen aan portiers. Er wordt door deMinister van Justitie, vóór het verlenen van een vergunning aan de beveiligingsorganisatie,onderzoek verricht naar de antecedenten van de aanvrager. De aanvrager moet voldoen aande eisen van bekwaamheid en betrouwbaarheid. Ten aanzien van bekwaamheid heeft de

minister opleidingseisen vastgesteld. De door portiers verrichte werkzaamheden, dienenaangemerkt te worden als beveiligingswerkzaamheden. Een horecaportier, in dienst bij eenbeveiligingsorganisatie dient herkenbaar te zijn. Daarnaast moet hij zich kunnen legitimerendoor middel van een hiervoor vastgesteld legitimatiebewijs. In Zandvoort is in de vergunningverruiming sluitingstijden opgenomen dat er één horecaportier aanwezig dient te zijn indien hetbedrijf is geopend tot 05:00 uur. Een horecaportier kan ervoor zorgen dat problemen rond hethorecabedrijf in de kiem gesmoord worden waardoor de overlast voor omwonenden voorkomenwordt.

Indien de aanwezigheid van een horecaportier gedurende de nachtelijke uren door middel vande vergunningsbepalingen verplicht is gesteld en indien aan de voorschriften niet wordtvoldaan is er sprake van een overtreding van de vergunning verruiming sluitingstijden.

-Geweldsdelicten

Geweld kan zich op straat manifesteren, maar ook binnen, in een horecabedrijf of in de directeomgeving daarvan. Zo kan bijvoorbeeld een geweldsdelict worden gepleegd doorhorecapersoneel tegen bezoekers, maar (tijdens de openingstijden) ook tussenhorecapersoneel onderling. Ook een geweldsdelict tussen bezoekers onderling zonder dat deondernemer de politie daarbij roept wordt hieronder worden verstaan. Een vechtpartij buiten deinrichting kan hieronder vallen, mits er een relatie met de horecabedrijf is. Ook hierbij wordtgekeken naar de verwijtbaarheid van de ondernemer. Tenslotte kan de wijze van exploitatie(bijvoorbeeld deurbeleid, muziekkeuze) aanleiding geven tot het gebruik van geweld. Bijgeweld door een portier is deze relatie altijd aanwezig, maar bijvoorbeeld ook het geen gebruikmaken van een wel aanwezige detectiepoort kan betekenen dat zo'n relatie er is.

Bijlage 2 - Invoeging

Handelen zonder vergunning of voorlopige toestemming (paragraaf 4.1)

Het horecasanctiebeleid is ook van toepassing op de horecabedrijven die nog niet in het bezitzijn van een voorlopige toestemming.

Extra sancties bij verruiming sluitingsuur (paragraaf 4.3, 4.4, 4.5 en 4.6)

In het huidige sanctiebeleid was de stap tussen de eerste en de tweede sanctie te groot. Deeerste sanctie (na de waarschuwing) betrof een vervroeging van de sluitingstijden op 3achtereenvolgende avonden in het weekend. De volgende stap was een complete sluitingvoor de periode van een week of vervroeging van de sluitingstijd voor 30 dagen. Hier is eenstap tussengevoegd. namelijk het vervroegen van de sluitingstijden voor een periode van 7dagen. De wijziging is doorgevoerd in paragraaf 4.3, 4.4, 4.5 en 4.6.

Invoeging inleidende zin bij handelen zonder DHW-vergunning of voorlopigetoestemming (paragraaf 4.8)

Deze paragraaf handelt over schenken van alcoholhoudende drank zonder dat er eenvergunning is aangevraagd. Artikel 3 van de Drank- en Horecawet stelt dat het verboden isom zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders een horecabedrijf uit te oefenen.Gelet op de behandelprocedure van de aanvraag van de vergunning wordt in Zandvoort

sinds jaar en dag toegestaan dat een horecabedrijf indien de aanvraag voor de vergunning isingediend voor het publiek geopend is. Deze toestemming is thans opgenomen in de inleidingvan paragraaf 4.8.

Invoeging overtreding verlofbedrijven (paragraaf 4.9)

Voor Drank en Horeca horecabedrijf was een paragraaf opgenomen indien wordt gehandeldzonder vergunning. Dit was niet geregeld voor de zogenaamde verlof bedrijven. Eendergelijke regeling bleek wel gewenst. De regeling is nu opgenomen in paragraaf 4.9.De werking is gelijk aan die van de regeling voor de Drank- en Horeca horecabedrijf.

Invoeging Verstrekken van zwakalcoholische dranken aan jongeren onder de 16 jaar,of sterke drank aan jongeren onder de 18 jaar Drank (paragraaf 4.10)

Bij overtreding van de beleidsregels zoals beschreven in paragraaf 4.10 worden sanctiestoegepast zoals opgenomen in paragraaf 4.3, 4.4, 4.5 en 4.6.

Invoeging heling in horeca-inrichting (paragraaf 4.11)

Heling in horeca- inrichting wordt in Zandvoort niet getolereerd. Elke vorm van heling wordtvolgens de beleidsregels van het horecasanctiebeleid gesanctioneerd. Indien heling, waarbijeen relatie kan worden gelegd met de wijze van exploiteren van een horecabedrijf, wordt dehorecaondernemer daarvoor verantwoordelijk gehouden.

Invoeging softdrugverkoop zonder gedoogstatus (paragraaf 4.13)

Het komt af en toe voor dat er door de politie geconstateerd of vermoed wordt dat er in eenbedrijf dat niet voorkomt op de lijst van bedrijven die gedoogd worden, softdrugs wordenverkocht. Als de ondernemer er een vermoeden van heeft dat er in zijn bedrijf wordt gedealdkan hij de politie inschakelen. De politie zal hem adviseren hoe te handelen en welkemaatregelen hij kan trekken om te voorkomen dat er gedeald wordt. Mocht de eigenaar zelfbetrokken zijn bij de handel, dan worden afhankelijk van wat het onderzoek oplevertpassende maatregelen getroffen. Op grond van artikel 13b van de Opiumwet kan deBurgemeester elke inrichting voor het publiek sluiten indien daar softdrugs wordenaangetroffen. In het huidige sanctiebeleid is de beschrijving van de procedure niet duidelijk,vandaar de invoegingen bij paragraaf 4.13.

Invoeging overtreding wet op de kansspelen (paragraaf 4.14)

Bij overtreding van de wet op de kansspelen zoals beschreven in paragraaf 4.14 wordensancties toegepast zoals opgenomen in paragraaf 4.3, 4.4, 4.5 en 4.6.

De overige paragrafen spreken voor zich.

Bijlage 3 - Voorwaarden exploitatievergunning

Aan de Exploitatievergunning zijn de volgende voorwaarden verbonden:

  • -

    U bent als exploitant mede verantwoordelijk voor de rust en veiligheid tijdensen rondom de exploitatie van uw horecabedrijf. U dient toe te zien en denodige maatregelen en voorzieningen te treffen die hierop een positief effecthebben;

  • -

    Indien, op welke manier dan ook, overlast wordt veroorzaakt en/of het woonenleefklimaat wordt aangetast door de exploitatie van dit horecabedrijf, kandeze vergunning worden ingetrokken;

  • -

    U bent verplicht de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te treffen teneinde tevoorkomen dat de gemeente dan wel derden tengevolge van het gebruik vandeze vergunningen schade lijden;

  • -

    Het terrasmeubilair dient te allen tijden binnen de aangegeven markeringente blijven;

  • -

    De plaatsing alsmede het gebruik van het terras mag niet zodanig zijn, dat daardoor de toegang tot in gebruik zijnde gebouwen, gedeelten vangebouwen en het trottoirgedeelte wordt bemoeilijkt;

  • -

    De exploitatie van het terras is mogelijk tot het tijdstip waarop de exploitatievan het betreffende bedrijf volgens de ter zake geldende wettelijke regelingdient te zijn beëindigd, met dien verstande, dat dit niet later dan 01.00 uurmag zijn. Indien een bijzondere omstandigheid daartoe aanleiding geeft kanvoor een concrete locatie of locaties een afwijkende openstellingtijd wordenbepaald;

  • -

    De vergunninghouder dient erop toe te zien dat op het terras geen hinder,overlast of verstoring van de openbare orde wordt veroorzaakt anders dangebruikelijk is bij normaal gebruik van het terras;

  • -

    Het terras dient gedurende sluitingstijd te worden opgeslagen. Indien hetterras buiten wordt opgeslagen dan dient het terrasmeubilair (tafels enstoelen) te worden opgestapeld en tezamen met de losse terrasschotten enparasols in een hoek van het terras te worden geplaatst. Het geplaatste in dehoek dient zodanig te worden beveiligd dat het niet door derden onbevoegdis weg te halen;

  • -

    Drank en/of eetwaren voor gebruik ter plaatse mogen niet worden verstrektbuiten de ruimte waarvoor de vergunning is verleend;

  • -

    Drank en/of eetwaren voor gebruik ter plaatse mogen enkel worden verstrektaan degenen die gebruik maken van het vergunde terras;

  • -

    Op het terras mogen geen andere attributen aanwezig zijn dan: tafels,stoelen, banken, parasols, en zijschotten en losse bloembakken;

  • -

    Tijdens evenementen mogen op de terrassen welke vallen binnen hetaangewezen evenementengebied enkel dranken worden geschonken inplastic bekers/plastic glazen. Tijdens deze evenementen is glaswerk op hetterras verboden;

  • -

    Gedurende evenementen kunnen naast het in het terrassenbeleid bepaaldeeveneens andere bepalingen op grond van het evenementenbeleid c.q.evenementenvergunning van toepassing zijn op het terras;

  • -

    Indien met het oog op het uitvoeren van openbare werken of om enigerleiandere reden verwijdering van een terras noodzakelijk is, moet de exploitantdit terstond, dan wel zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 24 uur opeerste aanzegging van of namens het bevoegde orgaan verwijderen;

  • -

    Indien, op welke manier dan ook, overlast wordt veroorzaakt en/of het woonenleefklimaat wordt aangetast door de exploitatie van dit horecabedrijf, kandeze vergunning worden ingetrokken;

  • -

    De aanwijzingen gegeven door of namens de Politie Kennemerland of eenvan gemeentewege aangewezen ambtenaar dienen stipt en terstond teworden opgevolgd;

  • -

    Ik behoud het recht aan deze vergunning nader voorschriften enbeperkingen te verbinden ingeval van bijzondere omstandigheden.

Bijlage 4 - Voorwaarden verruiming sluitingsuur tot 03:00 uur

Aan de verruiming sluitingsuur tot 03:00 uur zijn de volgende voorwaarden verbonden:

  • -

    De vergunning is in de inrichting aanwezig en wordt op verzoek van ofnamens het bevoegd gezag getoond;

  • -

    Het terras is om uiterlijk 02.00 uur gesloten;

  • -

    De inrichting is om 03.00 uur gesloten. Dit houdt in dat na deze tijd geenbezoekers meer in de inrichting aanwezig zijn;

  • -

    De ondernemer en/of de leidinggevende draagt er zorg voor dat de

    bezoekers in en om de inrichting geen hinder veroorzaken voor

    omwonenden, de openbare orde niet wordt verstoord, de veiligheid

    gewaarborgd blijft en het woon- en leefklimaat niet wordt aangetast door dewijze van exploitatie;

  • -

    In de inrichting wordt voor voldoende toezicht gezorgd;

  • -

    Personen die beveiligingswerkzaamheden verrichten (horecaportiers)voldoen aan de eisen gesteld bij of krachtens de Wet particulierebeveiligingsorganisaties en recherchebureaus;

  • -

    Vijftien minuten voor het sluitingstijdstip worden geen consumpties meerverstrekt en wordt de volledige verlichting ontstoken;

  • -

    Dertig minuten voor het sluitingstijdstip wordt het geluidsniveau van demuziek teruggebracht tot achtergrondmuziek;

  • -

    De ondernemer is aansprakelijk voor schade aan personen en goederendirect of indirect verband houdende met het gebruik van deze vergunning;

  • -

    De ondernemer is verplicht de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te treffenom te voorkomen dat de gemeente dan wel derden door het gebruik vandeze vergunning schade lijden;

  • -

    In het kader van de openbare orde en/of veiligheid kan het bevoegd gezaghet noodzakelijk achten van deze vergunning af te wijken en naderevoorschriften en/of beperkingen te stellen die door de ondernemer directmoeten worden opgevolgd;

  • -

    Aan deze vergunning kunnen te allen tijde aanvullende voorschriften enbeperkingen worden verbonden.

Bijlage 5 - Voorwaarden verruiming sluitingsuur tot 05:00 uur

Aan de verruiming sluitingsuur tot 05:00 uur zijn de volgende voorwaarden verbonden:

  • -

    De vergunning is in de inrichting aanwezig en wordt op verzoek van ofnamens het bevoegd gezag getoond;

  • -

    Het terras is om uiterlijk 02.00 uur gesloten;

  • -

    Het is verboden na 03.00 uur bezoekers in de inrichting toe te laten;

  • -

    Na 03.00 uur heeft de inrichting een gesloten uitstraling;

  • -

    De inrichting is om 05.00 uur gesloten. Dit houdt in dat na deze tijd geenbezoekers meer in de inrichting aanwezig zijn;

  • -

    De horecabedrijf is tussen 05.00 uur en 11.00 uur gesloten voor bezoekers;

  • -

    De ondernemer en/of de leidinggevende draagt er zorg voor dat debezoekers in en om de inrichting geen hinder veroorzaken vooromwonenden, de openbare orde niet wordt verstoord, de veiligheidgewaarborgd blijft en het woon- en leefklimaat niet wordt aangetast door dewijze van exploitatie;

  • -

    In de inrichting is vanaf 21.00 uur of, bij latere opening, vanaf openingstijdeen metaaldetectiepoortje in werking;

  • -

    In de inrichting is vanaf 21.00 uur of, bij latere opening, vanaf openingstijdminimaal één portier aanwezig;

  • -

    In de inrichting wordt voor voldoende toezicht gezorgd;

  • -

    Personen die beveiligingswerkzaamheden verrichten (horecaportiers)voldoen aan de eisen gesteld bij of krachtens de Wet particulierebeveiligingsorganisaties en recherchebureaus;

  • -

    Vijftien minuten voor het sluitingstijdstip worden geen consumpties meerverstrekt en wordt de volledige verlichting ontstoken;

  • -

    Dertig minuten voor het sluitingstijdstip wordt het geluidsniveau van demuziek teruggebracht tot achtergrondmuziek;

  • -

    De ondernemer is aansprakelijk voor schade aan personen en goederendirect of indirect verband houdende met het gebruik van deze vergunning;

  • -

    De ondernemer is verplicht de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te treffenom te voorkomen dat de gemeente dan wel derden door het gebruik vandeze vergunning schade lijden;

  • -

    In het kader van de openbare orde en/of veiligheid kan het bevoegd gezaghet noodzakelijk achten van deze vergunning af te wijken en naderevoorschriften en/of beperkingen te stellen die door de ondernemer directmoeten worden opgevolgd;

  • -

    Aan deze vergunning kunnen te allen tijde aanvullende voorschriften enbeperkingen worden verbonden.