Regeling vervallen per 01-01-2014

Beheersverordening dierenbegraafplaats Zandvoort 2007

Geldend van 01-01-2007 t/m 31-12-2013

Intitulé

Beheersverordening dierenbegraafplaats Zandvoort 2007

DE VERORDENING

De raad van de gemeente Zandvoort:

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 augustus 2006, nr. 06/9435;

gelet op de overwegingen van de commissie Planning en Control van 20 september 2006;

overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de dierenbegraafplaats;

gelet op de desbetreffende bepalingen van de Destructiewet voor dieren artikel 1 onder f en artikel 21, de Gemeentewet artikel 147 en 149 en de Algemene wet bestuursrecht;

besluit de volgende verordening, inclusief toelichting, vast te stellen:

VERORDENING OP HET BEHEER EN HET GEBRUIK VAN DE ALGEMENE DIERENBEGRAAFPLAATS ZANDVOORT:

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Begripsomschrijvingen:

Deze verordening verstaat onder:

  • A.

    dierenbegraafplaats: afgesloten deel op de algemene begraafplaats van de gemeente Zandvoort;

  • B.

    college: burgemeester en wethouders van Zandvoort;

  • C.

    dierengraf: een graf, waarvoor aan een rechthebbende recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van stoffelijke resten van huisdieren;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van een asbus met hierin de stoffelijke resten van een huisdier met of zonder urn;

  • D.

    algemeen dierengraf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van kleinere huisdieren;

  • E.

    urn: een voorwerp ter berging van één asbus;

  • F.

    asbus: een bus ter berging van as van een huisdier;

  • G.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een dierengraf;

  • H.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding en administratie van

    de dierenbegraafplaats, of degene die hem vervangt;

  • I.

    rechthebbende: de rechthebbende op een dierengraf;

Uitbreiding begrippen eigen en algemeen graf

  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder "dierengraf" verstaan: huurgraf voor huisdieren.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder "algemeen graf" verstaan: algemeen graf voor kleinere huisdieren.

HOOFDSTUK 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Openstelling begraafplaats

  • 1.

    De dierenbegraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk tussen 08.00 uur en 18.00 uur.

    Het college maken deze tijden openbaar bekend.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden anders dan voor het bijwonen van een rouwbezoek, begrafenis of de bezorging van as.

Ordemaatregelen

  • 1.

    Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van het collge, werkzaamheden voor derden aan het graf en grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten. Deze toestemming kan door de beheerder van de begraafplaats mondeling worden gegeven.

  • 2.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats te rijden;

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen anders dan voor een

      begrafenis of voor het vervoeren van materialen;

    • b.

      sneller dan 5 km per uur.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van lid 2.

  • 4.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 5.

    Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, dienen zich op eerste aanzegging van de beheerder of diens vervanger van de begraafplaats te verwijderen.

Herdenkingen en onthullingen

  • 1.

    Onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid bedoeld in het eerste lid dienen zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Opgravingen en ruimen

  • 1.

    De overblijfselen van dieren en omhulsel in de graven kunnen na verloop van vijf jaren na de begraving door de gemeente worden geruimd indien:

    • -

      de huur niet verlengd wordt,

    • -

      de rechthebbende tussentijds afstand van het graf doet.

  • 2.

    Deze overblijfselen worden in een afgesloten gedeelte op de dierenbegraafplaats begraven, tenzij de rechthebbende op een grafruimte die overblijfselen op zijn kosten opnieuw in dezelfde dan wel in een andere dierengraf, zulks ter beoordeling van college wil doen begraven.

  • 3.

    Het opgraven van stoffelijke dierenresten en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden vanuit de gemeente zijn belast.

HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR BEZORGING STOFFELIJKE RESTEN VAN DIEREN

Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene die een dier wil doen begraven of as wil doen bijzetten geeft daarvan uiterlijk op de werkdag, voorafgaande aan die waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden, mondeling of schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

  • 2.

    Het openen van een dierengraf ter begraving of voor het bezorgen van as, het daarna sluiten van een graf, mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats .

De rechthebbenden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    Begraven en asbezorging van personen bedoeld in de wet op lijkbezorging gaat te alle tijde voor op die van het begraven van huisdieren.

  • 2.

    De tijd van begraven en het bezorgen van as voor dieren is, gelet op het gestelde in lid 1:

    op werkdagen van 09.00 tot 16.30 uur;

    op zaterdag van 09.00 tot 14.00 uur.

  • 3.

    Op hetzelfde tijdstip mag slechts één dierenbegrafenis of bijzetting plaatsvinden.

HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN

Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Op de algemene dierenbegraafplaats kunnen worden uitgegeven:

    huurgraven voor huisdieren;

  • 2.

    algemene gaven voor kleinere huisdieren.

Volgorde van uitgifte

De huurgraven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging

uitgegeven.

Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en de huurgraven onderverdelen in categorieën. Zij bepalen voor de verschillende categorieën de situering en de oppervlakte.

Termijnen huurgraven

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, dat:

    • -

      de huurgraven voor huisdieren worden uitgegeven voor de tijd van ten hoogste vijf jaar;

    • -

      de termijn begint te lopen op de datum waarop het huurgraf is uitgegeven.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op verzoek van de rechthebbende verlengd, telkens met een termijn van vijf jaar, mits het verzoek schriftelijk één jaar vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    Het in dit artikel bedoelde recht kan niet langer gelden dan tot het tijdstip waarop het terrein feitelijk aan zijn bestemming als dierenbegraafplaats zal zijn onttrokken.

  • 4.

    Over het in dit artikel genoemde recht worden leges geheven.

Overschrijving van verleende rechten

1.Het recht op een huurgraf kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden

overgeschreven.

2.Over de in dit artikel genoemde overschrijving worden leges geheven.

Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen van het recht op het huurgraf ten behoeve van de dierenbegraafplaats en het graf komt hiermee in gemeente beheer. Van de ontvangst van een dergelijke verklaring doet het college een schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

HOOFDSTUK 5 GRAFBEDEKKINGEN

Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het plaatsen van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2.

    Omtrent de wijze van aanvraag van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen, kan het college nadere regels vaststellen.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde regels.

  • 4.

    Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet wordt voldaan aan de door hen vastgestelde regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 5.

    Over de in dit artikel genoemde vergunning worden leges geheven.

Grafbeplanting

Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende drie maanden ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondeling of schriftelijk verzoek heeft ingediend bij de beheerder.

Verwijdering grafbedekking

  • 1.

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de huurtermijn door het college worden verwijderd.

  • 2.

    Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediend schriftelijk verzoek, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende drie maanden ter beschikking van degene aan wie een vergunning is verleend.

    Het schriftelijk verzoek kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 3.

    De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:

    • -

      geen verzoek op grond van het tweede lid is ingediend en de termijn waarbinnen

      dit verzoek had kunnen worden ingediend is verstreken;

    • -

      de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd,

      is meegenomen.

Onderhoud door de rechthebbende

  • 1.

    De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2.

    Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3.

    Het college is niet aansprakelijk voor de gevolgen van beschadiging, ontvreemding of het wegraken, door welke oorzaak dan ook, van voorwerpen of beplantingen, welke op of bij de graven zijn aangebracht.

  • 4.

    Het bepaalde in lid 3 lijdt uitzondering ten aanzien van beschadigingen, waarvan kan worden aangetoond dat deze het gevolg zijn van de op de begraafplaats van gemeentewege verrichte werkzaamheden, welke niet op juiste en voorzichtige wijze zijn uitgevoerd.

  • 5.

    Indien het in lid 2 genoemde verwijderen van voorwerpen c.q. grafbedekking plaatsvindt worden hierover leges geheven.

Wegnemen van gedenktekens e.d. van graven

De rechthebbende op een grafruimte of degene aan wie vergunning is verleend tot het plaatsen van een gedenkteken, is verplicht te gedogen, dat de daarop bevindende opstal(len) vanwege de werkzaamheden door het personeel van de gemeente, op haar kosten geheel of gedeeltelijk wordt (worden) weggenomen of verplaatst, voor zolang dit in verband met begraven van huisdieren in de nabijheid of om andere redenen noodzakelijk is.

Onderhoud door de gemeente

  • 1.

    Het college voorziet in het schoonhouden en het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken.

  • 2.

    Het college heft vastrecht voor onderhoud van algemene aard anders dan in lid 1

    aangegeven.

  • 3.

    Over het in lid 1 genoemde onderhoud aan de graven worden leges geheven.

HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN en URNEN

Ruiming, bezorging van overblijfselen en as.

  • 1.

    Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste drie maanden voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bord ter kennis van de rechthebbenden gebracht.

  • 2.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van stoffelijke overschotten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde afgesloten gedeelten van de dierenbegraafplaats.

  • 3.

    Rechthebbenden op een huurgraf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn de beheerder schriftelijk verzoeken bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraven elders op de dierenbegraafplaats.

HOOFDSTUK 7 INRICHTING REGISTER

Voorschriften

1.Door de beheerder van de dierenbegraafplaats wordt een register bijgehouden waarin is vastgelegd waar de dierlijke stoffelijke resten begraven zijn.

HOOFDSTUK 8 SLOTBEPALINGEN

Inwerkingtreding en citeertitel.

1.De “Verordening Beheersverordening algemene begraafplaats van Zandvoort 2004”

vastgesteld bij raadsbesluit van 2 oktober 2001 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 01-01-2007.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Beheersverordening algemene dierenbegraafplaats van Zandvoort 2007”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 oktober 2006.

De griffier, De voorzitter,

Toelichting beheersverordening dierenbegraafplaatsen 2007.

Algemene toelichting op de beheersverordening dierenbegraafplaatsen 2007

Inleiding. In 2006 is door de Raad van de gemeente de beheersverordening dierenbegraafplaats naar aanleiding van de dualisering van het gemeentebestuur herzien. De beheersverordening dierenbegraafplaats is verder inhoudelijk hetzelfde gebleven omdat de raad in het dualistisch stelsel de verordenende bevoegdheid heeft gehouden. Uiteraard zijn de verordening en de toelichting daarop wel aangepast aan de Wet dualisering gemeentebestuur en de aanwijzingen voor de decentrale regelgeving en verdere wetswijzigingen en jurisprudentie die betrekking hebben op de dierenbegraafplaats. 1. De verordenende bevoegdheid1.1 Begraafplaats op grondgebied van de eigen gemeente In artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet is bepaald dat gemeentelijke verordeningen door de raad worden vastgesteld voorzover de bevoegdheid daartoe niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college is toegekend. Ingevolge artikel 149 van de Gemeentewet maakt de raad de verordening die hij in het belang van de gemeente nodig acht. Sinds de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur op 7 maart 2002 zijn in de gemeente de bevoegdheden van de raad en het college ontvlecht. In het kader van de ontvlechting van raad en college zijn de bestuursbevoegdheden van de Gemeentewet geconcentreerd bij het college en zijn de kaderstellende en controlerende bevoegdheden van de raad versterkt. De grondslag voor de verordenende bevoegdheid voor dierenbegraafplaatsen berust op artikel 149 van de Gemeentewet. Daarnaast moet worden genoemd de Destructiewet.

1.2 Dierenbegraafplaats op grondgebied van een andere gemeente Er is geen dierenbegraafplaats op grondgebied van een andere gemeente.

2. Gemeentelijk begraafplaatsenbeleid2.1 Inleiding De beheersverordening dierenbegraafplaats bevat verschillende regels die de gemeenten hanteren voor de instandhouding en de dienstverlening op de gemeentelijke dierenbegraafplaats. In dit hoofdstuk schenken wij aandacht aan enkele van deze regels. 2.2 Gemeentelijke verantwoordelijkheid en regelgeving De burgers hebben vaak een emotionele betrokkenheid met begraafplaatsen en alles wat zich daarop afspeelt. Daarbij stelt de dienstverlening hen voor financiële lasten. Dit maakt het nodig om de rechten en verplichtingen duidelijk vast te leggen. Er is naar gestreefd om overbodige regelgeving te voorkomen en procedures kort te houden. De beheerder van de dierenbegraafplaats is aangewezen voor contacten met de burgers voor bijvoorbeeld het in ontvangst nemen van diverse aanvragen. De verantwoordelijkheid van de gemeente voor de dierenbegraafplaats kan worden vergeleken met de verantwoordelijkheid die zij heeft bij de zorg voor andere collectieve voorzieningen zoals wandelgebieden en fietspaden. De verschillende aspecten van de dierenbegraafplaats vragen in bestuurlijk opzicht om een speciale aanpak. Op de dierenbegraafplaats wordt alleen toestemming verleend tot het begraven van huisdieren. Alle dieren die onder de Destructiewet vallen komen hiervoor niet in aanmerking.

Voor de dienstverlening op dierenbegraafplaatsen noemt de verordening een uitgebreid voorzieningenpakket. Het uitvoeringsbesluit noemt algemene- en eigen dierengraven, bestemmingen voor as van huisdierendieren.

De beheersverordening geeft het college de bevoegdheid om de graven in te delen in categorieën.

Het is voor belanghebbende begrijpelijkerwijs gewenst als de overboeking van een grafruimte of de goedkeuring van een grafbedekking snel kan verlopen. Daarom worden de aanvragen om grafuitgiften en vergunningen voor grafbedekking vervolgens ingediend bij de beheerder van de dierenbegraafplaats. Door mandaat van de beslissingsbevoegdheid aan de beheerder worden de verzoeken door hem behandeld en afgewikkeld onder verantwoordelijkheid van het college. 2.3 Algemene graven De positie van hen die kiezen voor het begraven van het huisdier in een algemeen dierengraf zijn vast gelegd in de nadere regels het uitvoeringsbesluit graven asbezorging.

2.4 Ordemaatregelen Op de begraafplaatsen moet orde, rust en netheid bestaan. Daarom bevat de verordening gedragsvoorschriften voor hen die van de begraafplaatsen gebruikmaken. Dit kunnen bezoekers, uitvaartondernemers, hoveniers of steenhouwers zijn. Personen die zich niet gedragen volgens de aanwijzingen van de beheerder, kunnen door hem van de begraafplaats worden verwijderd. De politie kan als gevolg van de strafbedreiging tegen ordeverstoringen optreden en zo nodig proces verbaal opmaken. Uitdrukkelijk is vastgesteld dat bij opgraving van stoffelijkeresten van dieren of bij ruiming van een of meer dierengraven alleen de gemeentelijke medewerkers aanwezig mogen zijn die met de werkzaamheden zijn belast. 2.5 Overboeking van een eigen dierengraf Het recht op een eigen dierengraf wordt verleend door een beschikking van het college. Hierin wordt aan de aanvrager het uitsluitend recht gegeven om de stoffelijke dierenresten in een bepaald graf te doen begraven. Het recht om de stoffelijke dierenresten in een bepaald graf te begraven, in de praktijk aangeduid als 'eigen graf', steunt hiermee op een persoonlijke beschikking. De eigenaar kan zijn recht dus niet verkopen. Het recht kan op verzoek van de rechthebbende wel worden overgeschreven op een ander. De kring van de nieuwe rechthebbende wordt in beginsel beperkt tot de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant tot en met de derde graad.

2.6 Voorschriften grafbedekking Het aanzien van begraafplaatsen kan chaotisch worden als elke regelgeving ontbreekt. Het andere uiterste, een strak keurslijf van bepalingen die elke persoonlijke of kunstzinnige uiting aan banden legt of onmogelijk maakt, moet worden voorkomen. De verordening en het uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen geeft de burgers de nodige vrijheid; het beperkt zich tot het aangeven van de materiaalkeuze, te weten duurzame materialen, en de maximale afmetingen voor grafbedekkingen. Binnen die afmetingen zijn de betrokkenen in beginsel vrij in de vormgeving van de grafbedekking. Het uitvoeringsbesluit beperkt zich tot enige algemene eisen waaraan grafbedekkingen moeten voldoen:

  • 1.

    de grafbedekking mag geen afbreuk doen aan het aanzien van de dierenbegraafplaats;

  • 2.

    de duurzaamheid van de materialen moet voldoende zijn;

  • 3.

    de constructie moet deugdelijk zijn;

  • 4.

    de grafbedekking moet voldoen aan de door het college gegeven nadere regels.

Als er door de rechthebbende geen grafbedekking wordt aangebracht zal dit graf bedekt zijn met een grasperk. Bij de administratie van de begraafplaats zal voorts moeten blijken welk dier daar begraven is. 2.7 Verplicht onderhoud De verordening stelt verplicht dat enkele handelingen van het onderhoud, zoals het jaarlijks schoonmaken en stellen van het gedenkteken, van gemeentewege worden verzorgd.

Een verplicht onderhoud van gemeentewege komt het aanzien van de dierenbegraafplaats ten goede. Het tweede aspect is van financiële aard. Voor het verplicht onderhoud kan een bedrag in rekening worden gebracht bij de rechthebbende op het dierengraf. De gemeente kan hiermee deze kosten van onderhoud verhalen. De regeling geldt voor alle eigen dierengraven, alsmede voor de graven waarvan de termijn wordt verlengd. Naast het minimum aan onderhoud van gemeentewege zijn de rechthebbenden op eigen dierengraven, gezien de aard en de omvang en de langere tijdsduur dat deze graven bestaan, verplicht hun grafbedekkingen behoorlijk te onderhouden en zo nodig te herstellen. Indien er sprake is van verwaarlozing van de grafbedekking kan de beheerder van de dierenbegraafplaats de nabestaande aanspreken en sommeren tot het overgaan van herstelwerkzaamheden aan de grafbedekking.

Toelichting op enkele bepalingen van de beheersverordening dierenbegraafplaats Zandvoort 2007.

Artikel 1

Begripsbepalingen. Dit artikel spreekt voor zich. Artikel 2Uitbreiding begrippen eigen en algemeen dierengraf. Voor een eigen graf en eigen urnengraf gelden vrijwel dezelfde rechten en plichten. De woorden 'voor zover van belang' zijn ingevoegd omdat het hier gaat om een eigen dierengraf.

Op een algemeen dierengraf zijn geen rechten als genoemd bij een eigen dierengraf

Artikel 3

Artikel 3Openstelling begraafplaats. Lid 3 van dit artikel is geïntroduceerd met het oog op de strafbaarstelling van personen die zich op de begraafplaats bevinden buiten de uren van openstelling voor bezoekers of het bijwonen van een rouwbezoek in de rouwkamers op de begraafplaats..

Artikel 4

Ordemaatregelen. Steenhouwers en hoveniers moeten zich er steeds van bewust zijn dat hun werkzaamheden storend kunnen zijn voor rouwende nabestaanden en tijdens uitvaartplechtigheden. De toestemming om werkzaamheden op de begraafplaats te verrichten moet vlot aan de steenhouwers of anderen kunnen worden gegeven.

De bevoegdheid van de beheerder om personen weg te sturen als zij zich niet aan zijn aanwijzingen houden en de verbodsbepalingen, bieden voldoende mogelijkheden om tegen ongewenste activiteiten op te kunnen treden. Aan een uitzondering op de regel als bedoeld in het tweede lid onder a bestaat behoefte omdat men soms dichtbij het graf moet kunnen komen met een motorrijtuig.

Artikel 5

Artikel 5Herdenkingen en onthullingen. Met dit artikel wordt beoogd om plechtigheden ordelijk te doen verlopen. Door te eisen dat de mededeling vijf dagen vooraf moet plaatshebben, kan worden voorkomen dat de plechtigheid samenvalt met een begrafenis. Een begrafenis moet volgens de wet uiterlijk op de vijfde dag na overlijden geschieden. Artikel 6Opgravingen en ruimen.

De aard van de werkzaamheden bij het opgraven en ruimen van graven brengt met zich mee dat het bezwaarlijk is om toe te staan dat anderen hierbij aanwezig zijn.

Artikel 7

Artikel 7Kennisgeving begraven en asbezorging , openen en sluiten van het graf. Een mondelinge of schriftelijke kennisgeving is nodig omdat afspraken gemaakt moeten worden over het tijdstip van begraven en duidelijk vast moet liggen wat voor graf er wordt gevraagd. Indien de belanghebbende alle of bepaalde werkzaamheden zelf willen verrichten zijn niettemin de aanwijzingen en de hulp van het personeel van de begraafplaats nodig, ook om redenen van veiligheid, in het bijzonder bij het openen en sluiten van het graf. De werkzaamheden kunnen door de belanghebbende en het personeel van de begraafplaats samen worden verricht. Het aanbrengen van de grafranden ter stutting van de grond van het geopende graf en het verwijderen van die randen voor het sluiten van het graf zal door het personeel moeten geschieden. Artikel 8Tijden van begraven en asbezorging. De begraving en as bezorging van personen gaat altijd voor op dat van het begraven van een huisdier.

Dit artikel is opgenomen is om mogelijke verwarring omtrent de mogelijkheden van de vastgelegde begraaftijden te voorkomen.

Artikel 9

Artikel 9Indeling graven en asbezorging.Naast de eigen dierengraven noemt dit artikel ook de mogelijkheid van algemene dierengraven.

Artikel 10

Volgorde van uitgifte graven. Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 11Categorieën. Een indeling in categorieën is nodig daar er op de dierenbegraafplaats graven zijn voor hele kleine, kleine en grote huisdieren.

Artikel 12

Termijnen eigen graven/urnennissen.

Lid 1 van artikel 12 is opgenomen omdat sommige rechthebbenden in de veronderstelling verkeren dat de uitgiftetermijn van het dierengraf pas begint te lopen op het moment van de eerste begraving of bijzetting. Artikel 13Overschrijving van verleende rechten.Dit artikel spreek voor zich.

Artikel 14

Artikel 14Afstand doen van dierengraven.Dit artikel is opgenomen om buiten twijfel te stellen dat de rechthebbende afstand van het graf kan doen. Artikel 15Vergunning grafbedekking/inscriptie op een diereneigengraf. De vergunningseis geldt voor de grafbedekkingen op eigen graven. De grafbedekking zal op punten als vormgeving, constructie en materiaalkeuze aan bepaalde minimumeisen moeten voldoen. Deze eisen zijn nader uitgewerkt in de nadere regels van het college. Zij zijn ruim geformuleerd.

De vergunningseis omvat het gedenkteken en de winterharde beplantingen. Artikel 16Grafbeplanting. In de dagelijkse praktijk rijzen er nog wel eens wat moeilijkheden over verwijderde bloemen en eenjarige planten zoals afrikanen en geraniums. Omdat de bloemen en planten eigendom zijn van de rechthebbenden.

Dit artikel geeft de beheerder de mogelijkheid om oude en verwaarloosde bloemen en planten te verwijderen en het aanzien van de dierenbegraafplaats zo optimaal mogelijk te houden.

Artikel 17

Artikel 17Verwijderen grafbedekking. De mededeling dat het college voornemens is om de grafbedekking na het verstrijken van de huurtermijn te verwijderen wordt aan de rechthebbende op een eigen dierengraf gemeld.

De grafbedekking kan ook worden verwijderd nadat het college het grafrecht vervallen heeft verklaard omdat er na het overlijden van de rechthebbende niet tijdig een nieuwe rechthebbende is aangewezen of gevonden. Artikel 18Onderhoud door de rechthebbende van het graf.De aard en de afmetingen van de grafbedekkingen op eigen dierengraven en de termijn van uitgifte van deze graven met het recht om deze termijn te kunnen verlengen, maken dat bij deze grafbedekkingen niet kan worden volstaan met het minimum aan onderhoud door het personeel van de gemeente.

Daarom zijn de rechthebbenden op eigen dierengraven verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden en zo nodig te herstellen.

Artikel 19,Wegnemen van gedenktekens e.d van de graven.

Artikel 19,Wegnemen van gedenktekens e.d van de graven.

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 20 Onderhoud door de gemeente.

Het onderhoud door het personeel van de gemeente is een minimale zorg met de bedoeling dat de dierenbegraafplaats als geheel een verzorgd aanzien heeft. In de meeste gevallen is het voldoende als de gedenktekens tweemaal per jaar worden gereinigd, onkruid op de graven wordt bestreden e.d.

Artikel 21 Ruiming, bezorging en overblijfselen stoffelijkresten van dieren en as.

Artikel 21 Ruiming, bezorging en overblijfselen stoffelijkresten van dieren en as. De mededeling dat het college voornemens is om de graven te ruimen wordt gedaan aan de rechthebbenden op de eigen dierengraven

Artikel 22

Artikel 22 Voorschriften.

Dit artikel spreekt voor zich

Artikel 31 Inwerkingtreding en citeertitel.

De datum waarop de oude regeling vervalt, en de datum waarop de verordening in werking treedt.