Destructieverordening 2006

Geldend van 01-04-2006 t/m heden

Intitulé

DE VERORDENING

De raad van de gemeente Zandvoort:

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 januari 2006, nr.2006/405;

gelet op de overwegingen van de commissie Planning en Control van 2 februari 2006;

overwegende dat het aan de raad is om regels te stellen voor de bewaring, verwijdering, opslag en begraving van dode dieren;

gelet het bepaalde in artikel 16 en 17, lid 1 van de Destructiewet, artikel 14, lid 2 van het Destructiebesluit, Verordening van het Europees Parlement 1774/2000/EG, artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit de volgende verordening, inclusief toelichting, vast te stellen:

Destructieverordening 2006.

BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zandvoort;

  • b.

    de raad: de gemeenteraad van Zandvoort;

  • c.

    wet: de Destructiewet

  • d.

    aangifteplichtige: degene die als houder of eigenaar van destructiemateriaal ingevolge de wet verplicht is daarvan aangifte te doen

  • e.

    destructiemateriaal: dode honden, dode katten en het krachtens artikel 2, tweede lid van de wet aangewezen dierlijk afval.

NORMSTELLING

Artikel 2 Verplichtingen aangifteplichtige

  • 1. Tot tijdstip van afgifte is de aangifteplichtige gehouden het destructiemateriaal zodanig te bewaren dat vermenging met ander materiaal wordt voorkomen.

  • 2. De aangifteplichtige moet dit materiaal zodanig afdekken dat dit wordt onttrokken aan het oog van passanten en niet vrij toegankelijk is voor vogels, honden en katten.

  • 3. De aangifteplichtige geeft dit materiaal af op de gemeentewerf gevestigd aan de Kamerlingh Onnesstraat 20 te Zandvoort. Het college is bevoegd meerdere andere verzamelplaatsen aan te wijzen.

Artikel 3 Verplichtingen voor opslaglocatie

Op een opslaglocatie wordt het destructiemateriaal bewaard in een afgesloten opbergruimte, die voorzien is van een vloeistofdichte vloer.

Artikel 4 Begrafenis of crematie

De artikelen 2 en 3 vinden geen toepassing indien het destructiemateriaal wordt begraven op het terrein van de eigenaar of houder of op een plaats, die ingevolge een besluit van het college voor dit doel is toegelaten danwel wordt verast in een crematorium.

Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Destructieverordening Zandvoort 1995” vastgesteld bij raadsbesluit van 26 september 1995 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 april 2006.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als “Destructieverordening 2006”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 februari 2006.

De griffier
De voorzitter

TOELICHTING OP DE VERORDENING

ALGEMEEN

In de Destructiewet van 21 februari 1957 wordt de verwerking tot nuttige producten en onschadelijk maken van ondeugdelijk materiaal van dierlijke herkomst geregeld. De destructie van dergelijk materiaal is aan strenge eisen verbonden. De Destructiewet draagt de raad in artikel 16 op om een aantal aanvullend zaken te regelen. Artikel 17 geeft aan op welk gebied de gemeente nog aanvullende regels mag stellen.

Bij plaatselijke verordening worden ten aanzien van hoog-risico-materiaal regels gesteld op het gebied van:

  • de aangifte en de bewaring door de eigenaar of houder van dat hoog-risico-materiaal;

  • het ophalen en het vervoer van dat hoog-risico-materiaal;

  • de overdracht van dat hoog-risico-materiaal aan de ondernemer.

Verder is in het Destructiebesluit geregeld dat zonder toestemming van Onze Minister, kadavers van gezelschapsdieren begraven mogen worden, mits de kadavers rechtstreeks als afval worden verwijderd door begraving op een terrein dat ter beschikking staat van de eigenaar of houder van desbetreffende dode dieren, dan wel op een plaats die ingevolge een besluit van het college is toegelaten.

De Destructieverordening 2006 regelt deze zaken.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1

Op grond van artikel 2 van de wet zijn aangewezen als hoog-risico-afvalmateriaal; vogels en vissen overleden door botulisme danwel door vrieskou.

Artikel 2

Dit artikel regelt de verplichtingen van de aangifteplichtige.

De raad heeft de gemeentewerf aan de Kamerlingh Onnestraat 20 te Zandvoort aangewezen als opslaglocatie. Het college heeft de bevoegdheid gekregen om overigens nog plaatsen aan te wijzen die kunnen dienen als opslaglocatie.

Artikel 4

Dit artikel sluiten de toepassing van artikel 2 en 3 voor een aantal gevallen uit.