Regeling vervallen per 23-04-2010

Winkeltijdenverordening 2006

Geldend van 01-03-2006 t/m 22-04-2010

Intitulé

1 DE VERORDENING

De raad van de gemeente Zandvoort:

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 december 2005, nr. 05/13111;

gelet op de overwegingen van de commissie Raadszaken van 10 januari 2006;

overwegende dat Zandvoort een toeristische gemeente is en het in het belang acht voor de ontwikkeling van de gemeente en voor de service aan toeristen dat de winkeltijden ruimer zijn dan wettelijk bepaald;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 3, 4, 5, 6 en 7 van de Winkeltijdenwet en het vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet.

besluit de volgende verordening, inclusief toelichting, vast te stellen:

Winkeltijdenverordening 2006.

1.1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan: de raad of het college van de gemeente Zandvoort;

  • b.

    het college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zandvoort;

  • c.

    de raad: de gemeenteraad van Zandvoort;

  • d.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • e.

    feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag.

1.2 NORMSTELLING

Artikel 2 Ontheffing

  • 1. Het college kan ontheffing verlenen van het in artikel 2 van de Winkeltijdenwet gestelde verbod.

  • 2. Het college beslist op een aanvraag van een ontheffing binnen acht weken.

  • 3. Het college kan de beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.

  • 4. Aan de ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 3 Overdracht van een ontheffing

  • 1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 5 Verkoop in het seizoen op zon- en feestdagen

In verband met de toeristische aantrekkingskracht van de hierna onder a tot en met d genoemde gebieden gelden de verboden, vervat in artikel 2 van de Winkeltijdenwet, niet voor deze gebieden en de onder e genoemde winkels en bedrijven, gedurende de periode van 1 april, respectievelijk vanaf Goede Vrijdag wanneer die dag vóór 1 april valt, tot 01 oktober op:

zondag, Nieuwjaardag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag en tweede Pinksterdag van 09.00 tot 22.00 uur.

De gebieden en winkels/bedrijven waarvoor de hier bedoelde vrijstelling geldt zijn:

  • a.

    het gedeelte van de gemeente, begrensd door de Oranjestraat en het Raadhuisplein, het gedeelte van de Haltestraat ten zuiden van de Zeestraat, de Zeestraat, de Burg. Engelbertsstraat tot de aansluiting met de Jacob van Heemskerckstraat, het Burg. van Fenemaplein, de Boulevard de Favauge, de kop van de Strandweg, de Boulevard Paulus Loot tot de aansluiting van de Seinpostweg, de Seinpostweg, het gedeelte van de Thorbeckestraat ten noorden van de Hogeweg en het gedeelte van de Hogeweg ten westen van de Oranjestraat;

  • b.

    de percelen gelegen buiten het sub a bedoelde gebied, doch gelegen aan één van de onder a. genoemde straten, straatgedeelten en pleinen;

  • c.

    de percelen, gelegen aan de Grote Krocht, het gedeelte van de Haltestraat ten noorden van de Zeestraat, het Stationsplein en de Boulevard Barnaart tot de aansluiting met de Burg. van Alphenstraat;

  • d.

    de percelen, gelegen in het Grandorado bungalowpark;

  • e.

    winkels en de uitoefening van een bedrijf, anders dan in een winkel, die zijn gelegen buiten het onder a tot en met d genoemde gedeelte van de gemeente en waarin respectievelijk waarbij uitsluitend of in hoofdzaak consumptie- en foto- en filmartikelen, bad-, strand- en watersportartikelen, souvenirs, drogisterij-artikelen, kampeerbenodigdheden en tabaksartikelen plegen te worden verkocht.

Artikel 6 Verkoop op Goede Vrijdag

Het in artikel 2, eerste lid onder b van de wet vervatte verbod geldt niet voor de in artikel 5 genoemde gebieden, winkels en bedrijven op Goede Vrijdag van 19.00 uur tot 22.00 uur.

Artikel 7 Verkoop buiten het seizoen op zon- en feestdagen

In verband met de toeristische aantrekkingskracht van de in artikel 5, onder a tot en met d van deze verordening genoemde gebieden, gelden de verboden, vervat in artikel 2, eerste lid van de wet, voor deze gebieden niet gedurende de periode van 1 oktober tot 1 april, respectievelijk Goede Vrijdag wanneer die dag vóór 1 april valt, op:

  • 1.

    zondag van 12.00 tot 17.00 uur;

  • 2.

    eerste Kerstdag, tweede Kerstdag en Nieuwjaarsdag van 12.00 tot 17.00 uur.

Artikel 8 Zon- en feestdagenregeling

  • 1. De verboden, vervat in artikel 2 eerste lid onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het college aan te wijzen, zon- en feestdagen per kalenderjaar.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

Artikel 9 Ontheffing zon- en feestdagen voor afzonderlijke situaties

  • 1. Het college kan op grond van artikel 4 van de wet, ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste of tweede Kerstdag, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen, beurzen, kunstateliers en galeries.

Artikel 10 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen

De raad kan bepalen dat de vrijstelling, genoemd in artikel 12 lid 2 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet, niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.

Artikel 11 Openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen, Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december

  • 1. Het college kan op grond van artikel 3 lid 4 van de wet, ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet genoemde verboden ten behoeve van winkels, die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde zon- en feestdagen tussen 0 uur en 16.00 uur.

  • 2. Het college kan voor één winkel ontheffing verlenen.

  • 3. Aan de ontheffing wordt in ieder geval het voorschrift verbonden, dat in de winkel uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren dienen te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Drank- en Horecawet.

  • 4. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 12 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

  • 1. Het college kan op grond van artikel 4 lid 3 van de wet ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.

  • 2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door openstelling van de winkel.

1.3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening Winkeltijden Zandvoort 1996” vastgesteld bij raadsbesluit van 24 september 1996 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2006

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als “Winkeltijdenverordening 2006”

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 31 januari 2006

De griffier
De voorzitter

2 TOELICHTING OP DE VERORDENING

2.1 ALGEMEEN

Op 1 juni 1996 is de Winkeltijdenwet tezamen met het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet in werking getreden. Deze wet stelt ruimere regels voor de openingstijden van winkels. De Winkelsluitingswet 1976 en het bijbehorende vrijstellingenbesluit zijn op dat moment ingetrokken.

Uitgangspunten Winkeltijdenwet

De Winkeltijdenwet kent andere uitgangspunten dan de Winkelsluitingswet.

Zo is gekozen voor meer keuzevrijheid van de detaillist bij de openstelling van de winkel. De detaillist krijgt meer ruimte om de openingstijden af te stemmen op behoeften van (potentiële) klanten. Daarnaast is gekozen voor ruimere bevoegdheden voor het college om ook buiten de wettelijke openingstijden winkelopening toe te staan. De basisgedachte hierbij is dat daarbij aan de hand van plaatselijke omstandigheden kan worden bezien of langere openingstijden toelaatbaar zijn. Met deze uitgangspunten hangt een minder vergaande wettelijke regulering van winkeltijden samen. Deze deregulering vormt, naast de keuzevrijheid van de detaillist en de decentralisatie, het derde uitgangspunt van de wet.

In concreto komen deze uitgangspunten neer op de volgende hoofdlijnen in de Winkeltijdenwet:

Op maandag t/m zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen 06.00 en 22.00 uur. Het college mag gedurende deze uren geen beperkingen opleggen aan de openstelling van winkels.

  • 1.

    Aan het aantal openingsuren per winkel per week is geen maximum meer verbonden.

  • 2.

    Gedurende de nachturen van 22.00 tot 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan. Het college kan evenwel vrijstellingen en ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Op 24 december en 4 mei gaat dit nachtregime in om 19.00 uur.

  • 3.

    Op zon-en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon-en feestdagen per kalenderjaar kan het college vrijstelling van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Als feestdagen worden hierbij aangemerkt nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste en tweede kerstdag.

Ruimere openstellingsmogelijkheden winkels

In de Winkeltijdenwet is winkelopening toegestaan op werkdagen tussen 06.00 uur en 22.00 uur. De openstelling van winkels gedurende deze uren is ongelimiteerd. Binnen dit tijdsbestek kan het college ook geen beperkingen aan de openstelling van winkels opleggen. Hiermee samenhangend komt de verplichting voor winkeliers te vervallen om een door de gemeente gewaarmerkte aankondigingskaart van de openingstijden bij de ingang van de winkel aan te brengen. De winkelier kan aldus binnen dit tijdsbestek geheel naar eigen inzicht de winkel openstellen.

Ook in de Winkeltijdenwet geldt als algemene regel dat op zon-en feestdagen winkels gesloten zijn. Deze regel is evenals onder het regime van de Winkelsluitingswet 1976 B niet van toepassing op winkeliers die een geloofsovertuiging aanhangen die de wekelijkse rustdag op een andere dag dan de zondag houden. Deze winkeliers dienen dan wel op hun eigen religieuze rustdag hun winkel gesloten te houden. In het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet is daarbij bovendien voorzien in vrijstellingen van de verplichte zondagssluiting voor winkels die reeds van oudsher ook op zondag geopend zijn. Uitgebreidere informatie over het vrijstellingenbesluit staat in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet.

De wet is niet alleen van toepassing op winkels, maar ook op andere vormen van detailhandel, zoals de ambulante handel.

Gemeentelijke bevoegdheden

Zoals aangegeven is in de Winkeltijdenwet is gekozen voor ruimere bevoegdheden voor de gemeenteraad om ook buiten de wettelijke tijden winkelopening toe te staan. In sommige gevallen kan deze bevoegdheid worden gedelegeerd aan het college. In andere gevallen komt deze bevoegdheid rechtstreeks toe aan het college.

Deze bevoegdheden kunnen worden ingedeeld in:

Bevoegdheden op werkdagen

De gemeentelijke bevoegdheden op werkdagen behelzen feitelijk de mogelijkheid om ook na 22.00 uur winkelopening toe te staan (art. 7).

In de Winkeltijdenwet is ervoor gekozen om de bevoegdheid om op werkdagen buiten de wettelijke openingstijden ook openstelling van winkels toe te staan, bij de gemeente neer te leggen. Dit betekent niet alleen dat de gemeente hiertoe ruimere mogelijkheden krijgt, maar tevens dat in een winkeltijdenverordening een bepaling moet voorzien om de detailhandelsactiviteiten mogelijk te maken die na 22.00 uur op werkdagen plaatsvinden. Een voorbeeld hiervan zijn de avondwinkels.

Bevoegdheden op zon-en feestdagen

De gemeenteraad heeft op grond van artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet de bevoegdheid om per kalenderjaar maximaal twaalf zon-en feestdagen als koopzondag aan te wijzen. Deze bevoegdheid geldt per deel van de gemeente afzonderlijk en kan worden overgedragen aan het college.

Feestdagen

Artikel 2, eerste lid, onder b, van de wet noemt zowel de feestdagen (nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag en eerste en tweede kerstdag) als de dagen waarop een zogenoemd 19.00uur regime geldt (Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december; hierna te noemen: 19uur dagen). Het begrip feestdagen is gedefinieerd in artikel 1 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet en in artikel 1, onder d, van de verordening Winkeltijden 2006. De 19uur dagen vallen daar niet onder.

Nu in artikel 3, eerste lid, slechts gesproken wordt over zon-en feestdagen, betekent dit dat deze dagen niet als 'koopzondagen' kunnen worden aangewezen indien zij op een zondag vallen. Voor Goede Vrijdag ontstaat dit probleem uiteraard niet, aangezien deze dag altijd op een vrijdag valt.

Avondwinkels

De Winkeltijdenwet voorziet in artikel 3, vierde lid, in een bevoegdheid van de gemeente om in een verordening aan een avondwinkel een ontheffing te verlenen voor opening op zon-en feestdagen tussen 16.00 en 24.00 uur. Per 15.000 inwoners van de gemeente mag slechts één avondwinkel worden aangewezen. In gemeenten met minder dan 15.000 inwoners mag aan één winkel een dergelijke ontheffing worden verleend. Deze bepaling komt in plaats van de avondwinkelbepaling in de Winkelsluitingswet 1976. Evenals onder de Winkelsluitingswet 1976 dienen deze avondwinkels zich hoofdzakelijk te richten op de verkoop van eet en drinkwaren, met uitzondering van sterke drank in de zin van artikel 1 van de Drank en Horecawet. Een avondwinkel in de zin van de Winkeltijdenwet kan dus op zondagen, feestdagen en 19uur dagen geopend zijn.

In afwijking van de bepalingen in de Winkelsluitingswet 1976 mogen betrokken winkels thans op werkdagen ook gedurende de reguliere winkeltijden, dus tussen 06.00 uur en 22.00 uur, onbeperkt geopend zijn. Daarnaast kan nog vrijstelling of ontheffing worden verleend voor de uren tussen 22.00 uur en 06.00 uur.

Bevoegdheden voor specifieke situaties: toerisme en grensverkeer

De gemeenteraad behoudt de bevoegdheid (artikel 3, derde lid, onder a) om bij verordening voor het plaatselijke toerisme een vrijstelling te verlenen. Deze vrijstelling kan worden verleend voor de gehele gemeente of een deel daarvan. Hierbij geldt de wettelijke voorwaarde dat de lokale aantrekkingskracht voor toeristen niet wordt bepaald door de vrijgestelde winkelopening. Zondagopening van campingwinkels kan dus op dit artikel worden gebaseerd. Het terrein waarop de camping ligt kan worden aangewezen als toeristisch gebied.

Overige bevoegdheden

Ongewijzigd zijn de bevoegdheden van het college om bij plotseling opkomende bijzondere omstandigheden een vrijstelling van de verplichte winkelsluiting te verlenen. Daarnaast kan het college op grond van een verordening op verzoek een ontheffing verlenen bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en voor het uitstallen van goederen.

Alle op grond van de verordening te verlenen vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend en kunnen aan voorschriften worden gebonden.

Kunstateliers en galeries

In artikel 4 van het oude Besluit gemeentelijke ontheffingen Winkelsluitingswet 1976 was een regeling opgenomen voor kunstateliers en galeries. Dit Besluit is op 1 juni 1996 vervallen. Onder de Winkeltijdenwet bestaat geen afzonderlijke regeling meer. Op grond van artikel 4, tweede lid, van de Winkeltijdenwet, kan het college ontheffing verlenen voor de zon-en feestdagen voor afzonderlijke situaties. De wet laat hierin het college beleidsvrijheid.

Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

In het Vrijstellingenbesluit worden aan enkele vormen van detailhandel landelijke vrijstellingen verleend van de in de Winkeltijdenwet opgenomen verboden van openstelling. Hierbij worden landelijke vrijstellingen voor de gehele week en landelijke vrijstellingen voor alleen zon-en feestdagen onderscheiden. Voor de bij de laatste categorie betrokken detailhandelsactiviteiten kunnen voor de werkdagen op lokaal niveau vrijstellingen en ontheffingen worden verleend.

Aan dit onderscheid ligt de keuze ten grondslag om het zwaartepunt bij de mogelijkheid voor het verlenen van vrijstellingen bij de gemeentebesturen te leggen. Voor een beperkt aantal detailhandelsactiviteiten wordt het beschikken over een vrijstelling gedurende de gehele week evenwel van dergelijk landelijk belang geacht, dat hiervoor landelijke vrijstellingen zijn opgenomen. Het betreft de detailhandel in instellingen voor de volksgezondheid, verkeer en vervoer en de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften. Aangezien de bevoegdheid van gemeentebesturen om detailhandel op zon-en feestdagen toe te staan, beperkt blijft tot twaalf dagen per jaar, voorziet het besluit ook in landelijke vrijstellingen voor enkele soorten detailhandel, die van oudsher op zon-en feestdagen plaatsvindt. Het betreft deels winkels die gewoonlijk ook op werkdagen na 22.00 uur geopend zijn.

Vrijstellingen geldende op zon-en feestdagen en op werkdagen

De gedurende de gehele week van kracht zijnde vrijstellingen zijn alleen van toepassing op:

  • Instellingen van volksgezondheid (apotheken en winkels in en op het terrein van zieken en verpleeghuizen).

    Het college krijgt daarbij de bevoegdheid om op verzoek een ontheffing te verlenen voor verkooppunten van uitsluitend of hoofdzakelijk eet-en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten, op ten hoogste 250 meter afstand van de publieksingang van een ziekenhuis of verpleeghuis. Deze ontheffing mag gelden vanaf een half uur voor de aanvang van de bezoektijden tot het einde daarvan.

  • Instellingen van verkeer en vervoer (winkels in NS-stationsgebouwen, luchtvaartterreinen voor intercontinentaal verkeer, shops in benzinestations en wegrestaurants).

    De colleges krijgen daarbij de bevoegdheid op verzoek een ontheffing te verlenen aan winkels gericht op reizigers, op knooppunten van openbaar vervoer en voor het verkopen van bloemen en planten op een afstand van ten hoogste 100 meter daarvan.

  • Instellingen voor de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften.

Vrijstellingen geldende uitsluitend voor zon-en feestdagen

Vrijstellingen voor uitsluitend de zon-en feestdagen worden in dit besluit verleend voor:

  • Bepaalde soorten winkels (winkels in musea; winkels waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, via een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband worden verkocht; videotheken).

  • Openstelling van winkels anders dan voor verkoop, zoals indien noodzakelijk voor het betreden van een restaurant of lunchroom en voor fietsenwinkels voorzover noodzakelijk voor het huren van fietsen en bromfietsen.

  • Straatverkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken.

    omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de gemeenteraad bij verordening bepalen dat deze vrijstelling niet geldt voor de betrokken gemeente of een of meer delen daarvan.

  • Verkoop van bloemen en planten gedurende de openingstijden op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats.

  • Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen bij voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard vanaf een uur voor aanvang tot een uur na afloop.

  • Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen in of op het terrein van sportcomplexen.

  • Winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten worden verkocht. Winkels in fotoartikelen, indien betreden noodzakelijk is voor het maken van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

  • Verkoop van bloemen en planten op dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

  • Verkoop van brood en gebak voor hen die zich aan de Ramadan houden tussen twee uur voor zonsondergang en zonsondergang gedurende de Ramadan.

  • Verkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken, religieuze artikelen en souvenirs, alsmede bloemen en planten, in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht.

  • Verkoop van feestartikelen op zondag waarop carnaval wordt gevierd, vanaf 12.00 uur en op zon-en feestdagen waarop in de gemeente een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

Handhaving

Evenals onder het regime van de Winkelsluitingswet 1976 blijft de controle op de naleving van de regels in eerste instantie een taak van de plaatselijk bevoegde politie in overleg met de gemeente. De Economische Controledienst (ECD) wordt daarbij ingeschakeld als er een landelijke coördinatie vereist is.

2.2 ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet. Koninginnedag is in de wet niet meer aangemerkt als een feestdag.

Artikel 2 Beslistermijnen

Dit artikel bepaalt dat de raad de bevoegdheid heeft gedelegeerd aan het college. Voor het verlenen van een ontheffing zijn de beslistermijnen gelijk aan de APV Zandvoort opgenomen.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. Deze tussenkomst geeft het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

In dit artikel worden de intrekkings-en wijzgeringsgronden genoemd.

Artikel 5 Verkoop in het seizoen op zon-en feestdagen

Maximaal twaalf zon-en feestdagen per jaar kan afgeweken worden van het sluitingsverbod. Het college heeft deze bevoegdheid gedelegeerd gekregen van de raad. Voor de toepassing van het artikel kan de gemeente in afzonderlijke delen gesplitst worden.

De raad kan bij verordening vrijstelling verlenen van in de Wet bedoelde verboden of aan het college de bevoegdheid verlenen om in de gevallen, te verlenen ten behoeve van:

op de betrokken gemeente of een deel daarvan gericht toerisme, mits de aantrekkingskracht voor dat toerisme geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling of ontheffing mogelijk worden gemaakt.

Artikel 6 Verkoop op Goede Vrijdag

Artikel 2 eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet bepaalt onder meer dat het is verboden een winkel voor het publiek geopend te hebben op Goede Vrijdag. Artikel 6 in de verordening biedt de mogelijkheid in bepaalde gedeelten van Zandvoort van dit verbod ontheffing te verlenen.

Artikel 7 Verkoop buiten het seizoen op zon-en feestdagen

Dit artikel geeft de mogelijkheid in de periode van 1 oktober tot 1 april, in het winterseizoen, en op Goede Vrijdag ontheffing te verlenen van het verbod genoemd in de winkeltijdenwet.

Artikel 8 Zon-en feestdagenregeling

Op maximaal twaalf zon-en feestdagen per jaar kan afgeweken worden van het sluitingsverbod. Het college heeft deze bevoegdheid gedelegeerd gekregen van de raad. Voor de toepassing van het artikel kan de gemeente in afzonderlijke delen gesplitst worden.

Artikel 9 Ontheffing zon-en feestdagen voor afzonderlijke siutaties

Het artikel is gebaseerd op artikel 4 van de Winkeltijdenwet. Het stellen van voorschriften en beperkingen is mogelijk.

Artikel 10 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon-en feestdagen

De vrijstelling betreft het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 11 Openstelling van avondwinkels op zon-en feestdagen, Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december

Het afwijkende openstellingsregime op zon en feestdagen maakt het noodzakelijk voor winkels die op werkdagen tot 22.00 uur, of met ontheffing tot latere tijdstippen geopend zijn en waar hoofdzakelijk eet en drinkwaren worden verkocht een afzonderlijke regeling in de verordening op te nemen. Met deze regeling wordt het mogelijk dat deze beperkte groep avondwinkels ook op zondagavond en de avond van een feestdag open kan zijn.

Artikel 12 Openstelling op werkdagen tussen 22:00 uur en 06:00 uur

Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid de openingstijden op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur te reguleren. Dat kan door gebieden aan te wijzen waarin het verbod niet geldt of door vormen van detailhandel aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt. Ook kan in afzonderlijke gevallen ontheffing verleend worden. De verordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving en de openbare orde. De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend. In het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet is voor een aantal overige vormen van detailhandel alleen de openstelling op zon-en feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de uren tussen 22.00 en 06.00 uur op werkdagen wordt door de verordeningsbepaling geregeld.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

De wet kent geen overgangsregeling. Ook in de verordening is geen overgangsbepaling opgenomen. Voor de ontheffingen op grond van toerisme is de Winkelsluitingswet en de Winkeltijdenwet niet veranderd.

3 TRANSPONERINGSTABEL

Oude nummering

Nieuwe nummering

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 4a

Artikel 5

Artikel 4b

Artikel 6

Artikel 5

Artikel 7

Artikel 6

Artikel 8

Artikel 7

Artikel 9

Artikel 8

Artikel 10

Artikel 9

Artikel 11

Artikel 10

Artikel 12

Artikel 11

Artikel 13