Regeling vervallen per 10-10-2008

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2008

Geldend van 27-06-2008 t/m 09-10-2008

Intitulé

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2008

I DE VERORDENING

De raad van de gemeente Zandvoort:

gelezen het voorstel van Het College van Burgemeester en Wethouders van 29 april 2008;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet;

BESLUIT:

In te trekken de Parkeerverordening 2003, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad op 25 juni 2003, gemeenteblad 10 juli 2003

Vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2008, ook te noemen Parkeerverordening 2008.

Afdeling I. Begripsomschrijvingen

Artikel 1.

  • 1.1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Bedrijf:

      • -

        elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht;

      • -

        de zelfstandige die voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op arbeid in het eigen bedrijf of zelfstandig beroep;

      • -

        een al dan niet commerciële organisatie (bijvoorbeeld zorginstellingen, politiediensten, onderwijsinstellingen, hulpverleners, artsen en verloskundigen), die hieraan door het College van Burgemeester en Wethouders is gelijkgesteld, met dien verstande dat bedrijven en beroepen worden beschouwd als één bedrijf en één beroep indien de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een (juridische) constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één bedrijf of beroep betreft, hetzij het tegendeel wordt aangetoond;

    • b.

      Belanghebbendenparkeerplaats: parkeerplaats die is aangeduid met bord E9 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) 1990, al dan niet voorzien van een onderbord of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 van bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift zone voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

    • c.

      Belanghebbendenvergunning: een parkeervergunning krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op een belanghebbendenparkeerplaats;

    • d.

      Bewoner: inwoner van de gemeente Zandvoort die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en staat ingeschreven als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Zandvoort op het adres dat hij bewoont als zelfstandige woning;

    • e.

      College: het College van Burgemeester en Wethouders van Zandvoort;

    • f.

      Gehandicaptenparkeerplaats: parkeerplaats die is aangeduid door bord E6 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) 1990, al dan niet voorzien van een onderbord;

    • g.

      Houder van een motorvoertuig: degene die beschikt over een op zijn naam gesteld kentekenbewijs van het desbetreffende motorrijtuig, met dien verstande dat degene die blijkens een leaseovereenkomst gebruikmaakt van een leaseauto, of degene die – gelet op de inhoud en de strekking van de arbeidsovereenkomst tussen de aanvragen en zijn werkgever, en een verklaring van het gebruik – gebruikmaakt van een door de werkgever beschikbaar gestelde auto, geacht wordt over een op zijn naam gesteld kentekenbewijs te beschikken. Als kentekenbewijs wordt mede aangemerkt: een op naam afgegeven verzekeringsbewijs van een niet-kentekenplichtig motorvoertuig;

    • h.

      Hulpverlener: persoon die anders dan bij wijze van woon/werkverkeer beroepsmatig gebruik maakt van een motorvoertuig vanwege werkzaamheden vanuit een professionele zorg- of hulpinstelling en in overwegende mate zorg of hulp verleend in delen van de gemeente Zandvoort waar betaald parkeren is ingevoerd;

    • i.

      Kenteken: de aanduiding waarmee een motorrijtuig wordt geregistreerd krachtens de Wegenverkeerswet 1994;

    • j.

      Mantelzorg: het met regelmaat niet-beroepsmatig zorg verlenen binnen de kring van familie, vrienden of kennissen;

    • k.

      Motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 en hetgeen onder een brommobiel wordt verstaan in het RVV 1990;

    • l.

      Parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van persoonlijke parkeermeters en verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

    • m.

      Parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorende bij de parkeerapparatuur waarvoor parkeerbelasting wordt geheven;

    • n.

      Parkeergelegenheid op eigen terrein (poet): een parkeerplaats op eigen terrein of in een garage waarover de aanvrager kan beschikken op grond van eigendom, erfpacht, huur of ingebruikgeving of parkeerplaats(en) welke de aanvrager kan huren of kopen in een garage of op een open perceel grond waarvan in de bouwvergunning, het ter plaatse geldende bestemmingsplan, een huur- of koopovereenkomst of de erfpachtvoorwaarden is vastgelegd dat deze is bedoeld als parkeergelegenheid voor het adres van de aanvrager of parkeerplaats(en) opgenomen in het door het College vastgestelde poet-overzicht;

    • o.

      Parkeerkaart: kaart waarmee parkeerbelasting wordt geheven, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op een parkeerapparatuurplaats;

    • p.

      Parkeerplaats: plaats op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten waarop parkeren niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

    • q.

      Parkeervergunning: een door het College op grond van deze verordening verleende vergunning, waarvoor parkeerbelasting wordt geheven, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerplaatsen;

    • r.

      Parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

    • s.

      RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990 (Staatsblad 1990, 459);

    • t.

      Tweede woning: zelfstandige woning binnen de gemeente Zandvoort die niet gebruikt wordt als hoofdverblijf;

    • u.

      Vergunningbewijs: het schriftelijke bewijsstuk van de vergunning dat aan de vergunninghouder wordt verstrekt nadat hij de verschuldigde parkeerbelasting heeft voldaan;

    • v.

      Vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

    • w.

      Vergunningenplafond: aantal vergunningen dat maximaal wordt verleend binnen een vergunningengebied;

    • x.

      WVW 1994: de Wegenverkeerswet van 21 april 1994 (Staatsblad 1994, 475).

Afdeling II. Aanwijzing weggedeelten en terreinen

Artikel 2.

  • 2.1. In de bijlage I van deze verordening zijn de weggedeelten en terreinen aangegeven die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en/of uitsluitend bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en de tijdstippen aangegeven waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan.

  • 2.2. De wijziging van de in de bijlage I van deze verordening aangegeven weggedeelten en terreinen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en/of uitsluitend bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en de tijdstippen die in bijlage I van deze verordening zijn aangegeven waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan kan geschieden bij openbaar te maken besluit van het College.

  • 2.3. Het College kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten en terreinen aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en/of uitsluitend bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders.

  • 2.4. Het College kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan.

  • 2.5. Eventuele door het College krachtens de parkeerverordening 2003 aangewezen weggedeelten en terreinen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan en de daarbij behorende tijdstippen, voor zover deze nog golden, worden geacht te zijn aangewezen krachtens deze verordening.

Afdeling III. Vergunningen

Artikel 3.

  • 3.1 Het College beslist op een daartoe strekkende aanvraag om vergunning voor het parkeren op weggedeelten die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders of parkeerapparatuurplaatsen.

  • 3.2 De in het eerst lid bedoelde vergunning kan worden onderscheiden in:

    • a.

      Bewonersvergunning;

      Een bewonersvergunning wordt verleend aan een houder van een motorvoertuig die bewoner is van een zelfstandige woning, gelegen in een vergunninggebied met parkeerapparatuurplaatsen, voor her parkeren op parkeerapparatuurplaatsen.

      Per zelfstandige woning kunnen maximaal twee bewonersvergunningen worden verleend, tenzij beschikt wordt over een poet of een belanghebbendenparkeerplaats, in dat geval kan maximaal één bewonersvergunning worden verleend.

    • b.

      Bedrijfsvergunning met subcategorieën functionele vergunning F1 of F2 en subcategorie commerciële vergunning;

      Een bedrijfsvergunning wordt verleend aan een bedrijf dat gelegen is in een vergunninggebied met parkeerapparatuurplaatsen. Het aantal vergunningen per bedrijf is afhankelijk van het aantal in het bedrijf werkzame personen.

      Een bedrijfsvergunning kan worden verleend aan een bedrijf dat niet gelegen is in een vergunninggebied, indien de aard van het bedrijf de noodzaak van het beschikken over een vergunning op objectieve wijze heeft aangetoond.

      Een bedrijfsvergunning subcategorie functionele vergunning F1 of F2 wordt verleend aan instellingen, waaronder medische zorginstellingen en welzijnsinstellingen, vrijgevestigde beroepen in de medische sector, zorgsector waarvan de noodzaak voor het beschikken over een vergunning die geldt voor alle vergunningsgebieden op objectieve wijze is aangetoond.

      Een bedrijfsvergunning subcategorie commerciële vergunning wordt verleend aan bedrijven waarvan de noodzaak voor het beschikken over een vergunning die geldt voor alle vergunningsgebieden op objectieve wijze is aangetoond.

      Het College bepaalt de aantallen vergunningen die per bedrijf worden verleend.

      Het aantal bedrijfsvergunningen wordt verminderd met:

      • -

        het aantal eventuele andere vergunningen die aan het bedrijf verleend zijn krachtens deze verordening;

      • -

        het aantal vergunningen dat verleend is aan personen op het adres waar het bedrijf is gevestigd;

      • -

        het aantal poet waarover een bedrijf beschikt binnen een vergunninggebied.

    • c.

      Belanghebbendenvergunning;

      Een belanghebbendenvergunning wordt verleend aan een houder van een motorvoertuig die bewoner is van een zelfstandige woning, gelegen in een vergunninggebied, met belanghebbendenparkeerplaatsen, voor het parkeren op belanghebbendenparkeerplaatsen.

      Per zelfstandige woning kan maximaal één belanghebbendenvergunningen worden verleend, tenzij beschikt wordt over een poet, in dat geval kan geen belanghebbendenvergunning worden verleend.

      Een belanghebbendenvergunning wordt verleend aan een bedrijf dat gelegen is in een vergunninggebied met belanghebbendenparkeerplaatsen, voor het parkeren op belanghebbendenparkeerplaatsen.

      Een belanghebbendenvergunning geeft recht op het parkeren op de in de vergunning omschreven belanghebbendenparkeerplaats of belanghebbendenparkeerplaatsen.

      Het College bepaalt de aantallen belanghebbendenvergunningen die per bedrijf worden verleend.

      Het aantal belanghebbendenvergunningen wordt verminderd met:

      • -

        het aantal eventuele andere vergunningen die aan het bedrijf verleend zijn krachtens deze verordening;

      • -

        het aantal vergunningen dat verleend is aan personen op het adres waar het bedrijf is gevestigd;

      • -

        het aantal poet waarover een bedrijf beschikt.

    • d.

      Bezoekersvergunning;

      Per zelfstandige woning in een vergunninggebied met belanghebbendenparkeerplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen kan één bezoekersvergunning worden verleend.

    • e.

      Hotelvergunning;

      Een hotelvergunning wordt verleend aan de (rechts)persoon die in een vergunninggebied tegen betaling nachtverblijf biedt in onroerende zaken die daar krachtens het voor deze onroerende zaken geldende bestemmingsplan voor bestemd zijn dan wel mogen worden.

      Het College bepaalt de aantallen vergunningen die per (rechts)persoon worden verleend.

      Het aantal hotelvergunningen wordt verminderd met:

      • -

        het aantal eventuele andere vergunningen die aan de (rechts)persoon verleend zijn krachtens deze verordening;

      • -

        het aantal vergunningen dat verleend is aan personen op het adres waar de (rechts)persoon is gevestigd;

      • -

        het aantal poet waarover de (rechts)persoon beschikt.

    • f.

      Niet-ingezetenenvergunning;

      Een niet-ingezetenenvergunning wordt verleend aan degene die een tweede huis bezit in een vergunninggebied en die niet beschikt over een poet. Per tweede huis kan maximaal één niet-ingezetenenvergunning worden verleend.

    • g.

      Strandhuisjesvergunning;

      Een strandhuisjesvergunning wordt verleend aan degene die in een vergunninggebied voor een geheel seizoen gerechtigd is tot het gebruik van een strandhuisje, welke beheerd wordt danwel ter beschikking gesteld wordt in verenigingsverband. Per strandhuisje kan maximaal één strandhuisjesvergunning worden verleend.

    • h.

      Bijzondere vergunning;

      Het College is bevoegd bijzondere vergunningen uit te geven en daarvoor regels vast te stellen.

  • 3.3 Vergunningen worden verleend op kenteken.

    Het College kan besluiten vergunningen niet op kenteken te verlenen.

  • 3.4 Bewonersvergunningen of belanghebbendenvergunningen kunnen worden verleend aan een houder van een motorvoertuig die bewoner is van een zelfstandige woning gelegen buiten een vergunninggebied, voor zover de woning gelegen is in het gebied dat omschreven is in bijlage II van deze verordening. Het College kan bij openbaar te maken besluit wijzigingen aanbrengen in het gebied zoals omschreven in bijlage II.

Afdeling IV. Aanvragen verleningen en weigeringen.

Artikel 4.

  • 4.1 Het College kan nadere regels geven voor het aanvragen en verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3. De nadere regels die door het college zijn vastgesteld voor het aanvragen en verlenen van een vergunning krachtens de Parkeerverordening 2003, worden geacht te zijn vastgesteld krachtens deze parkeerverordening.

  • 4.2 Het College kan vergunningenplafonds vaststellen voor het aantal te verlenen vergunningen.

    Het College kan wachtlijsten aanleggen voor de gebieden waar een vergunningenplafond geldt.

    Het College kan nadere voorschriften verbinden aan de te verlenen vergunningen.

Artikel 5.

  • 5.1 Het College beslist binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.

  • 5.2 Het College kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste acht weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.

  • 5.3 Een vergunning wordt geweigerd indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden, gesteld bij of krachtens deze verordening.

    Een vergunning wordt geweigerd indien het vergunningenplafond van het desbetreffende vergunninggebied is bereikt.

    Indien een vergunning is geweigerd op grond van het feit dat het vergunningenplafond van het betrokken vergunninggebied is bereikt, wordt de aanvrager op een wachtlijst geplaatst.

    De volgorde waarin de aanvrager op de wachtlijst wordt geplaatst, is de volgorde van ontvangst van de volledige aanvraag.

    Indien de aanvrager verhuist naar een ander vergunninggebied en direct voorafgaande aan de verhuizing over een vergunning beschikte of op een wachtlijst staat, is voor de volgorde tevens bepalend de datum waarop de vorige vergunning is verleend of de datum van eerdere plaatsing op de wachtlijst.

    De aanvrager wordt van de wachtlijst verwijderd indien één van de volgende omstandigheden aan de orde is:

    • -

      de aanvrager daarom verzoekt;

    • -

      de vergunning is verleend;

    • -

      de aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • -

      niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden voor de aangevraagde vergunning, gesteld bij of krachtens deze verordening.

  • 5.4 Indien de aanvrager het formulier voor het aanvragen van een vergunning niet naar waarheid heeft ingevuld, kan het College een volgende aanvraag voor een vergunning door de aanvrager gedurende maximaal een periode van twee jaar niet meer in behandeling nemen.

Afdeling V. Geldigheid vergunningen

Artikel 6.

  • 6.1 Een vergunning wordt voor ten hoogste één jaar verleend en wordt in beginsel steeds stilzwijgend verlengd voor de periode waarvoor de vergunning verleend is, zolang is voldaan aan de voorwaarde gesteld bij of krachtens deze verordening en de verschuldigde parkeerbelasting tijdig is voldaan.

    Het college kan bepalen dat een vergunning voor bepaalde tijd wordt verleend zonder de mogelijkheid tot automatische verlenging.

  • 6.2 De strandhuisjesvergunning komt te vervallen na de periode waarvoor deze is verleend en wordt niet stilzwijgend verlengd.

  • 6.3 Een vergunning bevat – voorzover van toepassing – in ieder geval de volgende gegevens:

    • b.

      het gebied waarvoor de vergunning geldt;

    • c.

      de tijden waarvoor de vergunning geldt;

    • d.

      het kenteken of kentekens van het motorvoertuig of van de motorvoertuigen waarvoor de vergunning is verleend, tenzij de vergunning niet op kenteken is verleend;

    Aan een vergunning worden – voorzover van toepassing – in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      de vergunning is uitsluitend geldig voor het parkeren van het motorvoertuig waarvan het kenteken aan de voorzijde van de vergunning is vermeld, tenzij de vergunning niet op kenteken is verleend;

    • b.

      tijdens het parkeren moet de vergunning goed zichtbaar achter de voorruit zijn aangebracht, zodanig dat de voorzijde van de vergunning duidelijk ten genoegen van de parkeercontrole is te lezen, tenzij de vergunning elektronisch is verleend.

    Een parkeervergunning geldt voor het parkeren van één motorvoertuig op één parkeerapparatuurplaats, danwel belanghebbendenparkeerplaats.

  • 6.4 De vergunning geldt voor het vergunninggebied waarvoor ze zijn verleend dan wel het door het College aan te geven gebied binnen het vergunninggebied. De vergunning kan verleend worden voor meerdere gebieden. De belanghebbendenvergunning is geldig voor het vergunninggebied waarvoor ze is verleend, danwel op de in de vergunning aangegeven plaats of plaatsen.

Afdeling VI. Intrekking vergunningen.

Artikel 7.

  • 7.1. Het College trekt de vergunning in, indien:

    • a.

      de vergunninghouder daarom verzoekt;

    • b.

      blijkt dat bij de aanvraag om de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit op de aanvraag om de vergunning zou hebben geleid;

    • c.

      de vergunninghouder verhuist naar een locatie buiten het vergunninggebied;

    • d.

      niet voldaan wordt of niet langer voldaan wordt aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening of de verordening parkeerbelasting 2008;

    • e.

      de vergunningverlening onjuist was en de vergunninghouder dit wist of behoorde te weten;

    • f.

      voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen.

  • 7.2. Het College kan de vergunning intrekken, indien:

    • a.

      er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

    • b.

      de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

    • c.

      de vergunninghouder de vergunning gebruikt voor een ander doel dan waarvoor de vergunning is verleend;

    • d.

      redenen van openbaar belang dit eisen;

    • e.

      de verschuldigde parkeerbelasting niet voldaan is.

  • 7.3. Een besluit tot het intrekken van of wijzigen van een vergunning is met redenen omkleed. De betrokkene wordt van het intrekken of wijzigen van de vergunning schriftelijk in kennis gesteld.

  • 7.4. De vergunninghouder is verplicht wijzigingen in één van de omstandigheden, die relevant waren voor het verlenen van de vergunning, binnen een maand te melden bij het College.

  • 7.5. De vergunning vervalt door het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning.

  • 7.6. Het College is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, ten gunste van de aanvrager af te wijken van het bepaalde in deze verordening.

Afdeling VII Verbodsbepalingen

Artikel 8

  • 8.1. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig of een brommobiel te plaatsen of te laten staan:

    • a.

      op een parkeerapparatuurplaats;

    • b.

      op een belanghebbendenparkeerplaats;

    • c.

      op een gehandicapteparkeerplaats.

  • 8.2. Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik ervan wordt belemmerd of verhinderd.

  • 8.3. Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenparkeerplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig of brommobiel te parkeren of geparkeerd te houden:

    • a.

      zonder belanghebbendenvergunning;

    • b.

      zonder dat het motorvoertuig of brommobiel duidelijk zichtbaar is voorzien van de vergunning achter de voorruit van het motorvoertuig/brommobiel dan wel bij gebreke van een voorruit op een anderszins zichtbare plaats;

    • c.

      in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.

  • 8.4. Het College kan ontheffing verlenen van het bepaalde in dit artikel.

  • 8.5. Overtreding van het bepaalde in de artikelen 8.1., 8.2. en 8.3. van deze verordening, alsmede het handelen in strijd met de aan de vergunningen verbonden voorschriften en beperkingen, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 8.6. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn de daartoe door Burgemeester en Wethouders aangewezen ambtenaren belast.

Afdeling VIII. Slotbepalingen overgangsrecht en citeertitel.

Artikel 9

  • 9.1 Overgangsbepalingen

    • 1.

      Aanvragen worden behandeld met inachtneming van de bepalingen van de Parkeerverordening die gelden in de periode waarop de aanvraag betrekking heeft.

    • 2.

      Vergunningen verleend krachtens eerdere parkeerverordeningen worden voorzover nog geldig, geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.

    • 3.

      Bezwaarschriften, ingediend tegen beslissingen krachtens eerdere parkeerverordeningen, worden behandeld met inachtneming van de Parkeerverordening 2003 en wijzigingen daarop, tenzij toepassing van deze verordening voor de bezwaarde gunstiger is.

  • 9.2 De verordening op het gebruik van parkeerbelastingen en de verlening van vergunning voor het parkeren (parkeerverordening 2003, vastgesteld bij raadsbesluit van 25 juni 2003 wordt ingetrokken bij inwerkingtreding van deze verordening.

  • 9.3 Deze verordening treedt in werking op 27 juni 2008, na publicatie.

  • 9.4 Deze verordening kan worden aangehaald als Parkeerverordening 2008.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 juni 2008.

De griffier
De voorzitter

BIJLAGE I AANWIJZING WEGGEDEELTEN EN TERREINEN BINNEN DE GEMEENTE ZANDVOORT DIE BESTEMD ZIJN VOOR HET PARKEREN DOOR VERGUNNINGHOUDERS, (PAP-GEBIEDEN) EN/OF UITSLUITEND BESTEMD ZIJN VOOR HET PARKEREN DOOR VERGUNNINGHOUDERS EN DE TIJDSTIPPEN WAAROP HET PARKEREN ALLEEN AAN VERGUNNINGHOUDERS IS TOEGESTAAN (BEL-GEBIEDEN).

Bij deze verordening zijn de volgende weggedeelten en terreinen aangewezen die uitsluitend bestemd zijn voor het pakeren door vergunninghouders gedurende het gehele jaar en gedurende 24-uur per dag.

BEL-gebieden:

BEL-regime Noordbuurt

Achterom,

Agnetastraat,

Gasthuisstraat

Gasthuisplein

Jan Snijerplein

Kruisstraat

Noorderstraat

Pakveldstraat

Rozenobelstraat

Spoorbuurtstraat

Sandrinastraat

Wagemakerspad

Swaluëstraat ( tussen de Pakveldstraat en de Achterweg)

Achterweg

Smedestraat

Voermanderijpad

BEL-regime Admiralenbuurt

Van Speijkstraat Noordzijde vanaf 1/48 t/m 26

Van Speijkstraat Oostzijde vanaf 2/47 t/m 2/201

Van Kinsbergenstraat

Secretaris Bosmanstraat

Dr. Smitsstraat

Ontvanger Schoutenstraat

Jan Evertsenstraat

BEL-regime Zuidbuurt

Duinstraat

Duinweg

Poststraat

Kerkdwarspad

Schelpenplein

Westerstraat

BEL-regime Parkbuurt

Marnix van St. Aldegondestraat

Oosterparkstraat

Thorbeckestraat (Zuidzijde)

Westerparkstraat

Nassauplein

Dr. de Wittstraat

Ir. Friedhoffplein (weggedeelte voor de huisnummers 1 t/ m 7)

Bij deze verordening zijn de volgende weggedeelten en terreinen aangewezen die bestemd zijn voor het pakeren door vergunninghouders.

PAP-gebieden:

Noord Boulevard (alleen strandhuisjes vergunningen)

aan weerszijden van de Boulevard Barnaart vanaf de rotonde Burgemeester van Alphenstraat

t.h.v. perceel 63 (hotel) tot gemeentegrens gemeente Bloemendaal.

PAP-regime Noord/ Stations/Fenema -Buurt

Brugstraat

Engelbertsstraat (m.u.v. Betaald parkeren voor de Passage-winkeltjes tussen Zeestraat en Heemskerckstraat en het De Favaugeplein)

Eltzbacherstraat,

Ir. E.J.J Kuinderstraat

Fenemaplein,

Prinsenhofstraat,

Schuitengat,

Stationsstraat,

Stationsplein,

Van Speijkstraat 1/1 t/m 1/47 (appartementen)

Zeestraat

Swaluëstraat, vanaf het Zandvoortse museum tot de Pakveldstraat (m.u.v. het parkeerterrein achter het gemeentehuis)

Verlengde Haltestraat,

Kleine Krocht

PAP-regime Admiralenbuurt

Karel Doormanstraat

Van Galenstraat

Jac. Van Heemskerckstraat (weggedeelte aan de achterzijde van de flat)

Piet Heinstraat

Tjerk Hiddestraat

Dr. Joh. J.G. Mezgerstraat

De Ruyterstraat

Trompstraat

Burg. Van Alphenstraat

PAP-regime Parkbuurt

Marisstraat

Thorbeckestraat (Noordzijde)

Vuurboetstraat

PAP-regime Brederodebuurt

Hogeweg (m.u.v. de parkeervakken voor de huisnummers 1 t/m 5)

Zuiderstraat

Paradijsweg

Brederodestraat (parkeervakken voor de huisnummers 1 t/m 104)

Dr. Visserstraat

Dr. Schaepmanstraat

De Savornin Lohmanstraat

Mr. Troelstrastraat

Dr. Kuijperstraat

ir. G. Friedhoffplein (met uitzondering van de parkeervakken voor de huisnummers 1 t/m 7)

Cort van der Lindenstraat (gedeelte tussen Ir. G. Friedhoffplein / hoek Lijsterstraat).

Frans Zwaanstraat (tussen de Lijsterstraat en de Patrijzenstraat)

BIJLAGE II AANWIJZING GEBIED BINNEN DE GEMEENTE ZANDVOORT WAARIN BEWONERSVERGUNNINGEN OF BELANGHEBBENDEN VERGUNNINGEN VERLEEND KUNNEN WORDEN AAN EEN HOUDER VAN EEN MOTORVOERTUIG DIE BEWONER IS VAN EEN ZELFSTANDIGE WONING GELEGEN BUITEN EEN VERGUNNINGGEBIED.

Bij deze verordening zijn de volgende weggedeelten en terreinen aangewezen waarin bewonersvergunningen of belanghebbendenvergunningen verleend kunnen worden aan een houder van een motorvoertuig die bewoner is van een zelfstandige woning, gelegen buiten een vergunninggebied, zoals genoemd in bijlage I van de verordening.

Westzijde van de Haltestraat;

Kerkstraat;

Kosterstraat;

Badhuisplein;

Strandweg;

Boulevard De Favauge.

II TOELICHTING OP DE VERORDENING

1.ALGEMEEN

De Parkeerverordening 2008 vormt een geheel met de verordening Parkeerbelastingen 2008. De Parkeerverordening is de grondslag voor de uitvoering van het parkeerbeleid. Dat beleid krijgt mede uitwerking in de Verordening parkeerbelasting 2008.

2. AFDELINGSGEWIJZE TOELICHTING

Afdeling 1. Begripsomschrijvingen

In deze afdeling is uitleg gegeven over de gehanteerde begrippen.

Bij de omschrijving van de begrippen is aansluiting gezocht bij wettelijke regelingen.

In de begripsomschrijving is het begrip bedrijf ruim uitgelegd. Hieronder vallen niet alleen commercieel opererende organisaties doch ook niet commercieel opererende organisaties, waaronder overheidsdiensten.

Afdeling 2. Aanwijzing weggedeelten en terreinen

In dit artikel is aangegeven welke weggedeelten en terreinen bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en/of bestemd zijn om alleen te worden benut door vergunninghouders.

Via dit artikel is sprake van parkeerregulering. Daar waar de meest ingrijpende noodzaak is voor parkeerregulering zijn weggedeelten en terreinen aangewezen die alleen bestemd zijn om te worden benut door vergunninghouders. De andere weggedeelten en terreinen kunnen zowel benut worden door vergunninghouders en niet-vergunninghouders, waarbij geldt dat voor het parkeren een fiscaal regime is ingesteld via de Parkeerbelastingverordening 2008.

In deze afdeling is de mogelijkheid gecreëerd voor het college om wijzigingen aan te brengen ten aanzien van weggedeelten en terreinen die bestemd zijn, dan wel bestemd dienen te worden, voor het parkeren door vergunninghouders. Dit om op basis van voortschrijdend inzicht aanpassingen te kunnen doen in het kader van de parkeerregulering.

Afdeling 3. Vergunningen

In deze afdeling worden vergunningsoorten genoemd.

De parkeervergunningen betreffen de fiscale vergunningen. De parkeerbelasting wordt voldaan door periodiek te betalen voor de vergunningen. Een houder van een geldige parkeervergunning kan binnen een bepaald vergunninggebied vrij parkeren in de zin dat geen parkeerbelasting meer hoeft te worden voldaan via de parkeerautomaat.

Slechts bewoners en belanghebbenden met een zelfstandige woning komen in aanmerking voor een bewonersvergunning.

Andere vergunningen worden verleend in verband met bijzondere parkeerbehoeften die tot uitdrukking komen in de aard en type vergunningen zoals benoemd in deze afdeling.

In deze afdeling zijn regels opgenomen ten aanzien van aantallen te verlenen vergunningen dan wel is voorzien in de mogelijkheid om deze aantallen te laten bepalen door het college.

Bij het bepalen van de aantallen te verlenen vergunningen is rekening gehouden met de parkeermogelijkheden op eigen terrein. Het dient hier te gaan om legale parkeermogelijkheden op eigen terrein. Indien deze parkeermogelijkheid niet als zodanig in gebruik is, komt dit voor risico van de aanvrager van de parkeervergunning.

Vergunningen worden in de regel op kenteken verleend, met uitzondering van onder andere bezoekersvergunningen Voor sommige vergunningen is het in de verordening mogelijk gemaakt om de vergunning niet op kenteken te verlenen.

Afdeling 4. Aanvragen verlening en weigeringen

In deze afdeling is aangegeven dat het college nadere regels kan geven voor het aanvragen en verlenen van vergunningen. Via deze bepaling kan het college een logistieke afhandeling van de aanvragen regelen en controlemechanismen creëren ten behoeve van het verlenen en het aanvragen van vergunningen.

Het college is de mogelijkheid geboden om vergunningenplafonds vast te stellen voor het aantal te verlenen vergunningen.

Het college stelt deze plafonds vast op basis van de plaatselijke parkeercapaciteit. Hierbij wordt de parkeerbehoefte afgewogen tegen de parkeercapaciteit. Uitgangspunt is om een dusdanig aantal parkeervergunningen uit te geven dat in redelijkheid gebruik gemaakt kan worden van de bestaande plaatselijke parkeercapaciteit voor die voertuigen waaraan prioriteit gegeven wordt. Kortom, de vergunningenplafonds zijn gericht op parkeerregulering.

In het kader van die parkeerregulering is het college de mogelijkheid geboden om wachtlijsten aan te leggen. Registratie op de wachtlijst zal geschieden per datum binnenkomst. Indien sprake is van gelijke datum van binnenkomst wordt de registratie op de wachtlijst bepaald door het tijdstip van ter hand neming van de betreffende aanvraag voor registratie door een medewerker van de gemeente.

In de verordening is geregeld wanneer de vergunning geweigerd dient te worden. Van belang is dat de aanvraag niet in behandeling genomen zal worden indien onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt door de aanvrager. Dit instrument bestaat om te waarborgen dat het college beschikt over de juiste gegevens en een juist besluit kan nemen tot het verlenen van een vergunning.

Afdeling 5. Geldigheid vergunningen

Dit artikel regelt de geldigheidsduur van de vergunningen. Tarieven van de vergunning worden geregeld in de Verordening parkeerbelastingen 2008. Formeel zou iedere vergunninghouder na afloop van de termijn waarvoor de vergunning geldt een nieuwe aanvraag moeten indienen. Dit is echter niet praktisch voor de uitvoerders van de parkeerverordening. Naar aanleiding van de hiervoor genoemde omstandigheid is er gekozen voor het stilzwijgend verlengen van de vergunningen die voor 1 jaar gelden. Indien niet meer voldaan wordt aan de vereiste voor vergunningverlening, zal de vergunning ingetrokken worden. De vergunning kan voorts worden ingetrokken op basis van een van de omstandigheden zoals genoemd in artikel 7 van deze verordening.

Dit artikel regelt de plaats en de geldigheid van de vergunningen.

Afdeling 6. Intrekking vergunningen

Dit artikel geeft de gronden aan waarop een vergunning ingetrokken mag worden en de wijze waarop dit dient te geschieden.

Daarnaast geeft dit artikel de verplichting om eventuele wijzigingen in omstandigheden die relevant zijn voor het verlenen dan wel het intrekken van de vergunning te melden aan het college.

Dit artikel maakt het mogelijk om in gevallen waarin toepassing van deze verordening (gegeven het doel en de strekking van deze verordening) een onbillijkheid van overwegende aard zou opleveren een onderdeel van deze verordening buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken. Dit zal slechts van toepassing zijn op individuele gevallen.

Afdeling 7. Verbodsbepalingen

Dit artikel geeft de verboden aan om voorwerpen op parkeerplaatsen te laten staan. Dit verbod maakt dat de aangewezen terreinen en weggedeelten uitsluitend gebruikt kunnen worden voor motorvoertuigen.

Dit verbod geldt ook bijvoorbeeld voor caravans, aanhangwagens e.d. Desalniettemin kan het uit oogpunt van redelijk gebruik van de weggedeelten en terreinen geboden zijn om tijdelijk een caravan of een aanhangwagen e.d. op een parkeerplaats te stallen. Dit voor korte tijd. Ten behoeve van die omstandigheden kan het college ontheffing verlenen van het bepaalde in dit artikel.

Afdeling 8. Slotbepalingen, overgangsrecht en citeertitel

De overgangsbepalingen maken het mogelijk over te gaan van het oude stelsel naar het nieuwe.