Plezierig en veilig uitgaan in Zandvoort Dat doen we samen!

Geldend van 11-10-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2018

Intitulé

Plezierig en veilig uitgaan in Zandvoort Dat doen we samen!

Vastgesteld door het college: d.d. 20 maart 2018

Gepubliceerd in de Zandvoortse Courant: d.d. 18 oktober 2018

Inwerkingtreding met terugwerkende kracht : d.d. 1 april 2018

Registratienr: 2016/09/001150 Z2015-004409

VOORWOORD BURGEMEESTER

De gemeente Zandvoort is een uniek en dynamisch dorp waar prettig wonen, bedrijvigheid, plezierig en veilig uitgaan hand - in - hand gaan.

Inwoners, ondernemers, handhavers en de gemeente leveren hier een bijdrage aan.

Een prettig samenleving maak je samen. De gemeente heeft als uitgangspunt dat inwoners en ondernemers zelf in staat zijn om problemen en ergernissen op te lossen. Een belangrijk onderdeel is het elkaar kennen en weten te vinden. Maar ook elkaar kunnen aanspreken op overlast of ongewenst gedrag.

Ondernemers krijgen de ruimte om te ondernemen. Als iedere ondernemer (een pandeigenaar en/of horecaondernemer) zijn verantwoordelijkheid neemt en overlast aanpakt is er minder bemoeienis van de gemeente nodig. Minder bemoeienis van de gemeente, betekent minder regels voor de ondernemers.

Hoe we met elkaar omgaan is te vertalen naar Fair Play. Fair Play past in een samenleving waar de inwoners en ondernemers elkaar durven en kunnen aanspreken en samen afspraken maken. Een goede verstandhouding over en weer zorgt voor wederzijds begrip.

Natuurlijk worden ondernemers die regels blijven overtreden door handhavers bezocht en waar nodig worden er maatregelen getroffen.

Met de uitgangspunten in het achterhoofd is de nota “Plezierig en veilig uitgaan in Zandvoort Dat doen we samen!“opgesteld.

INLEIDING

Op 6 september 2016 heeft het college de Nota evaluatie Sanctiebeleid Drank en Horeca vastgesteld. Deze nota bevat onder andere de aanbevelingen van inwoners, ondernemers en ambtenaren van Zandvoort.

Vervolgens is de Nota Plezierig en veilig uitgaan opgesteld, en na voorlopige vaststelling voor een reactie aan de samenleving aangeboden. De overgenomen aanbevelingen zijn in deze nota Plezierig en veilig uitgaan vertaald naar beleid.

Met de herziening van het beleid wil de gemeente Zandvoort met name het volgende bereiken:

  • 1.

    Instrumenten benoemen die een bijdrage leveren aan een gemeente waar het plezierig en veilig is om uit te gaan, te wonen en te recreëren;

  • 2.

    De inwoners en ondernemers nemen meer verantwoordelijkheid. De gemeente ondersteunt;

  • 3.

    Heldere/transparante procedures rond de handhavingsmaatregelen voor in- en externen.

Bij deze doelstellingen past ook een andere naam voor het Sanctiebeleid Drank en Horeca nl. “Plezierig en veilig uitgaan in Zandvoort Dat doen we samen!

De nota is een beleidsregel in de zin van artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht. Deze beleidsregel is een dag na bekendmaking van kracht.”

SAMENVATTING

De nota bestaat uit twee delen. Deel 1 “Plezierig en veilig uitgaan” en deel 2 “Handhavingsmaatregelen”. Op deze pagina een samenvatting van de twee delen.

Deel 1 Plezierig en veilig uitgaan

Dit deel bevat de uitgangspunten van de gemeente om plezierig uitgaan te bevorderen.

De uitgangspunten zijn:

  • Zo min mogelijk regels (deregulering);

  • Stimuleren ondernemers;

  • Verantwoordelijkheid geven en nemen;

  • Voorkomend/begeleidend handhaven.

De gemeente stimuleert/ondersteunt initiatieven van inwoners en ondernemers door b.v.:

  • Werkgroepen bestaande uit inwoners en ondernemers;

  • Afschaffing van de exploitatievergunning voor deel van de horeca- ondernemers;

  • Het stimuleren van goed en verantwoord ondernemerschap. Dit laatste door verschillende handhavingsmaatregelen te gebruiken. Doel is het vergroten van het aantal ondernemers die een extra inspanning verrichten om een bijdrage te leveren aan plezierig en veilig uitgaan in Zandvoort. Dit ongeacht wettelijke verplichtingen.

Deel 2 Handhavingsmaatregelen

Dit deel richt zich op maatregelen die de burgemeester neemt als met de in deel I genoemde activiteiten de doelstellingen van de gemeente niet kunnen worden gerealiseerd.

Het deel begint met het juridisch kader van deze nota. Vervolgens wordt nader ingegaan op de instrumenten welke de burgemeester heeft om goed en verantwoord ondernemerschap te bevorderen. Deze instrumenten/handhavingsmaatregelen zijn:

  • Informeren;

  • Verleiden/stimuleren;

  • Afspreken en opvolgen;

  • Bestuursrechtelijk waarschuwen;

  • Bestuurlijke maatregel

Tenslotte gaat dit deel in op de wijze van publicatie van handhavingsmaatregelen.

De nota eindigt met twee bijlagen.

Bijlagen:

  • Bijlage 1 Stappenplan handhavingsmaatregelen;

  • Bijlage 2 Overige informatie (begrippen en doelstellingen Algemene Plaatselijke Verordening en Drank- en Horecawet).

DEEL 1 PLEZIERIG EN VEILIG UITGAAN

1.1 DOELSTELLING

Met de nota Plezierig en veilig uitgaan wil de gemeente activiteiten ontplooien die plezierig uitgaan bevorderen. Deze activiteiten dragen tevens bij aan:

  • Het terugdringen van aantasting van de openbare orde in en in de directe omgeving van bedrijven;

  • Het terugdringen van overlast en hinder door (muziek)geluid, stank en wangedrag van b.v. bezoekers en personeel van horecabedrijven (verbeteren woon- en leefklimaat);

  • Het bevorderen van naleefgedrag van regels door ondernemers;

  • Zorgen voor erkenning bij de samenleving van een voorspelbare overheid. Een overheid die goed gedrag ziet en beloont en niet- naleef gedrag aanpakt.

Bij deze doelstelling en activiteiten past de inzet van verschillende handhavingsmaatregelen zoals vermeld in deel 2.

1.2 UITGANGSPUNTEN

De gemeente heeft de volgende 4 uitgangspunten:

Zo min mogelijk regels (deregulering);

De gemeente Zandvoort werkt voortdurend aan de verbetering van haar dienstverlening.

Hierbij gaat het om het snel leveren van producten, het verminderen van overheidsbemoeienis en administratieve lasten voor de ondernemers en verbetering van het ondernemersklimaat.

De nota Uitvoeringsregels horecabedrijf (inclusief beleid vrijstelling exploitatievergunning) is hier een voorbeeld van vermindering administratieve lasten.

Stimuleren ondernemers

Ondernemers die een positieve bijdrage leveren aan de uitgangspunten van de gemeente, krijgen positieve aandacht. Het gaat hier om ondernemers die een extra inspanning verrichten om plezierig en veilig uitgaan in Zandvoort te bevorderen.

De gemeente komt deze ondernemers tegemoet met minder en gecombineerde controles.

De burgemeester streeft er bovendien naar om ook met verleiden/stimuleren zodanig gedrag bij ondernemers te bevorderen dat zij meer doen dan waartoe zij wettelijk verplicht zijn. Zie ook Parel aan Zee + Structuurvisie 2025 en Toekomstvisie 2040 over stimuleren ondernemers.

Verantwoordelijkheid geven en nemen

De gemeente geeft met minder beleid en regels inwoners en ondernemers het vertrouwen dat zij zelf hun verantwoordelijkheid nemen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door het maken van afspraken, zaken onderling regelen en oplossen en elkaar aanspreken op ongewenst gedrag.

Een voorbeeld is de “Werkgroep Haltestraat en omgeving”. Deze werkgroep bestaat uit inwoners, ondernemers, politie en gemeentelijke handhavers. De gemeente zit vergaderingen voor, zorgt voor vergaderruimtes, secretariële werkzaamheden en versnelde (vergunning)procedures.

Zie ook de nota Samen naar een veiliger Zandvoort (Integraal Veiligheidsplan). Hier wordt aandacht besteed aan een gedeelde verantwoordelijkheid van zowel inwoners als ondernemers.

Alle nota’s en verordeningen van de gemeente Zandvoort zijn te vinden op www.overheid.nl (lokale wet- en regelgeving).

Voorkomend/begeleidend handhaven

Bij eigen verantwoordelijkheid van inwoners en ondernemers passen andere vormen van handhaving en/of een andere werkwijze namelijk meer voorkomend en begeleidend. Handhavers geven informatie en aanwijzingen aan publiek en ondernemers zodat de uitgaansavond prettig en zonder incidenten verloopt. Als er overtredingen worden geconstateerd dan wordt dit aan de burgemeester gemeld.

Bij overlast (muziekgeluid vanuit een horeca-inrichting) kan 24/7 de gemeentelijke meldlijn worden gebeld. Via een keuzemenu krijgt de beller een piketmedewerker aan de lijn die afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse (buiten/binnen) metingen komt verrichten. Doel: Objectief vaststellen of de (geluid)norm wordt overschreden. Bij overschrijding vindt handhaving plaats op basis van deel 2.

1.3 HANDHAVEN ALS STOK ACHTER DE DEUR

Soms kan de gemeente met de inzet van de genoemde activiteiten plezierig uitgaan niet bevorderen en/of de overige doelstellingen van paragraaf 1.1 realiseren. De burgemeester/namens college maakt dan gebruik maakt van zijn handhavingsmiddelen. Welke dat zijn wordt in deel 2 uiteengezet.

DEEL 2 HANDHAVINGSMAATREGELEN

1.4 JURIDISCH KADER

De nota Plezierig en veilig uitgaan, is een uitwerking van de:

  • Artikelen 1:4, 1:6, 2:29, 2:30 eerste lid en artikel 6:1 van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Zandvoort (APV).

  • Artikelen 3, 12, 13,19a, 20, 24, 31, 32, 36,44 e.v. van de Drank- en Horecawet (DHW).

  • Artikelen 172 en 174 van de Gemeentewet.

  • Artikelen 1:3, 4:8, 4:81, 4:84 en 5.8 (samenloop van bestuurlijke maatregelen) van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • Artikelen 6 en 7 van de Drank- en Horecaverordening

De bevoegdheid tot het opleggen van een bestuursrechtelijke maatregel heeft als grondslag de Gemeentewet:

  • Artikel 125 - Dwangsom/bestuursdwang

  • Artikel 172 - Bevoegdheid burgemeester

  • Artikel 174a - Sluiting van een horeca-inrichting

  • Artikel 5:21 van de Awb (bestuursdwang).

  • Artikel 5:32 Awb (dwangsom)

Een bestuursrechtelijke maatregel op grond van de nota Plezierig en veilig uitgaan is een besluit in de zin van de Awb. Dit betekent dat tegen het besluit bezwaar en beroep openstaat. Stappen en maatregelen genomen op basis van Sanctiebeleid Drank- en Horeca 2013 en of de nota Plezierig en veilig uitgaan blijven geldig gedurende een jaar na de laatste overtreding(en).

Bevoegd bestuursorgaan

De burgemeester mag alle in de nota genoemde handhavingsmaatregelen en besluiten daarover nemen. Alleen bij overtredingen van de Nadere regels terrassen neemt de burgemeester namens het college maatregelen en besluiten.

In gevallen dat aard en omstandigheden dat vereisen, kan de burgemeester gemotiveerd afwijken van het beleid, stappen overslaan of samenvoegen om zo als het ware maatwerk te leveren (discretionaire bevoegdheid).

Doelgroep

Het beleid geldt voor horecabedrijven, openbare inrichtingen, supermarkten, slijterijen en para commerciële instellingen. Het beleid is in principe niet van toepassing op coffeeshops en de verkoop van drugs zonder gedoogstatus. Hiervoor geldt apart beleid en wordt op basis van de Opiumwet gehandhaafd. Indien het beleid voor coffeeshops niet voorziet in handhaving van overtredingen van de in de nota Plezierig en veilig uitgaan, genoemde wet- en regelgeving, kan de burgemeester op basis van de nota Plezierig en veilig uitgaan optreden.

Algemene wet bestuursrecht

Bestuursdwang of het opleggen van een last onder dwangsom gebeurt op basis van hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Voorafgaand aan het opleggen van een maatregel ontvangt de belanghebbende in beginsel eerst een schriftelijke waarschuwing. Bij voortduring van de overtreding wordt het voornemen tot het opleggen van een maatregel bekendgemaakt. De overtreder wordt in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord (artikel 4:8 Awb). In deze fase heeft de overtreder de mogelijkheid de overtreden situatie te beëindigen of in overeenstemming te brengen met de geldende wet- en regelgeving.

Het is immers de verantwoordelijkheid van de overtreder de regels die op hem en zijn bedrijf van toepassing zijn na te leven. Vervolgens wordt een besluit genomen. In ernstige en/of spoedeisende gevallen kan deze fase worden overgeslagen en direct worden overgegaan tot het opleggen van een maatregel. Deze aanpak is ook van toepassing op de procedure tot intrekking van de vergunning.

Als de ondernemer binnen een jaar na de laatste overtreding:

  • eenzelfde of een ander voorschrift of bepaling overtreedt

  • of als de openbare orde, de veiligheid of de fysieke leefomgeving en/of woon en leefklimaat/situatie, worden geschaad

wordt een daaropvolgende overtreding beschouwd als een herhaalde overtreding. Dit geldt ook als het een andere vergunning, ontheffing en dergelijke betreft voor dezelfde onderneming.

1.4.1 TOE TE PASSEN INSTRUMENTEN

Keuze maatregel

Er zijn verschillende redenen waarom een ondernemer regels niet naleeft. Dit zijn o.a.

geen kennis van de regels, kans om gesnapt te worden en de hoogte van de maatregel (hoogte en soort maatregel die aan de overtreding is gekoppeld).

De keuze voor de in te zetten maatregel is o.a. afhankelijk van het naleefgedrag van de ondernemer, de kans op herhaling begaan overtreding en gevolgen/effect van de overtreding. Maar ook bijzondere omstandigheden (b.v. goed ondernemerschap of overmacht). Daarnaast maakt de burgemeester gebruik van het stappenplan (zie bijlage 1).

Overtredingen worden van geval tot geval beoordeeld door de burgemeester.

Daarom kan aan twee ondernemers die dezelfde overtreding begaan elk een andere maatregel worden opgelegd. Dit betekent ook dat de burgemeester soms van het stappenplan moet afwijken om te bereiken dat de overtreding wordt beëindigd en/of toekomstige overtredingen niet worden begaan.

Soorten handhavingsmaatregelen

De burgemeester kan op de volgende manieren naleefgedrag bevorderen:

  • Informeren

  • Verleiden/stimuleren

  • Afspraken maken

  • Bestuurlijk waarschuwen (schriftelijk)

  • Bestuursrechtelijke maatregel

Bij constatering van een overtreding kan de burgemeester kiezen voor maatregelen zoals informeren, verleiden/stimuleren en afspraken maken. Hij kan echter ook overgegaan tot het opleggen van een bestuursrechtelijke maatregel.

De burgemeester gebruikt in de gemeente Zandvoort de volgende bestuursrechtelijke maatregelen: het opleggen van een last onder bestuursdwang of dwangsom en het verbod schenken zwak-alcoholische dranken. In het stappenplan bijlage 1 is voor een aantal overtredingen een richtlijn gegeven voor het soort maatregel.

Bestuurlijke waarschuwing

Het bestuursrechtelijk traject begint in beginsel met een bestuursrechtelijke schriftelijke waarschuwing. De bestuursrechtelijke waarschuwing is geen besluit. Er is daarom geen bezwaar en/of beroep mogelijk. Deze stap is echter niet vrijblijvend. De volgende stap is namelijk een bestuursrechtelijke maatregel.

Na constatering van een eerste overtreding wordt binnen 5 werkdagen een schriftelijke waarschuwing aan de (horeca)ondernemer gestuurd. Dit als informeren, verleiden/stimuleren en afspraken maken naar het oordeel van de burgemeester niet aan de orde is.

Afhankelijk van de aard van de overtreding kan de (horeca)ondernemer eerst worden uitgenodigd voor een gesprek. De schriftelijke waarschuwing wordt in dat geval binnen 5 werkdagen na dit gesprek verstuurd. De burgemeester kan gemotiveerd de waarschuwingsstap overslaan en meteen overgaan tot het opleggen van een bestuursrechtelijke maatregel.

Bestuursrechtelijke maatregel

Met een bestuursrechtelijke maatregel worden onderstaande maatregelen zoals bestuursdwang en dwangsom enz. bedoeld. Ze zijn gericht op herstel in rechtmatige toestand (voor zover mogelijk), het beëindigen van een overtreding en/of het voorkomen van herhaling daarvan.

Bij herhaling binnen een jaar (na de laatste geconstateerde overtreding), krijgt de ondernemer in principe een brief. Hierin staat het voornemen van het opleggen van de bestuursrechtelijke maatregel en de geconstateerde overtreding. De ondernemer kan binnen 10 werkdagen na verzending van het voornemen zijn mening (zienswijze) kenbaar maken op grond van de Algemene wet bestuursrecht. Dit kan zowel schriftelijk als mondeling gebeuren.

Na het verstrijken van de zienswijzetermijn wordt de bestuursrechtelijke maatregel opgelegd. Deze maatregel wordt in principe binnen 10 werkdagen gestuurd aan de ondernemer. De burgemeester kan gemotiveerd van deze termijn afwijken. Dit doet hij bijvoorbeeld indien sprake is van spoed. De politie en de aangewezen toezichthouder houden toezicht op het naleven van het maatregelbesluit. Ze rapporteren bij het niet voldoen aan de maatregel.

Bestuursdwang

De hieronder a, b en c vermelde maatregelen vallen onder de term bestuursdwang in de Awb. In beginsel gaat een schriftelijke waarschuwing vooraf aan het opleggen van een bestuursdwangmaatregel. Deze waarschuwing wordt meegenomen bij de stapeling van overtredingen c.q. incidenten.

Alle feiten en omstandigheden die hebben geleid tot de waarschuwing komen in het voornemen om bestuursdwang toe te passen dan wel een dwangsom op te leggen en het zienswijze gesprek voorafgaand aan de te treffen bestuursrechtelijke maatregel aan de orde. Bij de toepassing van bestuursdwang worden de kosten van de toepassing verhaald op de overtreder.

  • A.

    Vervroegde sluiting

De burgemeester kan besluiten dat een openbare inrichting gedurende een bepaalde periode een paar uur eerder dicht moet. Zie bijlage 1 stappenplan.

  • B.

    (Tijdelijke) sluiting van een inrichting

In bepaalde omstandigheden kunnen openbare inrichtingen worden gesloten. Bijvoorbeeld als een inrichting niet beschikt over de benodigde vergunning(en) of indien door de aard van de incidenten de openbare orde wordt verstoord en het woon- en leefklimaat wordt aangetast. De sluiting kan plaatsvinden voor bepaalde of onbepaalde tijd. Sluiting van een openbare inrichting kan bijvoorbeeld zijn gebaseerd op:

  • artikel 174, lid 2 Gemeentewet (ordemaatregel in het kader van veiligheid en gezondheid)

  • artikel 125 Gemeentewet

Sluiting van een inrichting kan tevens leiden tot intrekking van de vergunning.

  • C.

    Intrekken van de vergunning en / of ontheffingen

Bij overtreding van vergunning/ontheffingsvoorschriften, kan de vergunning/ontheffing worden ingetrokken. In het stappenplan wordt aangegeven wanneer dit het uitgangspunt is.

Vervallen aanwijzing vrijstelling exploitatievergunning

De nota Uitvoeringsregels exploitatie Horecabedrijf van 2013, bevat onder andere de regels voor bedrijven die vrijgesteld zijn van de exploitatievergunningsplicht. Dit geldt echter alleen voor de soort bedrijven die daarvoor zijn aangewezen (bijlage 1 en 2 van genoemde nota).

Omdat er geen vergunning is kan deze niet worden ingetrokken. De burgemeester kan wel besluiten dat het bedrijf niet meer valt onder de vrijstelling en alsnog over een exploitatievergunning dient te beschikken. Naast de in paragraaf 7.8 van vermelde nota genoemde gevallen, kan dit ook het geval zijn indien de ondernemer de richtlijnen van paragraaf 8.1 van de Uitvoeringsregels exploitatie Horecabedrijf niet volgt.

Schenkverbod zwak- alcoholische dranken

De burgemeester kan op grond van de DHW tijdelijk de verkoop van zwak-alcoholhoudende drank in bijvoorbeeld supermarkten verbieden. Dit kan als voor een derde keer in een periode van 12 maanden alcohol aan jongeren onder de 18 jaar is verkocht.

Dwangsom

De burgemeester kan er voor kiezen een last onder dwangsom op te leggen. De overtreder wordt aangeschreven de overtreding te beëindigen of herhaling te voorkomen op straffe van het verbeuren van één of meer bedragen. De dwangsombevoegdheid en de bestuursdwangbevoegdheid kunnen niet tegelijk, maar wel na elkaar worden toegepast. Verbeurde dwangsommen worden, zo nodig bij dwangbevel, ingevorderd.

Publicatie maatregelen

Alle bestuursrechtelijke maatregelen worden via een aankondiging op de website van de gemeente Zandvoort bekend gemaakt. Indien bij een maatregel een openbare inrichting fysiek wordt gesloten, wordt dit ook in het kader van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (WKPB) in een register opgenomen.

De gemeente informeert een verzoeker om handhaving schriftelijk over de genomen maatregel.

De waarschuwingen en opgestelde bestuurlijke maatregelen voorkomend uit de nota Plezierig en veilig uitgaan en/of Sanctiebeleid Drank en Horeca 2013, worden in een apart bestand geregistreerd.

Ondertekening

Vastgesteld door het college: d.d. 20 maart 2018

Bijlage 1 - Stappenplan maatregelen

Het stappenplan is een richtlijn over de acties die na de door de politie en/of daartoe bevoegde ambtenaar geconstateerde overtredingen kunnen worden uitgevoerd. Per overtreding worden de stappen en de maatregelen (onder vermelding van de overtreden bepaling) vermeld. De overtredingen waarbij in principe dezelfde stappen worden gevolgd, zijn in één tabel ondergebracht. De 2e, 3e overtreding enz. gaan over overtredingen begaan binnen een jaar na de laatste geconstateerde overtreding

De burgmeester kan afwijken van dit stappenplan en kiezen voor een andere maatregel zoals informeren, verleiden/stimuleren of afspraken maken.

APV overtredingen

Stap

Maatregel

Soort overtreding

1.1. Exploiteren/Handelen zonder exploitatievergunning, voorlopige toestemming of bewijs van melding vrijstelling exploitatievergunning (artikel 2:28 lid 1 en 7 van de APV).

1

Eerste geconstateerde overtreding.

Mondeling bevel de openbare inrichting direct te sluiten en mededeling voornemen opleggen dwangsom. Dit wordt schriftelijk bevestigd. Na indienen zienswijze volgt de dwangsombeschikking.

2

Tweede geconstateerde overtreding.

Na voornemen opleggen dwangsom of de definitieve dwangsombeschikking is de openbare inrichting nog steeds geopend voor bezoekers.

Besluit tot inning dwangsom volgt. De dwangsom wordt verbeurd totdat de maximale hoogte van de dwangsom is bereikt.

3

Derde geconstateerde overtreding en volgende overtreding.

Na verbeurdverklaring van de dwangsom en inningsbesluit, is de openbare inrichting nog steeds geopend is voor bezoekers.

De burgemeester kan besluiten tot andere passende bestuursrechtelijke maatregelen. Zoals een hogere last onder dwangsom of sluiting inrichting op kosten van de overtreder.

Stap

Maatregel

Soort overtreding

1.2 Handelen in strijd met de sluitingstijden of een van de andere exploitatievergunningvoorschriften (inclusief terras) (inclusief verruiming openingstijd tot 05:00 uur) (artikelen 1:4 lid 2 en/of 2:29 APV).

1

Eerste geconstateerde overtreding

Voor zover mogelijk volgt direct een mondelinge waarschuwing. De mondelinge waarschuwing wordt schriftelijk bevestigd.

2

Tweede geconstateerde overtreding

Opleggen vervroegde sluiting met 4 uur gedurende 3 dagen, te weten een vrijdag op zaterdag, zaterdag op zondag en zondag op maandag:

Strand tot 20:00 uur in plaats van 0:00 uur.

Bij verruimde sluitingstijd tot 01:00 uur in de plaats van 05:00 uur; Overig tot 23:00 uur in plaats van 03:00 uur

3

Derde geconstateerde overtreding

Opleggen vervroegde sluiting met 4 uur voor een periode van ten hoogste 7 dagen.

4

Vierde geconstateerde overtreding

Opleggen vervroegde sluiting met 4 uur voor een periode van ten hoogste 30 dagen of een volledige sluiting van ten hoogste 7 dagen.

5

Vijfde geconstateerde overtreding en volgende overtreding

De exploitatie van de openbare inrichting tijdelijk niet toegestaan voor maximaal 12 weken of treffen van andere passende maatregelen.

Stap

Maatregel

Soort overtreding

Bij overtreding van een of meerdere bepalingen uit de voorlopige toestemming wordt deze onmiddellijk ingetrokken ongeacht de zwaarte van de overtreding. De openbare inrichting moet dan gesloten zijn tot dat op de aanvraag horeca-exploitatievergunning is beslist.

Stap

Maatregel

Soort overtreding

1.3 Indien ter verkrijging van een vergunning, voorlopige toestemming, vrijstelling exploitatievergunning of ontheffing onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt. Artikel 1:6 onder a APV.

Constatering dat een ondernemer vergunning of voorlopige toestemming heeft gekregen of een melding vrijstelling heeft gedaan en daarbij onjuiste en/of onvolledige gegevens heeft verstrekt

De burgemeester doet aangifte van valsheid in geschrifte.

Als met de juiste/volledige gegevens de vergunning, voorlopige toestemming niet zou zijn verleend of de ondernemer niet onder de vrijstelling exploitatievergunning zou vallen. Volgt tevens een van de volgende procedures:

  • Burgemeester trekt de voorlopige toestemming voor de exploitatievergunning in. Het bedrijf dient gesloten te zijn totdat op de aanvraag exploitatievergunning is beschikt.

  • Onjuiste melding. Burgemeester besluit dat de onderneming niet meer valt onder vrijstelling en exploitatievergunning dient aan te vragen. De procedure Uitvoeringsregels exploitatie horecabedrijf wordt vervolgens gevolgd.

  • Vergunning wordt ingetrokken. Inrichting dient gesloten te zijn.

  • Aanvullende voorschriften vergunning indien onjuiste en/of onvolledige gegevens niet leiden tot oordeel intrekking vergunning.

De overtreder kan zienswijze indienen (geldt niet voor intrekken voorlopige toestemming). Daarna volgt definitieve besluit.

Nadere regels terrassen

Stap

Maatregel

Soort overtreding

2.1 Overtreding van bepaling(en) uit Nadere regels terrassen. Burgemeester treedt op namens college.

1

Eerste geconstateerde overtreding bij bedrijf dat op grond van artikel 2:28 lid 6 of 7 APV niet hoeft te beschikken over een exploitatievergunning met terrasvergunning,

Waarschuwing en mededeling last onder dwangsom van burgemeester namens college bij volgende overtreding.

2

Tweede geconstateerde overtreding

De mededeling voornemen opleggen last onder dwangsom door burgemeester. Dit wordt schriftelijk bevestigd. De ondernemer kan zienswijze indienen. Daarna volgt de definitieve dwangsombeschikking.

3

Derde geconstateerde overtreding

Inningsbesluit burgemeester. De dwangsom wordt verbeurd totdat de maximale hoogte van de dwangsom is bereikt.

4

Vierde geconstateerde overtreding

Burgemeester kan besluiten dat indien van toepassing de openbare inrichting niet meer valt onder de vrijstelling. Het bedrijf dient dan te beschikken over een exploitatievergunning om te mogen exploiteren.

5

Vijfde geconstateerde overtreding en volgende overtreding

Burgemeester kan besluiten tot het opleggen van een hogere dwangsom, het verbieden van een terras of het nemen van andere passende bestuursrechtelijke maatregelen.

Drank- en Horecawet overtredingen

Stap

Maatregel

Soort overtreding

3.1 Bedrijfsmatig alcohol schenken voor gebruik ter plaatse zonder drank- en horecavergunning of voorlopige toestemming (Artikel 3 DHW).

1

Eerste geconstateerde overtreding

Opdracht tot direct verwijderen van de alcoholhoudende drank uit de openbare inrichting, slijterij of winkel en de mededeling voornemen opleggen last onder dwangsom. Dit wordt schriftelijk bevestigd. De ondernemer kan zienswijze indienen. Daarna volgt de dwangsombeschikking.

2

Als blijkt dat in de openbare inrichting na maatregel/stap 1 nog steeds alcohol wordt geschonken zonder de nodige vergunning of voorlopige toestemming.

Volgt een invorderingsbesluit. De dwangsom wordt verbeurd totdat de maximale hoogte van de dwangsom is bereikt.

3

Opnieuw overtreding op grond van artikel 3 DHW binnen een jaar na de laatste overtreding.

De burgemeester kan besluiten tot andere passende bestuursrechtelijke maatregelen (b.v. bestuurlijke boete).

Stap

Maatregel

Soort overtreding

3.2 Verstrekken van zwak alcoholische drank aan jongeren onder de 18 jaar en/of sterke drank aan jongeren onder de 18 jaar (artikel 20 lid 1)

3.3 In een slijtlokaliteit een bezoeker aanwezig te laten zijn waarvan niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en niet onder toezicht is van een persoon van 21 jaar of ouder (artikel 20lid 2 DHW)

3.4 In kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen dienst doen in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit (artikel 20 lid 6 van de DHW).

1

Eerste geconstateerde overtreding

Voor zover mogelijk volgt direct een mondelinge waarschuwing. De mondelinge waarschuwing wordt schriftelijk bevestigd.

2

Tweede geconstateerde overtreding: proces-verbaal opmaken en dossier naar burgemeester.

De burgemeester schorst de drank- en horecavergunning voor maximaal 12 weken.

3

Derde geconstateerde overtreding: proces – verbaal opmaken en dossier naar de burgemeester.

De burgemeester trekt de drank- en horecavergunning in.

Stap

Maatregel

Soort overtreding

  • 3.5.

    Toelaten van een persoon die in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen verkeert in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit (artikel 20 lid 5. DHW). En/of

  • 3.6

    Verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse anders dan in een in de vergunning vermelde horecalokaliteit of anders dan op een in de vergunning vermeld terras, behalve voor gebruik in hotelkamers (artikel 12 lid 1. DHW). En of

  • 3.7

    Niet duidelijk zichtbaar en goed leesbaar aangeven welke leeftijdsgrens of leeftijdsgrenzen gelden bij de voor het publiek bestemde toegang tot een horecalokaliteit, een slijtlokaliteit, een ruimte als bedoeld in artikel 18, tweede lid, of een vervoermiddel waarin bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt (artikel 20 lid 4. DHW). En/of

  • 3.8

    In een slijtlokaliteit of horecalokaliteit, gedurende de tijd dat daarin dranken worden verstrekt, personen jonger dan 16 jaar dienst te laten doen (artikel 24 lid 3. DHW) en/of

  • 3.9

    Het in een horecalokaliteit of op een terras verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse (artikel 13 lid 1. DHW).

1

Eerste geconstateerde overtreding

Voor zover mogelijk volgt direct een mondelinge waarschuwing. De mondelinge waarschuwing wordt schriftelijk bevestigd.

2

Tweede geconstateerde overtreding proces-verbaal opmaken en dossier naar burgemeester.

De burgemeester schorst de drank- en horecavergunning voor maximaal 4 weken.

3

Derde geconstateerde overtreding: proces-verbaal opmaken en dossier naar burgemeester.

De burgemeester schorst de drank- en horecavergunning voor maximaal 12 weken.

4

Vierde geconstateerde overtreding: proces-verbaal opmaken en dossier naar burgemeester.

De burgemeester trekt de drank- en horecavergunning in.

3.10 Handelen in strijd met overige bepalingen in de Drank- en Horecawet (artikel 44a e.v. DHW overige bepalingen)

Constatering van overtredingen die niet zijn opgenomen in het beleid.

De burgemeester kan gemotiveerd aansluiting zoeken bij een van de andere bepalingen in dit beleid en/of de bepalingen in de Drank- en Horecawet of een bestuurlijke boete opleggen zoals opgenomen in de bijlage van het Besluit Bestuurlijke Boete Drank- en Horecawet.

3.11 Overtredingen Drank- en horecaverordening

Bij overtreding van artikel 6 van de verordening kan de burgemeester een vervroegde sluiting opleggen of tot een andere passende maatregel besluiten.

Bij overtreding van artikel 7 van de verordening kan de burgemeester een last onder dwangsom opleggen of tot een andere passende maatregel besluiten.

Omgaan met geweldsdelicten

  • 1.

    De politie en ander handhavingsdiensten worden door of namens de ondernemer zo spoedig mogelijk en pro- actief benaderd in geval er relevante veiligheidskwesties spelen. Artikelen 1:4 lid 2 en 2:30 APV. Artikel 172 Gemeentewet en Artikel 189 Wetboek van Strafrecht.

De burgemeester treedt in ieder geval op in de volgende gevallen:

  • 1.

    Bij het niet of niet tijdig door of namens de ondernemer melden van een geweldsdelict in of in de directe nabijheid van het horecabedrijf/de openbare inrichting en/of;

  • 2.

    De ondernemer en/of zijn personeel niet alles in het werk heeft gesteld om het incident/geweldsdelict te voorkomen;

  • 3.

    De ondernemer en/of zijn personeel zelf betrokken zijn bij geweldsdelicten.

Indien sprake is van het onder 1,2 en/of 3 genoemde, wordt in beginsel het geven van een waarschuwing, overgeslagen. Dit betekent dat direct de in de exploitatievergunning opgenomen verruiming sluitingstijden tijdelijk kan worden ingetrokken of de sluitingstijden vervroegd kunnen worden indien dit geweld niet is gemeld bij de politie.

De burgemeester kan besluiten tot een andere bestuursrechtelijke maatregel indien er sprake is van verzachtende of verzwarende omstandigheden. Dit op grond van zijn discretionaire bevoegdheid. Bij lichte vormen van geweld kan de burgemeester ook besluiten dat een waarschuwing volstaat.

Indien het horecabedrijf/openbare inrichting valt onder het aanwijzingsbesluit vrijstelling exploitatievergunning handelt de burgemeester conform de Uitvoeringsregels exploitatie horecabedrijf. Bovendien kan hij besluiten de sluitingstijden te vervroegen of een andere passende maatregel op te leggen.

In andere dan de twee genoemde gevallen waarbij sprake is van geweldsdelicten kan de burgemeester handelen conform het voorgaande. Hij kan echter ook besluiten een andere passende maatregel op te leggen.

Tenzij het spoedeisend karakter zich daartegen verzet, wordt de ondernemer en/of zijn personeel in de gelegenheid gesteld een zienswijze te geven.

Toelichting geweldsdelicten

Uitgaansgeweld in of rondom een horecabedrijf/ openbare inrichting wordt door de burgemeester beschouwd als een ernstige aantasting van de openbare orde en daarmee als onacceptabel.

Bij geweld in of rondom zijn inrichting moet de ondernemer altijd de politie inlichten en/of aangifte doen. Dit geldt ook bij betrokkenheid van de ondernemer en/of personeel bij geweldsdelicten in of rondom de openbare inrichting. Op deze wijze kan tijdig en doeltreffend onderzoek worden ingesteld naar het geweldsdelict.

Het niet of niet tijdig melden wordt de ondernemer zeer ernstig aangerekend. Hoe groter de gevolgen voor de openbare orde hoe groter de kans dat de burgemeester een stap overslaat. Bij het treffen van een bestuurlijke maatregel weegt voorts mee of de ondernemer en/of zijn personeel alles in het werk heeft gesteld om het incident te voorkomen. Wanneer blijkt dat de ondernemer en/of zijn personeel hierin tekort is geschoten, is er sprake van risicoaansprakelijkheid.

Ook een geweldsdelict tussen bezoekers onderling zonder dat de ondernemer de politie daarbij roept wordt als overtreding gezien. Een vechtpartij buiten de inrichting kan hieronder vallen, mits er een relatie met het horecabedrijf is.

Geweld kan zich op straat manifesteren, maar ook binnen, in een openbare inrichting/horecabedrijf of in de directe omgeving daarvan. Een geweldsdelict kan worden gepleegd door horecapersoneel tegen bezoekers, maar (tijdens de openingstijden) ook tussen horecapersoneel onderling.

Strafbare feiten

Bedoeld wordt strafbare feiten gepleegd door werknemers en/of ondernemers of door anderen, in en/of rondom de openbare inrichting welke naar het oordeel van de burgemeester leiden tot een bedreiging van de openbare orde. De strafbare feiten houden verband met de wijze van exploitatie van de inrichting.

Hierbij wordt altijd gekeken naar de verwijtbaarheid van de ondernemer. Bijvoorbeeld of het deurbeleid en/of de muziekkeuze aanleiding geven tot het gebruik van geweld. Bij geweld door een portier is deze relatie altijd aanwezig. Ook geen gebruik maken van een wel aanwezige detectiepoort kan betekenen dat een dergelijke relatie er is. Een waarschuwing kan worden overgeslagen.

De burgemeester kan bij verdenking van strafbare feiten tot al dan niet tijdelijke of gedeeltelijke sluiting van een inrichting of intrekking van de vergunning overgaan. Dit in het belang van de openbare orde/veiligheid. Ook in dit geval kan een waarschuwing vooraf achterwege blijven.

Bijlage 2 - Overige informatie

Begripsbepalingen

Het/dit beleid = Nota Plezierig en veilig uitgaan in Zandvoort Dat doen we samen!

Openbare inrichting APV = de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt voor vijf of meer personen of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid. Onder een openbare inrichting met of zonder terras en aanhorigheden wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis.

Paracommerciële instelling DHW = is een rechtspersoon die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levens¬beschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf.

Horecabedrijf DHW = de activiteit in ieder bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse.

Slijtersbedrijf DHW = de activiteit bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse, al dan niet gepaard gaande met het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van zwak - alcoholhoudende en alcoholvrije drank voor gebruik elders dan ter plaatse of met het bedrijfsmatig verrichten van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen andere handelingen.

Ondernemer = diegene aan wie de handhavingsmaatregel wordt opgelegd.

Doelstelling wet/verordening en toepassing

Wet Milieubeheer

Openbare inrichtingen moeten naast voorschriften op basis van de APV, voldoen aan de voorschriften uit het Activiteitenbesluiten en/of de Wet Milieubeheer. De voorschriften in het Activiteitenbesluit gaan over alle vormen van gevaar, schade en/of hinder veroorzaakt door de inrichting. Dit geldt ook voor indirecte hinder.

Tegen openbare inrichtingen die bij geluidsoverlast tevens de openbare orde verstoren of het woon- en leefklimaat ter plaatse aantasten, wordt in eerste instantie opgetreden op basis van het beleid Plezierig en veilig uitgaan in Zandvoort Dat doen we samen!

Tegen openbare inrichtingen die geluidsoverlast veroorzaken zonder verstoring van de openbare orde of het woon- en leefklimaat ter plaatse aantasten, wordt alleen opgetreden op grond van het Activiteitenbesluiten/of de Wet Milieubeheer.

Drank- en Horecawet

Deze wet beoogt schadelijk alcoholgebruik onder jongeren en alcohol gerelateerde openbare ordeproblemen als overlast, agressie en geweld tegen te gaan. De achterliggende gedachte bestaat uit zowel een gezondheid- als een openbare orde perspectief. Beide perspectieven zijn leidend voor de opbouw van de handhavingsstappen. Op overtredingen die direct van invloed zijn op de gezondheid van jongeren en/of de openbare orde wordt zwaarder ingezet.

De burgemeester kan op basis van de Drank en Horecawet ook handhavend optreden tegen niet in dit beleid genoemde overtredingen van de Drank- en Horecawet. Hij kan bij in de wet genoemde gevallen een bestuurlijke boete opleggen. Dit kan zonder waarschuwing, rechtstreeks en zonder tussenkomst van de rechter worden opgelegd.

Uitgangspunt is echter het optreden tegen overtredingen volgens het beleid. Dit betekent in eerste instantie het via bestuursrechtelijke weg, voorkomen van ongewenst gedrag. Daarom wordt de bestuurlijke boete (in eerste instantie) niet ingezet.

De DHW biedt de mogelijkheid een vergunning in te trekken. Er zijn twee opties: een ‘kan bepaling’ en een ‘wordt bepaling’. Bij de ‘wordt bepaling’ is intrekking van de vergunning voorgeschreven. In de andere situatie kan eerst een ander instrument worden ingezet (zie stappenplan bijlage 1).

APV

De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) geldt voor iedereen binnen de gemeente Zandvoort. De regeling heeft tot doel Zandvoort netjes en leefbaar te houden. De APV beschrijft regels die bijvoorbeeld gelden voor openbare orde en veiligheid, toezicht op horecabedrijven en het organiseren van evenementen.

Strafrechtelijk handhaven

Naast strafrechtelijk (door een buitengewoon opsporingsambtenaar/algemeen opsporingsambtenaar van de politie) wordt er ook volgens het beleid Plezierig uitgaan opgetreden. Indien een proces verbaal wordt opmaakt wordt deze naar het Openbaar Ministerie (OM) gezonden, dat volgens haar richtlijn vervolgt. Het opgemaakte proces verbaal (van bevindingen) kan door de burgemeester worden gebruikt voor bestuursrechtelijk optreden (intrekken vergunningen, sluiting inrichting, etc.).