Regeling vervallen per 01-01-2021

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zederik 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2020

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zederik 2016

Het college van Zederik;

Gelet op het bepaalde in de Wet maatschappelijke ondersteuning;

Gelet op het bepaalde in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zederik 2015 op grond waarvan het college bevoegd is om nadere regels te stellen ten aanzien van in de verordening genoemde onderwerpen;

Overwegende dat deze nadere regels zijn uitgewerkt in dit Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zederik 2016;

 

BESLUIT:

  • 1.

    In te trekken het Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zederik 2015.

  • 2.

    Vast te stellen het navolgend Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zederik 2016:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a. Uitvoeringsbesluit: Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.

  • b. ZIN: zorg in natura; hier te lezen als een maatwerkvoorziening in natura.

  • c. Woningaanpassingen voor minderjarigen: nagelvaste/niet-roerende aanpassingen aan de woning van de ouders/verzorgers van minderjarigen.

  • d. Begeleiding: er zijn vijf vormen te noemen: gespecialiseerde ambulante ondersteuning, persoonlijke verzorging, gespecialiseerde dagbesteding met hoog intensieve ondersteuning of arbeidsmatige dagbesteding, het vervoer naar de dagbesteding en kortdurend verblijf.

  • e. CE-markering: voorziening voldoet aan de eisen zoals gesteld in Europese richtlijnen.

  • f. Collectief Vraagafhankelijk Vervoer: vervoer van deur tot deur op afroep met gedeeld gebruik van een taxi (afgekort CVV).

Artikel 2 Persoonsgebonden budget

Artikel 2.1 Diensten: tarief, kwaliteit en omvang (artikel 4.3, lid 3 en lid 4 van de Verordening)

De noodzakelijke functionele eisen en kwaliteitseisen van de maatwerkvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget (hierna PGB) moeten worden vermeld in het ondersteunings-plan van de cliënt waardoor veiligheid, doeltreffendheid en cliëntgerichtheid zijn gewaarborgd.

Artikel 2.2 PGB Begeleiding (artikel 1, sub e van de begripsbepalingen)

Voor de maatwerkvoorziening gespecialiseerde ambulante ondersteuning, gespecialiseerde dagbesteding met hoog intensieve ondersteuning of arbeidsmatige dagbesteding en kortdurend verblijf is het vertrekpunt voor de bepaling van het PGB:

  • ·

    Gecertificeerde zorgaanbieders: 100% van het ZIN tarief

  • ·

    ZZP-constructie (ZZP = zelfstandige zonder personeel): 75% van het ZIN tarief

  • ·

    Niet-professionele zorgverleners:     50% van het ZIN tarief

In de matrix bij artikel 2.2.1 zijn de gemiddelde aanbiedingsprijzen van de zorgaanbieders ingevuld op grond van de ondertekende overeenkomsten, onderverdeeld per sector en per prestatie voor zorg in natura. Dit zijn de 100% ZIN tarieven.

Begeleiding kan per uur, per dagdeel en per etmaal worden geboden. Vervoer wordt vergoed per dag dat de cliënt aanwezig is. In de kolom 'Prestatiecode' zijn daarom afkortingen opgenomen: 'pu' = per uur; 'dd' = dagdeel (4 uur); 'pd' = per (dag of per etmaal).

Artikel 2.2.1 Tarieven voor Begeleiding per sector (GZ = Gehandicaptenzorg (verstandelijk- en/of lichamelijk gehandicapt); GGZ = Geestelijke Gezondheidszorg; V&V = verpleging en verzorging (zie voor uitleg hiervan bijlage 1, onderdeel van de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zederik 2015):

Prestatie-code

Korte omschrijving

PGB t.b.v. zorgaan-bieder

GZ

GGZ

V&V

F125 pu

Dagactiviteit LZA (gericht op educatie en/of arbeid)

100%

€ 7,64

€ 7,75

€ 7,64

H126 pu

Persoonlijke verzorging basis

100%

€ 36,90

€ 36,02

€ 36,02

H127 pu

Persoonlijke verzorging extra

100%

€ 36,90

€ 36,90

€ 37,44

H150 pu

Begeleiding extra (incl. component beschikbaarheid)

100%

€ 43,10

€ 43,98

€ 42,44

H152 pu

Begeleiding speciaal 1(NAH)

100%

€ 63,19

€ 63,19

€ 61,42

H153 pu

Gespecialiseerde begeleiding (Psy) (begeleid zelfstandig wonen)

100%

€ 67,97

€ 71,73

€ 67,97

H300 pu

Begeleiding individueel

100%

€ 40,63

€ 41,63

€ 39,71

H305 pu

Begeleiding zorg op afstand aanvullend (Beeldschermcommunicatie)

100%

€ 28,31

€ 28,31

€ 28,31

H531 dd

Dagactiviteit basis, per dagdeel

100%

€ 25,28

€ 27,27

€ 26,74

H533 dd

Module cliëntkenmerk (pg) (pv en behandeling op achtergrond)

100%

€ 44,48

€ 45,59

€ 48,63

H800 dd

Module cliëntkenmerk (som.-ondersteunend) (pv en behandeling op achtergrond)

100%

€ 49,42

€ 49,42

€ 49,42

H800/H533 dd

Dagactiviteit module somatisch/PG

100%

€ 44,48

€ 44,48

€ 44,48

H803 pd

Vervoer dagbesteding / dagbehandeling V&V

100%

€ 8,05

€ 8,05

€ 8,05

H811 dd

Dagactiviteit (begeleiding) VG licht

100%

€ 28,62

€ 29,37

€ 28,68

H812 dd

Dagactiviteit (begeleiding) VG midden

100%

€ 36,53

€ 37,18

€ 37,18

H813 dd

Dagactiviteit (begeleiding) VG zwaar

100%

€ 49,58

€ 49,58

€ 49,58

H831 dd

Dagactiviteit (begeleiding) LG licht

100%

€ 36,57

€ 36,57

€ 36,57

H832 dd

Dagactiviteit (begeleiding) LG midden

100%

€ 42,46

€ 42,46

€ 42,46

H833 dd

Dagactiviteit lichamelijk gehandicapten (zware problematiek)

100%

€ 46,78

€ 46,78

€ 46,78

H894 pd

Vervoer dagbesteding / dagbehandeling GHZ extramuraal

100%

€ 8,05

€ 8,05

€ 8,05

H895 pd

Vervoer dagbesteding / dagbehandeling GHZ rolstoel extramuraal

100%

€ 19,21

€ 19,21

€ 19,21

H990 pd

Vervoer dagbesteding / dagbehandeling GGZ

100%

€ 8,05

€ 8,05

€ 8,05

Z993 pd

Kortdurend verblijf inclusief Wmo-zorg

100%

€ 94,02

€ 94,02

€ 94,02

Z996 pd

Kortdurend verblijf inclusief zorg

100%

€ 99,45

€ 99,45

€ 99,45

Artikel 2.2.2 Overgangsbepalingen Begeleiding (artikel 9.6 van de verordening)

  • a. Indien een cliënt beschikt over een indicatiebesluit voor begeleiding (zoals omschreven in artikel 1 sub e) in de zin van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten met een looptijd tot na 31 december 2015 en hij derhalve op grond van het wettelijk overgangsrecht gedurende 2015 recht heeft gehad op ondersteuning ingevolge de Wmo 2015, welk recht afloopt op 1 januari 2016, wordt de begeleiding en/of persoonlijke verzorging bij beschikking ongewijzigd voortgezet tot en met 30 april 2016 (Gebaseerd op bestuurlijke afspraken die op 3 september 2015 zijn gemaakt tussen de partners van het trekkingsrecht PGB, te weten VNG, SVB, Zorginstituut Nederland (voorheen College voor zorgverzekeringen; CVZ), Per Saldo, BVKZ (Branchevereniging Kleinschalige Zorg) en de Ministeries van SZW en VWS).

  • b. Aangaande de behoefte aan ondersteuning na 30 april 2015 van een cliënt zoals onder a bedoeld, zal met inachtneming van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zederik 2015, hiernaar door het college onderzoek worden gedaan en een nieuw besluit worden genomen, met dien verstande dat het onderzoek ambtshalve plaatsvindt.

  • c. Indien in het geval onder b sprake is van een toekenning in de vorm van een PGB wordt dit berekend op basis van de tarieven uit artikel 2.2.1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zederik 2016.

  • d. Het nieuwe besluit als bedoeld onder b treedt niet eerder in werking dan 3 maanden na verzending van de beschikking, tenzij het nieuwe besluit aan cliënt aanspraak verleent op meer ondersteuning dan onder het oude besluit.

Artikel 2.3 PGB Huishoudelijk Ondersteuning

Artikel 2.3.1 Tarieven voor Huishoudelijke Ondersteuning (HO/HO+)

  • a. De vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget voor HO en HO+ vindt plaats op basis van het aantal geïndiceerde uren.

  • b. Er wordt voor HO een uurtarief van € 13,50 gehanteerd.

  • c. Er wordt voor HO een uurtarief gehanteerd van € 15,73 indien de budgethouder beschikt over een geldige arbeidsovereenkomst met een hulp, die is aangegaan voor 1 januari 2015 en welke overeenkomst doorloopt in 2016.

  • d. Er wordt voor HO+ een uurtarief van € 15,73 gehanteerd ongeacht de ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst.

  • e. Indien de cliënt HO of HO+ inkoopt bij een erkende zorgaanbieder, wordt er een uurtarief van € 21,85 gehanteerd.

  • f. Voor cliënten die kunnen aantonen dat zij in het kalenderjaar 2012 een hoger uurloon dan € 15,00 hebben uitbetaald aan de hulp kan maatwerk worden geleverd, gemaximeerd tot € 16,61 voor HH1 (HO) en € 20,01 voor HH2 (HO+), zijnde de bedragen zoals die in 2012 waren vastgesteld.

  • g. Het onder sub c en sub f van dit artikel gestelde is niet van toepassing als de overeenkomst met de desbetreffende hulp stopt.

  • h. Het bepaalde in sub c en sub f van dit artikel geldt tot en met 31 december 2016. Wijziging van een besluit als bedoeld in sub c en f van dit artikel treedt niet eerder in werking dan 3 maanden na verzending van de beschikking.

Artikel 2.3.2 Normering PGB Huishoudelijke Ondersteuning (HO/HO+)

De onderstaande tijdsnormering is deels afgeleid van het protocol wat ontwikkeld is door de Landelijke Vereniging van Indicatie Organen, later CIZ. De normering is gerelateerd aan het op basaal niveau functioneren van het huishouden dat geen overheidsvoorzieningen nodig heeft.

Deze normtijden worden gehanteerd als uitgangspunt waarbij maatwerk, voor de handelingen die bij een bepaalde cliënt nodig zijn, het uitgangspunt is. Er zijn handelingen die wekelijks plaats moeten vinden en handelingen waarvoor dit niet het geval is. In de normering is hiermee rekening gehouden.

Afhankelijk van de cliëntsituatie is het denkbaar dat er gemotiveerd afgeweken wordt van de normtijden en dat er meer of minder tijd geadviseerd wordt. De te indiceren activiteiten die onder huishoudelijke ondersteuning vallen zijn opgesplitst in handelingen om een op het individu toegespitste indicatie te kunnen geven die past bij een leefeenheid.

De (uiteindelijk te verstrekken) indicatie huishoudelijke ondersteuning wordt afgerond op veelvoud van 15 minuten (naar boven afgerond).

Resultaatsgebieden:

Er worden hieronder zes resultaatsgebieden genormeerd die worden gerekend tot de HO en HO+. In de beleidsregels HO worden de resultaatsgebieden nader toegelicht, alsmede het onderscheid tussen HO en HO+.

  • 1.

    Een schoon en leefbaar huis (1 persoon tot en met 2 kamers):

  • -

    Afwas 10 min per keer (max. 35 min per week)

  • -

    Interieur (hoog) 10 min per week

  • -

    Interieur (midden) 10 min per week

  • -

    Interieur (laag) 10 min per week

  • -

    Stofzuigen/dweilen 20 min per week

  • -

    Keuken 20 min per week

  • -

    Natte cel/Toilet 20 min per week

  • -

    Bed verschonen 10 min per week

  • -

    Afval opruimen 5 min per week

  • -

    Ramen zemen (binnenkant) 5 min per week (per kwartaal is dat 65 min)

Meerwerk:

  • -

    Ramen buiten: glazenwasser is voorliggend

  • -

    Kinderen < 16 jaar: +30 min per kind per week (max. 90 min)

  • -

    Hoge vervuilingsgraad door erkende en vastgestelde aandoening bijv. bij chemotherapie (max. 20 min extra)

  • -

    Extra bed i.v.m. apart slapen partner (10 min)

  • -

    Extra tijd i.v.m. bed kinderen zit in de 30 min extra per kind

  • -

    Extra tijd gelijkvloerse woning > 2 kamer (10 min), eengezinswoning (20 min)

  • 2.

    Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften:

  • -

    Boodschappenlijst opstellen 10 min per week

  • -

    Boodschappen inkopen 40 min per week

  • -

    Boodschappen inruimen 10 min per week

  • -

    Bij 4 personen of meer: 2x per week boodschappen (gebruikelijke hulp is voorliggend).

  • -

    Bij kinderen <12 jaar: 2x per week boodschappen.

Broodmaaltijd:

  • -

    Klaarzetten, tafel dekken, koffie zetten 5 min per keer

  • -

    Afruimen, opruimen 5 min per keer

Warme maaltijd:

  • -

    Klaarzetten, tafel dekken (magnetron aan, verpakking open) 5 min per keer

  • -

    Afruimen 5 min per keer

  • -

    Maaltijd voorbereiden/bereiden 30 min per keer

  • -

    Broodmaaltijd max. 10 min per dag voor 2 broodmaaltijden m.u.v. kinderen <12 jaar.

  • -

    (Voor)Bereiden broodmaaltijden: alleen bij kinderen <12 jaar

  • -

    Bij de broodmaaltijd komt er bij kinderen <12 jaar (20 minuten extra totaal)

  • -

    Bij de warme maaltijd komt er bij kinderen < 12 jaar (20 minuten extra totaal)

  • -

    Magnetron maaltijden maximaal 7 keer per week

  • -

    Bereiden van warme maaltijd maximaal 3 keer per week. Uitgangspunt is voor meerdere dagen koken.

Maaltijden:

Dit kan beperkt worden tot aanwezigheid van kinderen in een huishouden en voor cliënten met een visuele, manuele en/of psychische beperking.

  • 3.

    Beschikken over schone en draagbare en doelmatige kleding

  • -

    Wasverzorging per volwassene of kind ≥ 16 jr. per kind < 16 jr.

  • -

    Sorteren/ In machine plaatsen/in droger doen/kleding in kast leggen 10 min per week 5 minuten

  • -

    kleding ophangen/afhalen 10 min per week 10 minuten

  • -

    Vouwen 10 min per week 5 minuten

  • -

    Bovenkleding strijken 15 min per week 10 minuten

Meerwerk:

Extra bewassing kan noodzakelijk zijn wanneer er sprake is van incontinentie, overmatige transpiratie, speekselvloed of morsen (medisch objectiveerbaar). Hiervoor wordt dan 30 minuten tijd per week berekend.

  • 4.

    Het kunnen zorgen voor inwonende kinderen die tot het huishouden behoren

De verantwoordelijkheid ligt primair bij de ouder(s). Kan/kunnen de ouders tijdelijk deze rol niet vervullen dan kan maximaal 40 uur per week, aanvullend op de eigen mogelijkheden, worden geïndiceerd. Dit voor de duur van maximaal 3 maanden.

Met name aan de orde bij kinderen < 6 jaar. Vaststellen hoeveel tijd nodig is op welke momenten van de dag.

Ochtend:

  • -

    Luier verschonen 5 min

  • -

    Wassen(douchen/bad) 15 min per keer

  • -

    Aankleden 10 min

  • -

    Maaltijdondersteuning brood 30 min (kinderen <12 jaar 10+ 20 min)

  • -

    Tanden poetsen 5 min

Middag:

  • -

    Luier verschonen 5 min

  • -

    Maaltijdondersteuning brood 30 min (kinderen <12 jaar 10+ 20 min)

Extra tijd:

  • -

    Drinken tussendoor 5 min per keer (maximaal 3x per dag)

  • -

    Luier verschonen 5 min

  • -

    Spelen/opvoeding aan te vullen tot maximaal 40 uur per week tot 3 maanden

  • 5.

    Regievoering op het huishouden

  • -

    Administratieve werkzaamheden ten behoeve van de klant met betrekking tot huishouden (bij beperkt regelvermogen meerdere vlakken: mogelijk is begeleiding voorliggend)

  • -

    Organisatie huishoudelijke activiteiten

  • -

    Plannen en beheren van middelen met betrekking tot het huishouden: 30 min per week

  • -

    Helpen handhaven/verkrijgen/herkrijgen structuur in het huishouden: 30 min per week

  • 6.

    Versterken van de zelfredzaamheid

  • -

    Instructie omgaan met hulpmiddelen;

  • -

    Instructie huishoudelijk werk;

  • -

    Instructie verzorgen was;

  • -

    Instructie boodschappen doen;

  • -

    Instructie koken: 30 min per keer, 3 keer per week, maximaal 6 weken

Artikel 2.3.3 Vrij besteedbaar PGB Huishoudelijke ondersteuning en Begeleiding

Per kalenderjaar mag de budgethouder binnen het toegekende PGB maximaal € 272,00 vrij besteden. Indien het PGB voor minder dan een kalenderjaar is toegekend, wordt het vrij besteedbare bedrag naar rato berekend. Dit bedrag is bestemd voor kosten die het PGB eventueel met zich kan meebrengen, zoals administratieve zaken, print- en/of kopieerkosten van de overeenkomsten en weekbriefjes, het zoeken van een hulp (plaatsen van advertenties), cursussen, lidmaatschap van patiëntenverenigingen (voor zover dit niet wordt vergoed vanuit de zorgverzekering), gratificatie voor de hulp, cadeautje met de feestdagen en dergelijke. Het is de budgethouder toegestaan van het toegekende PGB reiskosten van de hulp te vergoeden.

Indien de budgethouder beschikt over zowel een PGB voor huishoudelijke ondersteuning als voor begeleiding, geldt voor beide PGB’s het vrij besteedbare bedrag van maximaal € 272,00.

Artikel 2.4 PGB Wonen, vervoer en rolstoel

Artikel 2.4.1 Tarieven voor hulpmiddelen, woningaanpassingen, rolstoel- en vervoersvoorzieningen

  • a. De hoogte van een PGB voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een hulpmiddel (vervoersvoorziening, rolstoelvoorziening of roerende woonvoorziening) of woningaan-passing wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de voorziening die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de voorziening in natura zou zijn verstrekt. Dit bedrag is inclusief het aanpassen van de voorziening.

  • b. Als de verstrekking in natura een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met de kosten voor de instandhouding, zoals - en voor zover nodig - onderhoud, reparatie en verzekering.

  • c. Als de verstrekking in natura een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met de kosten voor de instandhouding, zoals - en voor zover nodig - onderhoud, reparatie en verzekering.

  • d. Een sportrolstoel en sportvoorziening worden gezien als een maatwerkvoorziening.

  • e. In een programma van eisen, toegevoegd aan de beschikking, worden de vereisten en kwaliteit van de aan te schaffen maatwerkvoorziening in de vorm van een hulpmiddel of woningaanpassing zo nauwkeurig mogelijk omschreven.

  • f. Het PGB wordt na ontvangst van de factuur rechtstreeks aan de leverancier overgemaakt.

Artikel 2.4.2 Tarieven (bruikleen) autokosten en (rolstoel) taxikosten

Bij de vaststelling van de hoogte van het PGB voor (bruikleen) auto- en (rolstoel)taxikosten wordt op grond van artikel 4.9 lid 5 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zederik 2015 uitgegaan van maximaal 2.000 km op jaarbasis:

  • a.

    Voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een eigen auto of bruikleenauto geldt een maximumbedrag van € 740,00 (2.000 km à € 0,37);

  • b.

    De in lid 1 genoemde vergoeding wordt per kwartaal uitbetaald;

  • c.

    Voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een taxi geldt een maximumbedrag van € 4.720,00 (2.000 km à € 2,36);

  • d.

    Voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een rolstoeltaxi geldt een maximumbedrag van € 6.060,00 (2.000 km à € 3,03);

  • e.

    Aan het eind van elk kwartaal kan een declaratieformulier worden ingediend, waarbij maximaal 22 km per enkele reis in aanmerking komt voor vergoeding;

  • f.

    De ingangsdatum van het PGB start op de eerste van de maand;

  • g.

    Personen met een beperking die aantonen dat zij structureel deelnemen aan regulier vrijwilligerswerk, kunnen de voor hun rekening blijvende extra reiskosten, die niet verhaalbaar zijn op de instantie voor wie zij dat vrijwilligerswerk verrichten, declareren tot maximaal 2000 kilometer per jaar. Voor het overige zijn alle voorwaarden van toepassing die ook op de andere vervoersvergoedingen gelden.

Artikel 2.4.3

  • a.

    Een met een PGB aangeschafte woonvoorziening, vervoersvoorziening of rolstoelvoorziening wordt geacht - bij ongewijzigde omstandigheden - minimaal 7 jaar te voorzien in de opheffing van de beperking, tenzij de leverancier van de gemeentelijke voorziening in natura een andere afschrijvingstermijn aangeeft.

  • b.

    Er kan alleen opnieuw een PGB worden verstrekt als een afkeuringsrapport van de voorziening wordt overgelegd en de 7 jaar is verstreken, tenzij de leverancier van de gemeentelijke voorziening in natura een andere afschrijvingstermijn heeft afgegeven.

  • c.

    Er kan alleen opnieuw een PGB worden verstrekt indien er sprake is van gewijzigde omstandigheden.

  • d.

    Er kan alleen opnieuw een PGB worden verstrekt indien er sprake is van niet aan cliënt verwijtbare calamiteiten.

Artikel 2.5 PGB Verhuiskosten

Het PGB voor een maatwerkvoorziening als tegemoetkoming in de verhuiskosten bedraagt:

  • a.

    € 2.893,16 bij verhuizing naar een adequate en/of beter aanpasbare woning binnen de gemeente.

  • b.

    € 4.005,19 indien een aanvrager op verzoek van de gemeente verhuist van een inadequate woning naar een aangepaste woning buiten de gemeente.

  • c.

    € 4.005,19 indien een woning waarin voor meer dan € 20.000,00 aan gesubsidieerde voorzieningen zijn uitgevoerd, op verzoek van de gemeente wordt vrijgemaakt door achterblijvende gezinsleden na overlijden of definitieve opname elders van de cliënt. De vergoeding wordt in principe uitbetaald aan de medehuurder.

  • d.

    Uitbetaling van het PGB vindt plaats na overlegging van het getekende huurcontract of het getekend koopcontract. Indien de verhuizing niet plaatsvindt, dient het uitbetaalde bedrag per omgaande te worden terugbetaald.

Artikel 3 Bijdrage maatwerkvoorzieningen (artikel 5.3 van de Verordening)

Artikel 3.1

Er wordt een bijdrage gevraagd voor alle maatwerkvoorzieningen in overeenstemming met het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, met uitzondering van een maatwerkvoorziening als tegemoetkoming in de verhuiskosten zoals bepaald in artikel 2.5 van dit besluit.

Artikel 3.2 Ritbijdrage Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (art. 5.3 lid 2 van de Verordening)

  • a. Met de vervoerspas kan per enkele reis maximaal 5 openbaar vervoerszones worden gereisd tegen gereduceerd tarief (€ 0,60 per zone).

  • b. Met de vervoerspas kan per kalenderjaar circa 575 reiszones (circa 2.000 km) worden gereisd tegen gereduceerd tarief (€ 0,60 per zone).

  • c. Indien er op grond van de Wmo sprake is van een grotere vervoersbehoefte dan 575 reiszones, kan er een aanvraag worden ingediend voor uitbreiding van het aantal reiszones.

  • d. De vervoerskosten voor een begeleider, die meereist met de cliënt op grond van een medische indicatie voor begeleiding tijdens het vervoer, komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 4 Kwaliteitseisen (artikel 7.1 lid 2 van de Verordening)

Artikel 4.1 Deskundigheid beroepskrachten van zorgaanbieders

Aanbieder is verplicht bij het verstrekken van de maatwerkvoorziening de Cao Verpleeg- en verzorgingshuizen en Thuiszorg (Cao VVT), de Collectieve Arbeidsovereenkomst Geestelijke Gezondheidszorg (Cao GGZ), de Cao Gehandicaptenzorg of de Cao Welzijn, afhankelijk van welke Cao van toepassing is, in acht te nemen.

De aanbieder zet personeel in dat beschikt over de gangbare, aantoonbare competenties en vaardigheden die nodig zijn om de benodigde activiteiten uit te voeren. De competentie en vaardigheden moeten in overeenstemming zijn met de functieprofielen in de genoemde Cao’s en/of de wettelijke eisen en/of door de branche vastgestelde basisprofielen.

Deze eisen geldt zowel voor medewerkers als voor ingehuurd personeel zoals ZZP-ers.

De aanbieder dient zijn dienstverlening van voldoende kwaliteit te laten zijn, blijkend uit het insturen van een geldig, binnen zijn branche gangbaar, kwaliteitscertificaat (HKZ), in ieder geval betrekking hebbend op de zorg, maatschappelijke en/of aanpalende dienstverlening of een gelijkwaardig bewijs of certificaat.

Artikel 4.2

In een programma van eisen, toegevoegd aan de beschikking, worden de vereisten en kwaliteit van de aan te schaffen maatwerkvoorziening in de vorm van een hulpmiddel, woningaanpassing, rolstoelvoorziening en vervoersvoorziening zo nauwkeurig mogelijk omschreven. De voorziening moet voldoen aan dit bij de indicatie opgestelde programma van eisen en zijn voorzien van een CE-markering indien van toepassing.

Artikel 5 Indexering (artikel 9.4 lid 2 van de Verordening)

De in dit besluit geldende bedragen kunnen jaarlijks door de burgemeester en wethouders worden aangepast conform het percentage uit de mei- of septembercirculaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De PGB-tarieven voor (rolstoel)taxivervoer kunnen jaarlijks worden aangepast conform de afspraken die gemaakt zijn met de vervoerders (NEA-index).

Artikel 6 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt met een vastgestelde ondersteuningsbehoefte afwijken van dit besluit, als toepassing van het besluit tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016.

Artikel 8 Overgangsbepaling

Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zederik 2015 wordt per 1 januari 2016 ingetrokken. Ten behoeve van meldingen en aanvragen die zijn gedaan in het kader van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zederik 2015 en waarover op 31 december 2015 nog geen besluit is genomen, is het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zederik 2016 van toepassing.

Artikel 9 Citeerartikel

Dit besluit kan worden aangehaald als: 'Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zederik 2016' of Bmo gemeente Zederik 2016.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Zederik gehouden op 15 december 2015.

De secretaris, De burgemeester,

J.H. Koetsenruijter A.F. Bonthuis