Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

Geldend van 31-12-2016 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

De Raad der gemeente Zederik;

gelezen het voorstel van het college van 29 november 2016;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

(Legesverordening 2017).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a. ‘dag’:

    de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b. ‘week’:

    een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c. ‘maand’:

    het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d. ‘jaar’:

    het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e. ‘kalenderjaar’:

    de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor het zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.4 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De ‘Legesverordening 2016’ van 14 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 3. Indien het voorstel van Rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege laten vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbod is opgelegd (Kamerstukken I 2016/2016, 34358 (R2065), nr.A), tot wet is of wordt verheven en artikel I van de wet in werking treedt, wordt in artikel 2, onder nummering van de bestaande tekst tot eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidende:

    • 2.

      Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlands identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangede Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

  • 4. Indien artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt, worden de onderdelen 2.3.12 en 2.3.13 van de bij deze verordening behorende tarieventabel vervangen door:

    • 2.3.12

      Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied)

      Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo, waarvoor een andere instantie advies moet uitbrengen, worden deze advieskosten in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager.

    • 2.3.13

      Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten)

      Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, van de Wabo, waarvoor een andere instantie advies moet uitbrengen, worden deze advieskosten in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager.

  • 5. De op grond van het vierde lid vervangen onderdelen blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de in artikel 13, derde lid, onder b, bedoelde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017

  • 3. In afwijking van het tweede lid is de datum van ingang van de heffing van:

    • a.

      Artikel 12, derde lid, het tijdstip waarop het in dat lid genoemde wetsvoorstel tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt.

    • b.

      Artikel 12, vierde lid, het tijdstip waarop artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Legesverordening 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zederik, gehouden op 19 december 2016.

De griffier,

De voorzitter,

Tarieventabel

Titel 1Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

1.1.1.1

Maandag:

van 9.00 tot 10.00 uur

Kosteloos

van 10.00 uur tot 16.00 uur

€ 300,00

1.1.1.2

Dinsdag tot en met vrijdag:

van 9.00 tot 16.00 uur

€ 300,00

1.1.1.3

Zaterdag:

van 10.00 tot 16.00 uur

€ 500,00

1.1.1.4

Zondag:

€ 500,00

1.1.1.5

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het benoemen van een buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand voor 1 dag

€ 100,00

1.1.1.6

Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van partnerschap in het Stadhuis Ameide bedraagt € 100,00 extra ten opzichte van de onder 1.1.1 tot en met 1.1.1.4 genoemde tarieven

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk danwel het omzetten van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

€ 50,00

1.1.3

Voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk met een ceremonie gelden de leges zoals vermeld in artikel 1.1.1 en volgende.

1.1.4

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 94,50

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 94,50

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.1.6.1

een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering

€ 30,00

1.1.7

Het tarief bedraagt voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van een getuige bij de huwelijksvoltrekking, wordt per getuige een bedrag in rekening gebracht van:

€ 25,00

1.1.8

Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op een door het college aan te wijzen locatie, anders dan de reeds benoemde locatie, bedragen de leges € 300,00 extra van de onder 1.1.1 tot en met 1.1.1.4 genoemde leges.

1.1.9

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 13,00

1.1.10

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2

Het tarief bedraagt voor het inrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1

Van een nationaal paspoort:

nieuw

oud

1.2.1.1

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,75

€ 64,40

1.2.1.2

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.

€ 51,45

€ 51,20

1.2.2

Van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

1.2.2.1

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,75

€ 64,40

1.2.2.2

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,45

€ 51,20

1.2.3

Van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.3.1

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,75

€ 64,40

1.2.3.2

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,45

€ 51,20

1.2.4

Van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 51,45

€ 51,20

1.2.5

Van een Nederlands identiteitskaart:

1.2.5.1

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 50,65

€ 50,40

1.2.5.2

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 28,60

€ 28,45

1.2.6

Voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van:

€ 47,55

€ 47,30

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

nieuw

oud

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 38,95

€ 38,80

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

1.3.3

Indien aan de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk bij verstrekking van het nieuwe rijbewijs niet compleet kan worden overgelegd, worden de verschuldigde leges verhoogd met:

€ 25,00

1.3.4

Het tarief bedraagt voor de administratieve kosten voor het afgeven van een eigen verklaring:

€ 2,00

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 7,50

1.4.3

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media, bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen.

€ 22,65

1.4.4

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoelt in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen.

€ 2,27

1.4.5

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 13,00

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

€ 2,00

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

1.6.1.1

bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:

1.6.1.1.1

ten hoogste 100 pagina’s, per pagina

€ 0,23

met een maximum per bericht van

€ 5,00

1.6.1.1.2

meer dan 100 pagina’s

€ 22,50

1.6.1.2

bij verstrekking anders dan op papier

€ 5,00

1.6.1.3

dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking

€ 22,50

1.6.2

Indien voor hetzelfde bericht op grond van de subonderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.

1.6.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens

€ 4,50

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.1.1

een afschrift van de programbegroting

€ 36,00

1.7.1.2

een afschrift van de programrekening

€ 36,00

1.7.1.3

een afschrift van het burgerjaarverslag

€ 12,50

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.2.1

tot het verstrekken van:

1.7.2.1.1

een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina

€ 0,65

1.7.2.1.2

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina

€ 0,65

1.7.2.2

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

1.7.2.2.1

op de stukken behorende bij de raadsvergaderingen

€ 85,00

1.7.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.3.1

tot het verstrekken van:

1.7.3.1.1

een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina

€ 0,65

1.7.3.1.2

een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina

€ 0,65

1.7.3.2

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

1.7.3.2.1

op de stukken behorende bij de vergaderingen van een raadscommissie

€ 50,00

1.7.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.4.1

een afschrift van de bouwverordening

€ 24,00

1.7.4.2

een afschrift van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 24,00

1.7.4.3

een afschrift van een beleidsplan, zoals bijvoorbeeld de nota activabeleid

€ 24,00

1.7.4.4

een exemplaar van elke andere gemeentelijke verordening of gedeelte er van, per pagina

€ 0,65

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.8.1.1

een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

1.8.1.1.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,65

1.8.1.1.2

in formaat A3, per bladzijde

€ 1,50

1.8.1.2

een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm2 lichtdruk

€ 1,50

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

1.8.2.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

€ 11,50

1.8.2.2

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 11,50

1.8.2.3

de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988

€ 11,50

1.8.2.4

het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988

€ 11,50

1.8.2.5

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 14,00

1.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieen van:

1.8.3.1

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres

€ 0,65

1.8.3.2

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie

€ 0,65

1.8.3.3

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat

€ 0,65

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

1.9.2

tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn

€ 7,50

1.9.3

tot het legaliseren van een handtekening en/of het waarmerken van een kopie

€ 7,50

1.9.4

tot het bewijs van garantstelling

€ 7,50

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 13,00

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

1.10.2.1

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

€ 0,65

1.10.2.2

een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk

€ 8,50

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.11.1

tot het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 20,00

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 50,00

1.12.1.2

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 25,00

1.12.2

Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.12.1.1 en 1.12.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

Vervallen

Hoofdstuk 14 Markten

Vervallen

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.15.1

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

€ 11,50

1.15.2

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 11,50

1.15.3

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing

€ 11,50

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 22,50

1.16.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50

1.16.1.4

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 90,50

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 16,50

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de kansspelen (prijsvraagvergunning)

€ 16,50

Hoofdstuk 17 Telecommunicatie

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 216,00

1.17.1.1

indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

€ 2,00

1.17.1.2

indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

€ 2,00

1.17.1.3

indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met

€ 108,00

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.18.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 31,00

1.18.2

tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 27,00

1.18.3

voor ontheffing op grond van artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 193,60

1.18.4

van een volgende aanvraag voor ontheffing op grond van artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

Hoofdstuk 19 Diversen

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.19.1.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 2,50

1.19.1.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.19.1.2.1

afschrift van een elektronisch gemeenteblad

€ 0,65

1.19.1.2.2

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,65

1.19.1.2.3

per pagina op papier van een ander formaat

€ 0,40

1.19.1.2.4

voor meerdere pagina’s boven de 20, per pagina

€ 0,30

1.19.1.3

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.20.1.1 en 1.20.1.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

€ 1,50

1.19.1.3.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 1,50

1.19.1.3.2

per pagina op papier van A3-formaat

€ 2,50

1.19.1.3.3

een bouwtekening

€ 12,00

1.19.1.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 8,50

1.19.1.5

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 8,50

1.19.1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een persoonsgebonden gedoogbeschikking zoals genoemd in het Plan van aanpak permanente bewoning van recreatiewoningen binnen de gemeente Zederik. Indien een extern adviseur moet worden ingeschakeld ter uitvoering en toetsing van de criteria genoemd in het Plan van aanpak, worden de leges genoemd in dit artikel verhoogd met deze externe advieskosten, blijkend uit de begroting die ter zake door of vanwege het college is opgesteld. Voor de toepassing van deze tarieventabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de externe advieskosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht. Indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

€ 178,00

Hoofdstuk 20 Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Zederik 2015 (APV Zederik 2015)

De hieronder vermelde tarieven hebben betrekking op het in behandeling nemen van kennisgevingen of van aanvragen tot het verkrijgen van een vergunning of het verlenen van een ontheffing of een vergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Zederik 2015, in de tekst verder afgekort als APV. In onderstaande tarieventabel wordt verwezen naar de betreffende artikelen van de APV Zederik 2015

1.20.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

1.20.1.1

een ontheffing als bedoeld in artikel 2:1 vierde lid, APV (Samenscholing en ongeregeldheden)

€ 18,50

1.20.1.2

een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, eerste lid, APV ((Omgevings) vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg)

€ 18,50

1.20.1.3

een ontheffing als bedoeld in artikel 2:29, vijfde lid, APV (Openings- en Sluitingstijden)

€ 18,50

1.20.1.4

een ontheffing als bedoeld in artikel 2:60, tweede lid, APV (Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren)

€ 18,50

1.20.1.5

een vrijstelling als bedoel in artikel 2:67, tweede lid, APV (Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister

€ 18,50

1.20.1.6

een ontheffing als bedoeld in artikel 4:18, tweede lid, APV (Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen.)

€ 18,50

1.20.1.7

een ontheffing als bedoeld in artikel 5:42, tweede lid, APV (verbod plaatsing reclamevoertuigen)

€ 18,50

1.20.1.8

een ontheffing als bedoeld in artikel 5:8, tweede lid, APV (Parkeren van voertuigen)

€ 18,50

1.20.1.9

een vergunning als bedoeld in artikel 5:13a, eerste lid, APV (Inzameling van geld of goederen en collecteren)

voor het goede doel:

€ 0,00

voor commerciële doeleinden:

€ 18,50

1.20.1.10

een vergunning als bedoeld in artikel 5:18, eerste lid, APV (Standplaatsvergunning en weigeringsgronden)

€ 18,50

1.20.1.11

een vergunning als bedoeld in artikel 5:24, eerste lid, APV (Voorwerpen in, op of boven openbaar water en vaarwegen)

€ 18,50

1.20.1.12

een vergunning als bedoeld in artikel 5:25 APV (Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen)

€ 18,50

1.20.1.13

een ontheffing als bedoeld in artikel 5:34, derde lid, APV (Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken)

€ 18,50

1.20.1.14

een ontheffing als bedoeld in artikel 5:36, derde lid, APV (Verboden plaatsen)

€ 18,50

1.20.1.15

een vergunning als bedoeld in artikel 5:40, eerste lid, APV (Omgevingsvergunning reclame)

€ 18,50

1.20.1.16

Voor een vergunning c.q. ontheffing op grond van de APV Zederik 2015, voor zover daarvoor niet elders in deze verordening of in een andere regeling een tarief is opgenomen

€ 18,50

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

Aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

Bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling schetsplan/principe verzoeken

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een schetsplan/principe verzoek:

€ 115,00

2.2.1

Indien voor de beoordeling van een schetsplan/principe verzoek als bedoeld in artikel 2.2;

a. extern advies moet worden ingewonnen, worden de verschuldigde leges verhoogd met het bedrag van de externe advieskosten. Voorafgaand aan het verzoek om een extern advies, wordt aan de aanvrager de externe advieskosten, schriftelijk medegedeeld.

b. voor de toepassing van het vorige onderdeel wordt pas opdracht verstrekt tot een extern advies op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de externe advieskosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

Het moment van indienen van de aanvraag (stempeldatum ontvangst gemeente) is bepalend voor de berekening van de leges.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 10.000 bedragen:

€ 255,00

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 10.000 of meer bedragen:

een vast bedrag van:

€ 126,50

vermeerderd met:

2,66%

van de bouwkosten

Verhoging in verband met toetsing aan welstandscriteria

2.3.1.2

Indien voor de behandeling van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning, als bedoeld in artikel 2.3.1.1 en uit oogpunt van welstand advies nodig is van de Welstandcommissie van de vereniging ‘Dorp, Stad en Land’ wordt het onder 2.3.1.1.1 en 2.3.1.1.2 genoemde bedrag als volgt verhoogd:

Bouwkosten lager dan € 25.000

€ 45,00

Bouwkosten van € 25.000 - € 1.250.000,- vermeerderd met 1,8 promille van de bouwkosten

Bouwkosten vanaf € 1.250.000,– en hoger

€ 2.250,00

2.3.1.2.1

adviezen inzake reclame uitingen

€ 55,00

Advies agrarische commissie/Landschapsdeskundige

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld, dient de aanvraag te worden verhoogd met:

nieuw

oud

2.3.1.3.1

Bouwen op een bestaand agrarisch bouwperceel

€ 580,00

€ 560

2.3.1.3.2

Bouwen met overschrijding grenzen bestaand bouwperceel

€ 645,00

€ 625

2.3.1.3.3

Bouwen op niet bouwperceel (starters), verzoek tot bedrijfsverplaatsing

€ 760,00

€ 735

2.3.1.3.4

Aanvullend doelmatigheidsadvies binnen 1 jaar naar eerste advies

€ 0,00

2.3.1.3.5

Overige aanvullende adviezen

Maatwerk

2.3.1.3.6

Advies regeling hobbyboer

€ 430

€ 415

2.3.1.3.7

Adviezen bij onttrekken aan agrarische bestemming

€ 480

€ 465

2.3.1.3.8

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens het bestemmingsplan voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies of toetsing van een landschapsdeskundige nodig is, dient de aanvraag te worden verhoogd met € 450,–

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.4

Indien de aanvraag van een vergunning als bedoeld in Titel 2 wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, danwel in afwijking van de verleende vergunning, worden de onder Titel 2 genoemde leges verhoogd met:

100%

2.3.2

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 126,50

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.2 wordt, indien de aanvraag van een aanlegvergunning:

2.3.2.1

betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 3.10 (projectbesluit) of 3.40 (buiten toepassingsverklaring) van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met:

€ 1.500,00

2.3.2.2

betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 3.6, eerste lid, onder a of c, of 3.38, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met:

€ 345,00

2.3.2.3

betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met:

€ 1.000,00

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

Er worden geen leges geheven voor een afwijkingsprocedure voor bouwplannen waarvan de bouwkosten minder dan € 10.000,– bedragen.

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) verhoogd met:

€ 345,00

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking) verhoogd met:

€ 345,00

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) verhoogd met een tarief per uur van:

€ 76,00

met een minimum van:

€ 5.500

2.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) verhoogd met:

€ 345,00

2.3.3.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) verhoogd met:

€ 345,00

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) verhoogd met:

€ 345,00

2.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) verhoogd met:

€ 345,00

2.3.3.8

Er worden geen leges geheven voor een afwijkingsprocedure voor bouwplannen waarvan de bouwkosten minder dan € 10.000,– bedragen.

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 126,50

Indien de aanvraag tot het verlenden van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 345,00

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 345,00

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) per uur:

€ 76,00

met een minimum van:

€ 5.500,00

2.3.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 345,00

2.3.4.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 345,00

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 345,00

2.3.4.7

indien in artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 345.00

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Vervallen

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of gemeentelijke verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 137,00

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 95,00

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 50,00

2.3.9

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 50,00

2.3.10

Kappen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 25,00

2.3.11

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ 100,00

2.3.11.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

€ 100,00

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

2.3.12.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998:, waarvoor een andere instantie advies moet uitbrengen, worden deze advieskosten in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager.

2.3.12.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998, waarvoor een andere instantie advies moet uitbrengen, worden deze kosten in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager.

2.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, waarvoor een andere instantie advies moet uitbrengen, worden deze kosten in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager.

2.3.14

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.14.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.14.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.15

Externe advieskosten:

Indien voor de behandeling van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.3;

a. externe advies moet worden ingewonnen, worden de verschuldigde leges verhoogd met het bedrag van de externe advieskosten. Voorafgaand aan het verzoek om een extern advies, wordt aan de aanvrager de externe advieskosten, schriftelijk medegedeeld.

b. voor de toepassing van het vorige onderdeel wordt pas opdracht verstrekt tot een extern advies op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de externe advieskosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

nieuw

oud

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 413,00

€ 431

2.3.16.2

het door de extern deskundige aan de gemeente doorberekende bedrag voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport.

2.3.17

Advies

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 250,00

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, artikel 2.2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. De leges worden alleen teruggegeven indien de aanvraag omgevingsvergunning identiek is aan het schetsplan/principeverzoek. Het recht op teruggaaf vervalt indien niet binnen 6 maanden na afronden schetsplan/principeverzoek een aanvraag omgevingsvergunning is ingediend.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan

75%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en binnen 4 weken na het in behandeling nemen ervan

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.1.3

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in behandeling nemen ervan

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder of gelijk aan € 126,50 wordt niet teruggegeven.

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

Vervallen.

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Vervallen

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening per uur:

€ 76,00

met een minimum van:

€ 5.500,00

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 345,00

2.8.3

Indien voor de behandeling van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.8;

a. externe advies moet worden ingewonnen, worden de verschuldigde leges verhoogd met het bedrag van de externe advieskosten. Voorafgaand aan het verzoek om een extern advies, wordt aan de aanvrager de externe advieskosten, schriftelijk medegedeeld.

b. voor de toepassing van het vorige onderdeel wordt pas opdracht verstrekt tot een extern advies op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de externe advieskosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

Hoofdstuk 9 Bouwvergunning eerste of tweede fase op grond van oude wetgeving

Vervallen

Hoofdstuk 10 Ontheffing in het kader van de Wet geluidhinder

2.10.1

‘Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het vaststellen van een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet Geluidhinder’

€ 950,00

Hoofdstuk 11 In deze titel niet benoemde beschikking

Vervallen

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 250,00

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30b van de Drank- en Horecawet

€ 50,00

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 50,00

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning horecabedrijf

€ 150,00

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 65,00

Hoofdstuk 3 Seksbedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 1:4, eerste lid, van de Prostitutieverordening gemeente Zederik 2015, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.2:

3.3.1.1

voor een seksinrichting

€ 1.000,00

3.3.1.2

voor een escortbedrijf

€ 1.000,00

3.3.2

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 1:4, eerste lid, van de Prostitutieverordening gemeente Zederik 2015:

3.3.2.1

voor een seksinrichting

€ 300,00

3.3.2.2

voor een escortbedrijf

€ 300,00

Hoofdstuk 4 Huisvestingswet 2014

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.4.1

tot het verlenen van een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014

€ 87,00

3.4.2

tot het verlenen van een vergunning voor het samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014

€ 87,00

3.4.3

tot het verlenen van een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014

€ 87,00

3.4.4

tot het verlenen van een vergunning voor het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014

€ 87,00

3.4.5

tot het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014

€ 87,00

Hoofdstuk 5 Brandbeveiligingsverordening

Vervallen

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

€ 18,50

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zederik, gehouden op 19 december 2016

De griffier,

De voorzitter,