Regeling vervallen per 01-08-2021

Verordening peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Vijfheerenlanden 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-07-2021

Intitulé

Verordening peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Vijfheerenlanden 2019

De raden van de gemeenten Zederik, Vianen en Leerdam;

gelet op de bepalingen in de Wet kinderopvang (Wko) en artikel 167 van de Wet op het primair onderwijs (Wpo), titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie, en Besluit tot het stellen van eisen aan de kwaliteit van de kinderopvang;

overwegende;

dat één van de vervolgstappen van de vaststelling van de beleidsnotitie “Harmonisatie Leerdam, Vianen en Zederik – Goede voorzieningen voor peuters in Vijfheerenlanden’ is het opstellen van een verordening peuteropvang en voorschoolse educatie;

dat de regels betrekking hebben op het stellen van voorwaarden bij het subsidiëren van de opvang aan peuters van ouders die niet onder de Wko vallen, en/of voor het aanbieden van voorschoolse educatie aan doelgroeppeuters;

dat de mogelijkheid moet worden geboden aan alle kinderopvangaanbieders in de gemeente Vijfheerenlanden om vanaf 1 januari 2019 een subsidieaanvraag voor peuteropvang en/of voorschoolse educatie in te dienen

besluiten:

vast te stellen

de Verordening peutervoorziening en voorschoolse educatie gemeente Vijfheerenlanden 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    Aanbieder: aanbieder van peuteropvang en/of VVE die is opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK).

  • b.

    College: het College van burgemeester e wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden

  • c.

    Doelgroeppeuter : peuter die op basis van door rijk en gemeente bepaalde criteria een VVE-indicatie heeft gekregen door de jeugdgezondheidszorg van de GGD.

  • d.

    GGD: Gemeentelijke gezondheidsdienst regio Utrecht

  • e.

    Inkomensverklaring: de Verklaring Geregistreerd Inkomen (VGI), te verkrijgen bij de Belastingdienst.

  • f.

    Kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk in de kosten van kinderopvang (zie Wko, artikel 1.1).

  • g.

    LRK: Landelijk Register Kinderopvang waarin aanbieders van peuteropvang en VVE die voldoen aan de Wko zijn opgenomen.

  • h.

    Ouderbijdrage: de inkomensafhankelijke bijdrage die door de ouders betaald wordt aan de aanbieder.

  • i.

    Ouderbijdragetabel: adviestabel ouderbijdragen van de VNG aangevuld met extra schaal lagere middeninkomens.

  • j.

    Peuteropvang: een aanbod educatieve voorschoolse opvang, gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool. De peutervoorziening moet voldoen aan de eisen uit de Wet Kinderopvang.

  • k.

    Peuterplaats regulier: plek van twee dagdelen per week, van 2,75 uur per dagdeel, voor peuters vanaf 2 jaar tot 4 jaar, verspreid over 2 werkdagen, gedurende 40 weken per jaar.

  • l.

    Peuterplaats VVE: plek van vier dagdelen per week, van 2,75 uur per dagdeel (2019), uit te breiden naar maximaal 4 uur per dagdeel (2020 e.v.) voor doelgroeppeuters vanaf 2 tot 4 jaar, gedurende 40 weken per jaar.

  • m.

    Semesterformulier: een door de gemeente verstrekt digitaal berekeningsformulier waarin aan de hand van de verwachte afname van de peuteropvang en/of VVE de hoogte van de subsidie wordt berekend.

  • n.

    Uurtarief: uurtarieven die voor resp. de peuteropvang en voor voorschoolse educatie worden gehanteerd en door de gemeente worden vastgesteld.

  • o.

    Voorschoolse educatie: uitvoering van een door het college gesubsidieerd programma voor doelgroeppeuters dat gericht is op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs (zie Wko, artikel 1.1).

  • p.

    VVE: Voor- en vroegschoolse educatie.

  • q.

    VVE-programma: een programma dat is aangemeld bij of is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut.

  • r.

    VVE-registratie: een registratie in het LRK waaruit blijkt dat de aanbieder voldoet aan de wettelijke kwaliteitseisen voor het aanbieden van VVE.

Artikel 2 Subsidie voor deelname peuters aan de peuteropvang

  • 1. De aanbieder kan alleen subsidie aanvragen bij de gemeente voor de deelname van een peuter aan een peutervoorziening wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      de ouder(s) van de peuter komen (aantoonbaar) niet in aanmerking voor kinderopvangtoeslag;

    • b.

      de peuter is woonachtig in de gemeente Vijfheerenlanden;

    • c.

      voorafgaand aan de start van de peuteropvang is een overeenkomst opgesteld en ondertekend door de aanbieder en de ouder(s).

  • 2. De subsidie bedraagt € 9,18 per uur per geplaatste peuter voor maximaal twee dagdelen per week gedurende maximaal 40 weken per jaar, minus de ouderbijdrage.

  • 3. De peutervoorziening is toegankelijk voor kinderen van 2 jaar tot 4 jaar of tot het moment dat het kind naar de basisschool gaat.

  • 4. Voor de afname van subsidiabele peuteropvang betalen de ouder(s) alleen de ouderbijdrage volgens de ouderbijdragetabel.

  • 5. Wanneer ouder(s) meer dan 5,5 uur subsidiabele peuteropvang afnemen, betalen zij deze extra uren zelf, tenzij het voorschoolse educatie betreft.

Artikel 3 Subsidie voor deelname peuters aan voorschoolse educatie

  • 1. Deze subsidie wordt alleen verstrekt voor extra VVE aanbod aan peuters die door de GGD een VVE-indicatie hebben gekregen en woonachtig zijn in de gemeente Vijfheerenlanden.

  • 2. De subsidie bedraagt € 9,88 per uur.

  • 3. De deelname aan VVE betreft vier dagdelen per week, voor maximaal 40 weken per jaar;

  • 4. Ouder(s) die recht hebben op kinderopvangtoeslag vragen deze toeslag aan voor het eerste en tweede dagdeel. Het meerdere van de kosten boven de maximale toeslag wordt door de gemeente vergoed.

  • 5. Voor het 3e en 4e dagdeel wordt geen ouderbijdrage in rekening gebracht.

  • 6. Aanbieders zijn verplicht bij plaatsing van een peuter op een beschikbaar gekomen peuterplek doelgroeppeuters voorrang te geven.

Artikel 4 Kwaliteitseisen aan aanbieders

  • 1. Om in aanmerking te komen voor subsidie voor de peutervoorziening dienen aanbieders te voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      Er is geen sprake van het herhaaldelijk niet correct opvolgen van overtredingen ten aanzien van de wettelijke basiskwaliteit door de aanbieder;

    • b.

      Er wordt gewerkt met een kind-volgsysteem;

    • c.

      Er worden gegevens aangeleverd voor monitoring;

    • d.

      Er wordt gewerkt met een vastgesteld overdrachtsprotocol.

  • 2. Om in aanmerking te komen voor subsidie voor voorschoolse educatie dienen aanbieders te voldoen aan de volgende aanvullende eisen:

    • a.

      De locatie is geregistreerd in het LRK met een VVE registratie;

    • b.

      Er wordt gewerkt met een VVE programma zoals omschreven in artikel 1;

    • c.

      Als op een locatie geen doelgroeppeuters meer kunnen worden opgenomen worden zij zo spoedig mogelijk doorverwezen naar andere locaties of aanbieders.

  • 3. Indien aanbieders voor het eerst een aanvraag indienen zoals aangegeven in artikel 6, zal eerst een bedrijfsplan moeten worden overlegd aan de gemeente waarin aannemelijk kan worden gemaakt dat de aanbieder meerjarig op commercieel verantwoorde wijze kwalitatieve peuteropvang kan aanbieden binnen Vijfheerenlanden.

Artikel 5 Ouderbijdrage

  • 1.

    De aanbieder int de ouderbijdrage bij de ouder(s) en is zelf verantwoordelijk voor een eventueel debiteurenverlies.

  • 2.

    De aanbieder is verantwoordelijk voor het schriftelijk toetsen en vaststellen van de hoogte van de ouderbijdrage voor peuteropvang aan de hand van onderstaande documenten:

    • a.

      de door de ouder(s) aan de aanbieder overgelegde meest recente inkomensverklaring(en);

    • b.

      de adviestabel ouderbijdrage.

  • 3.

    Wanneer op enig moment blijkt dat de inkomenssituatie van ouder(s) dusdanig wijzigt of gewijzigd is dat één van onderstaande situatie geldt:

    • a.

      de ouder(s) komen niet meer in aanmerking voor kinderopvangtoeslag waardoor er subsidie aangevraagd kan worden bij de gemeente;

    • b.

      de ouder(s) komen in aanmerking voor kinderopvangtoeslag waardoor er geen subsidie meer aangevraagd kan worden bij de gemeente;

    • c.

      de ouder(s) vallen in een lagere of hogere inkomenscategorie in de adviestabel ouderbijdrage waardoor de ouderbijdrage wijzigt;

      wordt de ouderbijdrage zo spoedig mogelijk opnieuw getoetst.

  • 4.

    Indien de ouderbijdrage opnieuw getoetst wordt zoals bedoeld in lid 3 dan wordt deze verwerkt door de aanbieder in het semesterformulier zoals omschreven in artikel 6.

Artikel 6 Subsidieaanvraag

  • 1. De subsidie zoals bedoeld in artikel 2 en 3 wordt door de aanbieder bij de gemeente aangevraagd middels het semesterformulier subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Vijfheerenlanden, en door de gemeente aan de aanbieder uitgekeerd.

  • 2. In november en mei vraagt de aanbieder de subsidie voor het eerst volgende semester aan bij de gemeente.

  • 3. De (VVE-)aanbieder is verantwoordelijk voor de volledigheid en juistheid van de ingevulde subsidieaanvraag peuteropvang/VVE.

Artikel 7 Subsidieverlening

  • 1. Per semester wordt aan de hand van het semesterformulier de subsidie verleend door de gemeente.

  • 2. De subsidie kan pas worden verleend als het betreffende semesterformulier door de aanbieder bij de gemeente is ingeleverd.

  • 3. Betaling van het eerste semester vindt plaats in twee termijnen in januari en april, en betaling van het tweede semester in juli en september.

  • 4. De hoogte van de door de aanbieder te ontvangen subsidie wordt gebaseerd op:

    • a.

      het aantal uren dat peuteropvang en/of VVE afgenomen wordt;

    • b.

      het uurtarief dat door de gemeente is vastgesteld;

    • c.

      de hoogte van de te ontvangen ouderbijdrage.

Artikel 8 Subsidievaststelling

  • 1.

    Het definitieve subsidiebedrag wordt na afloop van het subsidiejaar, op basis van de gegevens uit de eindrapportage/jaarrekening van de houder, door het college vastgesteld. Deze vaststelling vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette peuterplaatsen (daaronder wordt hier begrepen het aantal afgenomen uren peuteropvang en/of voorschoolse educatie) en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen.

  • 2.

    Vaststelling kan een terugvordering tot gevolg hebben als de aanbieder minder bezette peuterplaatsen heeft gerealiseerd dan het aantal waarop de hoogte van de subsidieverlening was gebaseerd.

  • 3.

    Jaarlijks wordt door de gemeente in oktober duidelijkheid verschaft over de gehanteerde uurtarieven van het daaropvolgende kalenderjaar.

  • 4.

    Het college vraagt bij de aanbieder nadere gegevens op om de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie conform de opgelegde voorwaarden te controleren. Deze gegevens betreffen:

    • -

      Inkomensverklaringen of andere bewijzen hoogte gezinsinkomen;

    • -

      verklaringen Geen recht op kinderopvangtoeslag van ouders;

    • -

      plaatsingsovereenkomst peuter waaruit aantal uren, soort peuterplaats, ouderbijdrage en start- en (verwachte) einddatum blijken;

    • -

      VVE-indicaties, afgegeven door de GGD.

Artikel 9 Subsidieplafond

De raad stelt jaarlijks tijdens behandeling van de begroting een subsidieplafond vast.

Artikel 10 Weigeringsgrond

De subsidie kan worden geweigerd indien als door de controlerende instanties wordt geconstateerd dat de wettelijke basiskwaliteit van de aanbieder niet op orde is.

Artikel 11 Nadere regels

Ter uitvoering van het bepaalde in deze verordening kan het college nadere regels stellen.

Artikel 12 Hardheidsclausule

In bijzondere omstandigheden kan het college gemotiveerd van de verordening afwijken, indien toepassing ervan niet in verhouding staat tot de met deze verordening te dienen doelen.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als verordening peutervoorziening en voorschoolse educatie gemeente Vijfheerenlanden 2019.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019.

  • 2. De verordening ruimte en- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Zederik 2011, de verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen Leerdam 2005, en de verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Vianen 2012 komen per 1 januari 2019 te vervallen.

Ondertekening

De verordening is vastgesteld door de raad van Zederik op 24 september 2018, door de raad van Vianen op 25 september 2018 en door de raad van Leerdam op 27 september 2018.