Regeling vervallen per 01-01-2021

Regeling medegebruik schoolgebouwen 1994

Geldend van 28-03-1994 t/m 31-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-1994

Intitulé

Regeling medegebruik schoolgebouwen 1994

Geconsolideerde tekst van de regelingOnderwerp:Regeling medegebruik schoolgebouwen.De Raad der gemeente Zederik;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 maart 1994;gelet op artikel 86, vierde lid, van de Wet op het basisonderwijs;b e s l u i t:vast te stellen de navolgende Regeling omtrent het medegebruik van gebouwen van deopenbare en bijzondere scholen voor basisonderwijs. 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    WBO: de Wet op het basisonderwijs (Stb. 1986, 256);

  • b.

    Bevoegd gezag: voor wat betreft- een openbare school: het college van burgemeester en wethouders, voor zover de raad niet anders bepaalt, en, indien de raad dit wenselijk oordeelt, met inachtneming van door hem te stellen regelen;- een bijzondere school: een rechtspersoon zoals bedoeld in artikel 35 van de WBO;

  • c.

    Medegebruik: het gebruik door derden ten behoeve van ander onderwijs, dan wel andereculturele, maatschappelijke, educatieve of recreatieve doeleinden van een gebouw van eenopenbare of bijzondere school, zoals bedoeld in artikel 86 van de WBO;

  • d.

    Medegebruiker: de natuurlijke of rechtspersoon die één of meerdere ruimten van eenopenbare of bijzondere school in medegebruik heeft;

  • e.

    Ruimten: de onderwijsruimten en andere ruimten aanwezig in een schoolgebouw, metinbegrip van A-lokalen;

  • f.

    A-lokaal: gymnastieklokaal gesticht of in gebruik genomen met inachtneming van de voor hetgewoon (of buitengewoon) lager onderwijs of voor het basisonderwijs geldende bepalingenen die voor vergoeding door het rijk ten behoeve van het basisonderwijs in aanmerking isgebracht;

  • g.

    Ander onderwijs: het uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs niet zijnde basisonderwijs. Tevenswordt onder ander onderwijs verstaan basiseducatie aan volwassenen.

Artikel 2 Voorschriften voor het gebruik

  • 1. De medegebruiker gebruikt de in medegebruik gegeven ruimten uitsluitend voor diedoeleinden waarvoor het medegebruik is toegestaan. 

  • 2. Het is de medegebruiker niet toegestaan de in medegebruik verkregen ruimten aan derden ingebruik te geven. 

  • 3. De medegebruiker onthoudt zich van activiteiten die hinder veroorzaken voor het in hetgebouw gegeven onderwijs. 

  • 4. De medegebruiker maakt alleen gebruik van onderwijsleerpakket, meubilair voor zover hetbevoegd gezag dit toestaat en met inachtneming van de door het bevoegd gezag gesteldevoorwaarden.

  • 5. De medegebruiker is verplicht na ieder medegebruik de ter beschikking gestelde ruimten, hetonderwijsleerpakket, het meubilair in dezelfde staat achter te laten als waarin deze werdenaangetroffen. 

  • 6. Het bevoegd gezag kan een huishoudelijk reglement vaststellen, waarin nadere regelsworden gegeven met betrekking tot de wijze waarop de medegebruiker de door het bevoegdgezag ter beschikking gestelde ruimten met het beschikbaar gestelde onderwijsleerpakket,het meubilair gebruikt. 

Artikel 3 Schade

  • 1. De medegebruiker onthoudt zich van activiteiten waarvan redelijkerwijs kan wordenverondersteld dat deze kunnen leiden tot schade aan het gebouw, het onderwijsleerpakket,het meubilair. 

  • 2. Indien voor de aanvang van het medegebruik schade aan het gebouw, hetonderwijsleerpakket, het meubilair wordt geconstateerd, doet de medegebruiker hiervanonverwijld mededeling aan het bevoegd gezag. 

  • 3. De medegebruiker is aansprakelijk voor de schade die ten gevolge van het medegebruik aanhet gebouw, het onderwijsleerpakket, het meubilair ontstaat. 

  • 4. De medegebruiker doet van iedere schade als bedoeld in het voorgaande lid onverwijldmededeling aan het bevoegd gezag. 

  • 5. In het in het voorgaande artikel genoemde huishoudelijk reglement kan het bevoegd gezagnadere regels stellen ter voorkoming van schade aan het gebouw, het onderwijsleerpakket,het meubila 

Artikel 4 De tariefstelling

  • 1. Het bevoegd gezag brengt aan de medegebruiker de kosten in rekening zoals die wordenberekend overeenkomstig de artikelen 5 en 6. 

  • 2. In bijzondere gevallen, ter beoordeling van het bevoegd gezag, kan ten gunste van demedegebruiker worden afgeweken van het bepaalde in het eerste lid. 

Artikel 5 De kosten van het medegebruik van de ruimten voor het basisonderwijs

De kosten van het medegebruik van de ruimten voor het basisonderwijs, met uitzondering van Alokalen,worden naar rato van het aantal uren gebruikbepaald aan de hand van de jaarlijks doorde minister van onderwijs en wetenschappen ten behoeve van het basisonderwijs vast te stellenbedragen voor zowel de andere voorzieningen als de gebouwgebonden materiële instandhoudingter zaken van huurvergoeding t.b.v. tijdelijke voorzieningen.

Artikel 6 De kosten van het medegebruik van A-lokalen

  • 1. De kosten van het medegebruik van A-lokalen worden naar rato van het aantal uren gebruikbepaald aan de hand van de jaarlijks door de minister van onderwijs en wetenschappen vastte stellen bedragen voor zowel de vaste als de variabele kosten ter zake van medegebruikvan ruimten voor het onderwijs in lichamelijke oefening. 

  • 2. Voor de bepaling van de kosten van het medegebruik als bedoeld in het voorgaande lid wordtals uitgangspunt genomen het bouwjaar en de netto-vloeroppervlakte van het in medegebruikgegeven A-lokaal. 

Artikel 7 Vergoeding eigenaarskosten

Het bevoegd gezag vergoedt elke 6 maanden aan de eigenaar van het gebouw die op grond vande artikelen 96 of 100 van de WBO (een gedeelte van) de materiële instandhouding van hetgebouw verzorgt, de door het medegebruik veroorzaakte kosten, zoals berekend aan de handvan de artikelen 5 en 6.Het bevoegd gezag verstrekt hiertoe elke 6 maanden een overzicht van het aantal urenmedegebruik per gebouw aan de in de vorige volzin bedoelde eigenaar van het gebouw

Artikel 8 Opschorten medegebruik

  • 1. Indien het bevoegd gezag een in medegebruik gegeven ruimte incidenteel zelf nodig heeftvoor de eigen school op een voor medegebruik overeengekomen tijdstip, dan ziet demedegebruiker af van het medegebruik op dit tijdstip. 

  • 2. Het bevoegd gezag stelt de medegebruiker ten minste twee weken van tevoren schriftelijk opde hoogte van de noodzaak om zelf over de ruimte te kunnen beschikken. 

Artikel 9 Beëindiging medegebruik

Het bevoegd gezag kan, zonder dat de medegebruiker deswege aanspraak opschadevergoeding heeft, het medegebruik met onmiddellijke ingang beëindigen, indien:

  • a.

    de medegebruiker de voorschriften gegeven in deze regeling en, voor zover vastgesteld, inhet huishoudelijk reglement, niet stipt naleeft;

  • b.

    de medegebruiker, na hiertoe te zijn aangemaand, niet binnen 1 maand de in rekeninggebrachte kosten van medegebruik heeft voldaan.

Artikel 10 Beslissing van het bevoegd gezag in die gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van het medegebruik betreffende, waarin deze regeling niet voorziet,beslist het bevoegd gezag. 

Artikel 11 Slotbepaling

  • 1. De regeling kan worden aangehaald als “Regeling medegebruik schoolgebouwen 1994”. 

  • 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1994. 

  • 3. Met ingang van deze datum vervalt de regeling medegebruik schoolgebouwen, vastgestelddoor de raad in zijn vergadering van 26 november 1990.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergaderingvan de raad van de gemeente Zederik,gehouden op 28 maart 1994.De secretaris,                                De voorzitter,