Regeling vervallen per 13-11-2009

Procedureverordening planschadevergoeding 1994

Geldend van 19-12-2002 t/m 12-11-2009

Intitulé

Procedureverordening planschadevergoeding 1994

Geconsolideerde tekst van de regeling

Onderwerp:Procedureverordening planschade-vergoeding 1994.

De Raad der gemeente ZEDERIK;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 november 1993;

gelet op de artikelen 49 en 72 van de wet op de Ruimtelijke Ordening, de gemeentewet en deAlgemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende “Verordening tot regeling van de procedure bij toepassing van artikel49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (Procedureverordening Planschadevergoeding).

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Artikel 49 : artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

  • 2.

    Aanvrager : de belanghebbende in de zin van artikel 49, die een aanvraag heeft ingediend.

  • 3.

    Adviseur : een door de gemeenteraad in te schakelen onafhankelijke, onpartijdige en terzake deskundige adviseur.

  • 4.

    Aanvraag :een verzoekschrift als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de RuimtelijkeOrdening.

  • 5.

    Een eerste onderzoek naar de feiten en omstandigheden: een eerste onderzoek naar de feitenen omstandigheden, waarop de aanvraag betrekking, die leidt tot de conclusiedat de aanvrager wel of niet in een nadeliger planologische positie is komen teverkeren.

Artikel 2

Indien een belanghebbende meent dat het in artikel 49 bepaalde op hem van toepassing is, kan hij voor het bepalen van de in genoemd artikel bedoelde schade en van de vergoeding daarvan bij de gemeenteraad een gemotiveerde aanvraag indienen.

Artikel 3

  • 1. De gemeenteraad kan binnen twaalf weken na ontvangst van een aanvraag schadevergoeding weigeren zonder toepassing te geven aan artikel 4 en volgende.

  • 2. De gemeenteraad kent de bevoegdheid toe aan het college van burgemeester en wethouders om namens de gemeenteraad en onder de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad een eerste onderzoek te van de feiten en omstandigheden te verrichten.

  • 3. De gemeenteraad kent de bevoegdheid toe aan het college van burgemeester en wethouders om namens de gemeenteraad en onder de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad een eerste onderzoek te van de feiten en omstandigheden te verrichten.

  • 4. De in het eerste lid genoemde termijn kan door de gemeenteraad eenmaal worden verlengd met ten hoogste negen weken.

Artikel 4

  • 1. Indien het eerste lid van artikel 3 niet is toegepast, geeft de gemeenteraad aan de adviseur onder toezending van de aanvraag opdracht ter zake advies uit te brengen.

  • 2. De in het voorgaande lid bedoelde opdracht wordt verstrekt binnen vijf weken na het verstrijken van de termijn, bedoeld in artikel 3.

Artikel 5

  • 1. De adviseur hoort de aanvrager en/of zijn gemachtigde en een of meer vertegenwoordigers van de gemeente.

  • 2. Van de mondelinge uiteenzetting door de aanvrager en/op zijn gemachtigde en door de vertegenwoordiger van de gemeente wordt door de adviseur een kort verslag gemaakt, dat wordt toegezonden aan de aanvrager en de gemeente en vervolgens tezamen met de eventuele schriftelijke reacties als bijlage aan het planschade-advies wordt gevoegd.

Artikel 6

  • 1. De adviseur gaat allereerst na of naar haar mening de aanvrager ten gevolge van het bepaalde in artikel 49, eerste lid, schade lijdt of zal lijden welke redelijkerwijze niet of geheel te zijnen laste behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende door aankoop, onteigening of anderszins is verzekerd. De adviseur vermeldt het resultaat van dit onderzoek met de beweegredenen in haar rapport.

  • 2. Leidt dit onderzoek tot een bevestigende beantwoording, dan berekent de adviseur de ten laste van de aanvrager blijvende schade en de billijke schadevergoeding.

  • 3. De adviseur beraadt zich, zonodig in overleg met de betrokken partijen, omtrent de mogelijkheden welke de bepalingen van het bestemmingsplan of andere toepasselijke planologische maatregelen zouden kunnen bieden tot voorkoming of beperking van de schade.

  • 4. De adviseur neemt de situatie ter plaatse op.

Artikel 7

  • 1. De adviseur zendt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk dertien weken voor het verstrijken van de in artikel 8, lid 1 van deze verordening genoemde termijn een concept-rapport toe aan de gemeenteraad.

  • 2. Indien door de gemeenteraad een schadevergoeding wordt vastgesteld, wordt tevens bepaald de uiterste datum waarop de schadevergoeding zal worden uitgekeerd.

  • 3. Artikel 3, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9

  • 1. Deze wijzigingsverordening kan worden aangehaald als de “1e wijziging op de Verordening tot regeling van de procedure bij toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening“ (Procedureverordening Planschadevergoeding 1994.

  • 2. Zij treedt in werking zes weken nadat zij ter inzage is gelegd.

Artikel 10

Vervallen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zederik,
gehouden op 20 december 1993.
De secretaris, De voorzitter,